No. 203 1912 Vrijdag 31 Mei, 26e Jaargang. 'SHRISTEUJK- NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWES F, te Goes F. P. D'HUIj, te Middelbi rg. PRIJS DER ADVERTENTiËN VERENIGINGSLEVEN. m sj IE1 IEREN WERKDAG DES AVONDS. ƒ1.25 0.05 UITGAVE DER FIRMf S Prijs per irie maanden franco p. p. (Enkele nummers. EN o o a d a o o e Prof. Mr. Treub. In de Oprechte Haarlemmer Courant schrijft „Politicus" Wie zich nog kan herinneren den Treub uit de dagen der Kiesvereeniging „Am sterdam", van het opkomende radicalis me, later geworden de vrijzinnige-demo- cratie en deze figuur vergelekt met het door Assen naar de Tweede Kamer afgevaardigd lid des Parlements hij zal inderdaad weinig verschil ontwaren in verschijning, voorkomen, doen van den jeugdigen „vooruitstrevende* uit de tach tiger jaren van de negentiende eeuw en den volksvertegenwoordiger van nu. Toch ligt er een kwarteeuw tusschen Maar de heer Treub behoort tot de men- schen, die tot op zeer rijpen leeftijd met jeugdige, lenige, naar geest en lichaam frissche behouden. Hij is de type van den „modernen geleerde". Het plechtstatige, deftig doende van den professor-van ouden stempel is hem een gruwel. Ik geloof niet, dat iemand Mr. Treub ooit in gewoon toilet anders heeft gezien dan met slipdas En ook in zjjn wijze van spreken laat hij duidelijk uitkomen zijn afkeer van al wat naar „fraDje" zweemt Daardoor krijgt zijn voordracht iets kouds, iets eentonigs, iets dors, dat het luiste ren niet weinig bemoeilijkt. De zinnen worden opgezegd mei koel keelgeluid en elke poging om er eenige «kleur* aan te geven, ontbreekt te eenenmale. Toch krijgt men den indruk, dat is het vreemdd van het geval, dat daar iemand van tem perament aan het woord is, geen droog stoppel, geen pedanteske schoolvos. Maar ijzeren zelfbedwang schijnt hier de ge woonte tot tweede natuur te hebben ge maakt. Met Mr. Treub is, geloof ik, eigen lijk niemand in de Kamer te vergelijken. Van de vrijzinnig-democraten komt hem misschien 't meest nabij Prof. Drucker, waar wie deze beide hooggeleerden in het debat met eenige aandacht geobser veerd heeft, zal alras moeten erkennen, dat het verschil tusschen die twee toch buitengewoon groot is. Beiden komen hierin overeen, dat zij niet behooren tot de echte kemphanen der politieker^. Prof. Druck-r is, zoo eenigszins moge lijk, de verzoenende kracht, de vrede stichter, de man, die olie op de woeste golven werpt. Wanneer we weer eens 'n Linksche Kamer krijgeD, dan is de kans, dat de tegenwoordige 2de vice- praeses van het Lagerhuis „speaker" wordt, stellig tamelijk groot. Links ge voelt nu reeds zeer duidelijk hoe de Ka mer in Mr. Drucker eene voortreffelijke kracht voor het presidium bezit. En nu is het zeer de vraag, of schijnbaar zoo koud-verstandelijk, zoo onaandoenlijke Mr. Treub wel zou beantwoorden aan den eisch voor het presidentschap. Het is de vraag, of Mr. Treub's ze6r respectabele dosis zelfbedwang op den duur toch nog zou opgewassen zijn tegen de reusachtige eiscben, welke het Parlement-op to date zjjn voorzitter wat dit betreft stelt Men zou het den Asser gedeputeerde zeer zeker niet aanzien, dat hjj behoort tot de seniores, althans tot hen, die het vijf-kruisjes-limiet reeds achter z:ch hebben. De man van jeugdig-lenige, elastische gestalte, van het smalle, kleurige gelaat met de levendige, schrandere oogen, de donkere, nog ganscheljjk-ongedunde haren en het studentikoze kneveltje, maakt nauwelijks den indruk vaD een veertiger. Gelijk ik straks reeds zei wie zich den Amsterdammer radicaal van 1886 of 1887 voor den geest brengt en den Treub van 1912 voor zich ziet, kan zich nauwelijks voorstellen, dat een kwart eeuw van hard werken, van studie, van warme toewijding en noesten intellec- tueelen arbeid, zóó weinig veranderd heb ben a"n den man, die reeds toen, in de woelige Amsterdamsche jaren, in de voorste gelederen der zeer-vooruitstre- renden stond. Een eerzuchtige figuur zal de heer Treub zeker niet door iemand in ernst kunnen worden genoemd. Hij, lid van het beroemde triumviraat der „fratres doe tissimi" was al aanstonds de aangewezen man om zijne krachten aan de publieke zaak te geven. Niet slechts is mr. Treub facile princeps", maar het spreekt van zelf, dat men hem op den voorgrond plaatst. Mannen als hij met wier schranderheid, geleerdheid, omvang van kennis zich slechts zeer weinigen kunnen meten bevinden zich op het eerste plan voordat zij er eigenlijk zelf „Ahnung" van hebben. 'tKomt niet in hen op, iets als moeite te doen - in welke richting - en op welke wijze ook om te worden opgemerkt. Van al de kleine eerzuebtigen en jjdelen, die toch zoo gaarne op het schild worden geheven, scheidt hen een eeuwigheid. Mannen als Treub hebben een levensdoel ze zijn te ernstig van aanleg en worden te zeer „geabsorbeerd" door de inspan ning, welke het bestudeeren van de vele groote vraagstukken van den dag vordert, dan dat zij zouden worden afgeleid door nietigheden als waarop ik doeldeMen vraagt hunne krachten voor het ambt van hoogleeraar, van wethouder, van volksvertegenwoordiger straks mis schien van verantwoordelijk raadsman der Kroon zij offeren hunne superi eure gaven uit plichtsbesef; geven zich a?n de zware taak, welke men hen op de schouders legt, zonder dat de „glorie", de voor hen gemaakte strjjkagiön hun geest benevelt of het hooge ambt voor hen daar door zoo aanlokkelijk en begeerlijk doet worden. Ik geloof, dat van een man als mr. Treub dit naar volle waarheid kan wor den getuigd. In de Volksvertegenwoor diging behooren figuren als hij tot de intellectueelhoogsten. Tot de onmibaren tot hen, die er allereerst, uit kracht van hun kennis en hun talent, thuis behooren. De minister van Waterstaat, de heer Regout, heeft intusschen by -de jongste gedachtenwisseling over de spoorweg- politiek e. a. gewezen op de „défauts de leurs qualités» welke men bij zulke hooggeleerde heeren" pleegt aan te tref fen. Ze hebben hunne „hobby-horses", wanneer z£j die stokpaardjes gaan berij den, dan is er geen houden aan De heer Treub, de oud-hoogleeraar, is niet, wat men noemt „gemakkelijk" in het debat. Wel had Minister Regout gelijk, toen hjj wees op het zich -- door mr. Treub blindstaren op de voordeelen van staatsexploitatie der spoorwegen, zonder dat men oog heeft voor het goede, aan de andere zijde - die der tegenstanders alzoo gevonden Wanneer een zoo hoogstaand man als Treub zich niet ontziet om de eerlijke onpartijdigheid van een De Marez Oyens, den diep-betreurden oud-Minister, als voorzitter der bekende Staatscommissie in zake het spoorwegbedrijf, openlijk in verdenking te brengen ja, dan is het begrijpelijk, wanneer een warmbloedig temperament als van Minister Regout er door in opstaDd komt. Maar dit teekent nu juist mr. Treub zooals hij werkelijk is. Uiterlijk zoo krachtig van zelfbedwang, zoo Ijzig-onaandoenlijk in werkelijk heid een „vulkaantje", een „vaatje bus kruit", dat op gegeven oogenblik toont, wat 't is. Met sommige andere »viri doctissimi" heeft de heer Treub daariu kan mi nister Regout gelijk hebben gemeen, dat hjj door zijn diepgewortelde over tuiging op zeker stuk verblind is en tevens doof voor ook de beste argumen ten zijuer opponenten De heer Treub kan lang, zeer lang deze overtuiging verdedigen met dat schijnbaarkalme, dat ijzig-onaandoen- lijke, dat „louterverstandelijke", hetwelk weinig geschikt is om een auditorium in vervoering te brengen. Maar op zeker moment komt's heeren Treub's gemoed in opstand. Dan praat bij zoo goed als het den Minister van Waterstaat gebeurde zijn mond voorbij Dat is nogmaals gezegd het eigenaardige van deze figuur; reden, waarom hjj, minder dan een prof. Druc ker, voor het presidium des Parlements geschikt zou zijn. Gedwongen winkelnering. De Rotterdammer schrijft: In de Economist van de vorige maand wjjdt de heer Van Buttingha Wichers een uitvoerig artikel aan de gedwongen winkelnering, vooral naar aanleiding van het Rapport daaromtrent in opdracht van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel opgesteld. In een staat worden cjjfers gegeven, geschikt om in het algemeen eeD indruk te vestigen, hoe groot het nadeel is, dat de arbeiders tengevolge der gedwongen winkelnering lijden sd hoeveel voordeel anderzjjds de patroons op deze ongeoor loofde wjjze weten te trekken. Hieruit blijkt, dat gemiddeld in de schoenenindustrie in Noord-Brabanf, waarover het Rapport gaat, ruim 42 o/0 van het arbeidsloon besteed wordt in de patroonswinkels en dat gemiddeld daarbij 15°/o teveel wordt betaald. Voor de voor naamste plaatsen, waar gedwongen win kelnering voorkomt, komt men tot deze cijfers85 werkgevers profiteeren van de inkoopen, die 1552 arbeiders met een gemiddeld weekloon van f6,62 gedwon gen zjjn te doen. Van dit loon wordt gemiddeld f2,80 in den patroonswinkel besteed. Per jaar wordt daardoor ge middeld f21,75 te veel betaald. De totale omzet van alle arbeiders te zamen in de patroonswinkels bedraagt per jaar f 225,936 het totale bedrag door alle arbei ders te zamen te veel in de patroonswia- kels betaald f31.782. Wij staan hier metterdaad voor toe standen, die driDgend voorziening var- eischen en naar het schijnt zjjn door de afhankelijke positie der arbeiders alle gewone middelen onvoldoende, om te helpen en zal de strafrechter te hulp moeten geroepen. Doch hoe dit zij, in gegrepen moet er zeker. Dit misbriik moet tot in zijn laatste schuilhoeken worden vervolgd en uit geroeid. De proet op de som. Het Centrum schrijft Volgens het verslag eener anarchis tische vergadering in Het Volk, zeide daar een der sprekers Is sabotage misdadig, immoreel? Zelfs in den eigen kring worden deze klanken gehoord. Maar in den oorlog is het nu eenmaal oorlog. Zeker, het be driegen, beliegen en mishandelen is op zich zelf onsociaal. Maar niet de daad zelf, de drjjfveeren ertoe dienen te wor den beoordeeld. Als twee betzelfde doen is het niet hetzelfde. Indien een patroon sabotage tegenover de arbeiders pleegt wat ieder uur gebeurt met win zucht als motief, is dat afkeurens waard maar als de arbeider saboteert terwille van een betere samenleving, heeft hij het recht aan zijn zijde. Maar niet alleen iD de motieven staat de ar beidersklasse hooger dan het patro naat óók in de toepassing, waartoe de arbeider slechts in het uiterste geval besluit. De leer, dat het doel de middelen „hei ligt", plompverloren gepredikt. Niet voor de eerste maal trouwens. Was het niet een vooraanstaande so- cialiste, die indertijd decreteerde, dat elke staking goed was, die kans van slagen bood? En werd niet onlangs van Cavour in een liberaal blad setuigd, dat hij midde len bezigde, die, ware hjj niet geslaagd, als onduldbaar zouden zijn uitgekreten v.ui 1—5 tegels 50 cent, Iedere regel meer 10 cent Fi miïieberichten van I—lOregele L iedere regel mv gr ru cent ïiffi.-r-- Toch zijn er nog altijd onnoozele halzen, die meenen, dat het de Jezuïeten zijn,bjj wie het doel de middelen heiligt! Onder een clericaai bewind. De Gelderlander schrijft Een clericaai bewird is volgens onze bladen van links het ergste wat een land overkomen kan. Onder een „kerkelijke* regeering moet natuurlijk een volk te gronde gaan. Vandaar dat die bladen dag aan dag hun lezers be zweren, toeh in 's hemels naam het volgend jaar een einde te maken aan ons Christelijk Kabinet, dat immers den heelen boel in de war stuurt. En natuurlijk stemmen zij van harte in met het geroep vao hun Belgische geestverwanten, dat bij de verkiezingen van 2 Juni het land van de verderfelijke clericale heerschappij moet bevrijd woe den. Merkwaardig genoeg komt thansjuist een volkomen onverdacht getuige, een gezaghebbende specialiteit, dr. Seitz uit München, in de frankfurter Zeitschrift verklaren dat juist het clericale bewind België tot het eerste land der wereld gemaakt heeft! Hjj schrijft namelijk Onder de nljverheidslanden van den eersten rang moet allereerst België genoemd worden, dat sedert verschei den tientallen jaren van het eene suc ces tot het andere gevoerd wordt door een beslist katholieke regeeriDg. Bij de komst der katholieken aan het bewind had men dit land een on vermijdelijk en rabjjzljnd verval voor speld. De werkelijkheid heeft de onge luksprofeten gelogenstraft. Het tijdperk der vroegere tekorten is onmiddellijk afgesloten eh de staatsbegrootingen zijn regelmatig met verrassende saldo's gesloten. Uit bat oogpunt van handel en nij verheid, heeft België zulk een vlucht genomen dat het op het oogenblik zonder tegenspraak bet eerste volk der wereld is. Het dichte net zijner spoorwegen en telegrafen heeft over alle andere het record geslagen. België is rjjker dan Duitschland en i Oostenrijk. Het is vijfmaal kleiner dan jj Groot-Brittannië en 't telt acht en veer- tig maal minder armen dan het rjjke Engeland. Toch verzekeren de bladen van het Belgisch liberaal-socialistisch cartel dat België onder het clericale bewind zijn ondergang tegemoet snelt, en onze link sche pers praat dat trouw na, onder ver wijzing naar de ellende, die de christe lijke regeering over Nederland heet te brengen. Och, als die christelijke regeeriDg hier eens tijd van leven had als in België Als zy gelegenheid kreeg door een ver standige handelspolitiek onze nijverheid te ontwikkelen, alle door den vrijhandel kwijnende takken van den vaderland- schen arbeid te doen herieven, kortom volop welvaart over het land te brengen, we zouden ook hier gauw de proef op de som hebben, of een christelijke regee ring een land ten vloek of ten zegen strekt. Verslag van de Jaarvergadering van den Bondsring Zuid-Beveland", aangesloten bij den Ned. Bond van Jong.-Vereen. op G. G. De tijd, waarin wij leven, is een tijd van wereldzin en jagen naar ijdelheid. Op den tweeden Pinksterdag vierde de wereld in twee steden van ons gewest haar festivals. Ook voor den jongeling, ja voor- en bovenal voor de jeugd spande zij weer hare strikken, opende zij weer hare poorten. Een verblijdend teeken is het daarom, zoovele jonge mannen bjj elkander te zien vergaderd, diesaamko- men niet met een wereldseh maar met een geestelijk deel. We kwamen saam te Heinkenszand, om den vriendschaps- en broederband nauwer te voelen aan halen en opgewekt te worden tot een pal staan voor de heilige beginselen in den strijd voor de waarheid God en voor het recht Gpds. Onze samenkomst was in tweeën gesplitst: een huishoudelijke morgeuvergadering en een openbare middagvergadering en dat de jaardag van den Ring ook dit jaar onder zeer voor spoedig verloop is gevierd, kan uit het volgende blijken. Te tieD ure opent de president, vr. W. Braamse van Goes onze morgen bijeenkomst. EeD kleine zestig jongelin- lingen uit 9 onderscheiden aangesloten vereenigingen zijn op 't appél; Ierseke en Driewegen schitteren door afwezig heid. Na 't zingen van het2e zang vers uit Ps. 118 en gebed, heet de Voorzitter allen hartelijk welkom, spreekt de hoop uit, dat deze vergadering onder Gods zegen mag slagen, roept daartoe aller medewerking in en bepaalt ons dan bij de geloofsbelijdenis van Luther op den Rijksdag te Worms: Hier sta ik; ik kan niet andersGod helpe mij. Luther spreekt hier als profeet, als koning en als priesteiHier sta ikDat zfi ook ons parool tegenover de listen van den Satan. Ik kaD niet anders! Dit moet de begin selvaste betuiging van ons allen zijn, want dit is de weg, die leidt naar een betere toekomst. Aandoen de beele wa penrusting Gods. Maar niet strijden in eigen kracht en daarom gedurig de bede opgezonden „God helpe mij I" Zoomin de notulen als het jaarverslag van den secretaris, H. Bol, zijn aanwezig. Ook is de secretaris absent. Vr. JaDse van Baarland neemt zijn functie waar. Na het in meer dan één opzicht opwek- I kende verslag van den penningmeester, I vr. OraDje van Goes, worden enkele huis houdeljjke zaken behandeld. Enkele arti kelen van 't RiDgreglement worden na toelichtiog van den voorzitter zonder bespreking of stemming gewijzigd. Onze voorzitter wordt met algemeene stem men herbenoemd en neemt onder dank zegging voor vertrouweh zijn herbenoe ming aan. Voor de volgende vergadering, die D. V. op 't eind van dezen zomer gehouden zal worden, wordt met 6 van de 9 stemmen 's-Gravenpolder aangewe zen. En ten slotte deelt vr. Oranje nog f het een en ander mede over het op 27 l Juni a.s. bij 's-Heer Arendskerke te hou- 5 den Zomerfeest. Dan verkrijgt vr. J. Doaner van Goes het woord, om te spreken over het zoo verschillend aangekondigd onderwerp Het moreel van den soldaat. Spr. begint, met te zeggen, dat in 1911 het leger nog al aandacht net ft getrokken en noemt daarmede iD verband de Militiewet, I de groote leger-manoeuvres, de Marokko- j quaestie en den oorlog tusschen Italië en I Turkije. Hjj zal niet spreken, over 't leger in 't algemeen of over de defensie, maar over den soldaat-- en over zijn ze- i delijk leven. Wordt gesproken over het voorheen en thans en hoe er verandering is gekomenover den arbeid van den Ned. Militairen Bond en dien der Nat. I Christen Onderoff. Vereen. Ook is het 1 reglement van krijgstucht scherper ge- worden kerkgasn en catechisatiebezoek I is geregeld vloeken en 't spreken van ruwe taal is verboden voor den maaltijd j -wordt een oogenblik stilte gecomman- i deerö, om den soldaat gelegenheid te geveD tot het gebed enz. Waar zoov ie leden onzer vereen, jaarlijks worden opgeroepen, om Vorstin I en vaderland te dienen, daar heeft dus ook de jongelingsvereen. een roepiDg tegenover den soldaat. Die roeping wordt i vervuld door: le de jongeliDgs vereen, in de garnizoensplaats, waar een of meer der leden is of zijn inge yfd, daarmede in kennis te stellen en 2e de Militaire Tehuizen, alsmede den arbeid van boven genoemde vereen, financieel te steunen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1