No. 202 1912 Donderdag 30 Mei, 26e Jaargang, SHRISTELSJK» NIEUWSBLAD VOOR ZEELAtt HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PEE WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWES T, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelbt rg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IE1 IEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs PW irie maanden franco p.p.. tïnkele nummers. a o o s o 9 9 a «.25 0.05 UITGAVE DÉR FIRMA'S EN van 1— 5 regels 50 cent, Iedere regel meer 10 cent Familieberichten van I—IO tegels 1.—, iedere regel mi er 10 cent- 29 Mei 1912. De lentoonstelling te Londen. Naar aan de Nieuwe Courant wordt bericht, heeft Nederland deze week op de groentencentoocstelling te Londen een schitterend figuur gemaakt. Aan het verslag ontleenen wy het vol gende Zeer by zonder is de Fransche sectie nietmin of meer onbeholpen zou ik zeggener waren wel mooie planten, doch het arrangement was gebrekkig er zat geen eenheid in en er bleek geen smaak of artisticiteit uitzy sprak ook wat al te duideiyk door een geur van uien en knoflook. Doch ze was heilig by de Belgische, die eenvoudig belachelijk slordig en ergeriyk smaakloos was geschikt. In 't midden eeD hoop groenten, als in een winkelkast er neergeplakt en dan, er om heen, hier en daar een dozyn bloempotten, op 'n boeren-hofstee-ma- nier, of alsof er een auctie had plaats gehad, waarvan de koopers nog niet alles hadden weggehaald. By den in gang zes plankjes, waarover een lap vuil groen katoen, m9t wat armzalige begonia's er op. 't Was schandalig lee- ïyk in elk opzicht. Van de Belgische komt men door een gang van linnen in de NederlaDdsche afdeeling. Doch welk een verschil 1 Niet alleen koning George en keningin Mary keken verbaasd en verrast op, doch de andere prinsessen en de dames in hun gezelschap bleven stil staan. In 't midden een tropee van witte en lichtblauwe seringen, een weelde van bloemen. Op hooge tribunes pryk- ten de volle trossen, en daaronder weer seringen wat minder hoog, afgewisseld door prachtige tulpen. En langs dit heeriyk visioen van wit en rood en mauve een apotheose van azalea's, een drom van kleuren. Langs de zjjden weelderig bloeiende hortensia's, fijne spirea's, coquet snygroen, mooie hang begonia's, in dikke trossen zich uit spreidend, zoodat men meestal de pot ten niet kon zien, en verrukkelyke ranunkels. Tegenover den wand, dien de azalia's bedekten, aan het andere einde der af deeling, Nederland's groentenweelde. Men denkt by bloemkool en komkom mers niet aan 'd los dessin en wyse- ïyk had men dan ook niet de Franschen trachten te volgen,die meenden dat men mooie guirlandes van bloemkool kon vormen en uit het oog verloren dat de styi van en de decoratie met het mate riaal waaruit men haar maakt 'n over eenstemming moet wezen. Nederland heeft niet getracht het karakter van zyn komkommers en bloemkool te forceeren tot het maken van losse iy nen en lichte vormen. Het heeft by stati- gen, strengen stijl zyn groenten ge schikt in pyramiden en in vierkante vakken, heeft gezorgd door afwisseling van kleur eentonigheid te vermyden, het kille wit der kool, het flonkerend oranje der wortels, het gloeiend rood der tomaten, het deftig grys der aard appels, het schitterend geel der kom kommers en het donker groen der augurken, het was alles zoo geestig geschikt, dat het geheel een waariyk aaLgenamen indruk maakce. Een beoordeeling die ons Nederlandsch hart goeddoet, al staat de Engelsche in zending door haar reusachtigen omvang haoger. Hiervan zegt de schry verZe is zoo enorm groot, de schat van bloemen, de overdaad van vruchtboomen en vruch ten, het paradys vol orchideeën, die alleen een reusachtige tent vullen, de alleeèn van bloeiende of altyd-groene heesters, de aardige en soms minder mooie rotstuinen, da verzamelingen uit Austranö, Canada, Japan, de collectie we- tenschappeiyke instrumenten, de pre paraten, de schoolplaten en andere nulp- middelen by het onderwys .'/«awn nsts- JB m&m Dua daar kan Nederland nog van leeren "Otxt Geestesverdoling. De Hoofdredacteur van het Handelsblad heeft, in Zwitserland vertoevend, zich zelf tot Pinkstergedachten opgewekt, door te lezen in een boek van Pierre Loti. Daarin wordt op biykbaar boeiende wyze beschreven de in een woud bedolven stad Angkor met haren tempel, die een zeer merkwaardig bouwwerk meet zyn ge weest. Doch hoe komt de Van Dag tot Dag auteur er nu toe uit te roepen: „Voof- waar, dit boek kan op Pinksteren gelezen worden Men trachte kalm te biyven by het sacrilegisch antwoord op deze vraag: Over de geheele menschheid wordt uitgestort de Heilige Geest, en als men luistert, hoort men een iegeiyk in zyn eigene taal van de groote werken Gods getuigen, en ziet, ook Pierre Loti heeft gezichten gezien en droomen gedroomd I En om allen twyfel op te heffen aan wat de schry ver bedoelt, wordt een citaat van den Franschen auteur aangehaald, waarin sprake is van „God, tot Wien allen de handen opheffen, een goedertieren God, een God vol liefdeen medeiyden," terwyi dan volgt: «Ook te Angkor zitten beelden van Boeddha, met een glimlach die vergeeft „Ook", het woord werd door ons onder streept. Het is schrikkeiyk. Hier zien we niet enkel meer „de ver flauwing der grenzen," waarover vele jaren geleden dr. Kuyper klaagde, en die door onzen grooten Paus zoo afdoend werd gebrandmerkt, hier is alle verschil tusschen de Waarheid en de Leugen weggewischt, wordt Boeddha's doodende leer met de openbariDg in Christus die de Waarheid en het Leven is, dooreen gemengd. En dat heeten dan Pinkstergedachten. De heer Boissevain is een trouw leer ling geweest in den tempel, dien het modernisme zich te Amsterdam in de Vrye Gemeente heeft gebouwd. Men kan er de droeve gevolgen van zien. Centrum. VEREENIGIMSLEVEN. Vereen, van Christ, onderwijzers en onderwijzeressen in Nederland. Het onderstaande werd ons reeds gis teren getelefoneerd, doch wij konden het niet dan verkort en op één punt onjuist opnemeD, wegens te moeieiyk verstaan aan de telefoon. Thans ontlee nen wy het aan De Rotterdammer jf^Te Arnhem werd de algemeene ver gadering (aangevangen van bovenge noemde Vereeniging. Te 11 uur had ten Raadhuize in de Raadzaal de officieele ontvangst der af gevaardigden plaats. zy wesden toegesproken door den Burgemeester den heer Baron van Heem stra, die allen welkom heetend, ver klaarde het op hoogen prtys te stellen dat Arnhem als plaats van vergadering was uitgekozen. Toen spr. onder de aanwezigen zijn oud-leermeester Klein van Driebergen opmerkte, heette hy dezen in het by zonder welkom. Het deed hem genoegen den heer Klein na zooveel jaren weer te zien en hem van deze plaats dank te zeggen voor hetgeen hy voor spr's op voeding heeft gedaan. Nog onder den indruk van het Pink sterfeest wenscht spr. de Vereeniging Gods besten zegen toe op den belang ryken arbeid, die haar wacht. De redevoering van den burgemeester werd beantwoord door den voorzitter der Vereeniging, den heer P. Oosterlee, die het Gemeentebestuur harteiyk dank zeg de voor de bereidwilligheid waarmede het de afgevaardigden heeft ontvangen. Spr. weidde verder uit over het werk der Vereeniging, sprak de hoop uit, dat het ook in de maatschappy moge gaau, als door den Raad gedaan wordt, die door zyn ontvangst uiting geeft aan de nobele liberaliteit van waardeering, ook van het werk van andersdenkenden. Daarna werden de leden van het hoofd bestuur aan den Burgemeester voorge steld. Om 1 uur werd de tentoonstelling van school- en leermiddelen op verzoek van de vereeniging officieel door den Wet houder van Onderwys, den heer fl. Goed hart, namens het Gemeentebestuur ge opend. Om 2 uur werd de algemeene verga dering geopend met het zingen van Psalm 43 vs. 3 en 4 en gebed, waarby ds. Schreuder, van Arnhem voorging. Daarna werd gelezen Galaten 5 vanaf vs. 22, waarna de eere-voorzitter van het Comité van ontvangst, jhr. S. van Citters, Commissaris der Koningin in Gelder land, door het bestuur werd begroet. Jhr. v. Citters antwoordde met een toespraak, waarop de voorzitter de heer Oosterlee de volgende openingsrede uitsprak Er gaat door alle eeuwen een tegen stelling heen, die onder verschillende namen en met zich telkens wyzigende nuanceering de geesten verdeeld heeft gehoudenhet hebraïsme van Israëls profeten en het Judaïsme zyn er pries terschap," Franciscus van Assisi en Do- minicus de Guzman, Anabaptisme en Catholicisme, Independent en Presbyte riaan, spiritisme en formalisme, geest en letter, vryheid en gezag, inwendig leven en uitwendig bedwang, en in den kring onzer vereeniging persooniykheid des onderwyzers en paedagogisch sy steem, individualisme en organisatie. Dat onze voortrekkers, uit de voor haar tyd voortreffelyke ingerichte openbare school om der conscientie-wille uitge gaan, den vollen nadruk hebben gelegd op „wat alleen maar noodig was," het zyn in de diDgen des Vaders, wie is er, die het niet begrypt, die het niet waar deert, die het zelfs in zjjn excessen niet vergeeft? Als religie niet alles in het leven is, zeide Mad. de Staël, is ze niets. Is het dan wonder, dat sommigen hun ner, als zonen vaD het Réveil, meer oog hebben gehad voor het Christeiyk ka rakter der school, dan voor het gehalte van het gegeven maatschappeiyk onder wys? Als wij kiezen moesten tusschen deze twee, het kind volkomen toege rust voor een schitterende loopbaan, maar tegelykertyd vreemd aan alle vreeze Gods, of hot kind zyn God en Heiland kennend, maar achterbiyvend; nogal achterbiyvend in verstandelyke ontwikkeling, zoudt gy aarzelen? Wie duidt hun dan euvel, dat zy in de gods dienstige onderwyzing door liefde voor het te weinig bewaard, nog niet door ervaring geleerd, wel eens hebben ver geten, zich te wachten voor het te véél, voor het te vaak, voor het te ontijdig. Wy jongeren, wy weten het nu wel, in den overvloed van woordeD, ook van vrome woo.den, kan paedagogische over treding liggen, soberheid in deze dingen, soberheid met vreeze en beving, is de leuze van meer dan één onzer gewor den, maar erkennen wy niet dankbaar, dat wy het beste, het hoogste in ons leven door bemiddeling hebben ontvan gen, van wie misschien het Koninkryk van Christus onzen Heer te zeer tot een arke des behouds hebben verengd. Niet steeds het is waar, hebben zy bedacht, dat het hebben van Christeiyke scholen niet het einddoel onzer wenschen is, wy willen komen tot een Christeiyk schoolwezen, waarvoor wel eens maat regelen genomen moeten worden aan sommiger doopersche wyding niet sym pathiek. Maar wie zou het wagen, hen daarom voor Zyn rechterstoel te dagen? In een tyd, toen de pae3agogiek dreigde onder te gaan, in gemetbodiek, toen de wereld der uiteriyke dingen primair werd gesteld, hebbrn zy gewaakt voor de opvoediDg van het hoogere dan het verstand, is voor hen de zorg voor het zoo verwaarloosde gemoedsleven hoofd zaak gebleven. We weten, dat ieder volgend geslacht sterk reageert tegen de meeningen eener onmiddeliyk voorafgaande generatie. Op e0D6 periode van meditatie volgt histo risch een ty dvak van actie. Diesseitigkeits- schen werkt psychologisch Diesseitig- keitsfreude. De in de onzichtbaarheid ge schiedende krachtsvermeerdering maakt plaats voor de in de uiteriykbeid tre dende. krachtsopenbaring Dan nemen vragen over schoolorganisatie, over machtsverhoudingenover salarisregeling de hoofden en ook wel eens de harten in beslag. Dan worden er bezorgde, ook wel eens onvriendelyke woorden gehoord en tegenstellingen gemaakt tusschen de oude generatie en de joDgere garde. Nu zyn antithesen niet altyd biliyk, ze ma ken weieens absoluut, wat relatief, wel eens essentieel, wat alleen gradueel was, ze lossen een tweeheid weieens in twee tegenov er elkander staande eenhouden op. Men vergeet somtyds, dat dingen, als spreker daar noemde, ook hun ideëele beteekenis hebben. Al die uitwendigheden kunnen het zuiver geesteiyke bescher men en steunen. Ezechiël, de eerste dog maticus van het Oude Testament en een der grootste organisators, die Israö] ooit gehad heeft, heett getoond te beseffen, wat een uitvoerige wetgeving ook .voor het inneriyk leven vermag. De Romeinsche maatschappy, door en door sceptisch tegen het einde der Repu bliek, is onder het Keizerrijk geloovig geworden. Dit was een gevolg der her vorming van Keizer Augustus. Deze Vorst heeft de wereld niet verjongd door een groot geloof of een stroom van enthusi asms hy heeft door wetten en instellin gen, godsdienst en zedeHjkbeid in eere hersteld, vervallen tempels opgebouwd, aan oude vereenigingen nieuw aanzien geschonken, priestercollegiën ingesteld, en aan de publieke opinie eerbied voor oude deugd tn landelljken eenvoud op gedrongen. Die middelen bleken probaat. De godsdienst, eerst een mode, een vorm, hernam weldra ook in de harten zyne plaats en de eerste eeuwen onzer jaar telling zagen te Rome eene krachtige herleving van heidensche vroomheid. De overtuiging, dat het inwendige leven het eigeniyke, het oorspronkeiyke is, mag geen enkel opvoeder het oog doen sluiten voor de hooge waarde van het uitwendige. Of dan alle gevrren, waartegen men waarschuwt, denkbeeldig zyn? Wy jongeren hebben misschien meer dan onze ouden van dagen de vermaning van noode„Wordt dezer wereld niet geiykvormig, bedeükt dedingen die boven zyn," „Zoekt eerst het Koninkryk Gods". Wy weten het, men kan zoo yverig bezig zyn met den buitenbouw van den Tempel der Waarheid, dat men vergeet, vóór het altaar daarbinnen te bidden,- Alleen in de binnenkamer leert men, hoe te handelen op de markt des levens. Geen ware actie, zonder dat men zyn ziel heefi stil gezet. Om wat biyvends te werken, moet men wat eeuwigs in zich hebben. Op de vergadering van moderne theo logen, onlangs gehoudeD, is beweerd, dat de meeste actieve atheïsten leerlin gen waren van een School met den By bel. Ik weet niet, of de referent aan een „zoo moet het noodzakeiyk zyn" de waarde heeft toegekend van een „zoo is het in werkeiykheid". Is zyn gedachten gang echter geweest, een goede boom kan geen kwade vruch ten voortbrengen, ergo is het Christeiyk onderwys met dit bedroevende feit ge oordeeld, dan mag hem worden gevraagd, of hy de wespen in zyn macht heeft, die aan zyn edelste vruchten knagen En dan weer overgaan tot de orde van den dag? Laten we het niet doen. Niet in het hooghartig negeeren ligt zegen, de zegen ligt in ernstig zelfonderzoek, in debed.8 van het ontruste hart: „Beproef my, o God, en ken mijne gedachten en zie, of by my een schadeiyke weg zy en leid my op den eeuwigen weg"i Het „ja" onzer lippen zy steeds het „ja" vaD ons hart, het »neen" onzer leer steeds het „neen" van ons leven. Dat is een woord voor ons ailen, ouden en jODgeD, subjectivisten en objectivisten, voor heD, wiep leven meer naar binnen en voor hen, wier leven meer naar huiten is gekeerd. Zy behooren byeen. Wat hen bindt, is meer dan wat hen scheidt. Al leen een iegelijk achte den ander uitne- meDder dan zich zelven. Dat is geen woord van onwaarachtige dierbaarheid. Biyvende, wie we zyn, is eenheid mo- geiyk. En Zacharia, die Jeruzalem dorpsge- wyze wil herbouwen en Nehemia, die de stad met muren omringt, zyn profeten van God. Die eenheid is niet maar mogeiyk, die eenheid is noodzakeiyk. Wy kunnen elkander niet missen. Rusten kan men alleen, stryden moet men gezamenlijk. En'gestreden moet er nog worden. Wy zyn nog niet, waar wy komen moeten. De school als school is nog niet de zaak van ons volk. De school als opvoedingsinrichting naast het gezin staat, paedagogisch Dog zwak. Dat dan idealisten en realisten de haDden ineen slaan, terwille van ons heeriyk werk. Schouder aan schouder staande, wor den beiden gezegend, de eersten biy ven voor omtrekloos mymereD, de laatsten voor ongeesteiyk handelen bewaard. Spr. gelooft ook voor hen aan een hoogere eenheid, reeeier nog dan verschillen, die niet wezenlijk zyn. Die eenheid worde in deze dagen ge zien. Dan zuilen we van hier gaan met vernieuwde toewijding, met vuriger geestdrift, met gevoeliger verantwoorde- ïykheidsbesef, met dieper afhankeiyk- heidsbewustzyn, bovenal mot vaster ge loof in Hem, die de kracht van ons leven wil zyü en Wiens werk wjj immers allen willen werken. Door den heer J. C. Wirtz, Schoolop ziener in het district Winschoten, werd een referaat gehouden, over: Schooltoe zicht. De inleider begon met in herinnering te brengen, dat reeds vroeger in deze Vereeniging over 't Schooltoezicht is ge- sproxen met name in 1864 door Husen, v. Lummel en andereD, en in 1878 heeft ook dr. Bronsveld voor de aanstelling van een inspecteur voor het Chr. On derwys gepleit. Wy zyn nu in 1912 mover, dat we de geheele reorganisatie van het lager on derwys in de naaste toekomst zien. Het dubbelzinnige van den toestand, waarin we nu leven, springt in 'toogen maakt dat iedereen verlangt aan dien onhoud- baren toestand een einde temaken.Wie dan ook over het onderwys der naaste toekomst spreekt, moet zich zelf een toekomstbeeld gevormd hebbenen daar om verdedigde spreker eerst de stelling „Het karakter, de aard van het school toezicht hangt heel nauw samen met heel de organisatie van het lager onderwys de toekomst-organisatie van dat lager onderwys zal ook het toekomst-school- toezicht brengen." Op die toekomstorganisatie moeten wy invloed oefeneD, geryk het Hoofdbestuur reeds in 1905 terstond na de aanneming der wet Kuyper tevergeefs heeft trachten te doen. Daarom luidt de tweede stel ling: »In afwachting daarvan moeten we streven naar een schoolorganisatie volgens het beginsel der decentralisatie; zelfstandigheid der plaatseiyke school vereeniging van enkele gelykgezinde

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1