No. 192 1912,
Vrijdag 17 Mei,
26e Jaargang,
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
SHRISTELUK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL WM WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWES T, te Goes
F. P. D'HUÏJ, te Middelbr rg.
PRIJS DER ADVERTENT1ËN
Posterijen.
TSFST sa wmmm.
W3? mm i'stenrxareixsL
IE) IEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per irie maanden franco p. p„1.25
ünkele nummers. 0.05
L ggagaav-x,:-
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 tegels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
m^ er 10 cent
Wegens Hemelvaartsdag verschijnt
morgen geen nommer van ons blad.
De Directeur van het postkantoor te
Middelburg brengt in herinnering, dat op
Zon- en feestdagen slechts een bestelling
van brieven enz. plaats vindt en wel ten
7.30 vm., terwijl op die dagen tusschen
12 en 1 ure nm. gelegenheid tot afhalen
bestaat.
15 Mei 1912.
De opbrengst der Rijksmiddelen was
ook in de maand April naar genoegen.
April 1911 was slecht, dus werd op een
betere April 1912 wel een weinig gere
kend. Maar dat het accres zoo goed zou
zijn, daar was niet op gerekend. Het
loopt dicht aan het miljoen.
De opbrengst was ditmaal ruim ander
halve ton boven de vijftien miljoen.
Letten wjj op de opbrengst van de
eerste vier maandeD in dit jaar en het
zelfde tijdperk in het vorige, dan zien
wij ook daar een mooie stijging. Van
511/a miljoen gingen de inkomsten tot
54 miljoen vooruit, dat is circa 2'/u mil
joen meer.
En daartoe hebben ongeveer alle mid
delen meegewerkt. Dat de posterijen ü>4
duizend, de telegrafie 83 duizend en de
invoerrechten 220 duizend meer opbrach
ten, getuigt van zich uitbreidend ver
keer.
De minister van financiën zal weer
in zijn nopjes zijn.
Lachend de waarheid zsggen is een
kunst die sommige Fransche journalisten
aardig verstaan.
Laatst verhaalde er een van twee
juffrouwen die zoo opgingen in het da-
gelijksch feuilleton hunner courant, dat
zjj den courantenrondbrenger een ailer
on hebbelykst standje schopten, omdat
bjj naar hun meening wat laat met de
courant kwam. Ook beschrijft hij de
hartstochtelijkheid van een dier juffrou
wen, die bij het lezen van het verzonnen
verhaal van een door Zigeuners g-stolen
jongetje heete tranen op haar krant laat
vallen, doch tegelijk een arm bedelkind
dat haar barmhartigheid komt inroepen,
met een snauw afwijst.
Zoo verhaalt een ander in een der
Pai'ijsche bladen Le Matin van een jury
lid, die bjj zijn vrouw thuiskomt nadat
hij als lid der jury mee gestemd heeft
voor de vrijspraak van een moordenares.
Het feit van de vrijspraak is natuurlijk
juist, de ervaringen daarna geschetst zijn
fantasie, al vertolken zjj allicht heel wat
meer waarheid dan men zou vermoeden.
Ziehier hoe het jury-lid zich na zijn
thuiskomst gedraagt. In een allergevaar
lijkste stemming zet hij zich aan te fel
en raast al dadelijk, dat de soep is aan
gebrand.
Op de verontschuldiging van mevrouw,
dat het al wat laat te, gelast hjj, dat de
keukenmeid moet komen. Deze, een
echt- familiestuk, komt angstig binnen.
Het jurylid: Twee vragen zijn gesteld:
„Heeft beschuldigde de soep laten aan
branden P" en „Zjjn er verzachtende om
standigheden aan te voeren
Het antwoord luidt op de eerste vraag
eenstemmig „ja", op de tweede „neen".
«Meid, je kunt oprukken, ik ontsla je
op staanden voet.*
De meid huilend af.
Zoonlief bewerkt zijn neus met een
vinger.
Het jurylid: «Wacht, aap van een
jongen, ik stuur je naar een verbeterhuis
tot je meerderjarigheid. Daar zal je wel
mores leeren."
Mevrouw: „Maar, lieve..."
Het jurylid: „Wat, durf je wat te zeg
gen? ik vraag morgen echtscheiding
aan.®
Het middagmaal wordt voortgezet;
alle spijzen zjjn inmiddels koud ge
worden.
Eindelijk vraagt mevrouw bedeesd:
„Je hebt me niet verteld hoe het is
afgeloopen met die Madame Pascal, die
haar man en tante doodgeschoten heeft
Welk vonnis hebben jullie gewezen
Het jurylid: „O, die stakker wy
hebben baar natuuriyk met algemeene
stemmen vrygesproken."
Dat het in Parys alzoo toegaat, zal
wel niemand tegenspreken. De groote
inscbikkeiy'kheid jegens de misdadigers,
auto-bandieten en overspelige moorde
naressen doen het altans vermoedeD.
Het is trouwens een overbekend feit, dat
de liefste menschen by een ander niet
zelden thuis het meest onhandelbaar
zyn. Er is in veler huiseiyk en maat-
schappeiyk leven zooveel onwaarheid
en onwezeniykheid.
uit de Limburger
Neutraal rood.
Een leuk stukje
Koerier
Herinnert men zich nog de gloeiende
„neutraliteit" van den Bond van Post-,
Telegraaf- en Telefoondienst?
Toen die eenige jaren geleden een al
gemeene vergadering hield, waaraan ook
Belgische en Fransche ambtgenooten
deelnamen, wenschten deze een huide
telegram te zenden aan d9 sovvereine
van het land, waar zij gastvryheid ge
noten.
De Ned. Bond onthield zich. Hy was
daartegenhy had ook lieden, die anti-
koningsgezind zy'n, en hy wilde neutraal
biyven.
Merkwaardig die neutraliteit, nu het
de Koningin gold. De Bond had haar
toch kunnen huldigen als Staatshoofd,
als opperste chef van Ryksambtenaren,
geiyk zyne leden zyn.
Dezer dagen heeft de Bond weer een
algemeene vergadering gehouden. En
nu heeft hy een motie van protest aan
genomen tegen het weigeren van verlof
aan ambtgenooten op 1 Mei.
1 Mei is een socialistische manifestatie.
De Bond telt ook leden die anti-socia
listisch zyn.
Onthield hy zich nu ook Neen, de
„neutraliteit" verdroeg het heel goed, dat
hij voor de 1 Mei mannen party trok.
Merkwaardige neutraliteit I
Geen hulde aan de Koningin.
Wel opkomen voor de socialisten.
Kansel en sociale quaestie.
Onder dit opschrift schryft Dr. Slote-
maker de Bruine (naar De Rott. meldt)
in De Voorzorg:
In een onlangs verschenen preeken-
bundel de naam van bundel, sehry ver
of uitgever doet et niet toe is een
preek opgenomen over Job 19. „Is het
om niet, dat Job God vreest?" Het op
schrift luidt: Het loon van dienst van
God.
Ziehier de eerste regels
Wy beleven een tijd, waarin de vraag
om verhooging van loon aan de orde is.
Niet altyd gaat dat gepaard met den lust,
om ook meer arbeid te leveren. De wensch
naar minder arbeid en meer loon be
hoort tot de wanklanken in het geroep
om maatschappeiyke gerechtigheid.
Wy moeten bekennen, dat wy deze
woorden met eenigen schrik gelezen heb
ben.
Waarom
Niet omdat naast de geestelyke ook
de aardsche en maatschappeiyke vragen
in een preek behandeld worden. Wy
juichen dat toe en zouden willen, dat
het meer geschiedde.
Ook niet, omdat de behandeling van
maatschappeiyke vragen zelfs afdaalde
tot een bespreking van loon enarbeids-
tyd zulke zeer-stoflelyke punten. Want g
wy noemen dat geen „afdalen" en achten
zonder deze besprekingen de bespreking
van het sociale leven onvoldoende.
Evenmin omdat de uitspraak volkomen
onjuist is; want wy erkennen natuuriyk
gaarne, dat er wel eens om minder werk
wordt geroepen door menschen, die vol
strekt niet veel werk te doen hebben.
En toch schrikken wy van zulk een
uiting op den kansel. Want in haar al
gemeenheid is zy terdege onjuist. En
vooralzy toont hoe weinig de sociale
strevingen worden begrepen ook door
predikanten, die met het sociale leven
telkens in aanraking komen en die overi
gens om hun arbeid zeer moeten gewaar
deerd.
De wensch naar minder arbeid en meer
loon is een wanklank in het geroep om
sociale gerechtigheid. Een wanklank 1 De
wensch wordt dus verklaard of uit ge
notzucht of uit gemakzucht. En de pre
diker weet niet, in hoe talloos veel ge
vallen hier iëts anders in het spel is;
iets gansch anders en goeds en verhevens
dat den krachtigen steun van de kansels
verdient.
Meer geld èn minder arbeidkan dat
niet billijk samengaan Maar als er nu
eens èn te weinig verdiend wordt èn te
lang gewerkt Dat isals nu het gezin
èn stofleljjk het noodige mist èn geeste-
ïyk-zedelijk wordt gedrukt? Dat komt
toch waariyk beide voor. Dat komt toch
waariyk beide tegeiyk voor. En dan moet
het beide tegeiyk verbeterd worden, al
schynen de eischen te strijden tegen
elkaar.
Wy schrikken van zulk een uiting,
omdat zy voor de zooveelste maal den
kansel buiten het leven zet. En daarmee
voor zeer velen de kerk. En daarmee
voor zeer velen den godsdienst.
Daar is een beweging gaande om den
overmatigen arbeidsduur te deen ver
minderen om den vader des avonds
aan zyn gezin terug te geveD en by de
maaltydenom hem bovendien gelegen
heid te geven, zichzelf te ontwikkelen
verstandeiyk zoowel als geesteiyk. Wat
zal de kansel doen Zich schamen, dat
de beweging niet van daaruit begonnen
is? Zich haasten om het verzuimde in
te halen Zich bewust worden, dat hier
wordt gezocht wat reeds zuiverkerkeiyk
gesproken onmisbaar is met het oog op
vruchtbaar kerkgaan, catechiseren, kin-
der opvoeden P
Neen, de kansel zal hier spreken van
een wanklank!
En dat zeer algemeen.
Als de uiting nu nog was beperkt ge
worden Als b.v. gewezen was op het
gevaar van drankgebruik en kroegloopen,
van genotzucht en tydverspillen. Dan zou
ieder zulke waarschuwing met dank
moeten aanvaarden Dan zou die kansel
genotzucht en drankzucht krachtig moe
ten bestryden meteen natuuriyk. Maar
by zou het streven naar korter arbeids
duur niet in zoo'n algemeene termen
hebben veroordeeld; ook niet, waar dit
streven gepaard gaat, moet gepaard gaan
met het streven naar meer loon.
Een wanklank?
Zoolang de kansels dat zeggen, behoe
ven de kerken nog niet zich gereed te
houden voor het herwinnen van verloren
vertrouwen.
Wy wilden om wat liefs, dai wy wis
ten, waaruit wy zulk een onverklaarbare
uiting moeten verklaren.
De Bakkerswet in de Tweede Kamer.
By de voortgezette en beeindigde be
handeling werd een amendement van de
commissie van rapporteurs om de be
palingen omtrent den arbeidsduur niet
1 van toepassing te doen zijn op een bak-
1 kersgezel die, waar het hoofd der onder-
neming een vrouw is, in haar plaats den
arbeid in de broodbakkery leidt of die
by ziekte van het hoofd dezen vervangt,
zonder stemming aangenomen.
Het amendement-Schaper om invoe
ring van een 10-uren arbeidsdag in plaats
11 of 12 uur, werd verworpen met 48
tegen 15 stemmen.
Een amendement-Schaper, tot vast
stelling van den arbeidstijd op Zaterdag
op 15 in plaats van op 16 uur, werd
eveneens verworpen, dit met 49—16.
Voorts werd verworpen een amende
ment-Schaper, tot verbetering der controle
op de rusttyden, met 48-17 stemmen.
Daarna werd hervat de beraadslaging
over het gisteren aangehouden artikel 6,
hetwelk thans door den minister zoo
danig is gewyzigd, dat de dispensatie van
verbod van nachtarbeid voor alleenwer-
kende patroons, indien dit geen bezwaar
voor de belangen van anderen oplevert,
verleend kan worden door den burge
meester, of door den Commissaris der
Koningin of den ministeren welvoor
de eerste maal voor een termijn van niet
langer dan een jaar, en volgende malen
voor niet langer dan drie jarendoch
dat de vergunning in elk geval kan wor
den ingetrokken, indien blykt dat de
patroon in den regel met hulp van één
of meer anderen bakkersarbeid verricht.
Van de beslissingen van een burgemees
ter of Commissaris der Koningin laat. bet
Regeeringsartikel beroep op den minister
mogeiyk.
De heer Goeman Borgesius bleef zich
tegen dit gewyzigde artikel verzetten,
omdat het de scheidsrechteriyke macht
by den minister laat verbiy ven, en omdat
de burgemeester der plaats zelf niet de
geschikts persoon is om objectief oordeel
te vellen.
De heer De Savornin Lobman daaren
tegen noemde het artikel een verbetering,
en daar hy de wet niet wil helpen slechter
maken, zou hy voor dit artikel stemmen.
Doch te meer was spreker in zyn voorne
men gesterkt, juist door dit artikel, om
tegeu de wet te stemmen. Want, al is nu
gewaarborgd de zekerheid, dat geen
slechte motieven den doorslag zullen
geven by de beslissing over toekenning
van een vergunning voor den alleenwer-
kenden patroon, toch biyft het afkeurens
waardig, dat de minister, een autoriteit
buiten het bedryf staande, zal beslissen of
de concurreDtiebelangen al dan niet ge
schaad zullen wordenaldus gaat de
nationale welvaart ten gronde.
Het artikel werd hierop bij per tij su-tu
rning met 38 tegen 32 stemmen aangeno
men alleen stemde do heer Snouck
Henkemaits met LiDks, en de heer Lim
burg met Rechts.
Een poging van den heer Thomson om
het door den heer Goeman Borgesius in
getrokken amendement te doen herleven
in een nieuw artikel 6 ten gerieve der
groote bakkeryen door middel van het
drieploegen stelsel, werd, juist om die
laatste reden, door den heer Snouck Hen-
kemans afgekeurd; invoering toch van
een drieploegenstels 1 in den geest van
dit amendement, een stelsel, dat met éen
achturendag en een wekeiykschen ar
beidsduur van 48 uren gepaard ging, zou
oDmogeiyk uit te voeren zijn. Een poging
van laatstgenoemden heer om het amen
dement te verbeteren doorjer tegeiy k een
kansje op vrijstelling van het verbod van
nacht- en Zondagsarbeid in de middenbe-
dry ven en kleine bedry ven aan te verbin
den, mislukte, en daarmee was ook de
poging van den heer Thomson verydeld.
Amendementen sub-amendement, beide
door den minister ODaaDnemeiyk ver
klaard, werden, zeker wel ten gevolge
daarvan, verworpeD, het laatste met 45
tegen 34, het eerste met 52 tegen 28
stemmen.
De overige artikelen passeerden zonder
verzet den hameren de minister kon
heengaan met de bewustheid van op allo
punten overwinnaar te zyn gebleven.
Het ontwerp is er door. De eindstem
ming heeft na Pinksteren plants. En dan
gaat het naar de Eerste Kamer. Neemt
die het aan, en hecht de KoniDgin er haar
sanctie aaD, zoodat het wet wordt, dan
treedt de wet in werking een jaar na haar
afkondiging.
Ten slotte. Ons woord van lof aan het
adres van den minister, die, spy t lof en
blaam zoo van rechts als links, in meeting
en pers, in leaders en ingezonden, onwrik
baar stand hield, links noch rechts uit
week noch uitkeek, zal minder effect sor-
teeren dan het onderstaande, dat Ret
Handelsblad, tegenstander van zijn ont
werp, aan zijn adres schryft, 'na den
slag
„Wy willen, by deze gelegenheid, den
heeren Talma een woord van waardeering
niet onthouden voor de wijze waarop by
zijn ontwerp heeft verdedigd en voorde
kloeke en consequente houding, die hy
daarby heeft aangenomen. De groote
tegenzin dien wy voelen tegen heel de
sociale wetgeving van dezen Staats-socia-
listischen Minister en tegen de Bakkers
wet in het byzonder, mag ons niet blind
maken voor de bekwaamheid en de vast
heid van overtuiging waarvan de heer
Talma by de behandeling van dit ontwerp,
althans zeker by de tweede behandeling,
blijk beeft gegeven. De beweringen van
de heeren Borgesius en Thomson, dat de
Minister maa<. „onaannemelijk" had te
zeggen en dat hy dan zeker was van zijn
„volgzame meerderheid" (een meerder
heid waartoe, op 't beslissende oogenblik,
ook de heer Thomson heeft behoord was
dan ook waarlijk ongerymd. Terecht ant
woordde de Minister daarop meteen ver
wijzing naar de moeilyke positie waarin
hy by de behandeling van dit ontwerp had
veikeeid en terecht kon hjj getuigen, dat
hy noeb rechts, noch links had gekeken,
maar de wet zóó had gehouden als ze naar
zyn overtuiging moest wezen. Juist, om
dat wy, esen vast als de Minister gele oft
aan het heilzame van deze wet, overtuigd
zyn van het verderfelyke ervan, hebben
eerbied voor zijn vastheid van overtui
ging".
Goea. Dinsdag werd alhier in een
tweede bijeenkomst van secretarissen-
penningmeesters van Burgerhjke Arm
besturen eene vereeDiging gesticht van
Secretaris-Penningmeesters voor Zuid
en Noord-Beveland met een bestuur be
staande uit de heeren, E. van den Bosch,
Goes, voorzitter, J. do Kater, Wolferts-
dyk, vice-'voorzitter, Gom. de Jonge, Ier-
seke, penningmeester, D. de Graaff, Kat-
tenctyke, secretaris, en A, Lindenbergh,
Wemeldinge.
Een achtbaar raadsl d te Groei e
heeft in de jongste gemeenteraadsver
gadering een aardigheidje gezegdde
eeriyke grappenmaker het is de heer
Hammacher, tevens Statenlid sprak
zyn guitige woord by gelegenheid der
behandeling van een voorstel, om in de
raadszaal waar de keuring van lotelingen
zal plaats hebben, voor keuring- en
kleedingafdeeling eeri katoenen schot
aan te brengen. De heer Hammacher
aldus het verslag in de Breskensche Grt.
raadde (toeD) aan het katoen niet te
doorzichtig te nemen om niet in stiya
te komen met de zedeiykheidswetEr
staat niet by dat de Raad gelachen heeft,
en of bedoeld Raadslid succes had van
zyn kroegmop. Laten de vroede vaderen
het, inderdaad onverdiende, ongemoti
veerde, spotten met de „Zedeiykheids-
wet" toch liever overlaten aan minder
ernstige of minder doordenkende men
schen, of aan hen die zeiven door de
zedelykheidswet zich in hun onzedeiyk
doen belemmerd gevoelen.
Vlissingen. Heden is van Vlissingeu
ter voorgeleiding van den officier van
justitie alhier gebracht I. J. 17 jaar, ge
boren en wonende te Vlissingen, nagel
jongen, verdacht van diefstal van hor
loges. Hjj is na gehouden verhoor over-
gebracht naar het huis van bewaring
alhier. M. G.