No. 155 1912.
Dinsdag 2 April
26e Jaargang.
5HRIST£L«jiK
NIEUWSBLAD
HISTORiSeh
VOOR ZEELAIiD.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWES f, te Goes
PRIJS DER Ak>VERTENTIËN
FEUILLETON.
F. P. D'HUIj. te Aiiddelbi rg.
rt^B^aaugrs~ z gga^>?n^^^s^^gBaBsaMga-^3asaME
(El 'EREN WERKDAG D!rS AVONDS.
L25
b 0.05
Prijs per Irie maanden franco p. p.
Hnfcelp na aimers
UITGAVE DER FIRM/» S
EN
t M urn aHsaaeszra imaBBaranatoesraaunN
1 April 1912.
Een staaltje.
EeD deel der vryzinnige pers in onze
Oost-Inóién is fanatiek heftig in zijn
strfld tegen het Christendom.
Onzerzijds is men op Java ook den
strijd begonnen voor Chr. onderwijs.
Als reactie daartegen plaatste in een
der bladen een modem mensch onder
den teekenachtigen Bchuilnaam „Bram-
metje" onderstaand vers, [getiteld „De
Indische schoolstrijd."
De domper dömpt
Met 's Heeren zegen drukt de domper
Op 't openbare onderwijs,
De christelijke landsregeering
Verheugt zich op den schoonen prys
Van heele kudden zwarte zieltjes,
Die toch zoo wjjs Diet moeten zijn
Zy houdt de kinders en de menschen,
Al onderwijzend, 't liefst maar kleinj!
De domper dompt, en dompt al jaren,
Dompt ook misschien nog jaren ;tvoort,
Terwijl er ook beslist;voorloopig
Geen nieuwe dag in 't Oosten gloort 1
De tweede klasse uitgeschakeld I
De dessa-school met God en meer
Die. keert - het vólk heoft niets te leeren -
Weer net precies als altyd weer.
De domper dompt -men kerstent naarstig,
Ten koste van het onderwijs.
En alles wat al werd gewonnen,
Dat geeft men nu weer kalmpjes prijs,
Bijzondere scholen krijgen duiten,
Die 't openbaar' dan missen moet
En dus ook het gewone volk
Maar d&t vindt immers alles goedl
De domper dompt jawel, amices,
Maar doe het liever kalmpjes aan
Wie 't zitvlak brandt -*t is meer bewezen -
Moet op de blaren zitten gaan
Al domp je ook succèsvol, broeders -
Gezien het huidig resultaat
D'r komt een tyd dat broeder Kromo
Z'n eigen lesje leeren gaat!
Dan is het uit met jullie dompen
En jullie christelijk beleid,
Dan raken jullie b;ave scholen
De braafgehouden broeders kwyt:
Dan gaan ze ergens anders leereD,
Wat jullie ze nu hier onthoudt.
Dan stort - maar hoe- de heele rommel
Die jullie hier hebt opgebouwd
Brammetje.
Een rijke krans van legenden en volks
overleveringen omrankt van oudsher den
eersten Aprildag, met zyn zoddo en
wonne, z(jn regen-, sneeuw- en wind
vlagen.
De jOBge lente is in het land aange
komen, en zwaait er met haar groene
vaneD. Beekjes en vlieten vertellen het
aan de groenende weilanden, de koekoek
roept het van uit het bosch door het
dal, de overgewaaide zwaluwen kwette
ren en schetteren het van de daken, de
telegraafdraden en kerktorens; hier en
daar neuriet en orgelt reeds de nachte
gaal in het uitbottend houtgewas. BflDa
alle boomen vertoonen hun zwellende
knoppen. De primula's en boterbloempjes
borduren op de weiden hun gulden
bloemen.
Alles wekt nieuw leveD, en de men
schen koesteren en roosteren zich in de
eerste warme zonnestralen. In lichtwitte
zomerkleed(j trekken de verwinterde
stadslieden ter wandeÜDg, om de frissche
lentelucht te happen.
Maar opeens verdonkert degehamel-
slaagde lucht, die nu de verraste wan
delaars met regen begiet en met sneeuw
be vlokt.
Is bet om de onbestendigheid, uit reden
van de onvastheid van het Aprilsche we
der zelf, dat deze maand als de gekste,
de lustignte, als het zinnebeeld van wis-
■mui iinin i i iiiIiwiinmhui i"" ttss-Js'sa®»!'
Het. vat geeft uit wat het „iD* heeft.
Dit is de eerste indruk. En de tweede
is: Laten wy ons haasten en brengen
ook naar onze Oost Indiö den zegen der
Christeiyke school.
De salaris actie.
In de Haagscbe onderwyzersvergade-
ring voor de salaris-actie heeft de heer
Baron (r. k.) een tameiyk roode speech
gehouden, een speech die èn zyn naam
(Baron) èn zyn beginsel oneer scheen
te doen.
Eet Volk (s. d.) althans zegt er van
Behalve hier en daar een korreltje
coalitietaal, had de heele speech onzen
vriend Ossendorp geen oneer aange
daan. O. a. maakte de heer Baron de
tegenstelling tusschen het gemak,
waarmee de regeering geld weet te
^vinden voor oorlogstuig enhetschrik-
keiyke ongemak dat haar een uitgave
ten behoeve van onderwyzende en
v">ndere minimum ïyders blykbaar be
zorgt.
Derhalve een heele speech rood en
slechts een enkel korreltje coalitietaai.
Het is maar gelukkig dat de oogen
onzer Chr. onderwyzers in tyds zyn open
gegaan voor het onbehooriyke, niet van
een salaris-actie, maar van den opzet
van deze.
Baantjes-fabrikant.
Onder dit opschrift lezen wy in De
Standaard o. m. het volgende
Het is haast niet te gelooveD, en toch
kunnen we het niet anders uit mr Van
Houten's jongsten Staatkundigen Brief
lezen, minister Talma wordt beschuldigd
de Sociale wetgeving door te zetten, niet
om de arbeiders uit den nood, maar om
veel vrienden aan baantjes te helpen.
We zouden aan zulk een gratuite ver
dachtmaking niet hechten, als ze uit de
pen van een jong, onnadenkend journalist
waren gevloeidmaar wat we niet ver
staan is, hoe mr Van Houten er toe kwam
om zulk een verdachtmaking onder het
zegel van zyn naam te laten afdrukken.
Het is toch een verdachtmaking zoo
grof, zoo grondeloos oppervlakkig, zoo
selvalligbeid en wispelturigheid gehou
den wordt? Mogeiyk; maar de gissin
gen zyn veruiten nloopend, en klimmen
op naar de verre oudheid.
De le April is de geschiktste dag,
waarop men zich reeds van ouds ver
maakte, om elkander te foppen en beet
te nemen, zoo byvoorbeeld met bespot-
teiyke geschenken rond te zenden, gas
ten te noodigen op feestmalen, die niet
gegeven werden, verzonnen berichten
uit te strooieD, onuoozele halzen, goed-
geloovige snullen om belacheiyke bood
schappen te sturen, enz.
Op 1 April,
loopen de zotten op den dril.
Ofwel
Den eersten dag van de maand April,
Scheert men den gek met dien men wil.
En ook nog:
Met den eersten April,
Stuurt men de gekken waar men wil.
Een gebruik, in de meeste landen in
zwang en uit de hoogste oudheid af
komstig
De Duitsche geleerde Kom wyst Indié
aan als de bakermat van Aprilsche grap
pen.
Anderen zien in den eersten April den
geboorte- en sterftedag van den verrader
Judas, en wachten met mistrouwen op
het weerkeeren van een onheilvollen dag,
waarin hoop, geloof en trouw teloor zul
len gaan.
Een andere verklaring der Aprilschert-
sen meent men te vinden in Jezus' been
en wederzenden van Kajafasnaar Annas,
tegen alle rede en waarschynlykheid in-
druischend, dat mr Van Houten er dan
ook niet één argument voor weet aan te
voeren, en daarom zich bepaalt tot globale
mededeeling van de sommen, die by de
Ongevallenwet aan het kantoor heengaan
en dit in stygende verhouding.
Nu behoeft men natuuriyk tegenover
een man als mr Van Houten niet op te
merken, dat het propter, waarop de ver
dachtmaking alleen rusten kon, in deze
aanwyzing ten eenenmale ontbreekt.
Zoo er ooit een praatje voor de vaak aan
de pen van een hoogstaand man is ont
snapt, dan staat men hier voor het geval.
En zoo de zaak bezien, heeft ze nog een
achterkant.
Niemand beter dan mr Van Houten,
weet, hoe h6t Liberalisme hier te lande, na
zyn opkomst in 1848 alle niet-Liberalen
zoo goed als stelselmatig buiten alle be
dieningen en ambten sloot. M t zulk eeD
wilskracht en volharding is dit monopoli-
seeren van de baantjes toentertyd aan
Liberale zyde doorgezet, dat nog op het
punt van den keer, zelfs in Zuid-Holland
zoo goed als alle burgemeestersplaatsen,
notarsbetrekkingen, enz., op een enkele
witte raaf na, geheel in Liberale handen
waren. Zelfs houdt men mr Van Houten
na, wat wel niet waar zal zyn, dat hy als
Minister op een audiéntie, hoorende dat
een sollicitant „Kuyperiaan" was, tot
hem gezegd zou hebben „Meneer, dan
kunnen we u niet gebruiken".
Maar, al is dat pure laster, of byal-
dien niet als laster bedoeld, dan toch
pure legende, in die legende spreekt dan
toch de algemeen ontvangen indruk. En
die indruk, het is niet tegen te spreken,
heeft diep en allerwegen in het land de
overtuiging gevestigd, dat het Liberalis
me destyds in niet geringe mate juist
door de baantjesjager}} machtig was ge
worden.
Vooral daardoor, omdat jongelui onder
't opgroeieD, van ieder docent by wien
ze zich aanmeldden, altoos te hooren
kregen „Beste jongen, als je niet liberaal
bent, doe dan maar geen examen voor
notaris, of iets dergeiyks, want dan kryg
je 't toch nooit. Enkele katholieken nog
wel, maar vooral zoons van fijnen,
nimmer".
In verband hiermee nu doet deze be
schuldiging, tegen minister Talma door
mr Van Houten plompweg geslingerd,
v in 5 regels 50 cent, iedere regel meer 80 ce«t
F. miiieberichten van 1-HO regele 1.—iedere regi i
m. er 10 cent
van Herodes naar Pilatus. Wellicht heb
ben de middeleeuwsche passiespelen by-
gedragen, om deze tooneelen op het volk
te doen inwerken. En de volksverbeel
ding heeft op zyn onmiddeliykeomgeving
deze tooneelen overgebracht.
In de middeleeuwen hadden zoowel
aaD de hoven der ryken als rond de
volkshuisjes, op 1 April feesten plaats,
waar gekdoen, menschen bedotten, en
sukkelaars van links naar rechts zenden,
de hoofschotels van het vermaak waren.
Dringen Aprilmoppen door spotprenten
ook al langs zydeurtjea binnen, de oude
kluchten gaan nog steeds hun gang, en
menig boerenknechtje wordt met April
„op den dril" gestuurd en komt terug,
zwaarbeladen als een muilezel, na een
heelen tyd van «hot naar baar" gedraafd
te hebben.
Slimmerikken, die het zaakje begrypen,
of door medeiydende zielen verstandiger
gemaakt, laten zich onnoozel om bood
schappen wegzenden en maken van de
gelegenheid gebruik,om een dag te vrybui-
teren. Zoo wordt dikwyis de baas of boer
zelf de Aprilgek, tot groot genoegen der
vroolyk lachende buurt,
Ook ae dagbladen wedy veren, om hun
lezers den schooDsten Aprilvisch op te
stoven en smakeiyk te doen verteren.
Voor eenige jaren verzon een Fransche
student een grap, die heel wat tongen en
pennen in beweging bracht. In een Pary-
zer blad deed hy den lande weten, dat hy
op de hoogte van Montmartre een aloüden
steen gevonden had, met het volgende op-
ïzssswKööË&naaHSsfraMip V3snmT>a&&m
onwillekeurig vragen of hier ook een psy
chologisch motief in speelt.
Vooral wie op zyn ouden dag komt,
neigt er licht toe, om in anderer doen bet
beeld van eigen vroegere actie te zien.
In dienst der arbeiders.
De Bordsbode schryft
Over de uitlatingen van den heer Van
Hinte, redacteur vaD den soc. Gemeente
werkman, tegenover de Rotterdamsche
rechtbank, om daardoor een soort ver
dediging aan te voeren, waarom by niet
durfde gaan snoeien aan stukken van
leden van zyn Bond, is in menig pers
orgaan al heel wat geschreven Ons dunkt,
zeer terecht.
Een groote schaduwzyde, verbonden
aan het iD dienst zyn by arbeiders,
kwam hier aan het licht. Was het alge
meen zoo, dat „gepeperde uitdrukkingen"
noodig zyn, om de arbeiders aangenaam
te streelen en dat vrees voor de congres
sen zoo groot is, dat een redacteur niet
de pen durft halen door een uitdrukking,
die al te gepeperd is, dan mag toch wel
de vraag gesteld worden, of de arbeiders
beweging hier niet bezig is karakters te
bederven. De leider veranderd in geleide.
Inderdaad valt het dikwyis niet mee
van arbeiders te moeten eten. En menig
zelfbewuste dankt er dan ook harteiyk
voor. Hoe vaak is het reeds gezien, dat
dezelfde menschen, die ach en wee
schreeuwen over de slechtheid der pa
troons, in wier dienst zy hun bestaan
vinden, zoodra zy optreden als werk
gever in organisatie of coöperatie de ge
personifieerde hardheid schynen te zyn,
en in dubbele mate hun ondergeschikten
laten voelen, dat zij de baas zyn.
De heer Van Hinte wil zyn vrees wel
goedpraten in het jODgste nummer van
zijn orgaan maar slaagt daarin al by-
zonder slecht. Ia „geptperde" taal, noo
dig voor de opvoeding zijner volgelingen,
en waarover Justitia hem thans niet op
de vingers zal tikken, heet het:
Wat zyn 't toch gemeene rakkers, die
Cbristeiyke scribenten. Zy weten toch
wel, dat dit slechts van ondergeschikt
belang was, dat hoofdzaak was dat Van
Hinte het geheel met de kwalificatie eens
was, maar die niet zou hebben gebruikt
om niet in de klauwen van de justitie te
vallen.
En welk kwaad steekt er in, dat men
schriftC'e sti ci lec hem ind esau es.
Dit geheimvol opschrift wekte een
levendige belangstelling by de Fransche
oudheidkundigen, en de geleerde Akade-
miërs zetten zich met y ver aan bun stu
dietafel, om wys te worden uit deze eigen
aardige woorden. Maar wat trokken de
geleerde koppen leeiyke gezichten, toen
de ontdekker van het opschrift, na eeni-
gen tyd den sluier van het raadsel op
lichtte C'est ici le chemin de.s aues. Hier
is de weg voor de ezels.
Een goed geslaagde Aprilscberts bracht
ook in 1834 de New Yorker Sun. Dit blad
gaf een uitvoerig artikel over een nieuw
wonderbaar ontdekte telescoop, waarmee
men een gansch wereldje ro»d de maan
kon waarnemen.
Duideiyk kon men er volgens de uitvin
ders onderscheiden: lachend-groene dalen,
bloeiende bcomen, kleurryke vcgels en
een heel zeldzaam wezen, een oerang-
oetang met reusachtige vledermuisvleu-
gels, dat Vespestillio homo gedoopt werd.
Alle groote bladen liepeD in de gespan
nen val, bespraken breedvoerig de ont
dekking, alsmede de gevolgen er van.
Slechts eenige maanden later schreef
R. A. Socke, dat de bewuste ontdekking
slechts een Aprilvisch geweest was, en
meteen was de met veel brio ofte trom-
geraftel aangekondigle „uieuwe weg der
wetenschap" versperd.
Niemand minder dan Edison, de be
roemde natuurkundige, is zelfs eenmaal
de held geweest van een goed gelukte
Aprilscherta. De wyze, waarop hy zyn
zich verantwoordelijk gevoelt aan een
congres P Dat is toch de democratie, die
wy in onze beweging voorstaan.
Wie het nog niet wist, weet het nu.
Democratie is vrees, 'n Mooie democratie,
waarby de leider als kneedbaar was moet
zijn in de banden van het arbeidersparle-
ment, en hem een slaaf maakt van zyn
bazen, die precies het pad afbakenen, dat
hy te loopen heeft.
Te hopen is, dat nimmer de gansche
maatschappij moet zuchten onder zulk
een schyn democratie, die het beste in
den mensch zou verstikken uit vrees voor
machthebbers, en een dwangjuk op zou
leggen, dat niet ware te torsen.
Neeltje Lokeree.
„Een hoorder" schryft aan De Neder
lander (zie ons Persovei zicht in no. 148
van ons blad)
Wat u schrijft over de vergadering,
waarin mej. Neeltje Lokerse opgetreden
is, onderscbryf ik volkomen, omdat ik
haar zelve geboord heb.
Haar geheelebetoog was een re,ek»
klachten, welke ik zeer overdreven vond
en vele er van zelfs ongegrond. Als een
echte vrouweiyke Nurks vero irdeelde zy
alle pogingen, welke door de Middernacht-
zending, gestichten voor gevallen vrou
wen, politieverordeningen, enz. gedaan
worden in het belang der zedeiyk-
heid en publieke eerbaarheid. In afbre
ken ligt voornameiyk haar kracht, van
opbouwen evenwel heb ik dien avond
weinig vernomen.
Dat er fouten zyn gemaakt en nog ge
maakt worden, zal wel Diemand ontken
nen dat er christenen zyn, die den
neus optrekken voor meisjes, die een on
eerbaar leven geleid hebben, en ook voor
hen die met de gevangenis kennis ge
maakt hebben, is helaas! ook waar;
dat het „dwingt ze om in te gaan"
soms verkeerd wordt toegepast of mis
bruikt, is eveneens een feit. Doch dit
geeft haar nog niet het recht om over
de gansche Christenheid den staf te bre
ken. Met een beroep op bet Oude Testa
ment trachtte zy tevens aan te toonen,
dat de ontucht een recht van bestaan
had. Welk een wonderlyke exegese zoo'n
vrouweiyke Jeremia er toch cp nahoudt
De geheele rede werd op een zal ven den
of liever sleependen, vaak onduldeiyken
ontdekkingen der wereld verkondigt,heeft
hiertoe niet weinig bygedragen.
In de New York Graphic verscheen op
den eersten April een aankondiging, dat
Edison een werktuig uitgevonden had,
waarmede men de vruchten uit de aarde
kon trekken en water tot wyn maken.
De bladen drukten de aankondiging
over, zwaaiden den genialen uitvinder
den uitbundigsten lof toe en wenschteu
hem geluk met deze belangryke ont
dekking, die een omkeer in de wereld zou
brengen, en millioenen menschen het
leven aangenamer en zoeter zou maken.
De New Yorker Graphic loste een groot
aantal van deze lofuitingen in, en schreef
venynig spottend daaronderZy byten
harteiyk in dit mopje." En toen eerst be
merkten velen, dat zy Aprilgekken waren.
Nog een laatste kosteiyk mopje.
Toen de beroemde Noordpool-ontdek-
ker Cook zoek was geraakt, stuurden
voor twee jaar Heidelberger-studenten
telegrammen uit, dat Cook in het uni-
vsmiteitsstadje aangekomen was, en
'8 avonds in de Aula der Hoogescbool een
voordracht zou houden.
Alhoewel Cook niet te zien was, was
heel Heidelburg te been. En nooit had
een studentenstoet meer byval, en nim
mer werden de koffiehuizen zoo druk
bezocht.
Het ryk der iichtgeloovigen is nog niet
uitgestorven, en vandaag zullen er Dog
veel ge Aprild ofte gedrild zyn geworden.