No. 152 1912,
Vrijdag 29 Maart
26e jaargang
NIEUWSBLAD
historisch
VOOR ZEELAND
SHRISTEüJK-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
De Tariefwet.
Wed. S. J. DE JONGE-VERWES T, te Goes
F. P. D'HUIJ, te A ilddelbi rg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
BIKHKKLANX).
w.
ïïiï 2PEI raovxsroxa.
zjzjzE&ss&jr
1E1 >EREN WERKDAG DES AVONDS,
5.25
0.05
Prijs per 1rie maanden francc p. ji.
Hnkele nummers
e o o a
'3 Jêlm SM
die asleh met 1 April a, w.
op ons i»la«I abonneeren, oiit-
Tttngen het tot dies dRtnm
jfi al is.
UITGAVE DER FiRAW S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ceni
F. milieberichlen van 1—10 regels 1.—iedere regel
nu er 10 cent.
XI.
De Tariefwet beteekent benadeeling
van de scheepvaart
Ook dit beweert het Anti-Tariefwet-
Comité.
Wjj ontkennen dit voor wat den door
voerhandel aangaat. Goederen die hier
worden doorgevoerd, dus niet geladen en
ook niet gelost, maar dadelijk doorge
zonden worden, vallen buiten de ver
hooging, derhalve worden die doorgevoer
de koopwaren niet in prijs verhoogd
trouwens wat zou 't geven, zij worden
hier toch niet verhandeld.
En voor wat den in- en uitvoer aan
belangt, komen wij eveneens tegen deze
voorstelling op.
Zoodra, tengevolge van verhoogde in
voerrechten, onze eigen industrie meer
gaat bloeien, of meerdere industrieën
tot ontplooiing komen, zal er grooter
uitvoer zjjn, zal er meer welvaart komen,
zal ten gevolge hiervan de koopkracht
vermeerderenhandel en scheepvaart
kunnen niet anders dan hierbij gebaat
zijn.
Zoodra Duitschland zjjn industrie is
gaan beschermen, zijn de Duitsche han
delssteden vooruitgegaan. En nu mogen
de groote handelsmannen, ook in Rot
terdam, voor achteruitgang van handel
6D scheepvaart vreezendit geldt niet van
allen. In de Rotterdamsehe Kamer van
Koophandel waren er voor enkele jaren
wij herinneren slechts aan de namen
Jacobson en De Monchydie het met
deze bezorgden niet eens waren.
In den handeldreven den middenstand
zijn voor- en tegenstanders van de Ta-
riefverhoogingen onder eerstgenoemden
zijn er ook te Rotterdam vele, die de
bezwaren uit handelsoogpunt tegen de
Tariefverhooging geopperd, volstrekt niet
deelen.
XII.
De Tariefwet beteekent achteruitgang
van den veestapel.
Aldus vervolgt het z.g. Anti-Tariefwet-
Oomité.
Is dit zoo?
Laten wij even de ervaring doen
spreken.
Onze kaasuitvoer bedraagt mil-
li06n gulden, maar Denemarken met een
sterk beschermend tarief en een bevol
king van slechts 3!/a millioen voert voor
26 millioen uit. Eveneens exporteert dit
land voor 111 millioen boter, terwijl wjj
slechts 31 millioen uitvoeren.
Leerzaam zjjn ook de Duitsche cijfers.
In 1883 bedroeg het aantal paarden
op Duitschen bodem 8,522,525in 1907
4,337,263,
De veestapel bedroeg in 188315,786,764,
in 190720,589,856 stuks.
De cjjfers ontleenen wij aan De Rot
terdammer.
Wie ze goed overleest, ziet in dat be
schermde Duitschland vooruitgang van
den veestapel, en wel in nog geen kwart
eeuw met ruim dertig procent.
Een heel ander vooruitzicht.
XIII.
De Tariefwet beteekentEen aanslag
op de welvaart.
Zoo meent het Anti-Tariefwet-Comité
Wy stellen daar op grond van de in
Duitschland opgedane ervaring tegen
over: Geen aanslag op de welvaartmaar
verhooging van kans op meerdere wel
vaart.
Wel heeft men van vrijzinnige zijde
beweerd dat de toestand der werklieden
in Duitschland zooveel slechter is dan
die van onze werklieden, ja zelfs dat de
Duitsche werklieden hondenvleesch moe
ten eten. Maar dit is bij onderzoek ge
bleken een praatje te zijn.
In Engeland werden dergelijke onjuist
heden omtrent den toestand van Duitsche
werklieden eveneens verspreid. Men ver
telde dat de armoede onder de Duitsche
werklieden zoo groot is dat zij zich voe
den moeten met paardenvleesch of hon
denvleesch, met allerlei afval, en met
roggebrood zoo slecht dat men hier een
landlooper er mee van het erf zou jagen.
Een Engelsche vereeniging zond twee
jaar geleden vier honderd werklieden
van allerlei staatkundige richting naar
Duitschland om te onderzoeken of de
toestand der werklieden daar, waar hooge
invoerrechten geheven worden, slechter
of beter is dan in Engeland, dat geen
invoerrechten heft.
De rapporten dezer werklieden, in
Augustus 1910 verschenen, luiden zeer
gunstig. Er wordt door de werklieden
geen armoe geledengeen paarden- of
hondenvleesch gegeten, en het rogge
brood dat zij eten is te verkiezen boven
het brood dat de Engelsche werklieden
eten terwjjl in 't algemeen de Duitsche
werklieden beter gekleed en gehuisvest
zijn dan de Engelsehe.
En wat er in deze rapporten nog meer
wordt aangetoond? Dat, naar de redactie
van Zelandia indertijd publiceerde, en
niet voor tegenspraak vatbaar is, dewjjl
de rapporten het als feit erkennen, „dat
in Duitschland, waar in 1879 begonnen
werd met verhooging der invoerrechten,
onder den werkenden stand een bepaalde
welvaart heerscht en dat de werkloonen
stjjgen en dat er geen gebrek aan werk is.
„Yan een der armste landen van Europa
is Duitschland een der rijkste geworden.
„Evenzoo gaat het in België. De reke
ning van de ontvangsten en uitgaven
van den Belgischen staat, sloten in 1908
met een batig saldo van frs. 991.000, ter
wijl in ons land de Staatsbegrooting
voortdurend sluit met een tekort."
XIV
De Tariefwet beteekent werkloosheid
in vele vakken.
Het Anii-Tariefwet-Oomité heeft nog
heel wat profetieën in portefeuille. Wij
vreezen (voor hem) dat de veelheid schade
zal doen aan den indruk. De bangge
maakten beginnen onder malkaar er al
om te lachen; gelijk trouwens de heeren
van het „Comité" zeiven het wel zullen
uitgeschaterd hebben, wanneer een hun
ner weer met een nieuwen dooddoener
kwam aandragen.
Het is dan ook zoomen kan van 't
goede te veel krijgen.
Toch meenen wij, zoolang de heeren
van het Comité hunne profetieën't land
in sturen, verplicht te zijn die schrik
aanjagende voorzeggingen even te moe
ten opnemen.
En nu zouden we willen vragenge-
looven de verschrikte lezers van deze
laatste voorspelling nu wel iets daarvan
Zal verhooging van tarief niet veeleer
vermeerdering van werk brengen?
In de industrie zeker, dat geven de
heeren zeiven toeen in den landbouw,
zoo beweerden zij vroeger reeds, zal er
gebrek aan werkkrachten zijnEn
dan toch werkloosheid. En dat in vele
vakken
Is er in Amerika, het land der Protectie,
werkloosheid; of zjjn er in Engeland,
het land van den vrijhandel, handen te
kort?
Lees dezö twee berichten door de
Zeeuwsche Courant respectievelijk uit een
New-Yorksch en een Londensch blad
overgearukt, die zooal geen bewijs voor
het tegendeel opleverend, dan toch zeker
de bewering van het Anti-Tariefwet-
Comité niet in het gevlei komen.
Bedenk daarbij, dat New York ligt in
een beschermden staat en Londen in een
staat waar de vrijhandel regeert.
Uit New York (De Standard van 27 Feb.
1909)
„Nadat er 3 voet sneeuw gevallen was,
vroeg de stadsreiniging arbeiders voor
sneeuwopruiming en kon er slechts 3000
krijgen (waarvan het grootste deel juist
aangekomen Italiaansche landverhuizers
waren) zijnde minder dan de helft van het
verlangde aantal, en zulks otschoon een
loon van 60 cents per uur werd aange
boden".
Uit Londen (Daily News van 4 Maart
1909)
„Wanneer het niet gesneeuwd had zou
den wederom duizenden mannen, die tot
het groote leger van Londen's werkloozen
behooren met hun handen in den zak op
straat hebben gestaan. Dank zij het
slechte weêr werd aan 30.000 losse werk
lieden een spa, een schop, een bezem of
sneeuwruimer gegeven. Het doorsnee-
loon per man was 30 cents per uur".
Chr. Volksdagblad. Naar Eet Handels
blad verneemt, is het proefnummer van
het Chr. Volksdagblad zoo goed ontvan
gen, dat het comité van voorbereiding de
exploitatie wel aandurft. Het eerste num
mer van het blad zal Dinsdag 9 April
verschijnen.
De onderwijzers salarisactie. Het
„Comité voor gemeenschappelijke salaris
actie" bestaande uit de heeren Th.Lan-
oée, voorzitterH. J. Emous, M. L. van
Gemert, H. J. Bon, H. Braam, J. Th.
Kloosterman, J. L. van den Lisdonk, P.
Otto, J. Th. R. Schreurder en J. P. Vring,
secretaris, acht zich geroepeD, om naar
aanleiding van de beoordeeling dier actie
in de pers, te wijzen op het rechtmatige
dat daarbij uitsluitend rekening gehouden
worde met de eenparige uitspraak, waar
toe de onderwijzersvergadering te 's-Gra-
venhage op 17 Febr. j.l. gekomen is.
De toen gestelde motie toch deed „een
earbiedig en ernstig beroep op de Hooge
Regeering en de Volksvertegenwoordiging
om de mogelijkheid te willen overwegen
van nog in deze wetgevende periode althans
aan de meestdringende wenschen der Ne-
derlandsche onderwijzers tot verbetering
hunner materieele positie te gemoet te
komen.
Het verklaart voorts, dat geenerlei po
litieke bedoeling in deze actie gemengd
is. Tegenover het volstrekt ontbreken van
eenig bewijs voor de betichting, dat er
eenige politieke bedoeling in deze actie
verborgen was, stellen de leden de be
sliste verklaring, dat in de zeer veelvul
dige samenkomsten van het comité aan
weerszijden de ontstentenis van derge
lijke bedoeling overtuigend gebleken is.
Deze verzekering wordt collectief, zoowel
als individueel, wat elk der ondergetee-
kenden betreft, door het comité gegeven.
Eerste Kamer. In de Woensdagavond
gehouden vergadering van de Eerste Ka
mer waren ingekomen de geloofsbrieven
van het nieuw gekozen lid den heer Ferf,
werden de afdeelingen hernieuwd en de
zitting verdaagd tot a.s. Vrijdagmiddag
S te half twee uur.
Een Nationaal Chr. Schoolcongres.
Het hoofdbestuur der Vereeniging van
Chr. onderwijzers in Ned. en de O. B.
heeft in zijn laatste bestuursvergadering
besloten, pogingen in het werk te steller,
om in verbinding met andere vereeni-
gingen, die werkzaam zjjn op het terrein
van Chr. onderwjjs, een nationaal Chris-
teljjk Schoolcongres te organiseeren, te
j houden zoo mogeljjk in 't najaar van
1 1913. Het is tot dit besluit gekomen op
j de navolgende gronden Eenige jaren
geleden werd door de vereeniging een
j Commissie iDgesteld met de opdracht te
1 onderzoeken, welke wjjzigingen in de
Wet op het L. O. wenscheljjk zouden
zjjn, gezien uit het standpunt van het
Christelijk onderwjjs. Deze Commissie
heeft reeds voor een belangrijk deel haar
arbeid voltooid en zal vermoedelijk in
het begin van 1913 geheel gereed zijn.
Reeds zijn rapporten uitgebracht over:
1. Het ODderwjjs aan bewaarscholen en
klassen van Voorbereidend onderwijs;
2. De vrij Schoolorganisaties: ontstaan,
erkenning en te niet gaan3. De in
richting der vrije Schoolorganisatie: a.
verhoudingen tusschen bestuur en school-
persooneel, tusschen hoofd en overig
personeel, -de schoolvergaderingb. sa
larisregeling, pensioenenc. rechtspo
sitie. 4. De aaneenschakeling van het
L. O. met het U. L. O., M. U. L. O.,
M. O. en Lyceum. Voorts zal nog ge
rapporteerd worden over 5. Onderling
Schoolverband. 6. Overheidsschoolorga-
nisatie. 7. Financiëele verhouding van
het Rjjk tot Vrije O verheidsschoolorga
nisaties. 8. Examen en opleidiDg. 9.
Schooltoezicht.
Het Hoofdbestuur acht het ten zeerste
gewenscht, dat deze belangrijke onder
werpen van onderwjjs-wetgeving in bree-
den kring besproken worden.
Voorts is een der redenen, dat het
Christelijk onderwjjs zich na 1905 krach
tiger dan jooit ontwikkeld heeft, welke
uitbreiding bij verleening van ruimere
subsidie voor Scboolbouw, nog meer zal
toenemen. Velerlei belaDgen ontstaan
daardoor, die alle Chr. scholen met el
kander gemeen hebben en waarbij de
vraag zich naar voren dringtIs het
mogeljjk te komen tot organisatie van
het Chr. schoolwezen in ons land
Zoolang die organisatie niet bestaat,
meent men, dat een Schoolcongres de
beste gelegenheid biedt om de gemeen
schappelijke belangen te bespreken.
Wat nu het congres zelve betreft, zoo
stelt men zich voor, dat de onderwerpen,
op het congres te behandelen, zullen
betreffen: 1 Onderwijs en opvoeding; 2.
Onderwijs-wetgeving3. Organisatie van
het Christelijk schoolwezen.
Uit de afgevaardigden der samen
werkende vereenigingen wil men een
comité kiezen tót organisatie van het
congres.
Op Woensdag 3 April, 's middags half
3, zal te Utrecht in Kunsten en Weten
schappen met nfgevaardigden van ver
schillende vereenigingen deze zaak be
sproken worden. In de commissie van
voorbereiding hebben zitting de voor
zitter van het hoofdbestuur van de VereeD.
van Chr. onderwijzers, de heer P. Ooster-
lee, te Nijmegen; de heer A. Ooster wijk,
Breda, penningmeester, en J. Th. R.
Schreuder, vau Amsterdam, vice-voor-
zitter. Standaard.
Patentkali.
Een van de meest bekende kalizouten
is het patentkali of, zooals de juiste naam
is het zwavelzure kalimaguesia. Deze
meststof wordt in de fabrieken bereid door
aan het kaïniet het chloor te onttrekken.
Het patentkali bevat in doorsnee 50 pCt.
zwavelzure kali, 35 k 40 pCt. zwavelzure
magnesia, 2—4 pCt. chloornahium en 10
pCt. water. Het gehalte aan zuivere kali
bedraagt in doorsnee 27 pCt., ofschooD
doorgaans maar 25 of 26 pCt. wordt gega
randeerd. Daar het patentkali weinig
chloor bevat, is het uitmuntend geschikt
voor een bemesting in het voorjaar en in
den zomer. Als voorjaarsmeststof in den
landbouw vindt het patentkali zjjne toe
passing, vooral bij de aardappelcultuur.
Zooals men algemeen weet, is de aard
appel een gewas, dat heel wat kali aaD den
bodem onttrekt, zoodat een goed doorge
voerde aardappelcultuur alleen daar mo
geljjk is, waar de bodem rjjk voorzien is
van opneembare kali, hetzij dat de kali
van nature aanwezig is, of dat men die
voedingsstof door bemesting vaD den
bodem toevoert. Doet men dit laatste niet
door stalmest, dan dient men gebruik te
maken van het patentkali.
Het gebruik dezer meststof neemt by
de aardappelcultuur hand over hand toe,
en wel in hoofdzaak om de volgende
twee redenen le, omdat men den aard-
appelbouw intensiever drijft dan vroeger;
2e, omdat door den in tensieven verbouw
van veel kali eischende gewassen, zooals
bieten en aardappels de bodem nu veel
armer aaD kali is dan vroeger. Eene
bemesting met kali bewerkt bjj de aard
appels niet alleen grooter opbrengst,
maar ook een fijner worden van den
smaak. Dit komt vooral uit, als door
eene gunstige weersgesteldheid de aard
appels volledig uitgroeien. In den tuin
bouw vindt het patent-kali ook meer en
meer toepassing
Voor de groententeelt is het noodig,
dat de bouwlaag zeer overvloedig voor
zien is van voedingsstoffenhet kali
niet te vergeten, aaD gezien de groenten
rjjk zjjn aan deze voedingsstof. De groen
ten moeten in korten tijd kunnen be
schikken over veel voedsel, zoodat men
gerust 5 K.G. patent kali per are kan
uitstrooien, in vele gevallen kan men in
den tuit bouw gerust nog hooger gaan,
daar men met één gewas niet tevreden
is, maar minstens 2 gewassen van den
zelfden akker halen wil. Wanner men
dus in het voorjaar rijkelijk patent-kali
uitstrooit, kan deze dienen voor de voor-
jaarsgroeDten en voor het daarop volgend
gewas. Van een uitspoelen in den onder
grond is bjj het patenti-kali geen sprake.
Middelburg. Als laatste der winter-
lezingen hield prof. dr. J. P. Kuenen van
Leiden Woensdagavond eene lezing over
Radioactieve verschijnselen.
De radioactieve verschijnselen zjjn nog
slechts weinige jaren bekend, maar toch
heett de bestudeering er van in dien
korten tjjd een groote ontwikkeling ge
kregen. Spreker zal over alles niet kunnen
spreken, maar alleen enkele fondamen-
teele stellingen bespreken en demonstree-
ren. De ontdekking van de verschijnselen
staat in nauw verband met die der Rönt
genstralen. Bjj enkele metalen werd
ontdekt dat ze eenzelfde werking hadden
als de Röntgenstralen. Spreker gaat dit
uitvoerig na voor Ionisatie van de
lucht. Door tal van proeven met de
electroscoop toont hij op duideljjke wjjze
aan dat de metalen Uranium en
Thoriam <ïe lucht geleidend maken voor
de electriciteit, zoodat de electroscoop
spoedig alle lading verliest. Ook op de
photografische plaat oefenen deze meta
len werking uit. Door tal van negatieven
laat spreker zien dat de maniumzouten
door verschillende stoffen (door bout zeer
goed, door lood zeer slecht) heendringen
en hun werking op de plaat uitgeoefend
hebben.
Toen heeft men gezocht of cok nog
andere stoffen deze werkzaamheid ver
bonden, en men vond Uraniumvarbin-
dingeri, wier werking nog veel sterker
was dan van Uranium zelve. In die
verbindingen moest dus een stof zjjn die
veel meer de radioactieve verschjjnselen
vertoont, Het echtpaar Curie heeft nu tal
van onderzoekingen gedaan en na moei
lijke proeven heeft het een stof ontdekt,
die omdat ze genoemde eigenschappen
in hooge mate bezat radium werd ge
noemd.
Spreker heeft in een doosje enkele
milligrammen radiumverbinding en doet
daarmede proeven. Op afstand van een
meter oDgeveer heeft die haast onmeet
baar kleine hoeveelheid duideljjk waar
neembare werkirg.
Het verdere dat spreker nog mededeelt
doet den leek duizelen. Het Radium is
na 1760 jaar voor de helft verdwenen,
het Uranium na 4000 millioen jaar 11
Door theorieën die spreker Diet zal uit
leggen, komt men in verband met de
theorie der radioactiviteit en de stoffen
er door gevormd tot de conclusie dat
deze aarde reeds voor 100 millioen jaar
een vaste aardkorst kreeg.