S
its
No. 150 1912,
Woensdag 27 Maart
26e Jaargang.
ÖHRISTEUJfL
NIEUWSBLAD
f VOOR ZEELAND
HISTORISCH
,1 veren.
varkens,
I, P. 6.,
del burg.
AND.
iio
koop
(ÖP
s.
:ro
VERSCHIJNT ZESMAAL PER TOEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWES T, te Goes
F. P. D'HUIj, te fiidcfeiöt rg.
De opgaaf van den spoordienst
komt In dit nommer voor op de gebrui
kelijke plaats.
De Tariefwet.
Vijftig jaar
VI.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
4
ofd der School,
ZOUWEN.
IMEN:
sneden markt-
van Chinaboo-
rwtenRogge-
iken, Vliegent-
oeken, Bertels
oekjes, Bibby
neel, Lijnmeel,
Steenkolen.
1 uur
Volderij laagte.
POPPiS,
ij p s k e r k e.
LOUWERSE,
)P
!en 4e dracht,
|EN,
,gtek«rke.
rwestroo,
fet-Souburg.
Wèihooien
Istroo,
[IJSE Az., te
)P~
te Melis-
metselen ver-
|lSEN, Mr. Tim-
irk e.
Ider tegenwoor-
[necht
USSER, 'tHof
DOORN,
b b e n d ij k e.
rorzien.
VAN STRIEN,
)E, Noordbeek,
iet Mei
lenstbode
Ben boerenstand.
I 63, Middelburg.
Terneuzen
I enstbode
/en aan- of ziek
DE JONGE-
nge-Yerwest Qoa»
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
v tszzr i 33gogM8gstg<si
Prijs per irie maanden franco p. p
énkele nummers
e a o v o
V jaj
%ij, die zich met 1 April a. és.
op ons blad abonneeren, out
rangen het tot dien datum
Krat is.
UITGAVE DSR FIRMA'S
£N
maoism.*
i.
Overdreven.
De actie tegen de verhooging van het
Tarief van Invoerrechten omvat alle
standen en rangen, en de politiek zit er
duimen dik op.
Het regent requesten aan de Kamer
en aan de „Regeering".
Natuurlek is het wetsontwerp-Kolk
man niet »menscheiykerwijze volmaakt",
en zal er derhalve wel een en ander in
gewijzigd moeten worden.
Maar in hoofdzaak gaan we er mede
accoord-, en bestreden wij derhalve de
agitatie tegen deze verhooging op 't touw
gezet, en waar zelfs mevrouwen en dienst
meisjes aan meedoen.
Wij wenschen de verhooging over 't
algemeen tot stand te zien gebracht
omdat wy niet weten, hoe de regeering
aan 't geld zou moeten komen om de
kosten van de sociale wetgeving, met
name de pensioneering onzer invaliden
en ouden van dagen van te betalen.
Het algemeen geroep van landbouwers
6D handelsmannen, huismoeders en
dienstboden, verkiezingsredenaars en
staatspensioneerders, oeconomische en
politieke slimmelingen schynt ons niet
geövenredigd aan het groote belang dat,
zoo hunne actie slaagde, zou verloren
gaan.
De tariefsherziening zal mag men
het Anti-Tariefwetcomité gelooven in
haar gevolgen vreeseiyk zyn 1 Verbeeld
u dat er zullen komen dure tydenwy
allen het kind van de rekening! vyftig
jaar achteruit 1 de kleine luyden beroofd
minder waar voor meer geldde boeren
stand benadeeldde groote gezinnen
belast 1 onze wereldmarkt ingekrompen 1
handel, scheepvaart, veeteelt, visscherij
achteruitde welvaart bedreigd 1 werk
loosheid in vele vakkenverarming van
velen geen dag zonder belasting
Is 't niet vreeseiyk I
Jammer dat er nog niet by staat:
heel Nederland failliet t
Maar by al die onbewezen beweringen
verzuimt dit Comité de feiten te noemen
ten bewyze hoe andere volken gevaren
zyn met die tariefverhooging in hun land.
Zoo onder anderen is het een feit dat
in België heel wat hooger invoerrechten
worden geheven dan by ons, en dat daar
alles bloeit, financieele nood van Ryk
of gemeenten onbekenden zyn, en men
er heel wat minder belasting betaalt
dan by ons.
En dan verzuimen al deze „oeconomen"
wane politiek is by hen heelemaal
buitengesloten I te melden dat een
actie tegen het tarief tevens is een actie
tegen de sociale verzekeringswetten,
waarnaar het volk zóó verlangt.
Er is in het optreden van dit Comité
op .zichzelf reeds iets dat verbaast, zyn
leden zyn altegaar menschen die er goed
by zitten dank zy groothandel en groot
industrie die het nu zoo roerend opne
men voor den kleinen man. Zou 't ook
kunnen zyn dat deze heeren voor zich
zelf nadeel van tariefverhooging duchten P
Het Centrum herinnert er aan hoe in
1904 by de indiening van het „Tarief-
ontwerp"-Harte een groot-industrieel hier
te lande de volgende opmerking maakte
„Persooniyk zie ik 't ontwerp liever niet
wet worden, door tariefsverhooging toch
vrees ik concurrentie in het binnenland
en al erken ik, dat zulks voor de consu
menten en voor de arbeiders voordeeliger
zal zyn, ik vrees, dat ik persooniyk
my in de toekomst met minder winst
zal moeten tevreden stellen dan tot
heden."
Zou dit 't soms zyn?
II.
Het anti-Tariefwet-comité.
Dit comité is in bet leven geroepen om
te protesteeren tegen de verhooging van
het bestaande Tarief van Invoerrechten.
In den naam reeds van dit comité ligt
een onjuistheid.
Het noemt zich anti-tariefwet-comité.
Maar het is niet tegen de tariefwet; deze
toch dagteekent al van 1862zy is sinds
dien tyd zelfs al eenige malen gewyzigd
en verscherpten altyd door vrijzinnige
kabinetten.
Minister Van Eyk, in het vryzinnige
kabinet-v. Houten, wist uit de Tariefwet,
door verscherping van toezicht, voortaan
zelfs dubbel zooveel te halen als vroeger.
En zelfs minister Pierson, uit het vryzin
nige kabinet-Goeman Borgesius, vryhan-
delaar eerste klas, stelde nog een verhoo
ging van het Tarief voor met 20 pCt.
Toch vond bovengenoemd comité hierin
geen aanleiding om zich schrap te zetten,
en allerminst om zich aan te dienen als
tegenstander der Tariefwet.
Nu wel.
En dat waarom
Omdat het nu niet gaat tegen de Tarief
wet, maar tegen de verhooging der invoer
rechten, geiyk die door minister Kolkman
is voorgesteld.
Dat comité is derhalve onnauwkeurig
in de keu 5e van zyn naam. Het had mis
schien beter kunnen heeten anti-tarief-
verhooging-comité. Maar dit had allicht
velen niet zoo gepakt, welke met dat
Tarief al sinds een menschenleeftyd in
aanraking kwamen, en van een protest
daartegen van dien kant althans nog nim
mer iets hadden gehoord.
Maar goed, het comité is er, en het
werkt; wy dienen het, in weerwil van
zyn onjuisten naam te woord te staan.
Wy bezien in dit en de volgende nom-
mers van ons blad eenigszins van naderby
de leuzen die het comité met vette letter
drukken liet ter bestrijding van het wets
ontwerp-Kolkman tot verhooging van ons
Tarief van invoerrechten.
III.
Dure tijden in aantocht.
Het anti-Tariefwet-comité zegt, dat „de
Tariefwet" beteekent „dure tyden in aan
tocht".
Wy merken op, dat de Tariefwet, dat is
de tegenwoordige Tariefwet met haar
dertien miljoen opbrengst geen duren tyd
heeft gebracht, in dén zin van overtollige,
drukkende duurte.
Een zoodanige duurte verwacht het
comité van de Tariefverhooging geiyk die
door minister Kolkman is voorgesteld.
Het comité voorspelt die.
Doch dit wil niet zeggen, dat het comité
juist ziet. Het comité kan ook mis zien.
Het bestaat wel uit ryke kooplieden en
groothandelaars, doch niet, naar wy ver
namen, uit profeten en profetenzonen.
Nu, tot dit laatste genus en specimen
behooren wy ook niet.
Doch daarom hebben wy dan ook even
als de heeren van genoemd comité het
recht om een andere voorspelling te doen.
En dan meenen wy te mogen volhouden,
dat de tyden niet zooveel duurder zullen
worden.
Bet is trouwens gansch geen noodzake-
iyk uitvloeisel, dat,wanneer op een artikel
eenig invoerrecht of eenig meerder in
voerrecht gelegd wordt, dit een even
groote prysverhooging voor dit artikel
moet ten gevolge hebben.
Komt, wat wy verwachten, door de
Tariefverhooging de Nederlandsche indu
strie tot meerderen bloei, dan zal er meer
geld onder de menschen komen, en zullen
de menschen eens ophouden jaarlijks,
wegens gebrek aan werk of wegens ge
ringe verdienste van hier naar het be
schermde Duitschland te trekken, waar
de loonen beter zyn.
Het is overigens niet waar, dat alle
beschermde artikelen duurder worden by
nog meerdere bescherming.
In België bijvoorbeeld zyn vele produc
ten goedkooper dan hieren toch zijn de
invoerrechten in dat land veel hooger.
IV.
De tariefwet beteekent vijftig jaar
achteruit, zegt het Anti-Kolkman-Comité.
Naar dien tyd verlangt niemand terug.
Onze vaders weten er van mee te praten,
hoe het toen was.
Onder het oud-liberale régime van het
„laat maar doen" van de schoolwet-
tirannie; de huldiging der valsche vry-
heidde in vergelyking met thans veel
lagere loonenen de verhouding van
ieder voor zich.
Maar wy gaan met deze Tariefverhoo
ging niet achteruit, maar vooruit.
Onze buren voeren maar geregeld aller
lei artikelen vry in terwyi zy hetgeen
wy binnen hunne landpalen voeren, met
inkomend recht bezwaren en zy lachen
wat om onze onnoozelheid.
Zij gingen vooruit, doch wy, wanend
dat de vryhandel het ware was, bleven
staan waar wy stonden, ook met ons
zeer zwakke Tarief.
Nu gaan wy wordt Kolkmans ont
werp wet een heelen sprong vooruit
doen.
V.
De kleine luyden het gelag?
Het Anti-Tarief-Comité bestaat wel
uit ryke luyden, die 't betalen kunnen,
en er heel wat geld aan spendeeren,
om de kleine luyden voor hun denk
beelden te winnendoch niet in hun eigen
belang maar in het belang der kleine
luyden vragen zy verwerping van het
„Tarief-ontwerp" want de kleine luyden
betalen het gelag!
Ware dit zoo, men zou zich re8ds
daarom aan hun zyde moeten stellen.
Maar het Comité bewijst niets van
hetgeen 't beweert. Ook dit niet.
Bovendien, ter eener zyde roepen de
heeren de loonen der landarbeiders zul
len naar boven gaan, omdat alles naar
de industrie trekt. En ter anderer zyde
heet het dat de loonen in de fabrieken
zullen stijgen.
Welnu, die arbeiders by den landbouw
en in de fabrieken zyn kleine luyden.
Indien nu deze menschen op hooger
loonen kunnen rekenen, is dan de voor
spelling wel zoo juist dat zy het gelag
betalen
9
c
Minder waar voor meer geld.
Aldus luidt de vyfde voorspelling van
het „Anti-Tariefwet-Comité".
Ook weer een voorspelling die zij niet
bewyzen.
Bovendien, met de voorbeelden uit de
beschermde staten- België, Frankryk,
Duitschland, en anderen, voor oogen,
mogen wy de profetie verwyzen naar het
ryk der fantasieën.
Voor zoo slecht zien wy onze industri-
eelen en handelaren niet aan dat zy
voor laat 't wezen iets meerder geld,
mindere waar zullen leveren.
Dat de aanvoer van minderwaardige
producten wel een weinig zal ophouden,
gelooven wy wel. België heeft wel meer
het beste voor zich gehouden en het min
dere naar ons gestuurd.
Dat zal nu wel ophouden, wanneer
maar blykt dat onze industrie hetzelfde,
en beter, tot denzelfden prijs, zelf afleve
ren kan.
Bovendien wat praat men toch?
De eerste levensmiddelen komen vry
van 1—5 regels 50 cent, ieaere regel meer 10 cent,
Familieberichten van 1—TOregelr ƒ1.—, ledereregel
mt er 10 cent.
Sss»:
binnen, ook volgens het verhoogde Tarief.
Alleen de bloem wordt 0,4 cent per
kilo verhoogd, doch het is volgens som
migen lang niet zeker dat daardoor min
der waar voor meer geld zal worden
geleverd.
Doch hierovör valt te praten.
26 Maart 1912.
Luctor et Emergo's bekwame redactie
gaat voort met op kalme wyze met leuke,
rake Z9tten de voorstanders der H. B. S.
in den Neuzenschen gemeenteraad te
vervolgen wegens hun onbekookt besluit
in zake de stichting eener Hoogere Bur
gerschool.
In haar jongste no. behandelt zy drie
quaestieshet recht, de behoefte en de
belangstelling.
Wat quaestie een aangaat, schryft zy
Een klein groepje ambtenaren en bur
gers verlangt een inrichting, die aan de
ingezetenen jaariyks duizenden kosten
zal.
Van dat groepje komt op eennnrgen
een adres in: help ons aan die inrichting
de kosten kunt ge wel omslaan op
boer en burger.
Nu ligt het toch voor de hand, zou
men denken, dat de Raad zich eens af
vraagt hebben we wel het recht, te be
schikken over de beurs van allen, om
een stuk of wat vrienden te gerieven
By de acht heeren die dit zaakje dry-
ven en die zelf by na allen behoorden tot
dat groepje verzoekers, komt echter die
vraag blykbaar in 't geheel niet op.
Hun redeneering schynt te wezen
acht is meer dan vyf en daarmede uit.
Naar recht vragen we niet.
't Is zoo, de heer Drost heeft nog
gepoogd een schijn van recht te bewaren
door te zeggenzoolaDg de Raad, Raad
blijft, d. w. z. zoolang hy de meerderheid
der kiezers achter zich heeft, enz.
Doch afgezien van de omstandigheid,
dat het ingediend adres van de meerder
heid der kiezers ook dezen valschen
grond onder zyn voeten heeft weggesla
gen, zou Z.E.A. zich toch niet kunnen
vleien met de gedachte, dat met zulk eene
redeneering het goed recht der acht dry-
vers in den Raad was aangetoond.
Nu kan men natuuriyk in het bewust-
zyn van zyn overmacht zeggen: we
vragen naar geen recht, we doen maar.
Maar dit is altyd een gevaariyk stand
punt.
Onrecht moge voor een tyd zegevieren,
recht en waarheid zullen het ten slotte
toch winnen.
Daarom zouden wij dezen acht heeren
de vraag wel eens willen voorleggen
welk recht hebt gy, om ten behoeve van
enkelen te beschikken over de beurs van
allen
Wat quaestie twee aaugaat wyst zy op
twee Mulo scholen te Neuzen, waar alle
vakken met uitzondering van scheikunde
en staathuishoudkunde evengoed als op
de H. B. S. onderwezen worden. Alleen
boekhouden en handelsrekenen zou men
wat meer willen hebben, dat kan buiten
bezwaar der gemeentekas op een Ran
delscursus geschieden.
Wat quaestie drie betreft erkent de
redactie dat zy zelve ook voor een H.
B. S. heeft gey verdmaar dit was een
vrije, die de gemeente geen cent zou ge
kost hebbenzy heeft echter dit plan
laten varen, dewyi er geen voldoende
belangstelling voor was. En die is er nog
niet. B. en W. geven dit toe.
„Op de vraag in de laatste vergadering
gedaan, waarom men niet begonnen was
met te onderzoeken, hoeveel de omlig
gende gemeenten er voor over hadden,
luidde het antwoord omdat we daarom
trent geen hooge verwachtingen hebben.
Als we 25 leerlingen van buiten krygen
en daarvan 25 maal f 40 meer schoolgeld
ontvangen, gelooven we dat dit voor ons
voordeeliger is dan een jaariykscbe bij
drage van de gemeentebesturen.
Meer heeft men niet noodig, om te
weten, hoe groot hier de behoefte aan
Middelbaar onderwys is.
Het ligt, dunkt ons, voor de hand dat
de Minister by de bepaling van hetRyks-
subsidie met deze uitlating van B. eü
W. wel degeiyk rekening zal houden".
De quaestie begint inderdaad belangryk
te worden.
De 8 heeren die 't besluit doordreven
hebben er wil van. Maar de kiezers,
die hen nu afvallen, ook. Immers Neuzen
is in meerderheid rechts, en koos toch
een liberalen gemeenteraad.
Het heeft zyn verdiende loon. 't Is nu
te laatl
By de candidaatstellingen voor de
Tweede Kamer komt al meer het stelsel
der vergelykende examens in zwang.
Zoo hebben 'in het district Hoorn de
unie-liberale en vry zinnig democratische
candidaten tegen elkander opgeboden,
in een wedstryd, wie van hen wel de
roodste zou zyn, de meeste krachttermen
wist te gebruiken, en het meest kon
afgeven op het Rechtse. Kabinet, en
den „hoogst droevigen" „politieken
toestand."
Op één plaats spraken zelfs twee vry
zinnige heeren, de ander in de tegen
overstaande herberg.
Zoo sprak o. a. zekere heer Nobel op
weinig nobele manier over het Kabinet,
den „zorgvollen" tyd dien de vryzinnigen
beleven, de „miljoenen" die uit de schat
kist worden gehaald ter oprichting en
uitbreiding van „sectescholen", over mi-
nistrieele portefeuilles aan „minderwaar
digen" weggeschonkenover „onbemid
delde" burgers vooral* van wie „vele
offers" worden gevraagd, over de „min
der bedeelden" die hun pensioen „voor
een groot deel uit eigen zak" moeten
betalen, over de „christeiykheid" die de
moeder is van de Tariefwet; enz. enz.
Dit dien toonaard zongen ze allen, en
het publiek juichte. Zelfs een gerouti
neerd staatsman, die te hoog staat voor
een dergeiyke volksmeeting, deed mee.
Het was de heer Fock, oud-gouverneur
van de West, mede een der sollicitanten,
die ook nog ter elfder ure zyn duit in
't zakje kwam gooien.
Hy deed 't zoo handig, dat de voor
zitter der vergadering, die hem eerst
zoo flauwtjes had iDgeleid, schier ver
legen met zyn figuur, aan het slot zeide,
spyt te gevoelen dat rnr. Fock omdat
hy zoo laat in de kampplaats verschenen
was niet nog op andere plaatsen kon
optreden.
Trouwens mr. Fock blies zoo hardop
den hoorn van den vooruitgang, dathy
een oogenblik nog rooder scheen dan
zyn mededingers. Hy werd zelfs staande
de (volks)vergadering op uitnoodiging
van een der aanwezigen Kd van den
Bond van Staatspensioneeringnoemde
den politieken toestand van het oogen
blik hoogst bedroevend, leugende zelfs
een weinig toen hy vertelde dat het
huidige ministerie »door een misleidende
en godsdiensthaat kweekende leuze aan
het bewind gekomen is", en gaf mede
heel wat af op dr. Kuyper en „de Chris-
teiyke regeering.*
Maar mr. Fock is een fatsoeniyk
staatsman, geen propagandist. En het
is de geest vaD den tyd dat juist daarom
niet hy, maar een ander -het wordt.
Want niet zy die rood doen, maar die
rood zyn, genieten de voorkeur.
Het bovenstaande werd geschreven
voor de candidaatstelling te Hoorn ons
bekend was.
Zooals de lezer reeds weet, is mr.
Fock geen candidaat geworden. Bekwa
me staatslieden, koloniale specialiteiten
zyn niet meer in trek by de Liberalen.