No. 149 1912,
Dinsdag 26 Maart
26e jaargang
NIEUWSBLAD
voor mum
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed, S. J, DE JONGE-VERWES Tt te Goes
FEUILLETO N.
F. P. D'HUIj, te Middelbi rg.
PRIJS DER ADVERTENT1ÊN
Wy mochten evenwel al meermalen
wijzen op uitspraken die van meer on
bevangen beoordeeling en van waardee
ring getuigenis gaven.
YEEBËTESIN6.
"~BIHNSHLAÏÏD.
SHRISTEUJK-
3&:£E5*SSSSS&Z3SBm Jt
IE1 IEREN WERKDAG DES AVONDS.
1.25
0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
Prijs per Irie maanden franco p. p..
F.nkele nummers.
EN
9 0 9 0
0 fc b O O
8 mi,
jfcij, die saoh met 1 April es.
op ons blad abonneeren, ont
vangen het tot dien datnnt
grat Is.
25 Maart 1912.
Treurige verschijnselen.
Een deel van ons volk kent den Bijbel
niet meer. Zy zeggen wel schertsend dat
zy hem van buiten kennen, doch dat wil
dan alleen zeggen dat zy alleen den
band van het Boek wel eens gezien heb
ben, doch nimmer een blik in het Boek
zelf sloegen.
Dit heeft dan ten gevolge dat derge
lijke menschen, wanneer zij zich eens
een enkele maal een uitdrukking of een
beeld aan den BJJbel ontleend veroor
loven, danig in hun onkunde te kyk
staan.
Wij geven hiervan vier staaltjes ten
bewjjze.
Het eerste.
In Onze Eeuw schreef de (vrijzinnige)
dr. Kielstra o.a.:
„Het is mij overkomen, dat jongelui,
met eind-diploma van de Hoogere
Burgerschool, bleken nooit gehoord te
hebben van den zondvloed, van
Noach en zjjne zónendat zjj niet
wisten, wat met de „tale Kanaans"
bedoeld werdvreemd stonden te kjjken
als van de gelijkenis van den verloren
zoon werd gewaagd, en op de vraag,
wie bedoeld zou zyn met den Vader
der weezen, antwoordden de Burge
meester Het is toch niet overdre
ven, eenige kennis van dergelijke
»b|jbelsche« onderwerpen te rekenen
tot de kenmerken een er beschaafde
opvoeding
Het middelbaar onderwijs behoort neu
traal te z|jn. Het is 't echter niethet
kan ook niet.
Goed; maar laten de heeren hunnen
leerlingen dan ook inprenten hoe groot
gemak en voordeel hun het lezen van
den Bijbel zal verschaffen; enhoezjjin
algemeens ontwikkeling en kennis hun
ner schoone moedertaal zullen uitsteken
boven alle anderen.
Het tweede.
In haar rubriek «Kerknieuws" geeft
de Nieuwe Eotterdamsche Courant dezer
dagen een beoordeeling van het werk van
ds. Knap «De Heidelbergsche Catechis
mus". De schrijver van deze beoordee
ling schold deze verklaring ouderwetsch,
en hekelde onder anderen de uitdrukking:
zet mi) als een zegel op uwen arm.
Dat deed, zoo schreef hij, denken aan
de gewoonte van de zeelieden, om hun
arm te tatoueeren en dus paste dit heele-
maal niet, om zoo iets van God te vragen.
Op geestige wijze heeft Prof. Geesink
in De Heraut dezen geleerde terecht gezet.
'I Was maar een misetje...
(Ingezonden.)
Ik ga een verhaaltje vertellen. En 'k
hoop dat de ouders, die anders de krant
niet zoo graag in handen van de kleinen
zien, dit verhaaltje aan hen zullen laten
lezen of vertellen. Geen verhaaltje van
tijgers of leeuwen of van iets gebeurd
in verre landen waar wilde menschen
wonen, maar van iets dat ik Zondag
middag op ons mooie Walcheren, by
Middelburg zag. Niet iets wondermoois.
O, neen, 't is maar over een muschje,
een arm, klein muschje.
't Was eerst een eitje geweest en 't
had gelegen in een klein nestje. En moe
der musch was er op gaan broeden en
daar was een klein muschje uitgekomen.
En moeder musch had er voor gezorgd,
zooals onze moeder voor ons zorgde. En
't kleine muschje had veertjes gekregen
'k Begrijp zeer goed, zei prof. Geesink,
dat deze geleerde 't boek van ds. Knap
niet begrijpt. Hy kent den Bijbel niet.
Anders had hij geweten, dat bjj deze
beeldspraak gansch en al niet gedacht is
aan een getatoueerden zeeman, maar
aanHooglied 8 6, waar wij lezen
„Zet mij als een zegel op uw hart, als
een zegel op uwen arm; want de liefde
is sterker dan de dood, de ijver is hard
als het grafhare kolen zijn vurige kolen,
vlammen des Heeren."
Deze recensent is een redacteur, met
de kerkelijke rubriek belast, en wegens
de opvatting zijner taak dezer dagen door
ds. Lamers in dat blad hoogeltjkgeprezen.
Met de Bijbelkennis van dien man
staat het zwak.
Het derde.
De vrijzinnige Prov. Gron. Courant
schreef eens naar aanleiding van het
zeggen van een socialist, dat de anti-rev.
partij in haar huwelijk met de Roomsch-
katholiek trouwde om het geld Dr.
Kuyper begreephet is niet goed dat de
anti (maD) alleen zij
En toen liet hjj, met deputaten als ge
tuigen, den stoeren CalviDist trouwen
met de „afgodische", maar schoone en
invloedrijke Katholica. Straks, wanneer
de centen binnen zijn, wordt het huwe
lijk ontbonden en Katholica, als een an
dere Hagar, de woestijn ingezonden. Maar
zonder een Ismaël, die haar troost in
heur ballingschap".
Het is de Nieuwe Provinciale, die dit
meedeelt, en er 't volgende aan toevoegt
Zuiver was de beeldspraak hier zeker
niet. Maar er sprak dan nog het bewijs
uit, dat men de geschiedenis van Abra
ham en Hagar eenigermate, zij het dan
ook niet voldoende, kende.
Maar nu komt er een inzender, en die
begrijpt er blijkbaar niets meer van.
Want hij eindigt zijn fel schrijven aldus:
Of bewaarheid zal worden, wat de
schrijver in de Provinciale zei, nl. «dat
wanneer „de centen" binnen zijn, het
huwelijk ontbonden zal worden en
Katholica, als een andere Hagar, de
woestijn in zal worden gezonden," be
twijfel ik. De „invloedrijke Katholica"
zal zich niet zoo gemakkelijk laten
afschepen. 't Is eerder mogelijk, dat
zy den „stoeren Calvin us" de woestjjn
inzendt zonder „een Ismaöl, die hem
troost in zijn ballingschap."
De Bijbelkennis ook van dezen inzen
der staat beneden peil.
Het Vierde.
Den meest komischen blunder maakte
de vrijzinnig democratische Nieuwe Arn~
hemsche Courant. Sprekende over een
pas verschenen brochure, waarin de
Tariefwat werd bestreden, nam het libe
rale blad de gelegenheid te baat om ds.
en 't was sterker geworden en eindeljjk
uitgevlogen. Met moeite den winter door
gekomen als er haast geen eten was.
Maar nu was het weer lente. Lente
daarbuiten. God toont opnieuw Z|jn
wonderen in de natuurde knoppen der
hoornen, die nog schuchter de eerste jonge
blaadjes vertoonen, spreken van nieuw
leven en stemmen mensch en dier blijde
en opgewekt.
't Muschje was uitgevlogen zoekend
zjjn voedsel, nog scbaarsch te vinden,
tot het eindelijk 't in ruimen overvloed
vond. Maar
Ja, nu moet ik iets vertellen dat ik
liever niet deed. Ik was altijd blij een
Zeeuwsche jongen te zijn geweest. Maar
nu moet ik iets vertellen van Zeeuwsche
jongens, dat me niet meer blij doet zijn.
We deden een kleine wandeling, langs
Middel'ourg's singels en den de «Nadorst"
de or en toen linksaf naar de Yeersche
weg. 't Jong leven dat we zagen stemde
ook ons vrooiyk en opgewekt.
Maar die stemming werd verstoord.
Onze weg leidde over een hofstede. De
Petersen, uit Veendam, een hatelijkheid
te zeggen. Het schreef over hem:
Wij hopen, dat dit werk veel gelezen
zal worden en daardoor veel nut zal
doen. Het zjj bovenal Dominé Peter
sen, die nu als lofredenaar van het
Tariefontwerp rondreist, ter lezing
aanbevolen, wellicht roept hij dan wol
met Samech uit den 119den Psalm
„Het haar mijns vleesches is te berge
gerezen van verschrikking voor u, en
ik heb gevreesd voor uwe oordeelen".
En hij zal voortaaD het bespreken
van het tariefontwerp overlaten aan
der zake kundigen.
Wij hebben het hier dus over „der
zake kundigen"En wie is nu de beer
Samech, met wien volgens de Nieuwe
Arnhemsche Courant de predikant samen
iets moet uitroepen?
Och, de Psalmen zijn, zooals men
weet, verdeeld in verzen en nu staat in
het Psalmboek van de redactie der
Nieuwe Arnhemsche Courant boven enkele
verzen, als bijvoorbeeld in dezen H9en
Psalm de letters van het Hebreeuwsche
alphabet, maar in hun Hollandsche
namen, te wetenAleph, Beth, Gimel,
Daleth, enz. En zoo komt daar nu ook
voorde letter Samech.
En deze letter nu zag de redactie voor
een persoon aaD. o, Sancta simplicitas!
Wat maken dergelijke mensehen met
hun te pas brengen van een Schrift
woord zich toch belachelijk.
De bioscoop.
De bioscoop heeft een mooie toekomst,
ook als hulpmiddel bij het onderwijs.
Er moet evenwel gezorgd worden dat
zjj uit het oogpunt van kunst en fat
soen haar goeden naam niet beclerft.
Zoolang dit onzerzijds beweerd wordt,
zal dit van vrijzinnige zy de niet gemak
kelijk worden toegestemd.
Maar dit zal wel anders worden, zoo
dra wij een beroemden naam uit die
kringen kunnen noemen, die het met
ons eens is.
Zoodanig een hebben wij gevonden.
W|j lezen namelijk in de kunstkroniek
van Frits Lapidoth in de Nieuwe Courant
o.m. het volgende over de bioscopevoor-
stellingen
De aard der voorstellingen is vaak
vaD dien aard dat z|j gevaar opleveren
voor den goeden smaak en het gevoel
der, voor indrukken zeer ontvankelijke
personen (stierengevechten, ongeluk
ken, zekere komische tafereelen etc.).
Alweer juist. Maar, wat in verband
met de tooneel films beweerd is, kan
ook hier gelden een verkeerd gebruik
van de bioscoop is af te keuren maar
de bioscoop is daardoor niet veroordeeld,
evenmin als de fotografie door den
van 1—5 regels 50 cent, tedere regel meer 10 cent.
F; milieberichten van 1—10 regels 1. -, iedere regel
nu er 10 cent.
»baas« was zeker niet thuis, dat hoop ik
althans, maar jongensstemmen klonken
van achter het huis.
En toen
Drie jongens, met een knuppel rond
een kiekenren, en, er in, gelokt door de
graankorreltjes het arme, kleine muschje
waar ik zoo straks van vertelde. 'tHad
eindelijk een ruimen maaltijd gevonden,
maar dicht was gevallen het klepje en
de voorraadschuur was een gevangenis
geworden. Nu stonden de »dappere«
jongens er rond, een knuppel in de hand.
In doodsangst vloog het diertje tegen
de tralies, en dan »slaet em« en pats
ging de stok tegen het teere lichaampje,
dat het neersloeg tegen den grond, tot
het weer opvloog als de jongens het
prikteD met het puntige einde der stok
en het weer opvloog tegen het ijzer en
het weer een slag kreeg van die gemeene
rakkers. Reeds een tijdje waren ze bezig,
want we hadden de stemmen reeds en
kele minuten gehoord, toen we dachten
dat het vroolijke jongensstemmen waren.
En voor we wisten wat er eigenlijk
verkoop van onkuische voorstellingen,
chantage door middel van fotografie,
enz., enz., enz. Scherp toezicht van
overheidswege zal zijn aan te bevelen,
zoodra ook hier te lande over misbruik
van de bioscoop wordt geklaagd en
men zal wel doen niet alleen onzede
lijke, maar ook smaakbedreigende en
't normale gevoel kwetsende voorstel
lingen te verbieden. Ook het schoon
heidsgevoel van de jeugd dient be
schermd.
Hier is meer dan schoonheidsgevoel
in gevaar.
Maar 't is alvast iets gewonnen, wan
neer schoonheidsgevoel door contröle op
de bioscopen afdoende beschermd wordt.
Zedelijkheid.
De vrijzinnige spreker van den laatst-
vorigen Zaterdagavond te Goes heeft één
oogenblikje den draak gestoken met de
zedelijkheidswetteu die „de prentbrief-
kaartjes" aanpakken.
Tot vermaak natuurlijk vaneen enke
len radioo-socialist achter in de zoo goed
als leege zaal.
Men moet namelijk weten dat het
hoorderental van 150 vóór de pauze tot
ongeveer vijftig na de pauze geslonken
was.
Dezer dagen bracht in de vergadering
eener afdeeling van het Ned. Genoot
schap tot Zedeiyke Verbetering der Ge
vangenen de vrijzinnige dokter Mesdag,
geneesheer aan de gevangenis te Gro
ningen, de reclasseering van ontslagen
gevangenen ter sprake en nam hij de
gelegenheid waar den arbeid van den
minister van justitie te prijzen.
Een honderdtal kreten van onbevoeg
den wordt door één zoodanige beoordee
ling van een man van de praktyk ge-
makkeiyk opgewogen.
In de laatstedriestar in ons vorig no.
staateen feudale bron. Leesbaron.
Tweede Kamer. Het plan is om de
Tweede Kamer Vrydag met Paasch-
reces te doen uiteengaan en de vacantie
niet langer te doen duren dan tot de
tweede helft van April of het begin van
Mei, ten einde, na hervatting van de
werkzaamheden, het debat over de Bak
kerswet voort te zetten, indien dit
deze week mocht kunnen begonnen
worden en verder te behandelen het aan
gevraagde pantserscbip, en de Ziektewet.
gebeurde of een hand konden uitstekeD,
kwam voor 't laatst één der stokken
neer op het kleine, teere kopje en 't
beestje lag neer, nog eens trekkend met
de pootjes. En sarrend klonk het Huüü
van de rekels, zich sterk voelend door
de nabijheid van 't ouderlijk huis en den
woest tegen ons, vreemden, blaffen den
kettinghond. En 't slot? Het stervende
diertje gegeven aan de kat en zich ver
maakt als deze de scherpe klauwen sloeg
in 't weeke lichaampje, om daarna weer
het valletje open te zetten tot weer een
muschje zou komen
We konden er niets aan doen, maar
onze blijde stemming was verstoord
Weet je wat ik wenschte, „dappere
Zeeuwsche jongen", jy, de grootste van
de drie, ik wenschte dat ik nog een
jongen was, even groot als jy, en
ik had achter je geloopen tot ik je
had en 'k had je op je lichaam geslagen
ge zy t den naam van Zeeuw niet waard.
Raast buiten in 't veld, spring slootje,
haal desnoods kattekwaad uit, maar
datBah 1 Da's gemeenWy zouden
Bond van Geref. Jongelings-vereeni
gingen. 25 October 1913 zal het 25 jaar
geleden zyn dat deze Bond werd opge
richt. Het Bondsbestuur besloot aan de
e.k. Bondsvergadering voor te stellen de
Bondsdag in 1913 O.V. te houden in de
week van 21 25 October 1913 te Amster
dam. Met het oog daarop stelt het Bonds-
bestuur voor den gewonen jaarl. Bonds
dag op Hemelvaartsdag in 19! 3 niet te
doen plaats hebben. De jaarl. algemeene
vergadering zou dan kunnen samenval
len met de feestelyke herdenking van
het 25-jarig bestaan in October 1913. Ver
der stelt het Bondsbestuur voor, dat de
Bondsvergadering besluite als herinne
ring aan het zilveren jubilé, over te gaan
tot de stichting van een algemeen fonds
voor den Bond.
KUNST EN LETTEREN.
Het nummer van Eigen Haard van
deze week is bizonder goed voorzien
van interessante illustraties en van actu
eel nieuws in het byblad.
In het nummer zelf vinden we het
eerste gedeelte van een roman van P.
Heinoo „Een zaak van eer", dan schryft
de heer A. B. Wegman ovér den Meer-
hoef, zet Generaal Wupperman zijn stu
die over »Nederland voor honderd jaren"
voort en geeft een ongenoemde een cau
serie over den Dollard en zijn omgeving.
Van de illustraties, die in het „Van
Week tot Week" bijvoegsel zijn opge
nomen, vermelden wy in het by zonder
68n paar kiekjes van de in de Zuiderzee
gevangen Narwal, meteen by schrift van
den heer A. F. J. Portielje, een opname
van het bezoek van H. M. de Koningin
aan IJmuiden, enkele dagen geleden al
daar gebracht, illustraties betrekking
hebbende op de mynwerkersstaking, den
aanslag op den Koning van Italië, de
verzakking van het dorp Warmifontaine,
den vcetbalwedstryd te Huil enz.
mm raoTCsroza.
Middelburg. Door de politie is proces
verbaal opgemaakt tegen den winkelier
H. D. uit de Gravenstraat alhier, wegens
mishandeling van het 10 jarig zoontje
van zyn buurvrouw, de wed. H.
Goes. Een romantisch aangelegd jon
getje, de 15-jarige R., een „boefje" dat
al meer met de politie in aanraking kwam,
en bij zyn straatslenteren het bewys
levert van het bekende spreekwoord
ledigheid is des duivels oorkussen, heeft
Zondagmorgen, terwijl zijn ouders en
broer naar de kerk wareD, zich met ge
weld toegang verschaft tot de ouderlyke
woning, en een kast opengebroken, waar
uit hy eenig lijfgoed en een som geld
stal, waarna hij met een rywiel van zijn
broer en 't overige gestolene er van door
ging. De politie onderzoekt de zaak, en
je valschaard hebben gescholden en niks
meer met je te maken willen gehad
hebben.
Nu tot jullie, andere Zeeuwsche jon
gens, die misschien meer ondeugd uit
haalt, maar dat toch zeker niet doet,
nu tot jullie
'tls weer lente. En Woensdags en Za
terdags ontvlucht ge de *tad of gaat
buiten 't dorp als echte jongens. En Jk
hoop u te ontmoeten, springend en dart
iend en uitschallend het jonge leven,
dat daar leeft in uw borst.
Maar waar je zelf geniet, laat het dan
ook de bljjd.e vogeltjes doenof het *t
vinkje is dat zoo mooi kan zingen of
«slechts" een arm, klein muschje dat
sjilpend vertelt hoe vrooiyk het is.
Laat het zingen, laat het fluiteD, laat
het sjilpenmaar laat ik je nooit zien,
dat doende wat 'k zag op dien mooien
Zondagmiddag. Want dan ben je wat
geen echte Zeeuwsche jongen mag zyn
een lafaard.