ris
I
i f.6,
No. 141 1912.
Zaterdag 16 Maart
26e Jaargang
VOOR ZEELAD
E KOOP
a Tain,
ETSEI
ften
'E KOOP
id HDIS,
srskneeht
3HRISTÈUJK'
f,egE|
HSSTOR1SGK
Hugo Jam, ie Stedebode
van Middelburg.
elburg
Geit.
yiecht
knecht
stigd is aen
1, en beslist
aar is
p r ij s
hikt is voor
18.
Bz.,
oskerke W
DREW,
•iewegeu.
|il 0» Mei, bij
mme.
Sëj GË3
|F"
■eten, van
CLAUS te
?enwoordigen
i e s.
tan bedrijf
Ireven wordt.
bij den be-
ÜJN, Melk-
lend methoef-
Idipl. Smid te
tdijk, Krab-
in dienst te
S, Wissen-
L, v. g. g. v.
|chgeld.
Haagweg 60
lag-
VERSC HIJNT ZESMAAL Pm WEEK
Wed. S. J. DE jONGE-VERWES F, te Goes
F. P. D'HUIj, te i» iidc!elbi rg.
Bij dit nummer behoort een Bplad*
24
FEUILLETON.
Hy scheen wat ongeduldig te worden
PRIJS DER ADVERTENTIËN
(R7EJ1.
'est - Goer
leer Arends-
ULENBERG.
1»
tveulen,
en droge
&rd,
EN, West
gestroo.
1t e n
[SSCHA.ART,
V lissingen.
te-Verwest Goes
'1^1'
IE1 IEREN WERKDAG DHS AVONDS.
1.25
ft 0.0' -
Prijs per lrle maanden franco p. p.
Hnkele nummers.
a 8 a o 5
UITGAVE Drlft-FIRMAS
EN
SS» JH ÏSSHSKSJ tg 4'Mfc SS -
14 Maart 1912.
De Rijksmiddelen liepen in Februari
williger dan zyn naamgenoot van 1911.
Het verschilt ruim één miljoen. Dit komt
omdat de meeste belastingen hooger lie
pen.
Met name de bedrijfsbelasting en
de invoerrechten gingen resp. met 163
en 134 duizend gulden vooruit; grond
lasten en de vermogensbelasting resp.
met 91 en 38 duizend; de accfjus en
gedistilleerd gaven een accres van resp.
147 en 143 duizend guldende staats
loterij en posterijen vermeerderden resp.
met 82 en 69 duizendde rykstelegrafie
en de loodsgelden resp. met 30 en 23
duizend.
Slechts een enkele bron van inkomsten
verminderde, onder welke de successie
rechten met ruim één ton.
Nu reeds is in opbrengst 1912 zijn
voorganger met 1265 duizend gulden
vooruit.
Dat het zoo blij vei
De heer J. Kuiper hoofd een er Chr.
School te Leeuwarden, betuigt in De Ne
derlander zijn ingenomenheid met het
Bchoolbouwwetje, van hetwelk hij voor
onze Chr. Scholen goede resultaten ver
wacht, mits er worde opgericht„een
Commissie van advies en van propa-
panda voor het bouwen van Chr. Scholen".
Deze commissie zal tot taak moeten
hebben
lo bemiddeling voor 't geval een tweede
Chr. School bi) mogelijke slecht gemo
tiveerde oprichting een reeds in die ge
meente bestaande vermoorden zou.
2o onderzoek van toestanden en plan-
neD voor schoolbouw, en naar gelang
van omstandigheden verschaffing, van
goeden raad.
3o aansporing op plaatsen waar een
Chr. School hoog noodig is doch laksch-
beid der vrienden de stichtiEg belet.
Wt) acnten met den he8r K. een der
gelijke propagandacommissie dringend
noodig.
Door haar optreden mat bovenom
schreven drieledig doel zal zij, zij 't ook
niet altijd, kunnen voorkomen dat in
een kleine gemeente in plaats van één
bloeiende school, twee kwijnende scholeD
onderhouden worden twee Chr. Scholen
vlak naast of vlak tegenover elkander
opgericht worden bd daardoor elkander,
i -vsemmn waewü
wel niet in figuurlijken, maar dan toch
in letterlijken zin, hinderenplannen
voor schoolbouw onuitgevoerd blijven,
omdat een eDkel toongevend kerkeraads-
lid vaD meeniDg is dat het »openbaar"
ónderwjjs zoo „christelijk* is dat in
zijne gemeente geen Christelijke School
noodig is.
Ook hier geldt de eischvoortvaren,
ook met de organisatie van het Chr.
onderwijs in Nederland.
Schoolraad, Gereformeerd Schoolver
band en Schoolvereenigingen zijn de aan
gewezen lichamen.
a
Zie naar Frankrijk
Het vrijzinnig democratische Kamerlid
Limburg hield eenige jaren geleden in
een kiezersvergadering Frankrijk aan
zijn hoorders voor als het land, welks
goede voorbeeld zij hadden te volgen.
Een opwekking die allen grond mist.
Immers bijna in ieder opzicht kan
Frankrijk gelden als het afschrikkend
voorbeeld.
Frankrjjk legde zjjn godsdienstzin af
haalde het ongeloof in dweept met de
revolutie, verteert zijn nationale kracht
door middel van het neo-malthusianisme,
huldigt de valsche leer der volkssouve-
reiniteit ook in de volksvertegenwoordi
ging, waardoor de volksvertegenwoordi
ger al meer de boodschapjongen zijner
kiezers wordten de slechte elementen
tot zelfs over het gezag den baas spelen.
Een stuitend staaltje hiervan lazen wij.
Dezer dagen heeft een der vele ban
dieten, die tot zelfs op klaarlichten dag
het leven der Parljzenaars bedreigen, een
politieagent vermoord. Op het graf van
dezen martelaar klaagde zelfs de com
missaris van politie dat er tegen deze
„apachen" zoo weinig te doen valt, wjjl
de justitie veel te zacht tegen hen op
treedt.
Voorts is uitgelekt dat deze misdadi
gers zelfs door de mannen die Frankrijk
regeeren, worden gesteund.
Voor. de achtste strafkamer, verscheen
dezer dagen aldus Het Centrum
een persoon die reeds veertien vonnissen
achter den rug had en in September 1908
tot deportatie was veroordeeld. Nu enkele
maanden geleden, toen zijn gevangenis
straf was geëindigd, had hij naar Cayenne
moeten worden gezonden, doch„zijn"
afgevaardigde bemoeide zich met het
geval. Zijn Hoogedelgestrenge wist zoo-
j waar van den minister te verkrijgen dat
het verbannin gsdecreet werd in getrokken,
Een verhaal uit het jaar 1567,
door
CHR. HONDIUS.
Hoofdstuk X.
Met Heer Haeck op de Schelde.
Aan de werf te Antwerpen heerschte
Zaterdag 1 Maart 1567 een diuk vertier.
Tal van zeilschepen lageD aan den
wal gemeerd om te laden of te lossen
en daarbij ook het beurtschip op Mid
delburg, dat gereed lag te vertrekken.
^Reeds waren de luiken gesloten, spoe
dig zouden de zeilen worden geheschen
en de tocht naar Middelburg ondernomen.
Reeds hadden eenige passagiers op 't
dek plaats genomen, terwijl anderen nog
aan den wal vertoefden in druk gesprek
met vrienden of familieleden, van wie
zij weldra afscheid zouden nemen.
Onder de passagiers, die op, de kade
heen en weer wandelden, behoorde ook
heer Adriaan Claesz. vroeger burge
meester en dit jaar schepen, van de
»tad Middelburg.
en richtte zich eindelijk tot den schipper
met de vraag„gaan we spoedig vertrek
ken de tijd dringt, anders verloopt het
getij".
„We kunnen ieder oogenblik onder
zeil gaan", antwoordde de schipper, ik
wacht echter nog één passagier en wel
den oud-baljuw van Middelburg, Pieter
Haeck, die in d'Oude Zwaan op de Co-
perbrug logeert en mij verzocht heeft
niet te vertrekken, voor hij aanwezig was.
Ik zal mijn knecht nog even naar de
„Oude Zwaan" zenden, want 't wordt
anders te laat."
't Duurde echter nog geruimen tyd eer
de verwachte verscheen. Hij was verge
zeld van een edelman naar 't scheen,
„middelbaar van statuur niet vet van
aangezicht, omtrent 34 a 36 jaar, stil van
manier en gevolgd door een knecht, lan
ger van statuur dan de edelman".
Onmiddellijk na hun aankomst gaf de
schipper bevel de loopplank in te halen
en van wal te steken.
Spoedig was het midden van den
Scheldestroom bereidzeilen werden ge
heschen en er werd koers gezet naar
Zeeland.
Aangezien het weder guur was, hadden
de meeste'passagiers zien naar de kajuit
begeven, alwaar een heerlijk turfvuur
brandde.
Ook Haeck en zijn medereiziger, dien
wfj later zullen leeren kennen als
v in 5 regels 50 cent, ieaere regel meer 10 cent
F, milieberichten van 1—10 regels 1.—s iedere regel
nti er 10 cent
tra .'^i^_K«;».a3«ses3jraw<ea®1,
en den vriend van den afgevaardigde
werd enkel het verder verblijf te Parijs
ontzegd.
Doch wat deed het gevaarlijke heer
schap? Hij kwam in Januari 1.1. toch in
de hoofdstad, verborg zich daar volstrekt
niet maar vertoonde zich in het politie
bureau zijner wijk.
Hij had namelijk een briefje bjj zich
van „zijn député", (afgevaardigde in de
Kamer) waarin den commissaris van
politie word verzocht een oog dicht te
doen. De heer dief wilde te Parijs trouwen
en zou daarna weer weggaan.
Nu, zulk een beleefd briefje van een
Kamerlid, die tot de regeeringsparty be
hoort heeft altijd uitwerking en het
oogje werd dicht gedaan.
Met het gevolg f
Dat de heer dief wérd betrapt op nieu
wen diefstal in een grooten bazaar.
Ook bleek, dat de maü, die trouwen
wilde reeds zeven jaren was getrouwd.
De brieven van den député werden ter
rechtszitting voorgelezen.
Wij herhalen hetgeen boven deze drie
star staatZie naar Frankrijk.
Doch wij heffen daarbij den waarschu
wenden vinger op. Want hetgeen deze
„afgevaardigde" ten gerieve van dezen
kiezer vroeg en verkreeg typeert een
heelen toestand van afdreiging en om-
kooping en zelfverlaging, die ook in ons
land eenmaal zijn intree doeten waarbij
de brutalen het derd deel van de wereld
hebben zullen. Alles ten gevolge van het
verlaten der oude paden.
Het Volk geeft wel eeDS oolijke pby-
sionomieën, zoo niet aan een Kamerzit
ting dan toch aan een Kamerspeech.
Aan zoo een schetsje ontleenen wij
het volgende, natuurlijk van de eenigs-
zins hatelijke bijkomstigheden ontdaan.
Het betreft de rede van den heer Loh-
man aan het eind der zitting van 12
Maart.
De heer De Roode (de verslaggever)
vertelt
De heer Lohman ging by uitzondering
naar de sprekerstribune en las een klaar
gemaakte speech.
De heer Van Dedem deed, alsof het
hem niet aanging; maar de strakke on
verzettelijkheid waarmee hij in zyn bank
bleef zitten werken in een veel grooter
papierenzee dan hy ooit noodig had voor
zyn studiën, bewees, hoezeer de zonder
linge kuur van zyn ouden vriend hem
heer Jan van Thoulouse, den broeder van
Marnix van St. Aldegonde, hadden daar
plaats genomen en waren al ras in een
druk gesprek gewikkeld, dat echter slechts
fluisterend gevoerd werd.
Gelukkig was er nog een ander pas
sagier uit Middelburg aan boord, name-
Ijjk Pieter Simon Cost in „den Gouden
Pot" by wien Adriaan Claesz. zich voegde
om al pratende den tyd te korten.
Op de hoogte van Austruweel, een
dorp op een half uur afstand van Ant
werpen gelegen, werd de aandacht van
Adriaan Claesz., die zich toen toevallig
op het dek begeven had, getrokken door
een meer dan gewone drukte, welke daar
heerschte.
Op den dyk toch ontwaarde hy tal van
krygslieden, gewapend met vuurroeren
en zydgeweer, welke mannen biykbaar
ingescheept werden in drie vaartuigen,
die aldaar in de nabyheid lagen.
Hy riep onmiddeliyk zyn reisgenoot en
wees hem op hetgeen hy aan den wal
gezien had.
Beiden putt'en zich uit ic het maken
van gissingen omtrent de bedoeling dezer
krygstoerustingenzy konden hun
nieuwsgierigheid echter niet bevredigen,
want het schip zette zy'n reis voort en
al ras was alles aan hun spiedende blik
ken ontrokken.
Na ongeveer drie uren gezeild te heb
ben, was men genaderd omtrent Honte-
smartte.
Maar wat de heer Lohman zei, was
zoo mal niet. Of gy al den gouverneur-
generaal da lepningen laat sluiteD, was
zyn betoog, zoolang Indië ge?n eigen
volksvertegenwoordiging heeft, blyfthet
srouvernement daar een filiaal van den
Nederlandschen Staat, en moeten wy
bier voor de daden der ambtenaren daar
opdraaien. Daar verhelpen de mooiste
wetten niets aan. Hy lei dat breedvoerig
uit, en de heer Van Karnebeek, de wy ze,
en kolonel Verheij, van de mariniers,
stonden met voorovergezakt hoofd en
gesloten oogen zyn betoog na te deDkeo.
Ook de heer Van Wassenaer van Catwijck,
van Katwyk, die als lichtmatroos een
maal aan den evenaar heeft geroken,
rekte het hoofd uit, met een restantje
van den ouden eerbied voor zijn partij
leider. Eu de heer Drucker luisterde,
uit oude gewoonte ook. Dat wil zeggen
hy deed alsof hy luisterde; maar hy
keek telkens verstrooid naar het publiek
op de gereserveerde tribune, dat maar
niet kwam. En dan draaide hy om op
zyn hielen. Want ingespannen, met
vromen eerbied, luistert de heer Drucker
alleen als een vryziDnig d9inokraat aan
het woord is.
De heer Van Idsinga daarentegen, de
onpartijdige, de rechtvaardige, die zich
niet bekommert om den persoon die
spreekt, maar alleen vraagt wat er wordt
gezegd, was vol aandacht. Hij nam zyn
neuswortel tusschen duim en wysvinger,
en keek dan strak in zyn hersenkas.
Dit is het klassieke gebaar voor den
doortrapten luisteraar. Gelukte het hem
ook- zoo nog niet, tot klaarheid te komen,
dan perste hy met de linkerhand op den
schedel, tot het laatste restje iDtellekt
uit zyn zeüuwen straalde.
De heer Boogaardt stond vlak by, en
ginnegapte Die had zyn geschreven
speech in den zak, en stond klaar, ze
onmiddellijk na den heer Lohman af te
draaien. Mjjn spreken is lezen, zingt
deze naïeveling, en hy beseft niet, welk
een zelfvernedering er ligt in die be
kentenis. En de heer Eland luisterde,
zooals hy altyd luistert, dag in, dag uit,
naar allen en naar alles, veroordeeld om
te luisteren door zyn luisterziekte, be
rustend, met een stille hoop, dat eenmaal
het uur der verlossing zal slaan.
De heer Bos echter, naast den lesse
naar, teekende naarstig de woorden van
den heer Lohman op in zyn notitieboek,
en zette de weerlegging eronder. Het
nisse bij een plaatsje genaamd Kaifstaert.
Aangezien het gety thans verloopen
was, liet de schipper het anker uit
werpen.
De passagiers begrijpende, dat ze in
de eerste uren het doel van hun reis
niet zouden bèreiken, openden hunne
reiszakken en brachten den proviand te
vorrschy'D, waarvan zy zich voor den
aanvang der reis hadden voorzien.
Ze zeit'en zich aan de tafels in de
kajuit om de spys te verorberen.
't Trok de aandacht van Adriaan Claesz
en Pieter Cost, dat de knecht van den
medereiziger van Pieter Haeck, die by die
gelegenheid zyn mantel uittrok, gekleed
was in een zwart harnas, dat hy mede
uittrok, om zich wat gemakkelyker te
kunnen bejegen.
Weldra waren de spijzen gebruikt,
velen verlieten de kajuit en begaven
zich aan dek om zich van de weersge
steldheid te vergewissen en te onderzoe
ken of de tocht ras zou worden voort
gezet.
Ook Haeck volgde dit voorbeeld en
was spoedig in gesprek geraakt met den
schipper, die hem biykbaar niet onbekend
was.
»Naar verluid wordt", zeide Haeck,
zijD er gisteren soldaten op Walcheren
gelandik wenschte wel gaarne te weten
of dit gerucht waarheid behelst."
Juist schoot hun een zeilschip voorby,
hersenwerk stuwde zijn lorg et omlaag
langs zyn neus, en ais de heer Bos het
weer opheesch, riep hy meteen den bode,
en liet hem dikke, dikke boeken aan
sjouwen, zoodat hy eindeiyk, klaar tot
een daverend verweer, in een vestiDgwal
van folianten stond. Die zal Lohman
den lezer verpletteren.
Tot verduideiyking herinneren,;wy, dat
de heer Lohman bij de algemeene be
schouwingen over het wetsontwerp hou
dende twee wijzigingen in de Indische
comptabiliteitswet, n.l. om Indië rechts
persoon te verklaren, juridische gronden
en met een beroep op meer dan één
viyzinnige specialiteit heeft aangetoond
dat deze rechtspersoon-verklaring Indië
nog niet tot rechtspersoon maakt, wyi
het een orgaan mist om zich als zoo
danig te doen geldenzoodat moet aan
gestuurd worden op eigen vertegen
woordiging van Indië. Een denkbeeld
dat wy met een „let op de teekenen der
tyden", van harte steunen.
Tweede Kamer.
Donderdag heeft de Kamer het wets
ontwerp inzake de rechtspersooniykheid
van Nederlandsch-Indië afgehandeld en
de Armenwet en de Erfgooierswet zon
der hoofdeiyke stemming aangenomen.
Daarna werd de Vogelwet in behande
ling genomen, waarover door verschil
lende Kamerleden breedsprakige alge
meene beschouwingen werden gehouden.
Volgens sommige leden ging de be
scherming der nuttige vogels niet ver
genoeg, volgens anderen weer veel te
ver. Een derde bestreed het systeem
van de wet en nog een ander wees op
de mo8ilykheden in de practyk.
De heer Tydeman verkondigde zelfs
de zonderlinge stelling, dat alle vogels
moeten worden beschermd, om het even
wicht in de natuur te bewaren. Algemeen
werd het ontwerp echter geprezen als
zynde in het belang van de nuttige vo
gels zoowel als in dat van den landbouw.
Intusscben is het een frissche gedachte,
dat onze volksvertegenwoordigers juist
in dezen tyd van het jaar, nu alle vogels
buiten beginnen te kweeien, te kwinke
leeren en te fluiten, zich bezig houden
met een ontwerp tot bescherming van
vogels.
dat biykbaar van Viissingen kwam.
„Zou 't ook mogeiyk zijn, dit van de
opvarenden te weten te komen", vroeg
Haeck.
„Wé kunnen 't beproeven", zeide de
schipper en een scheepsroeper aan zyn
mond zettende, informeerde by by den
voorby zeilenden schipper of net waar
was, dat er op Walcheren krijgslieden
waren geland.
Het antwoord liet niet lang op zich
wachten.
Luide weerklonk het
»Ja gisteren«.
»En hoeveel zyn er?«
»Naar men zegt 500, maar die ze geteld
hebben zeggen, dat er 180 zyn, welke
gelegerd zyn onder 't kasteel Rammekens
of by Welzinge*.
En ten aanhoore van allen, die zich
op 't dek bevondeti, zeide Haeck dit ver
nemende
„Wel zeker, ze zullen morgenavond
geknapt worden en geslepen".
Inmiddels begon de avond te vallen,
de meeste passagiers trokken zich texug
iD de kajuit om by net warm h rardvuur
verkwikking te zoekensommigen
trachtten in hunne mantels gewikkeld
zich door slapen den tijd te korten.
(Wordt vervolgd.)