No. 130 1912,
Maandag 4 Maart
26e Jaargang
SHRISTELiJK-
VOOR ZEEL A
VERSC HIJNT ZESMAAL PER WEEK
By dit nummer behoort aen Bplad.
Wed. S. J. DE JONGE-VERWES F, te Ooes
F. P, D'HUIJ, te Midcïelbt rg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
5 WEK&ESSB?*
IEI IEREN WERKDAG D5.S AVONDS.
Prigs per ïrle maanden franco p. p.
Htikele nummers.
o e e q o
1.25
0.05
hdë 'Sm wmcamsB
'/.ij, die zich met 1 A.pril a. e.
op ou» blad abonflcereu, ont
Taaien het tot diön datum
gral t
Her 153s:„
De heryk der maten en gewichten zal
plaats hebben op de volgende dagen
Vlissingen: 4, 5, 6, 7, 8,11,12,13,14,
15,16,18 en 19 Maart.
Voor Koudekerke25 en 26 Maart des
namiddags.
Voor Biggekerke25 Maart des voor
middags
Voor Meliskerke: 26 Maart des voor
middags.
Voor Westkapelle27 Maart des voor
middags en 28 Maart.
Voor Zoutelande27 Maart des na
middags.
Voor Aagtekerke29 Maart des voor
middags.
Voor Domburg29 Maart.
Voor Oostkapelle80 Maart des voor
middags.
Voor Grijpskerke30 Maart des na
middags.
B8!a8Bc^iaBr~.aBa8»iis«raaBiLaB«t.'jagaarsjianBSi asg
UITGAVS DER FIRM/» S
EN
v in 1—5 regels .50 cent, iieaere regel meer iO cent
F, milieberichten van S 10 regeL 1.—iedere regii
mi er 10 cent.
XIV.
Spreker gelooft nu genoegzaam te
hebben aaDgetoond, dat de landbouwende
bevolking niet door de Tariefwet van
minister Kolkman zal worden getroffen,
maar dat èn de boeren èn de arbeiders
er wel by zullen varen.
Nog op één punt wil spreker nog even
wy'zen. De heer Welleman tracht de
retorsie-maatregelen tegen de nieuwe
Tariefwet uit te spelen.
't Is waar, met de Tariefwet treden
we tegenover het buitenland op. Maar
dat is juist het mooie van de wet.
Thans staan we dank zy de liberale
staatkunde machteloos tegenover elk
buitenlandsch tarief. Maar de nieuwe
Tariefwet doet ons het middel aan de
hand om ons te verdedigen.
Als wy by voorbeeld katoen uitvoeren
en Duitschland wil ons een te zwaar
tarief opleggen, dan kunnen wy ons ta
rief op artikelen, die wy van Duitsch-
laDd betrekken, zoo sterk verhoogen, dat
Duitschland in zyn eigen belaDg van een
hooger tarief afziet.
Engeland heeft zyn opkomst en bloei
aan de bescherming te danken. En eerst
toen zyn industrie daardoor sterk was
geworden, en het op eigen kracht kon
werken, is het tarief afgeschaft.
Nederland heeft echter altyd eenzijdig
de belangen van den handel gediend en
het gevolg is geweest, dat onze nyver-
Meid nooit tot bloei is gekomen.
We staan nu eenmaal voor het feit,
dat alle landen, behalve Engeland, een
beschermend tarief hebben. Nederland
alleen niet.
En al waren we nu volkomen vis
handelaren, omdat onze buren het doen,
zyn we het ook verplicht te doen. An
ders betalen we aan het buitenland wel
telkens invoerrechten, maar het buiten
land aan ons niet. Dat gaat niet op.
Wat zal het gevolg zyn van de nieuwe
Tariefwet
Dit, dat ons vaderland een ni&uwe pe
riode zal intredeD. Een tydperk van
bloei en welvaart.
Nooit heeft spreker zoo'n goede wet
gekend, zelfs in geen eeuw, waarmede
de belangen van onze vaderlandsche in
dustrie zoo wordt behartigd, dan juist de
Tariefwet van minister Kolkman. Dat
is sprekers vaste overtuiging.
Mijn reis naar Madeira.
Voor een goed bezette, maar jammer
genoeg niet volle Bogardzaal, trad Don
derdagavond te Middelburg op dr. J. H.
Gunning van Utrecht, met eene causerie
over bovenstaand onderwerp.
Vergun mij, aldus leidde spreker zich
by zijn auditorium in, een weinig te
vertellen over mijn reis Daar dat wonder-
schoone eiland Madeira, vooral bekend
om zyn wyn.
Ik had den raad om met een van de
Engelsche booten te gaan helaas niet
opgevolgd, maar gaf er de voorkeur aan
van Antwerpen te vertrekken en dan via
Southampton het doel van myn reis te
bereiken. Maar 'k heb er spijt van gehad.
Geen enkele hut was gereserveerd
de boot was meer vracht- dan passagiers
boot; en er was by na geên plaats om
te rusten en zich te kleeden. Kortom 't
was van dien aard dat ik later nooit
meer met de booten van deNord Deutsche
Lloyd zal gaan.
't Duurde drie dagen eer we uit Ant
werpen vertrokken, wat ook al niet by
een goede passagiersboot 't geval is. Maar
in dien tyd hadden we gelegenheid gade
te slaan welke reusachtige hoeveelheid
steenkolen en stukgoederen in de booten
die naast de onze lagen werden ingeladen.
Eindeiyk staken we dan in zee. Eerst
de Schelde af. De liefelijke landschappen
aan beide zyden gaven ons voor't lange
wachten ruime vergoeding. By VlissiD-
gen, dat we met den kyker uitnemend
konden waarnemen, ging de Belgische
loods van boord. Lang tuurden we nog
naar den spitsen toren, eens door De
Buy ter beklommen, tot 't eindeiyk niets
dan water was.
Ons schip was eigeniyk maar klein.
Als 't eten in de kajuit gereed gezet werd
moesten we naar buiten. Men was blij
buiten op 't dek een veilig zit- en lig-
plaatsje te vinden, 't Was er soms vinnig
koud. Myn zoon en ik hebben er dan
ook een stevige bronchitis opgedaaD,
waar we op Madeira nog last van hadden.
In de Golf van Biskaje stak de wind op.
Toen werd in de kajuiten alles met z.g.
windlatten vastgezet. Maar pleizieriger
werd het er ook al niet op, vooral wat
den eetlust aangaat. Met heldenmoed be
gonnen velen 't maal om er met reuzen
schreden vandaan te loopen. Ze laveerden
dan naar de trap om boven wat verade
ming te zoeken. Ik had er geen last meer
van, maar ik weet wel hoe by zeeziekte 't
hart in letteriyken zin in't ïyf omkeert.
Ik liep op 'c dek Portugeesche zinne
tjes op te zeggen, maar de gelegenheid
tot studie was ook al niet erg bnllant,
te midden van stangen en pypen. Ver-
makeiyke tooneeltjes waren het gevolg
van 't hard opzeggen van da zinnetjes
uit mijn taalboekje, waar de scheepslui
mets van begrepen.
De discipline aan boord is eenvoudig
prachtig. Ieder kent zyn taak, van den
kapitein op de commandobrug tot den
jongen in het kraaienest. Alles gaat even
rustig eu punctueel. Zoo b. v. het signa-
leeren. Een der bemanning hijscht langs
een zystang drie pakjes naar boven, die,
als ze boven gekomen zyn, vlaggetjes
biy'ken te wezen. Deze vlaggetjes, die
ieuer een eigen beteekenis hebben geven
aan den kustwachter te verstaan wat
men seinen wil.
Alles wordt gecontroleerdtot de bijna
ontelbare omwentelingen van den reuzen-
schroef worden door middel van een
zelfregistreerend instrument geteld.
Alle bevelen worden machinaal gege
ven, van de commandobrug naar bene
den in de machinekamer.
Angstwekkend is de massa steenkolen
die zoo'n schip verslind. Onze boot ge
bruikte b. v. 40.000 KG. per dag. Dat
is veel, maar er zyn Amerikaansche
steamers die 600.00 j KG. per dag ver
slinden
Ik liet m© door de vele aan boord
zynde landverhuizers gaarne een en an
der omtrent hun ervarigeh en verwach
tingen vertellen. Er waren aan boord
veel Poolsche en Russische landverhui
zers. Aan de Portugeesche kust voegden
zich daarby een groot aantal Spanjaar
den en Portugeezen. Toen werd 't mij
heusch wat „unheimisch". Zoo vuil en
smerig als die menschen waren had ik
't nooit gezien. Onbeschryfeiyk byna.
En wat een ellende, 't Vuil zat letteriyk
met een dikte op de gezichten. Gezegend
daarom de Duitsche netheid die eiken
dag 't voorschip geheel onder water
spoot.
Met mijn eerste klasse medepassagiers
had ik meer gelegenheid van naby ken
nis te maken. Soms wel eens lastig, zoo
als men door de kleine ruimte op elkaar
aangewezen was.
Met de mannen kDoopte ik nog al
eens gesprekken aan. Ze begonnen veel
over reiigieuse onderwerpen. Wonderiy'k,
ze hadden allen dit gemeen, dat ze klaag
den over ontevredenheid met de kerk.
Donnerwetter, zei de kapitein, waarom
preek jullie ook niet een beetje korter en
niet zoo vervelend. Als je daarin geen
verandering brengt zal 't volk van de
kerken nog kroegen maken of naar Ro
me keeren.
Overal zyn de gemoederen vermoeid
van twisten en strijd, maar wie is er
die het woord zal spreken dat de afge-
doolden trekt? Wie ontfermt zich over
zoo'n goddelooze als ik ben zei een
van myn reisgenooten.
Ik heb op myn reis veel gelegenheid
gehad de zee te bespieden en de golven
te bewonderen. Een onuitputteiyke bron
van genot. Aan 't strand verveelt mjj de
zee. 'tis of ze dan klaagt in mineur
toonen. Maar in volle zee 1 Uren lang
heb ik de geweldige toonen beluisterd
en vooral in den avond. En 't was als
of ze my vertelden van een vreemd
laud. We naderden snel. Eiken dag werd
de klok 20 minuten teruggezet. 1 Juli
zetten we te Funchal voet aan wal.
Waren we voor de pauze met den ge-
achten spreker mede gereisd van Ant
werpen naar Madeira, thans vertelde hij
ous van dat wonderschoune eiland zelf.
Het is een der vijf eilanden van de groep
die daar ten W. van Afrika ligt, ongeveer
zoo groot als Zuid-Holland, oDtstaan
evenals ai die eilanden daar in den At-
lantischen Oceaan door vulkanische uit
barstingen. In overouden tyd zouden
daar ontzettende natuurtafereelen te zien
zijn geweest: 15000 voet hooge vlam
men - verhieven zich boven den zeespie
gel, reusachtige berggevaarten werden
opg stuwd en zoo werd het eiland ge
vormd. Dit geschiedde niet op eens.
Maar telkens weer waren er nieuwe
uitbarstingen afgewisseld door perioden
van rust. Lucht, water, zout en zon
verweerden de lavamassa. Zoo ontstond
de vruchtbare bodem.
Vele geleerden meenden dat vroeger
Afrika en Amerika waren verbonden door
een 6e werelddeelAtlantis. Dit is ver
dwenen en de later ontstane eilanden
zooals Madeira zouden dan a. b. w.
brokstukken hiervan zyn dia weer om
hoog werden geslingerd.
Of het eilaDd vroeger bewoond is, is
niet bekend. De Noorsche Vikingers heb
ben het waarscbijniyk uit de verte ge
zien, maar zyn er niet geweest. Vast staat
dat toen in 1419 de Portugeezen het ont
dekten er geen menschen woonden. 1432
i kwam er de eerste suikermolen1460 de
i eerste wynstokken. 1508 werd Funchal
j gesticht. Na evenals het moederland een
i tydlang onder den Spaanschen scepter te
i hebben gebukt, kwam het weer evenals
dat land vry en bleef het tot op heden
Portugeesch. De Engelschen hebben er
verb?.zend grooten invloed. Die van elke
i andere mogendheid wordt tegengegaan
of onmogeiyk gemaakt,
i De regeering is lui en in vele dingen te
laken. Overal merkt ge haar eeuwenoude,
verderfaanbrengende, vadsige rust. Alles
bedelt en steelt. Een ambtenaar in tenue
gaf me den raad toen ik een telegram wou
verzenden er een kwitantie voor te vragen,
anders kwam het niet terecht. Tientallen
briefkaarten die in de postbus werden ge
deponeerd kwamen nooit terecht. Debus
werd trouwens haast nooit gelicht en
gebeurde het, dan scheurde de beam'ole
de zegels er af en verbrandde de rest. Als
men aankomt aan de landingssteiger is
deze gestoffeerd met troepen bedelende
jongens, die je niet loslaten. Het type
menschen is er hetzelfde als te L;ssabon
klein en donker. De meisjes van het land
zyn in haar eigenaardige kostuums het
meest gracieus, de voornamere dames
kleeden zich a, la Paris, en de deftigsten
zie je als modegekken, met strompel-
rok en parapluiehoed laDgs de onmoge-
ïykste straten voortsukkelen.
De bestrating is öt gewoonweg erbar-
meiyk, kleine ronde steenen met de pun
ten naar boven, vet en glibberig door de
»smeerlap" die de voerlui gebruiken om
hun sleden het voortbewegen op de
wegen eenigszins mogeiyk te maken.
In sleden met twee rieten zitbanken
wordt men vervoerd. De jongen die voor de
trekdieren loopt stoot de vreeseiy feste
geluiden uit, de koetsier herhaal) ze. Op
Madeira loeien de menschen en zwygen
de beklagenswaardige ossen die worden
afgebeuld.
Een ander vervoermiddel is een slee
die men langs hellingen naar beneden
laat giyden en waarmee men met soms
vreesaanjagende snelheid voortstuift.
Nog een andere wyze van reizen is
die in een hangmat, gedragen door twee
man, terwyi aan elke zyde zich een per
soon bevinot die zorgt dat ze in den goe
den evenwichtstoestand biyft.
Spreker heeft een tocht gemaakt te
paard door het gebergte. De gids was
(by uitzondering) praatziek. Onderdanig
beleefd Als spreker met moeite te paard
was gestegen (sinds jaren had hy geen
paard bereden) merkte de gids op «Uwe
Excellentie rydt zeker veel paard in zyn
eigen land." En als hy de stijgbeugel
kwijtraakt: „Uwe Excellentie rydt zeker
gemakkelyker zonder die dingen." Eo
als hy, bang te vallen, zich krampachtig
vastgrijpt aan de manen van het paard:
„Uwe Excellentie zag zeker wat op d6n
grond liggen," en als bij eindelijk uit
roept: „Maar kerel je ziet toch wel dat
ik er niets van kan," dan klinkt het
onverstoorbaar kalm: „Uwe Excellentie
is al te bescheiden." Spreker zal geen
tocht meer te paard door het gebergte
maken.
Wonderschoon is het eiland, wonder
schoon allereerst het licht, geheel anders
dan in iedere andere bergstreek, van
buitengewone kracht, hoewel men toch
niet het gevoel beeft dat de zon er zooveel
kracht heeft. De plantengroei is niet te
vergelijken met ergens elders. Madeira
is een stukje paradys, waar natuur on
afgebroken haar lente- en zomerweelde
ten toon spreidt. Eiken, beuken, denneD,
man vindt ze naast palmen, bamboe en
suikerriet. Duizenden variëteiten heesters
spreiden haar pracht ten toon, 90 soorten
alleen op Madeira te vinden.
Vogelen van allerlei soort treft men
er aan, en geen enkel verscheurend
of vergiftig dier.
Madeira is een prachttuin. Ongelooflyk
vruchtbaar is de goudroode bodem. Onze
Heiland noemde als hoogste vruchtbaar
heid het 100-voudig voortbrengen, maar op
Madeira heeft men tot 240 korrels geteld
van één zaad. De hutten, elleDdig veelal,
zyn onder roos en laurier als bedolven.
De warme Golfstroom die het eiland om
spoelt maakt dat de winter geen koude
kent. Telkenmale als sprekermorgens
het raam opende stond hij verrukt over
het beerlyk panorama dat Funchal
en zyn omgeving bood.
In schril contrast met dat heeriyke
dat de natuur ten toon spreidt is dat, wat
de menschen van dit paradys hebben
gemaakt. Toen het „Leve de Republiek"
ook over dit eiland galmde, werden a'le
geestelijke broeders en zusters verban
nen en voor er anderen uit Lissabon kwa-
law&H&reai ts xumm?
men moesten de scholen maar gesloten
worden en de zieken onverzorgd biy ven.
Een Portugeesch staaltje.
Een bezoek aan Madeira is uit de mode.
Teringlijders die vroeger er heen gingen
zoeken thans meer de bergstreken. Ook
ontbreken er alle amusementen behalve
voor de Engelschen. Doch laat hy die
de natuur iD haar ryke schoonheid wil
zien, een reisje maken naar dat eiland.
Wie een werkeiyk mooie üuweiyksreis
wil maken, hij stoome er heen, niet met
de „Erlanger", maar met een der Engel
sche stoomers, en hij zal een plekje grond
vinden welks schoonheid hem tot in zyn
grysheid zal bijbiyven. De heerlykheid
van Gods schepping zal een indruk op
hem maken die het hart hooger stemt.
Met dankgebed sloot spreker dezen
mooien avond.
Dieven en Dievenvangers.
Neen, de heer Jan Feith van Amster
dam, de bekende redacteur van Het Han
delsblad, heeft de hooggespannen ver
wachtingen van het publiek, dat in by-
zonder grooten getale Vrijdagavond naar
de Goesche sociëteit V. O. V, was getogen,
niet teleurgesteld. In een verbazend ge
zellige causerie wist de spreker zyn
gphoor te boeien door een en ander over
Die,ven en Dievenvangers te vertellen. Met
een wetenschappelijk betoog over dit
onderwerp wilde leze journalist niet
komen aandragen. Dat liet hy graag aan
de autoriteiten over. Maar spreker zou
verhalen van d8 practyk, die hem veel
meer waard was dan de droge theorie.*
Als „krantenscbryver" was de heer
Feith menigmaal in de geiegenheid om
met dieven en dievenvangers kennis te
maken, maar om eerstgenoemde men
schen goed te leeren kennen, heeft spre
ker zich byzondere moeite moeten ge
troosten. Ook het Bargoenscb, de Dieven
taal, heeft by zich daarvoor aangeleerd en
daarin zelfs een zekere reputatie ver
worven. Met het noemen van enkele
Bargoensche woorden en zinnen ver
maakte spreker de vergadering zeer. Zoo
hoorden we o. a. dat in deze taal, die
zoowel door Holiandsche en Duitsche als
door Fransche en Engelsche dieven wordt
verstaan, politieagenten in burger, Russen
heeteneen hoofdagent, een knikkertje
op het dak de bijbel, een spel kaarten
handboeien, manchetten en dieven, edel
volk wordt genoemd.
Dan vertelde spreker op een zeer aan-
schouweiyke manier hoe hy te Amster
dam door bemiddeling van heel wat tus-
schenpersonen eindelyk in kennis kwam
met een echten dief, vriend Liepie, die hem
in een stil kroegje „Bet gouden anker"
bracht, waarvan de kastelein ook een
geraffineerde dief was, die hem zyn roem
ruchtige levensgeschiedenis heeft ver
teld, welke spreker heeft uitgegeven in
een boek onder den titel „Het verhaal
van den dief".
Daaruit vertelde de heer Feith den
eersten diefstal van dit individu, Rinus
of te wel Go geheeten. Hoe deze uit
louter gaplust op 5-jarigen ieefryd centen
uit moeders kuip stal. üaf „dol genot"
om te gappen bleef dit knaapje bjj en
bracht hem op zyn 15 de jaar reeds in
de „kast". Hoe voelde Rinus zich daar
vervelend en hoe dacht hy „wat zal
myn moeder wel zeggen als ik uit de
„kast" kom en zuilen de menschen het
aan my kunnen zien dat ik gestolen
heb?" Een gebeurtenis uit dit leven
vol jammer en ellende is op rym ge
bracht en werd door spreker mees ter)yk
voorgedragen. Het ging over het stelen
by brave en eenvoudige menschen. Hoe
het Binus by deze inbiaak toen hy ze
zag slapen te machtig wwrd en hy stil
wegsloop.
Daarop deed spreker het verhaal vol
gen van Binus laatste gevangenisstraf,
toen inderdaad onschuldig veroordeeld.
Hoe de man zich toen uit woede gek