No. 126 1912,
Woensdag 28 Februari
26e jaargang.
aHRISTELiJK-
NIEUWSBLAD
VOOR ZEEL A ITO
icier
eüflster,
HISTORISCH
Mf DE WILDE PïB DE TiBIEf lfET.
«echts
sthotó.
elburg
;alfkoe,
ie Collie,
inecht,
i *cht
Knecht
neisje,
ID
VERSC HIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWES T, te Goes
F. P. D'HUlj, te i» iidc!elbt rg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
iewegen.
5 huur
[airriji,
Ier pension,
ran dit blad
a,
Nienuen
sindelijk en
ser Courant
bij
Souburg.
•gd
W o 1f e r t s-
)B VISSER,
t, Sleper,
idelburg.
j[AN Mz.,
ps kerke.
'Meid
ELOO Jz. te
Oostkapelle,
g, koken wil
van leeftijd
of met Me
KE Fz.,
(Molembaix).
ïigd
amperland.
ngen,
3 jaar, goed
m. Onnoodig
er goede ge-
S., bureau
lissingen.
Mei
EELE, Land-
eere.
IE1 (EREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per Irie maanden franco p. p.
r.nkele nummers.
o o a s a c
a o o jf Ho2ö
o a a a e o q 0»05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
ï.in 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
F; milieberichtan van 1—10 regel: I.—iedere regel
m* er 10 cent
■ibMMifiBimxnmeit»]
-Verpest Goej
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de gebrui
kelijke plaats.
XI.
En ten slotte de Landbouw.
Dat interesseert uiteraard de inwoners
van Krabbendfjke het meest en spreker
vindt het aangenaam, dat er iemand ter
vergadering is die over dit onderwerp
wel eens eenige pennevruchten beeft ge
leverd. Spreker wil die artikelen in be
spreking brengen. Hjj bedoelt het drietal
artikelen van de hand van den heer Jac.
Welleman van Krabbendfjke in de De
cember- en Januari-nummers van het
Zeeuwsch Landbouwblad.
Onder het opschrift«Het tarief en de
landbouw" heeft de heer Welleman op
interessante wfjze uiteengezet, dat de
landbouw by de Tariefwet van minister
Kolkman het kind van de rekening zal
worden.
Volgens den schrijver van deze artike
len zfjn de bezwaren tegen de aanhan
gige Tariefwet te brengen onder de vol
gende titels:
Ten eerste, algemeen verhoogden le
vensstandaard van den landbouwersstand.
Ten tweede, hoogere arbeidsloonen
(zonder dat de positie der arbeiders ver
betert).
Ten derde, hoogere premies inzake
verschillende verzekeringen.
Ten vierde, sterkere concurrentie om
't behoud der benoodigde arbeidskrachten.
Ten vijfde, minder intensieve cultuur.
Vooraf ging de heer Welleman betoo-
gen, dat de Tariefwet met de politiek
niets te maken heeft.
Spreker kan zich voorstellen, dat de
kwestie van het tarief met den godsdienst
niets uitstaande heeft, maar dat de zaak
zooals ze in de Tariefwet daar voor ons
ligt, geen politieke aangelegenheid is,
gelooft spreker allerminst.
De kwestie van het tarief is natuurlijk
een economische zaak, maar de Tariefwet,
mijne heeren, is enkel politiek.
Want of iemand zich verklaart voor of
tegen bescherming, dat is wel een econo
mische kwestie, maar als een burger van
Nederland zich voor of tegen de Tarief
wet verklaart, dan is dat een politieke
daad.
Als de vraag aan de orde komt, of de
Overheid,of de Staat,waaronder wfj leven,
een tarief zal heffen, dan raakt dit een
politiek punt, dan is dat een politieke
kwestie.
Minister Kolkman heeft z(jn Tariefwet
toch ingediend als Staatsman, als mi
nister der KrooD, als Overheidspersoon.
Daarom kan het niet anders, dat, als
wij, burgers van den Staat, ons oordeel
over de Tariefwet ten beste geven, dat
we dan aan politiek doen.
Wanneer we op economische gronden
de tariefkwestie gaan bespreken, dan
ztjD we niet iD de politiek bezig.
Maar als we onze wenschen ten opzichte
van de Tariefwet aan de Overheid gaan
kenbaar maken, dan doen we ontegen
zeggelijk aan politiek.
En als het waar is, dat in de statuten
van de Zeeuwsche Landbouwmaatsctaap-
Pö vastgelegd is, dat de maatschappij
niet aan de politiek mag doen, dan zijn
met de bespreking van de Tariefwet op
hare vergaderingen haar statuten ge
schonden. Want met de behandeling van
de Tariefwet van minister Kolkman is
de Zeeuwsche Landbouwmaatschappjj
midden in de politiek terecht gekomen.
26 Februari 1912.
Vrijzinnigheid »8 nog geen vrijheidszin.
Birdaard deed den laatsten tijd van zich
spreken. Steeds meerdere gevallen van
gewetensdwang komen daar openbaar.
De Hervormde predikant had de ouders
van, totaal, acht kinderen doen beloven
hun kinderen van de openbare naar de
Chr. school aldaar te doen verhuizen.
De leden van de daar bestaande afdeeling
van den Protestantenbond verijdelden
dit.
De dominé verhaalt in De Beukelaar
het volgende
„Dadelijk werd de vader van 4 der ge
noemde kinderen bedreigd doorzijn geld
schieter met opzegging van het geleende
zoo hjj zijn kinderen van de school nam.
De man dorst de gevolgeD, die daaruit
zouden voortvloeien voor zijn huisgezin,
niet aanvaarden en beloofde zijn kin
deren daar te laten. Maar daarmede
was de oppositie niet ten einde. Men
vormde een vereeniging „eendracht maakt
macht" waarvan de leden plechtig be
loofden, alle relaties af te breken met
allen, die ook maar eenigszins „rechts"
gekleurd waren en bij mjj of bij de Gere
formeerden ter kerk gingen.
,/Maar men ging verder. Want vele
leden der genoemde vereeniging die meest
tot de gegoeden van ons dorp behooren,
hadden ook „rechtsche" knechten en mei
den in dienst. Zoo had de eigenaar van
een brug een brugwachter, die zijn baas
reeds 10 jaren met veel voldoening en
trouw had gediend maar orthodox
was. Wel had de man zjjn kinderen nog
op de openbare school doch ook tegen
z|jn zin; maar hij dorst ze er niet afne
men, uit gevaar dat hjj zijn betrekking
zou verliezen. Nu werd de man eenvou
dig voor de volgende keuze geplaatst:
öf beloven z'n kinderen nooit van de
school te nemen öf zorgen dat hij met
Mei zjjn woning of zijn betrekking ver
liet. De man kon zulk een belofte niet
doen en zich voor altjjd in zijn geweten
laten binden en de vrjjheid over zjjn
eigen kinderen weggeven en koos het
laatste met z'n vrouw en 9 kinderen
een onzekere toekomst tegemoet gaande.
Ook meiden en knechten worden voor
dezelfde keuze geplaatst: voor zoover ze
ongetrouwd waren, zelf naar den „Bond"
te gaan voor zoover ze getrouwd wa
ren en kinderen hadden ook deze daar
heen te sturen. Zoo hebben 5 kinderen
mjjn catechisatie verlaten. Eén vader had
mjj de belofte gedaan bjj my ter catechi
satie te komen, om misschien beljjdenis
des geloofs af te leggen. Ook hij werd
voor dezelfde keuze geplaatst en be
zweek, daar zijn weigering hem zeker
in zeer moeilijke omstandigheden had
gebracht, waarvoor hjj geen geloot genoeg
bezat om ze te aanvaarden. Een dienst
meisje, een wees, bij mjj ter catechisatie
werd zelfs f 5 hooger loon beloofd, indien
ze zich bjj de anderen aanslost, terwijl
er anders voor haar geen plaats in huis
meer zou zjjn. Het meisje bezweek
doch haar voogd achtte zich gerechtigd
haar belofte, in nood gedaan, te verbre
ken en haar by my terug te zenden, al
kost het haar nu ook haar betrekking.
„En nu vraagt men misschien verwon
derd: maar hoe is dat mogelijk en hoe
rjjmen die menschen zulke daden nu
toch wel met hun hooggeroemde vrjj-
zinnigheid? Om een antwoord op die
vraag te verkrijgen, die ik me zelf gesteld
had, ben ik naar een der leden gegaan,
die mi) het volgende bescheid gaf. De
man verwonderde zich dat ik niet kon
begrijpen, dat zulk handelen juist echt
„liberaal* was, waar de vrijheid immers
schitterend uitkwam. Hy zelf was toch
»vry* om te kiezen, welke arbeiders hy
in zyn werk wilde hebben, en van wien
hy zyn brood wilde eten terwyi hy
een ander ook vryiiet en zyn knechts
met z'n gezin ook vry uit liet gaan om
brood te zoeken waar hy wilde".
Hier behoeft, dunkt ons, niemendal by.
Niet alle cyfers, die de verkiezingsrede-
naars dezer dagen over 't Tariefontwerp in
het veld brengen, schynen betrouwbaar.
Sinaasappelen, zoo verzekerde dezer
dagen het Kamerlid Duys, daar komt
1110.000 by.
Maar dat is niet zoo.
Voor sinaasappelen wordt reeds 5 pOt.
betaald.
Straks wordt dit 50 cent van de 100 kilo,
byna geen verhooging dus, eer een ver
laging.
Petroleum f825.000 hooger, zegt de
heer Duys.
Mis. Ook petroleum komt geen cent hij.
Thee ook f 825.000, zegt hy
Ook dit is onjuistwant ook de thee
biyft zoo als het is.
Laten wy de cyfers, die de tegenstan
ders ons voorleggen, toch goed contro-
leereD.
Ons trof een bericht uit Den Haag in een
der bladen, dat aldaar de belastingen zoo
naar boven loopen, dat een dertigtal met
name genoemde rijke familién uit de stad
zyn getrokken, en nog meerdere gereed
staan te volgen.
Dit is natuuriyk om de stedeiyke belas
tingen te ontloopen.
Maar hetzelfde zou men zien gebeuien,
wanneer de Rijks directe belastingen te
veel stygen.
Waariyk, de mannen van de Staats-
pensioneering spelen een gevaariyk spel
met hun voorstelling, als zou het staats
pensioen voor onze 70-jarigen kunnen ge
vonden worden uit de verhooging der
successierechten en een nieuwe inkom
stenbelasting.
Nu ieeds wonen te Brussel duizenden
ryke Nederlandsche familiün, die naar
België trokken, omdat hier de belastingen
haar te hoog zyn.
Maar wanneer men nu van Rykswege
nog eens een progressieve inkomstenbe
lasting en verhoogd successierecht in
voert, om de 22 h 40 millioen er uit te
halen, noodig voor de Staatspensionee-
ring, dan zouden wy nog eens een groo
teren uittocht uit ons land zien.
En wat een dergeiyke uittocht be-
te8kent
Een uittocht van zoovele „kapitalisten"?
Die beteekeni vermindering van kapi
taal in ons land, van uitgaven en inkoo-
pen in verschillende gemeenten. De werk
man, de winkelier, de huiseigenaar, de
meubelmaker, de bakker, ja, wie al niet,
ïyden schade, en ten gevolge daarvan ook
meerdere werkloosheid, meer gebrek, en
minder koopkracht en gave der mildda
digheid by de achterbljj venden.
Het zou een middel zyn, erger dan de
kwaal.
Minister Pierson, een erkend financier,
zeide het in 1900 reeds, dat de belasting-
schroef niet meer aangedraaid worden
kan.
Dezer dagen vierde een echtpaar, dat
jaren lang op Schouwen een boerdery
dreef, zyn 67'/*-jarige echtvereenigiDg.
Het voorgenomen feest werd in de a. r.
bladen aangekondigd door dertien eigen
kinderen en twaalf behuwdkinderen.
Een zeldzame herinnering aan patriar
chalen zegen, doch die door zeer velen
met een glimlach wordt beantwoord.
Het staat gekleed, het wordt beschaafd
geacht, wanneer men het met slechts
een tweetal spruiten af kan.
Doch nu mag men zich dat verbeel
den, dat het beschaafd is, men heeft
deze „kunst" toch van een onbeschaafd
volk afgezien.
Het Centrum had het dezer dagen over
de Kuni, een barbaarsche volksstam in
Engelsch Nieuw-Guinea. Deze brengen
van oudsher het Neo-Malthusianisme in
praktyk. Gevolg hiervan is, dat de stam
slechts een paar duizend zielen telt. Het
opwekken van abortus en het in toepas
sing brengen van anti-conceptioneele
middelen is er zeer in zwang. Alvo
rens 3 of 4 jaar getrouwd te zyn, mogen
de vrouwen geen kinderen hebben. Haar
taak is het, n.l. gedurende de eerste
huweiyksjaren varkens op te fokken en
vet te mesten. Worden er later kinderen
geboren, dan worden deze nog veelal
dadeiyk na de geboorte vermoord. Meestal
doorde moeder zelf.
Het hoofdmol ief van den moord is dit
Er is geen tyd om het kind op te voe
den er zyn varkens, waarop gepast
moet worden*.
De gewone wyze om zich van het kind
te ontdoen zyn verdrinken, wurgen of
achterlaten in het struikgewas, waar
het van honger omkomt.
Een eigeniyk gezinsleven kent men by
de Kuni niet. Er bestaat tusschen oud9rs
en kind geenerlei wederkeerige genegen
heid. De ouders hebben over de kinderen
geen gezag, het kind voor de ouders
geen eerbied.
Merkwaardig merkt het R. K. blad
terecht op die overeenkomst tusschen
daar en hier, wat de motieven en de ge
volgen van het neo-Malthusianisme be
treft. Dat voorgaan van de varkens is
treffend.
Hier is het de weelde, het genot, aller
lei stoffelyke overwegingen, die toch
eigenlijk ook erop neerkomen, dat „het
varken" (nl. het dieriyke, het stoffelijke)
voorgaat. En ook hier is het waar, dat
alleen hoogere motieven, aan godsdienst
en Christendom ontleend, in staat zijn,
„het varken" in bedwang te houden.
De sociaal democraat L. M. Hermans
vertelt in Het Volk een en ander van
zyn socialistische jeugd. Hy vertelt o.m.
„Domela Nieuwenhuis was in die
jaren net in zyn opkomst. Van bezoe
kers van het café, sociaal democraten
kreeg ik af en toe nummers van „Recht
voor Allen" en ook socialistische bro
chures. Al spoedig bezocht ik socialis
tische vergaderingen, waar ik Domela
Nieuwenhuis bewonderde als een an
deren Heiland. Ik maakte in die dagen
ook kennis met Croll en was weldra
medewerker aan »Recht voor Allen",
waarin ik schreef onder het pseudo
niem Max. Ik sloot my aan by den
sociaal demoeratischen Bond 4 Febr.
1887, daags na myn huweiyk. Ik gaf
me toen als geheim lid op aan Croll.
Als koffiehuisbediende openly k toetre
den zou in die dagen al zéér gevaariyk
zyn geweest."
Men weet dat Hermans later redacteur
is geworden van »De Roode Duivel", om
daarna weer afvallig te worden van zyn
„Heiland".
Hoevelen zyn door de wegsleepende
taal van Domela in die dagen vervoerd
en voor goed teruggezonken in den mod
der van het ongeloof. Slechte redevoe
ringen, meer nogslechte lectuur hebben
dit veroorzaakt.
Ouders, waakt en ziet toe wat uwe
kinderen lezen.
Toch nog zoo kwaad niet.
De Zedeiykheidswet heeft eindeiyk
ook van de overzijde eens 66n pluimpje
gekregen. Het Weekblad van het Recht
bevat nu een artikel waarin als tegen
gif op het gesmaal van vry zinnige
bladen, ook in onze omgeving, door een
lid der Amsterdamsche rechtspraak de
volgende gunstige verklaring wordt af
gelegd
Nu hier een 7 a 8 strafprocedures
zyn gevoerd tegen z.g.n. aborteuses, is
het wellicht niet on'oelangryk u daar
van enkele mededeelingen te doen
Als merkwaardigheid kan ik u voorts
mededeelen, dat reeds eenige vrouwen
veroordeeld zijn krachtens art. 297,
hetwelk onder de oude bedeeling haast
onmogeiyk scheen.
De doktoren treden nu na een der-
geiyke bevalling met meer energie op,
omdat zy weten, dat er kans is op ver
oordeeling, zoo niet krachtens art. 297,
dan toch krachtens art. 251bis.
De vrouwen (bekl.) zyn guller in
hare opgaven, omdat zy weten, dat
zy zoo al niet voor art. 297, dan toch
voor art. 251bis geknipt zitten en de
instructie wordt ook beter doorgezet
en levert dan ook door toeval
wel eens meer op dan aanvankeiyk
verwacht werd.
De beklaagden zyn, hoewel het niet
ten laste werd gelegd, steeds beroeps-
aborteuses, hetwelk biykt uit hun ad
vertenties, naambordje,correspondentie
etc. De rechter houdt hiermede zeker
rekening, want de opgelegde straffen
waren steeds 2 of 3 jaren. Wy kregen
niet den indruk, dat de ten laste ge
legde feiten daarby uitsluitend tot
maatstaf genomen waren.
Het wil my voorts voorkomen, dat
de bepaling van art. 251 bis hare nut
tige uitwerking niet zal missen. Ter-
wyi byv. op 4 of 7 Nov. jl. de Echo
nog 7 advertenties inhield van des
kundige vrouwen, zie ik deze daaruit
verdwijnen, wellicht, omdat de dames
daardoor ook de aandacht der politie
op zich vestigen.
Indien echter het adverteeren onmo-
geiyk wordt, dan zie ik tegemoet dat
de room van de melk is, daar zy vooral
blykens de correspondentie hun
ne verdiensten trekken van het plat
teland en van hen, die de adressen in
de courant lezen. De verdiensten zullen
dan vermoedeiyk geen bestaan ople-
ren en er zal naar eene andere be
trekking of werkkring worden omge
zien.
Thans worden door sommige vrou
wen groote winsten gemaakt. Op de
spaarbankboekjes worden in korten tyd
groote sommen ingebracht en op hy
potheken worden belangryke aflossin
gen gedaan.
Dezelfde magistraat zegt nog
Naar men zegt waren hier 130 abor
teuses maar dit cyfer lykt my over
dreven. In elk geval was haar aantal
reusachtig groot en het kwaad, dat
zij gesticht hebben zeer aanzieniyk.
lederen dag zouden er alleen drie
vrouwen in het Wilheiminagasthuis
opgenomen zyn na abortus provoca-
tus, waarvan gemiddeld één stierf.
Het is haast ongeloofelyk.
De schiyver constateert dat door de
wet het kwaad bestreden wordt, en in
zyn uitwerking tegengegaan. Het schan-
deiyke beroep dat wy niet nader aandui
den, wordt door deze wet ernstig ver
volgd en belemmerd.
De redactie van het bedoelde Week
blad voert aan dat »de oorzaken van het
kwaad niet worden aangetast". En ver
volgens: „Er zyn reeds heel wat zwaar
dere strafbepalingen tegen den abortus
geweest en het is den strafwetgever
nooit gelukt den stryd te winnen."
De oorzaken van het kwaad aantasten
vermag de wet niet. Zy werkt niet met
zedelyke middelen. De kerk vooral heeft
door bediening des Woords en door de
tucht te getuigen tegen de ontucht in
eiken vorm, zoowel den vei fijnden vorm
van vrye liefde, oftewel saamhokkeD, als
in den groveren vorm van straatpros-
titutie.
Laat de wetgever inmiddels maar zor
gen dat het naar buiten tredend kwaad
worde gestraf en beteugelden verliest
hy nog al eens het pleit, dat hy niet
aflate van te doen waartoe h(j geroepen is.
Voor onze aanstaande Miliciens.
Bepalingen van hoogerhand die wel wat
algemeen bekend mogen zijn.
Art. 2. Regl. v. Krijgstucht. „Daar de
godsdienst de bron is van alle geluk,
deugd, waren moed en troost, moet ook
in den krygsstand een ieder zich tot be
trachting deszelven en tot eene zedige
levenswyze beviytigen; de godslasterin
gen, het vloeken en zweren moeten wor
den nagelatenenz,