1912 Vrijdag 16 Februari 26e jaargang 2hristeujk' IEUWSBLAD historisch VOOR ZEELAUD Mr OE WILDE OVER ITIHEFWET. No. 116 VERSCHIJNT ZESMAAL PES WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWES T, te Goes F. P. D'HUIJ, te Aiiddelbt rg. PRIJS DER ADVERTENTIEN JSSS JÊtJOH&am KEI IEREN WERKDAG DES AVONDS. PrRa per Irie maanden franco p. p. Hnkele nummers. .ƒ1.25 0.05 UITGAVE DER FIRMA S EN v m 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent E miliebericMen van X—18 regel: Iedere regel bj er S0 een; r VBS m tteaatisB *>r^^rrrmrmmws^km-*i^'v*smmi"n'mu'*Bt!** ME&me- assss Mr de Wilde vervolgde met de op merking, dat bij al dat geprotesteer en geadresseer tegen de Tariefwet nog dit by komt, dat de tegenstanders zooveel tegen dit wetsontwerp hebben inge bracht, dat het ten slotte een chaos werd, waar niemand uit wys kan wor den. Niet een argument liet men liggen. En vraagt men dan de persoonlijke meening van de tegenstanders, dan ver zekert men u eenerzyds, dat onze nij verheid er hoegenaamd geen vruchten van zal plukken, terwyi men daarente gen anderzijds beweert, dat die nyver heid zoo'n hooge vlucht zal nemen, dat er geen arbeidskracht zal overschieten voor het platteland, dat de industrie al onze landarbeiders naar onze groote steden zal uitdiyven. Eenerzyds bestrydt men de Tariefwet met de toekomst van Rotterdam uit te teekenen als een stad die uitgestorven is en waar alleen maar boeren wo nen, terwyi men anderzyds voorspelt dat alle arbeidskrachten naar de groote steden zullen trekken. Ret veiligst gaat men echter, zoo men zich door al die argumenten, die elkaar telkens tegenspreken, niet van de wys laat brengen, maar kalm zich de vol gende vragen steltWat houdt de voor gestelde Tariefwet in? Welke baten werpt zy aan de schatkist af? Welke zullen de gevolgen er van zyn voor de toekomst van ons volk? Ten eerste dus: Wat houdt de voor gestelde Tariefwet in? Er worden nog altyd menscheu gevonden die meenen, dat onder alle wetten, waarin ons vader land zich kan verheugen de Tariefwet toch nog altyd wordt gemist. Menschen, die niet beter weten, dan dat er in ons vaderland twee groepen van menschen worden gevonden, waarvan de eene met hand en tand den vryhandel verdedigt en dat de andere met volle zeilen de wateren van het beschermend recht wil opvaren. Doch zoo is het niet. Het tegendeel is juist waar. De door minister Kolkman voorgestelde Tariefwet dient ter vervan ging van de thans reeds bestaande Tarief wet. De regeering komt niet met iets nieuws. Neen, ze komt met een wijziging van de thans bestaande Tariefwet. En dat besraande tarief werpt jaariyks aan onze scnatkist een bate af van twaalf a dertien miljoen. Nu bedoelt onze regeering niets anders dan met het nieuwe tarief een hooger bedrag te innen, een bedrag van tien miljoen gulden meer, dus niet eens het dubbele van wat de Tariefwet thans opbrengt. Dit moet in de allereerste plaats door u in het oog gevat worden. Er bestaat in ons land op het oogenblik spreker wil dit nog eens herhalen een Tarief wet die elk jaar 12 a 13 miljoen opbrengt. Als we dit goed indenken, dan komen al die protesten en adressen in een heel ander licht te staan. Indien het waar is dat door de thans voorgestelde Tariefwet ons volk gedrukt en uitgeknepen zal worden, dan mist men het recht om alleen tegen de Ta riefwet van minister Kolkman te stryden en niet tegen de Tariefwet waaronder we thans leven. Waarom protesteert en adresseert men alleen tegen de Tariefwet van Kolkman? Waarom zoekt men de thans bestaande Tariefwet niet af te schaffen? Waarom roept men niet alle man in het geweer, om hoe eer hoe b«ter da tegenwoerdige Tariefwet uit de wereld te helpen. Dat is een inconsekwentie, waarom trent spreker in het debat gaarne nader ingelicht wil worden. Ja, spreker wil weten, waarom men alleen protesteert en adresseert en de vrouwen onder de wapenen roept tegen de Tariefwet van minister Kolkman en dat men in het geheel niet tornt aan de Tariefwet, waaronder Nederland nu reeds jaren lang leeft, ook onder liberale kabinetten. III. Het advies van dr. De Visser aan de regeering inzake haar standpunt tegen over het onderwys in Indië ligt volkomen in de christeiyk historische lyn, christe lijk historisch hier wel te onderscheiden van antirevolutionair. De christeiyk historischen hebben steeds den nadruk gelegd op den eisch christianiseering der openbare school, of, juister gezegd, zorg dat de openbare school niet irreligieus worde. Dezen eisch verwerpen wy. Niet omdat wy op zichzelf de verbreiding van het Christendom door raiddel der openbare school zouden afkeuren, wanneer het althans het Christendom is; maar omdat de overheid en de school twee afzonder lijke, van elkander onderscheiden ter reinen bestrykende Overheid niet be hoort te treden op het terrein der par ticuliere genade, en zich derhalve te onthouden heeft van het geven van godsdienstonderwys. Zij^ heeft niets an ders te doen dan het onderwys vry te laten, de vrye school te steunen met subsidie, enz. aan de ouders over te laten de richting van het onderwys te bepalen en voorts waar zy nog zelve scholen onderhoudt zich te onthouden van het geen der Kerk is, namelijk van het geven van onderwys in een bepaalde godsdien stige richting. Wel moet zij begeeren dat de Christus in Indië aan Zijn eere komt, doch steeds moet haar voor oogen staan dat de actie hiertoe niet van haar kan uitgaan, maar moet overgelaten aan de kerken of aan particulieren, en dat zy dien arbeid, ook op 't terrein van 't Christeiyk schoolonderwys, heeft te steunen. Nu heeft de minister gezegd dat deze leer op zichzelf hem sympathiek is, maar dat by voor wat de school aangaat, de practische toepassing er van op Java voorshands niet mogeiyk acht. Dat dit »zeer sympathiek* ernstig ge meend is biykt uit verscheidene cyfers dezer begrooting, zegt ds. Dykstra inde „Macedoniër".. Hij noemt a'.s voorbeelden de Wilhelminaschool te Djocja, voor welke f13000 subsidie wordt uitgetrok ken, de Kartinischool, voor welk? soort- geiyke steun is beloofd. Voor de Mina- hasa wordt een regeling voorgesteld, die ongetwyfdld vele openbare scholen in byzondere zal veranderen. Wanneer de Christeiy ke zending maar krachtig genoeg is om de schoolzaak aan te pakken, dan is Java en geheel Indië binnen zeer kor ten tyd overdekt met Christeiy ke scholen. Dat gelooven wij ook. Dat dan ook de minister in de lijn van de Linksche sprekers die hem waren voorafgegaan meende te moeten biyven en de toepassing der leus als voorshands onmogeiyk afwees, maakte niet den in druk van groote verwachtingen, geiyk ds. Dykstra die blijkbaar koestert. Wan neer Zyne Excellentie byvoorbeeld ge antwoord had, hetgeen daarin De Mace doniër van Februari te lezen staat, allicht zou het misverstand, waarvan hy het slachtoffer werd, achterwege zyn geble ven. Want nu moest dr. Kuyper wel antwoorden. Eerst beantwoordde hy alleen de Ka merleden. Eerst ruimde hij eenige vergissingen weg die door zyn bestrijders waren ge maakt. De eenige van beteekenis was er eene van dr. Bos welke terecht had opgemerkt dat wanneer de scholen voor de adeliyke kinderen priajits alleen door particulieren moesten gesticht worden, dit veel te langzaam in zijn werk zou gaan. Doch dr. Kuyper had dit denkbeeld ook niet uitgesproken Ik heb, zoo sprak hy, niet gezegd dat de Regeering het onderwijs voor de be langstellenden uitsluitend moet overla ten aan particul'eren maar ik heb juist geheel omgekeerd betoogd dat ik ook daar wenschte toe te passen den stel regel de byzondere school regel, de gouvernementsschool aanvulling. Ik heb niet gezegd de openbare, maar de gou vernementsschool aanvulling. Als er dus 100 scholen moeten komen, en er zyn. maar elf, die floor het particulier initia tief zyn opgericht, dan volgt uit myn stelling dat er 89 door het Gouvernement moeten worden opgericht. Maar de regeering mag geen Christe lijk onderwys op de gouvernements- scholen brengen. En daar gaat men nu van Links mij op aanvallen „Nota bene, ik had juist, bevreesd zynde dat er van rechts te veel zou gedreven worden in een richting die aan het Gouvernement wilde opleggen Christelijk onderwijs op de gouverne- mentsscholen te brengen my geroepen gevoeld om hier nogmaals opzetteiyk op te komen voor hét oude antirevo lutionaire standpunt. Ik had dus wel gerekend op de mogelykheid dat men van de rechterzyde mij zou aanvallen, maar dat men van links fel als een hond op een rat op my aanvliegen zou, omdat ik dit gezegd had, ik had er niet aan kunnen denken.* En dan herinnert dr. Kuyper aan hetgeen hij reeds in 1878 schreef als toelichting op Ons Program waar be toogd wordt eerst dat de Overhelden de missie moeten samenwerkenen daarna dat de Overheid zelve tot de kerstening van Indië niet bekwaam of bevoegd is. Wij drukken voor een deel het slot van zyn rede over, omdat het tegeiyk bedoelde den minister uit zyn tent te lokken, en van hem het positieve woord te vernemen dat zich tegen den voorslag van dr. de Visser en van vele christelijk historischen zou verzetten. Immers dr. de Visser had de regeering uitgenoodigd te zorgen dat de gouver nementsschool religieus zou zijn. „Dr De Visser heeft gezegdhet is niet goed, dat gij de Overheid niet zelf op haar scholen de Christelijke religie wilt laten brengen, en hy heeft ook ver klaard, dat het zyn overtuiging was, dat de Overheid dat wèl moet doen. Ik had begrepen, dat dit gevaar dreigde van onzen kant, en tegen dit gevaar ben ik opgekomen Ik heb gezerd, dat door het geschrift van dr Snouck Hurgronje gevaar dreigde, dat de vrede, die tus- schen de overzyde en de antirevolutio nairen sinds jaren bestaan had, weer verbroken zou worden, en om dat ge vaar te bezweren, heb ik juist aange toond, dat de anti these, die ons anders scheidt, hier niet te pas komt en by het onderwys niet toegelaten kan worden en wy als antirevolutionairen sinds 1878 als regel hebben gesteld, dat het Gouvernement doen moet wat het kan om zich als Christelijke Overheid te toonen, niet zichzelf voor de beiydenis van den Christus heeft te schamen, maar dat het ook krachtens de Christe ïyke beginselen op religieus gebied de vrije zelfstandigheid van de inlanders heeft te eerbiedigen, en als Overheid niet heeft op te treden om daar haar Christeiy k idee te brengen". Men vergete niet,dat mr Groen van Prinsterer met nadruk ervropger op gewezen heeft, dat het neutraal onderwys in Nederland tot niets anders leidt dan tot bet stichten van moderne secte-scholenwaarmede hy te kennen gaf, dat men op paedagogtsch terrein nooit kan zijn onzijdig, maar altijd een bepaalde richting heeft waarin men stuurt, en die richting by zyn kinderen op school heeft aan te kweeken? En wanneer men nu vraagt: was mijn waarschuwing overbodig, dat uit'bet geschrift vau dr Snouck Hurgronje ge vaar kon voortkomen, dan vraag ikis de aanval van de overzyde iets minder dan een volstrekt bewys,dat myn waar schuwing hoog noodig was, te noodiger omdat, gelijk wy gistereD gehoord heb- ben, voor het Hindoeïsme krachtige stemmen zijn opgegaan en voor het Christendom geen een Zoo koos de spreker positie tegeiyk tegen de voorstanders van cultuur zonder het Christendom en tegen de voorstanders van het Christeiyk tintje. De Standaard stelt hier terecht het dilemnaNiet „lieve Christelijkheid" maar de Christus moet aan Insulinde gebracht I Dit laatste mag wel beschouwd worden aan het adres van dr De Visser gericht te zyn, die in de Kamer tegen het antirevo lutionaire standpunt reageerde met een rede, waaraan wy het volgende ontleenen: „En wanneer in de wet op het lager onderwys het beginsel wordt geaccep teerd, dat onderwys onmogeiyk is zon der opvoeding ik bedoel het bekende artikel, dat de kinderen worden opge leid in Christeiyke en maatschappelyke deugden dan zeg ik, dat ook de ovërheidsschool zoo kan worden inge richt dat, geiyk in de tuchtscholen, ook daarin de opleiding in religie niet behoeft te worden gemist. Ik stel er prijs op hieraan toe te voe gen, dat by my elke gedachte aan op dringing van godsdienstige gevoelens ten eenenmale ontbreekt. Voor de Europeesche scholen in In dië wensch ik hetzelfde wat ik by de behandeling van de wet-Kuyper op het lager onderwijs ten opzichte van Ne derland heb bepleit, n.l., dat wanneer de vakken worden genoemd, waarin op de school onderwys zal worden gegeven, het godsdienstonderwys als vak a zal vermeld worden, opdat de Overheid daardoor als beginsel poneere, dat, waar opvoeding en onderwys sa mengaan, de basis van het geheel, naar haar overtuiging, de godsdienst is. En wat de practijk betréft, deze moet dan worden geregeld in overeenstem ming met de plaatselijke toestanden, maar nooit r dat iemand zou kunnen worden gedwongen dat godsdienston derwys te volgen. In dit opzicht ga ik zoo ver, dat ik het niet alleen voor de Mohammedanen facultatief zou willen stellen, maar dat ik, wanneer het gods dienstonderwijs zou worden gegeven bijv. in reehtzinnigen geest, en ouders van een andere wereldbeschouwing dit voor hun kinderen niet gewenscht zouden achten, hun de faculteit zou worden toegekend zien hun kinderen aan dat onderwijs niet te doen deel nemen. Maar dan was toch in elk geval van Regeeriugswege het beginsel voorop gesteld, dat, waar opvoeding en onder wys noodwendig samengaan, voor bei de een Cüristelyke basis moet worden gelegd. Ik herhaal, dat ik dit standpunt ver dedig niet uit dit oogpunt, dat er groe pen, beginselen, richtingen, verlangens zijn in het midden van het volk, hier of in Indië, die dit wenschen, maar ik verdedig het uitsluitend uit dit oogpunt dat het de taak is van een Regtering die vertegenwoordigt een Christeiyke natie. Wanneer wy dit standpunt niet innemen, de rede van den heer Bos heeft aangetoond tot welke consequen tie wy dan komen. De heer Bos beefc nu nog eens gepunctueerd hetgeen hy in zijn eerste rede heeft opgemerkt, dat wanneer wy Nederlanders met onze Westersehe cultuur in Indië ko men en de kinderen da&r met die Westersehe cultuur bekend maken, er dan onwillekeurig een revolutje plaats heeft in hun wereldbeschouwing. En nu acht ik hei met alle gezonde pae- dagogische beginselen in strijd, om, ook slechts zijdelings, revolutie in een aanwezig zynde wereldbeschouwing van jonge menschen aan te kweeken en om niet terstond een positieve we reldbeschouwing in het leven te roepen of te bevestigen. Wanneer dit laatste niet geschiedt, dan ontzeg ik aan de Redering bet recht om op die wijze op te treden tegenover kinderen van inlanders, met het gevolg dat de heer Bos zich voorspelt. Allerminst mag zy dit als Christelijke Overheid. Voor haar zou het geoorloofd zyn, zy het ook zydeliDgs, er toe mede te werken, dat de wereldbeschouwing van inlanders een negatieve word en niet een posi tieve door diezelfde R geering werd aangeboden. Het is op grond daarvan, dat ik biyf opkomen tegen het stand punt hier door dr. Kuyper en dr. Bos verdedigd. Ik meen, dat dit een stand punt is, dat niet in de lyn ligt van de Regeering van ons land, als een Chris- teiyk land. Deze dient haar Christeiyk karakter nergens te verloochenen, ter wijl middelerwijl de volkomen vrijheid van geloofsovertuiging en de volkomen vryheid van geweten gewaarborgd biyft." 15 Febr. 1912. De maand Januari geeft, wat de op brengst der Ryksmiddelen aangaat, weinig stof tot opmerken. Vergeleken by Januari 1911 gingen de directe be lastingen en de invoerrechten vooruit, de accijnzen over 't geheel achteruit. Meer brachten oppersoneele belas ting f105,000; gedistilleerd f 127,000; bedryfsbelasting f 169,000invoerrech ten f 1 8' ,i 00voorts posteryen f 390,000 zegelrechten f 61,000telegraaf f 81,000. Minder daarentegen brachten op suikeraccyns 4 ton, successierechten an derhalve ton; zoutaccyns f20,000. De geheele opbrengst der maand die als gewoonlijk steeds ver beneden een twaalfde der raming biyft (plm. 3 miljoen I) was f 12,789,837,956 tegen f 12,530,419,17 in het vorige jaar, of twee en een halve ton ruim meer. Een herdenking. Deze week heeft het ministerie Heemskerk zyn vierjarig bestaan beleefd. Een feit van zeldzame beteekenis, want slechts een paar kabinetten genoten sinds 1848 ditzelfde voorrecht, één kabi net slechts, het 39 kabinet Heemskerk Az., had een langeren levensduur. Of nu deze herdenking een jubileum is geweest, gelijk van vrijzinnige zyde verondersteld wordt, zouden wy niet kunnen zeggen. Maar wel mogen wy aan nemen dat dit ministerie op een wèl- besteed leven mag terugzien. Zelden gaf een kabinet zooveel werks aan de Volksvertegenwoordiging ten aanzien der sociale wetgeving, terwyi het ook op ander terrein krachtig naar voren trad. Bij zyn optreden stond veel belang- ryks op zyn program, als onder ande ren herziening van ons Wetboek van Strafrecht (bestrijding van de Zedeloos heid), reorganisatie der Arbeidsinspectie, herziening der Militiewet, iDstelling van een Raad van Defensie, Verzekerings- ontwerpen, Kustverdediging en voorbe reiding eener Grondwetsherziening. Van deze zyn reeds enkele toezeggin gen in daden omgezet, in wetsontwer pen belichaamd, of als wetten in het Staatsblad terechtgekomen. Een mooi stuk werk zyn de wetsontwerpen tot pensioneering van invaliden (ouderdom er in bsgrepen), het landverscbaffings- ontwerp, steenhouwerswet, stucadoors- wet, arbeidswet, bakkerswet. Inderdaad dit kabinet kan met vol doening op het geleverde werk terug zien. Dat de Tweede Kamer te weinig van een en ander verhandelde, is voor een deel haar eigen schuld. De parle-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1