No. 109 1912, Donderdag 8 Februari 26e Jaargang. 2HRISTEUJK- NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWES F, te Goes F. P. D'HUIJ, te f iidcielbt rg. PRIJS DER APVERTENTÏËN FEUILLETON. Goesti Djilantik. uxt mm IEDBREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per Irie maanden franco p. p.1.25 tfnkele nummers 0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN v ui 1—5 regels 50 cent, Iedere regel meer 10 ceat. F. milieberichten van 1—10 regel:" l.~ tedere regt:I m er 10 cent 7 Febr. 1912. In 't kiesdistrict Hilversum is gisteren den kiezers thuis bezorgd een biljetje aan twee zijden bedrukt. Aan de eene zyde een kaartje van Nederland met er over heen de woorden in vette letter; Kiest De Jong. De Welvaart. Goedkoope levensmiddelen. Voortduring van Nederlands bloei. En aan de keerzijde: Rutgers, amp. Duurder levensmiddelen. Nederlands verval. De R van Rutgers en Ramp is één. Zoodat Rutgers en Ramp synoniem zyn. Men moet toch wel een heel kleine gedachte van een kiezer hebben dat hy door dergelijke onjuiste prentjes van z|jn apropos zou z|jn af te brengen. Maar het stukje zelf is leugen. Eet Handelsblad ontleent aan De Java- bede onderstaande leuke mededeeling ,uit de oude doos". Jaren geleden, voordat de spoorbaan de Preanger doorsneed, resideerde op de afdeelingsboofdplaats X. in de Preanger- regentschappen de assistent-resident B., een eenvoudig man, die al heel weinig om mooie kleeren gaf. Geen rok en geen lange jas bezat h|j, wel eeu zwart door zichtig jasje, zooals jaren geleden elke klontong, die de binnenlanden introk, verkocht. De schout b|j nacht maakte een reis dwars door Java, in een reiswegen met vier paarden bespannen, en kwam 's avonds aan te X. De pradjoerittroep kwam in 't geweer om den hoogen gast de noodige eer te bsw|jzen, de tamboer sloeg de roffel. De vlootvoogd, misschien ontevreden over 't schudden in den reiswagen, zette een allern|jdigst gezicht en beklom wel dra de trappen van de assistent-residents woning, waar B. hem in zijn doorschy- ■end zwart jasje opwachtte. Misschien meende de vlootvoogd, dat de assistent-resident hem wel in wat deftiger kleedy kon ontvaagen, h|j uitte ten minste direct z|Jn ontevredenheid over de ontvangst. De tamboer der pradjoerits had hem o.a. een roffel te kort gedaan, hy, de W|J heiinneren ons nog den tocht onzer dapperen naar Lombok, en het verraad, waardoor onze troepen in open bivouak van achter de muren werden beschoten, en tot een haastigen terug toeht gedwongen, onbeschut en ongedekt door de fanatieke eilanders als vee wer den afgemaakt. Wij herinneren ons die eerste heldeD, welke daar vielen by dien ...moord. Generaal Van Ham, Overste Lawick van Pabst, Luitenant Alting von Geusau, Van Oppen, Musquetier, V. d. Heyden en anderen, kapiteins v. Erpe oom en Slangen, en honderden onder officieren en minderen. In dien overval heeft ook de hand gehad de man wiens naam hierboven staat; doch op wiens leven en handelingen wel een «enigszins «nder licht valt door hetgeen Augusta da Wit in de N. Bott. Crt. schrijft en aldus luidt: Goesti Djilantik, die de stedehouder van Karang Assem is geweest, eerst onder den vorst van Lombok, toen onder de Nederlandsch-Indische Regeering, is de afstammeling van een Hindoe-Ja vaansch geslacht, waarvan de stichter omstreeks de helft van de vijftiende eeuw naar Bali kwam om het eiland *oor den vorst van Madjapahit te ver vlootvoogd, had recht op een bepaald aantal roffels en de tamboer bad er een te weinig geslagen. De assistent-resident zweeg en de vlootvoogd zocht z|jn kamer in de pa- sangrahan op. Nauwelijks was h|j vertrokken, of de assistent-resident liet den koetsier van den postwagen en den tamboer der pradjoerits roepen. Wat er tusschen hen driefin verhandeld werd zou de schout bjj nacht den volgenden morgen merken. De afdeelingshoofdplaats X. ligt langs den postweg, die ongeveer over een af stand vaD een paal door de kota loopt. 's Morgens vroeg steeg de schout b|j nacht in den reiswagen; naast die wagen stond de tamboer. Ajo djalan, comman deerde de zeeman. Stapvoets reed de koetsier weg, de tamboer sloeg de roffel, zoo ging 't een paal ver stapvoets, de tamboer steeds roffelende door de kota, en ot de vlootvoogd al tot den koetsier riepajo lekas, en tot den tamboer ajo brenti, ze hielden zich van den domme. Hoeveel extra roffels de v ootvoogd beeft gehad is niet te berekenen. Zeker is het, dat by zich by de R°geering be klaagde over de onbeschoftheid van den assistent-resident van X, die hem-de Kota had uitgeroffeld. B. schynt zich goed te hebben verant woord, want hy werd later resident van de Kedoe. De Eerste Kamer en de opinie van het publiek. De Nederlander schryft: Het Volk maakt natuurjyk by het be richt der beslissing van de Eerste Kamer reeds dadeiyk een commentaar, dieniet malsch is. Natuuriyk zyn bet geen argu menten, die gezegevierd hebben, maar alleen de geldzak. En even natuuriyk zal de gevallen beslissing ten goede komen aan de agitatie voor Algemeen Kies recht. Dat spreekt wel van zelf, alles komt daaraan ten goede, of wordt er aan dienstbaar gemaakt. Merkwaardig echter is ditOp dezelfde pagiDa van Het Volk, waarop de Eerste Kamer aldus wordt afgestraft staat het, in ietwat humoristischen styi geschreven verslag van vyf byeenkomsten in een Amsterdamsche volksbuurt, om te agitee- ren in zake de duurte, doch die alle vyf niet zyn doorgegaan, wegens gebrek aan belangstelling. overen. Toen deze, voor den Islam vluch tend, van het vermeesterde eiland zyn nieuw riik maakte, gaf hy zyn veld overste Karang Assem in leen. De af stammelingen van Gadja Mada verge noegden zich niet lang met het vazallen- schap. Zy stonden op tegen de opvolgers van hun leenheer, de vorsten vanKloecg- koeng, ontnamen hun groote stukken van hun gebied, veroverden het omlig gende land, en waren vorsten van Lom bok geworden toen omtrent 1700 de Oost-Indiscbe Compagnie in deze streken zich trachtte te vestigen. Het was een Karangassemer dien Valentyn noemt als „den CoDinck van Baly"en een Ka rangassemer ook was die radja van Boeleleng tot wien de O. I. Compagnie het verzoek richtte haar het monopolie te gunnen van die zeer voordeelige tra fiek, den slavenhandel. Nu begon in den levensloop van het oude geslacht een nieuwe periodede ty'd van het geweld was voorby, de tyd van overleg en list was begonnen. De Karangassemers moesten zien hoe zy de positie die zy op de oorspronke- ïyke inwoners van Bali eerst en op hun Hindoe-Javaansche stamgenooten later veroverd hadden, nu op hun beurt hand haafden tegenover den veroveraar uit het Westen die weer sterker was dan zy. Zy deden het door beurtelings voor hem en voor hun landgenooten party te kie zen, aldus de politiek beginnend die hun Het folk kan zich gelukkig troosten met de betuiging: 't Was de duurte- beweging van de S. D. P., van de Marxis tische sociaal-democraten. Maar eilieve, indien daaruit moet worden afgeleid, dat de menschen wèl zouden opgekomen zyn, indien de revisionistische hervormers de beweging in gang hielden, wat bewyst dit dan Alleen ditdat niet de ny pende duurte, de noodstand of wat ook, die ver gaderingen vult, maar slechts het lawaai van de groote trom, door de socialisten met zooveel virtuositeit geslagen. De menigte loopt daar gaarne achter. Voor wat doel dan ook. Maar intusschen, dit gebrek aan be langstelling, èn de beslissing der Eerste Kamer op denzelfden dag, 't is wel een eigenaardige coïncidentie Afgeluisterd gesprek. Jans. Zeg man, van middag is hier zoo'n meneer geweest om te teeke nen over een tariefwet. Wat is dat P Jan. O vrouw, daar heb ik van gelezen in ons krantje, dat de menschen daarmee den boer op gaan, om de vrouwen te laten teekenen. Heb je geteekend Jans. Neen, maar die meneer zei, dat ons huishouden zooveel duurder zou worden als die wet in de Kamer werd aangenomen. Jan. Wat zou dan duurder worden Jans. Alles! We zouden niet meer rondkomen met wat je verdient, onze kinderen zouden honger ïyden en alzoo meer. Jan. Zeg vrouw, als ik goed gelezen heb, is daar niks van aan. Ik zal de krant eens opzoeken en nakyken. Zeg jy dan maar eens watje op een dag gebruikt. Jans. Ja Jan, 's morgens als we opstaan moet de kachel aangemaakt wor den, dus steenkolen. Jan. Steenkolen staan niet in de ta riefwet vrouw Jans. Dan zetten we een bakje koffie en eten we ons brood met margarine. Jan. Koffie en brood staan er niet bij, margarine wel, maar ik lees, dat goede margarine dan in ons land goedkooper kan gemaakt worden. Duurder wordt de slechte marga rine, maar die wil jy toch niet eten. Jans. Dan ga j y naar j e werk en ik schil late nazaat Goesti Djilantik ten einde zou voeren. Na den vai van de Compag nie volgden zy tegenover de Nederiandsch- Indische RegeeriDg dezelfde gedragsiyn. Zy behandelden haar als geiyke. Dat werd hun mogeiyk niet alleen maar zelfs gemakkeiyk gemaakt door de Regee ring zelve. Het was in de Jan-Salie dagen van het nieuwe Koninkryk der Neder landen. En toen daar een nieuwe kracht wakker werd, had die nog te zeer zich te weren legen de overal haar belemme rende sleur binnen de eigen grenzen, dan dat zy in Indië, en nog wel in zulk een uithoek van Indië als Bali, de hand aan het werk had kunnen slaan. Het meeste wat op Bali verkregen werd was een contract met de vorsten der acht land schappen van het eiland, een contract waarmee de Nederlandsche Regeering een erkenning van haar oppergezag be doelde, terwyi de Balische vorsten er niet anders dan een vriendschapsverbond in zagen, bedrogen naar het schynt, aangaande den zin van dien term souve- reiniteit die in hunne taal niet óver te zetten isVan Hoëvell althans verklaart dit in ronde woorden. Haar eerste poging om haar „rechten" geldend te maken deed den oorlog los barsten. De Karangassemsrs volgden hun oude taktiek van „jagen met de honden en loopen met den haas". Maar ditmaal te vergeef». Zy kwamen in het gedrang, moesten vluchten, en het hoofd Jan. Jans. Jan. Jans. Jan. Jans. Jan. Jans. Jan. Jans. de aardappelen, kook wat erwten, of we eten boonen, ik bak een botje, of maak de ryst klaar. Aardappelen, erwten, booneD, visch, ryst staat niks van in de wet, ook niet vat en reuzel Maar versche groenten dan Ook niet. Als het dan na den middag is en ik heb den boel aan kant, dan xt'aak ik 'n warme stoof met 'n briket, en ga wat zitten naaien op de nieuwe machine, die nu by na betaald is. Nou vrouw, briketten zyn ook niet genoemd en de naaimachines worden ook niet duurder. Maar de katoen, die ik op de naaimache verwerk, dan Ja vrouw, de ingevoerde katoen staat wel in de wet, maar als je katoen uit Twente ofuitVeenen- daal gebruikt, die wordt heelemaal niet duurder. ZooNou en dan gaan de kinderen onder de wol, hoe is het met de d6kens? Koop als je die noodig hebt al leen Leidsche of tenminste in Nederland gemaakte wollen de kens, die zyn niet duurder omdat de grondstof niet duurder wordt. Zeg, Jan, wil ik eens wat zeggen, ik zal maar niet teekenen op die iyst, want ik geloof, dat die man my wat wys gemaakt heeft. »duur« brood altyd beter dan „geen" brood. Bovenstaand afgeluisterd gesprek ont- leenen wy aan eene Hilversumsche ver kiezingscourant, ons door een onzer vrienden in 't district gezonden. Wy gaan er mee accoord behoudens ééne reserve: het brood zou wel eens een halve cent duurder kunnen worden. Noodig is dit wel niet; doch mogelijk is 't wel. Immers de geringste verhooging op invoerrecht van meel kan voorbode zyn van verbooging van Jen broodprys. Vergeten w|j echter niet dat 't brood na 1905 intrekking van het tarief- ontwerp Harte, wel 3 cent duurder werd, en - er toen geen enkel vryzinnige ook maar aan dacht de arbeiders te beklagen over hun „duur" brood. Mogeiyk komt dit hier van daaD dat het doel bereikt was, nameiyk de om verwerping van het rechtsche kabiDet; er> het (politieke) middel derhalve geen dienst meer behoefde te doen. Trouwens by meerdere welvaart is van het geslacht verloor zya ryk aan Nederland en zyn leven aan zyn eigen opstandige onderdanen. Karang Assem werd als loon voor bewezen diensten toegevoegd aan dat Lomboksche ryk dat vroeger van Karang Assem uit veroverd was, en waar nog een afstammeling uit het Karangassemsche vorstengeslacht regeerde. Deze zond twee van zyn ne ven het waren broeders als stede houders naar het nieuwe winstgewest. De twee broeders hadden een derden, zeer veel jongeren, zoon van een andere moeder, een kind nog, toen zy, in '49, naar Karang Assem gingen. Een en dertig jaar later kwam die broeder, een man van veertig nu, uit Lombok tot beD gevlucht uit vrees voor zyn leven. De vluchteling was Goesti Djilantik. In de poeri levende van zyn oom, den .radja van Lombok, had hy ii fde opge vat voor een van diens dochters en de wederliefde van het meisje gewonnen. Nu was zy, als dochter van eene Ksatria vrouw, de meerdere in kaste van Djilan tik, wiens moeder tot de lagere kaste der Wesja behoorde: en het huweiyk van een vrouw uit hoogere met eeD man uit lagere kaste is een misdryf, waarop de Baliër wet de doodstraf voor beiden stelt. De verhouding der twee werd ontdekt. Door overhaaste vlucht alleen kon Dji lantik zyn leven redden, dat zyn vy- aDden, eene sterke party ia de poeri, eischten, ter voldoening aan de wet. Ook een argument! De Residentiebode schryft By het zoeken naar argumenten om de tarief herziening af te maken raken de vryhandelaars soms danig in de war. Zoo vreemd als we vandaag een argu ment zagen „verwerkt" hebben we het echter nog maar zelden ongemerkt. We lezen nl. in de Middelb. Crt. „We hebben nog geen tariefwet, maar er wordt al r, ge wer Kt" of we er een had den. Onder de buitenlandsche fabrieken, die in ons land een afzetgebied hebben zyn er al eenige die, met op zich zelf te waardeeren activiteit, hun maatregelen nemen om dien afzet niet te verliezen door dat dreigende tarief. Voor ons ligt een circulaire, waarin de zeepfabriek van Bergmann en Co. te RadebeulDresden haar afnemers ken nis geeft dat zy een parfumerie- en toi letzeepfabriek heeft opgericht te Arnhem. De persoon, die de goede gedachte had ons die circulaire ter inzage te zenden, voegde daarby„Dergeiyke fabrieken zullen als paddestoelen ven-yzeD, waar door de bevoorrechting van de nationale industrie weer wordt te niet gedaan'. Een voorspelling waar weinig op valt af te dingen. Het is al vaak by de be strijding der tariefwet betoogd, dat der geiyke dingen gebeuren zouden, maar een tastbaar feit voor zich te hebben, is overtuigender dan het welsprekendste betoog". Inderdaad, het blad hoeft geiyk, als ze zegt, dat er „gewerkt" wordt of we een Tariefwet hadden. (Dat we wel dege- jyk een Tariefwet bezitten, schynt de schryver niet te weten, maar dat zien we maar over 't hoofd). Er wordt inderdaad „gewerkt" en ge schreeuwd door de vryzinnige pers, alsof al de gruwelen, die door de heeren voor speld worden, reeds op ons neergedaald waren. Geiyk ook heeft het blad, als het be toogt, dat een tastbaar feit overtuigender is dan het welsprekendste betoog. Alleen maar, het genoemde feit is voor de Hid- delburgsche welsprekend aan den verkeer den kant. De oude vorst was hem wel gezind: misschien heeft die zyn vlucht begun stigd. In elk geval, hy liet het toe, dat zyn beide stedehouders in Karang Assem den vluchteling opnamen en hem als wpoenggawa" het bestuur gaven over een deel van hun gebied. Tien jaar later stierf de eene der twee stedehouders. Toen stelde de radja Goesti Djilantik in zyn plaats aan. By den kort daarop ge volgden dood van den tweede maakte hy hem zelfs tot eenig stedehouder van Karang Assem. Djilantik betoonde zich een wys en rechtvaardig bestuurder. Anders dan vroeger zyn oudere broeder, dien het volk „Doeniet" Doemde, nam hy de be langen van den kleinen man ter harte. Hy vergde geen zware h«erediensten hy perste geen arbeid noch opbrengst van de velden afby was geen wedder by hanengevechtenmeisjes en vrou wen waren veilig in zyn gebied, een zeldzaam iets in een land, waar maag denroof niet voor misdrijf geldt, en waar, in sommige streken, de bevolking er toe gekomen was, haar dochters bet gezicht te mismaken met sneden over de wangen, om haar te vrijwaren voor 't lot, Daar de poeri van c\en vorst te wor den gesleept. Het volk vaD Karang As sem werd Djilantik's vriend. Zyn naaste bloedverwanten echter wa ren zyn vijanden. Z|jn benoeming tot

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1