No. 91 1912.
Donderdag 18 Januari
26e
8HR1STEUJK-
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
HISTORISCH
r eITi llet o"nT~
lack's „Te leun".
VERSC HIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWES T, te Odes
F. P. D'HUIJ» te Mdclelbt rg.
PRIJS DER AtfVERTENTIËN
Dr. Kuyper, en geen einde.
«zyn laatste optreden was als een
storm in een glas water.
IE1 )EREN WERKDAG DES AVONDS-
^~s.3ssaagss
Prijs per Irie maanden franco p. p.1.25
iinkele nu «mars.0.05
i
UITGAVE DER FIRM AS
EN
v in 1—5 regels 50'cent, ieuore regel meer iO ceat
F. milieherichten van 1—10 regel.: I.—Iedere regU
nii ei ïO cent.
jfèmmVBmm. iwai.ii.<w»T1iSg'^fiaasaaate^3K-j^%g-j-aggBs ~3na§5a£«aK$S B'
Het is tegenwoordig al dr. Kuyper
wat de klok slaat.
Vrijzinnigen, Chr. historischen, Chr.
democraten, socialisten, zij hebben 't
allegaar over dr. Kuyper.
Natuurlijk, zoolang dr K. zwjjjgt, heeft
hij geen last van hen doen niet zoodra
heeft hij, een weinig harder dan hun lief
is gesproken, of Nederlander en Beuke
laar, Om Tijdschrift en Jongelingsbode
luiden de brandkloken hun geroep,
wordt onder de rubriek „Pers" om zijn
treffende juistheid door de vrijzinnigen
overgenomen.
Een paar staaltjes.
In De Jongelingsbode, het orgaan van
het Ned. Jongelingsverbond, bespreekt
Adam in zijn wekelijkschen brief, de
kwestie dr. Kuyper-De Waal Malefijt, en
schrijft daarover o. m. het volgende
«Hij (dr. Kuyper) is alweer misver
staan en zal nu in eene brochure uit
eenzetten, wat hij dan eigenlijk wel heeft
willen zeggen. Nu, Daar die brochure ben
ik niet nieuwsgierig. Ik voor mij ken dr.
Kuyper's handigheden allang genoeg, om
niet te begrijpen, dat hjj ook aan deze
zaak wel weer een draai zal weten te
geven. Weet gij wat me nu zoo geweldig
hindert? Dat geen enkel Christelijk or
gaan den moed heeft om eens ronduit
te zeggenDr. Kuyper, dat is te bar.
Neen, zij vinden allemaal dat Talma,
Heemskerk, Colijn, De Waal Malefijt wel
ongelijk hebben. Dr. Kuyperwel,
die vergist zich immers niet? Hij is in
't oog van die heeren, nog onfeiibaarder
dan in zijn eigen oog
Maar, ik zou wel eens, al was 't maar
een enkele maal, by dr. Kuyper zelf
erkenning van een fout willen zien. Zelfs
in het boetekleed neemt dr. Kuyper nog
een pose aan. Thans wil hij weer dat
ljjitt me zoo duidelijk als tweemaal twee
vier is de leiding hernemen der coalitie
tegen de algrmeene verkiezingen. Zyn
ouderdom belet hem niet te streven naar
eene nieuwe machtspositie. Dat heeft hij
in het debat willen toonen, geloof ik. Het
is goed begrepen. Dat dr. Kuyper nog
krachtig en machtig is bleek wel zeer
duidelijk, maar dat die kracht die eens
edelen geestes is, heb ik helaas niet kun
nen bespeuren. En ik geloof, dat hy zich
vergist, als hy meent, dat by nog doen
kaD, wat hy wil. Ja, tot op zekere hoogte
(Slot.)
Daar komt hy I Plotseling werd die
uitroep gedaan door iemand, die Johan
nes Bach zag aankomen. Werkeiyk
naderde daar de oude muziekmeester,
die zyn schreden richtte naar een der
zydeuren van de kerk eD vriendeiyk
groeteride voorby de wachthebbende
soldaten stapte.
Alsot er hedenmorgen niets te doen
was geweest, alsof er niets was voorge
vallen dat zyn leven in gevaar scheen
te brengen, was Bach om half zes van
huis gegaan en had zich naar het kerk
gebouw begeven om de wekeljjksche
zangoefening der kinderen te leiden. Wel
bemerkte hy, dat het kerkgebouw helder
verlicht was en een groote schare naar
binnen ging, tevens zag hy ook de ge
wapende Pruisische soldaten op wacht
staan, doch hy scheen voor dat alles
geen aandacht te hebben.
Juist wilde by de gang doorgaan, die
naar het orgel leidde, toen hy daar
orgeveer twintig soldaten aantrof, allen
met een muziekinstrument in de handen.
De kapelmeester, die hem scheen te
kennen, trad op hem toe en zeideMyn
heer Bach, we hebben bevel gekregen
om u by eefi lied te begeleiden, dat u
hedenavond spelen zou.
wel. Ik neem aan, dat hy heel het Kabinet
desgewenscht kan afbreken. Maar dat
hy daarna weer zal kuDnen opbouweD,
dat geloof ik niet. De toekomst zal het
ons doen zien."
Men zegt dat die «Adam'1" wel onder
andere namen elders evenzeer zyn anti
pathieën tegen den leider ODzer party
lucht. Het kan zyn. Doch niet mindar
ongepast vinden wjj onderstaand stukje
dat wy oDtleenen aan De Beukelaar het
bekende algem. Chr. sociaal weekblad
van mr. dr. A. R. v. Laar.
«Niets pyniyker voor den eerzuchtige
dan eigen roem te overleven, niets grie-
venaer voor den geweidige dan een
laatste krachtproef te doen zonder
succes.
„Zoo moet dr. Kuyper het wel voelen
in deze dagen.
„Men stond verbluft over de jonge
kracht in den ouden man, men schrok
op geiyk een kudde herten op het
leeuwengebrul. Maar spoedig is da be
zinning gekomen. Men zag den ouden
leeuw gevangen liggen j'd het jagers
net geen overwinDingskrect maar angst
geschreeuw was zyn bcullen
„Als een andere Simson omgreep hy
de pilaren van den tempel, een oogen-
blik bogen ze onder de kracht van den
geweldenaar maar Kier schoot de
kracht te kort. Een juich- en hoonge-
roep deden de Filistynen hoorenophun
sidderen.
„Of zou er toch nog één krachtproef
moeten komen?
„De allerlaatste dan.
„Het kan worden vermoed.
„Immers het zou al te naïef zyn te
meen8n, dat dr. Kuyper door 's ministers
verzekering werkeiyk bevredigd werd.
Hy toch wist dat het ministerie èn
ziektewet èn ouderdomsverzekering nog
in deze periode dacht in het Staatsblad
te zullen krygen. En door hemzelf zal
daaraan zeker ook nog worden ge-
twyfeld.
„Zou hy dan nu denken 't beste te
doen met zyn jongeren rustig echèc te
laten lydeD om dan in 1913 nog eeDs en
voor het laatst zijn volk te komen redden.
„Wellicht heeft hij het zoo gezien.
Misschien ziet hy zoo nog. Maar hy
heeft eig-n bodem ondergraven."
Da schryver van deze bruiser.de taal
Zoo, was het kalme antwoord, en weet
ge ook wat voor een lied dat zou zyn?
Niet juist, antwoordde de ander, de
ordonnans van den vorst von Dessau
heeft ons alleen medegedeeld, dat het
een christelijk lied zou zyn, hetwelk de
stafmuziek vroeger reeds gespeeld heeft.
Een glimlach verhelderde het gelaat
van den ouden muziekmeester. Nu kon
hy deze mannen laten spelen, wat hy
verkoos, zonder hen zelf in ongelegen
heid te brengen. Was dit niet duideiyk
de hand des Heeren, doordat nu de in
strumenten, die behoorden aan de man
schappen van een vyandeiyk leger, zou
den medeklinken tot eer en verheeriy-
king van Gods grooten Naam P
Komt mee, mannen, zeide Johannes
Bach en alsof hy twintig jaar jonger
was, stapte hy opgewekt en met vluggen
tred de trap naar het orgel op. De staf
muziek volgde hem op den voet en had
zich spoedig achter hem by het orgel
opgesteld.
In 't eerst wisten de muzikanten niet,
hoe zy het haddenze dachten alleen
te zyn met den orgelspeler, doch vlak
tegenover hen zaten ongeveer tachtig
kindeten, onder toezicht van den koster,
reeds op hun leermeester te wachten.
Vriendeiyk had de grysaard de kinde
ren gegroet en, na zyn jas uitgetrokken
en zyn hoed afgezet te hebben, zette
Bach zich voor het klavier en trok de
registers open.
Wel, kinderen, we zullen van'avond
heet Ruys.
„Ons Tydschrift" bevatte onder meer
liefeiyks aan dr. Kuyper's adres in zijn
jongste aflevering een citaat over Bis
marck uit een boek vaD Popert. De
Nederlander vond het mooi genoeg om
het over te Eemen. Het luidt:
„Deze reusachtige gestalte laat naast
haar oneindig grooten zegen ook een be
treurenswaardig erfdeel na. zyn invloed
was zóó groot, dat het sedert geruim en
tyd werd beschouwd als een misdaad aan
het volk gepleegd, anders te denken en
anders te willen, dan hy, Bismarck. Zoo
is het gekomeo, dat de overweldigende
kracht van zyn persoonlykheid een on
telbaar aaDtal onder ons verpletterd heeft.
De Duitschers waren begonnen er een eer
in te stellen, niets anders te zyn dan een
stuk was, waaiin de kop van dien reus
stond afgedrukt. Duitschland heeft er
geen uiteriyk nadeel van ondervonden,
zoolang hy vooi ons kon willen en denken.
Thans gaat hy heen. Zal het nu nog biy
ven voortbestaan, zonder schade voor Ger-
manië, dat het een smet geworden is: zelf
een persoonlykheid te zyn?"
De schryver van den „Terugblik" voeg
de daaraan toe
Verander B smarek in Kuyper, Duit
schers in anti-revolutionnairen,Germanië
in Nederlanden begryp dan waarom
we dit citeerden."
Gelukkig is dit oordeel fatsoenlijker
dan dat van Adam en van Ruys. Maar
de aangevallene en zyn vrienden en
volgelingen kunnen 't er toch ook wel
mee doen.
Dr. Bronsveld heeft een kwart eeuw
geleden wel eens geklaagd over de wei
nige Christeiyke bescheidenheid van
»Kuyperiaanschec jongelui iD hunne be
oordeeling van groote tydgenooten, „man
nen van beteekenis" in onze dagen.
Maar waar is tegenwoordig de Chris
telijke bescheidenheid bij de Christen-
jongemannen die „tegen Kuyper" aan
de zyde der Chr. historischen en chr.
socialen staan
Wy voor ons hebben van den beginne
van het geschil Kuyper—Malefijt weinig
begrepen. Het verschil in standpunt, of
in uitwerking van het beginsel konden
wy tot nog toe maar niet in het vizier
krygen. Trouwens dr. Kuyper zelve be
sloot na de hem verschafte opheldering
het incident met een betuiging yan »pais
en vree".
dat nieuwe Kerstlied nog eens zingen en
deze heeren zullen ons met hun muziek
instrumenten begeleiden. Ge kunt zeker
wel spelen De Kerstklokken luiden, aldus
wendde Bach zich nu tot de stafmuziek.
Zeker wel, klonk het antwoord en de
mannen zetten zich in postuur.
Nu, zoodra ik het voorspal geëindigd
heb, valt gy by de melodie in terwyi de
kinderen dan tegeiyk zullen zingen.
Zoo kalm als Bach boven bij het orgel
was, zoo onrustig waren sommige zyner
vrienden beneden in de kerk.
Vele nieuwsgierigen -waren vol span
ning, hoe de stryd tusschen die twee
mannen zou afloopen. De vorst von
Dessau, wien was medegedeeld dat de
oude muziekmeester toch gekomen was
en dat de stafmuziek zich reeds by hem
bevond, keek zegevierend in het rond en
zeide tot zyn ordonnans: Ik wist wel
dat hy komen zou en myn bevel niet
zon weerstreven.
Plotseling hielden de gesprekken op,
want eensklaps had het orgel zich doen
hooren. Zacht en liefeiyk klonken de to
nen door het kerkgebouw en drongen door
tot in het diepst der harten van hen, die
aandachtig luisterden.
Al sterker en sterker jubelend en jui
chend zweefden zy door de ruimte en
daar op eens donk de stafmuziek, die
het spel nu begeleidde. Steeds machtiger
en grootscher bruischten de orgeltonen
door de kerk, machtig en indrukwekkend
klonken de bazuinen en trompettan dor
Daarom steunen wy ook niet de in der-
tij d door ons opgenomen Dokkumer-motie.
Maar tegen de smadeiy'ke critiek der
jongeren van het «algemeen Christeiyk*
standpunt teekenen wy verzet aan. Daar
toe is de antirevolutionaire party, de natie
en zyn ook vele Christeiyk historischen
te veel aan de actie van dr. Kuyper ver
plicht, daartoe is het aantal onzer groote
mannen te luttel klein, om ze door deze
half- of- driekwart-geestverwanten met of
zonder rancune te laton uitschelden.
Wy hebben jaren g deden evenzeer nrs
gekeerd tegen de jongens die jhr. Loh-
man met sneeu wballen gooiden met nog
groot?-!- geestdiift nemen wij het tegen
dergelyke aankomelingen voor onzen
leider op ook daar, waar wij zyn op
treden niet altyd begrypen of toejuichen
kunnen. Wy veronderstellen in dat geval
liever kortzichtigheid hy onszelven dan
vergissing aan zijn zij Ie.
Een geboren veldneer ziet meer en
verder dan een korporaal.
17 Jan. 1912.
In aansluiting aan ons advies in zake
de Zondagspostzegels herinneren wy aan
ons advies, eenige jaren geleden gegeven,
nameiyk om alleen postzegels verkryg-
baar te stellen „Zondags bestellen" het
geen in ons Christenland regel behoort te
wezen.
Met genoegen lezen wy in De Nederlan
der eenzelfde advies.Het blad zegt terecht:
„Is hei-niet de verkeerde wereld, dat wy
betalen moeten voor niet-op-den-Zondag-
arbeid, terwijl men in de samenleving ge
woonlijk alleen extra betaalt voorextra-
ZondagsarbeidWaarom niet als regel:
niet bestellen op Zondagen per strookje
den wensch wel bestellen op Zondag
Ook op dien grond verdient het advies
overweging. Doch hoofuzaak isin een
Christenland dient regel te zyn, dat op
Zondag, ook vanwege de posteryen, niet
gewerkt wordt. Wil men afwijking van
dezen regel, welnu, dat" men er voor be-
tale. Zondags-wel bestêlllnworde
dan door daarvoor te bestemmen postze
gels kenbaar gemaakt. En dan dit geldt
alleen voor brieven.
Briefkaarten en drukwerken in geen
geval bestellen op Zondag.
Onze „groote pers", die byna uitslui
tend ten dienste is van het vrijzinnige
muzikanten en het jubelend gezang der
kinderen paarde zich met die tonen tot
het lied
Hoort, o boort, de Kerstklok nooden,
't Is bet feest van aller Vorst
Lof en eer zij teem geboden,
Juichen wy uit volle borst
Hem zy eer
Hem dan Heere
Redder, Koning van 't heelal,
Roem ons Hallel- en Hosanna
Met der Engelen lofgeschal,
Sprakeloos van ontroering zaten allen
neder,toen zij die indrukwekkende muziek
en zang hoorden, niet het minst de vorst
von Dessau, die zulk orgelspelen nog nim
mer gehoord had. Nu eerst zag hij in,welk
een dwaas bevel hy dien morgen gegeven
had aan iemaDd, die door zijn geloof in
God nog sterker was dan by, die over dui-
zendon te bevelen had.
Het ging hem als wyien Saul, die uitge
gaan was naar Najoth by Rama om David
te dooden. En toen hij daar kwam en zich
bij de schare van profeten voegde, by wien
David zich bevond, toen kwam de Geest
Gods op Saul en, in plaats van aan zyn
schandeiyk voornemen gevolg te geven,
stemde hjj, door de lofzangen der profeten
daartoe aangedreven, mede in toteeren
verheeriyking van Gods grooten -Naam,
waardoor Saul door God wonderbaarlijk
in zyn voornemen werd verhinderd.
Onhoovl aar ging rlo vorst von Dessan
deel van ons volk, heeft boven al es deze
tactiek gedurende jaren toegepast: wat
door de vryzinnigbeid wordt voorgestaan
is eigeniyk het eanig goede, het weten
schappelijk vastgestelde stelsel, waarby
ieder zich heeft neer te leggen.
In het opleggen van deze overtuiging
bij hare lezers, heeft zy het ver gebracht,
vooral op het terrein vaa onze handels
politiek. Dat de richting daarvan niets te
maken heeft met politiek kleur, mou
kan het lederen dag lezen, maar onder
wijl worden de leuzen „v.yhandel" en
„vry ruilverkeer», zoo handig geëxploi
teerd, dat men wel een verstokt conser
vatief of aans domper moet zyn, om niet
met deze leuze mee te gaan. In het ver
trouwen dat velen zich buiten dezen kring
van dompers en conservatieven zullen
stellen, wordt dan verder als eene uitge
maakte zaak aangenomen, dat de groote
meerderheid van ons volk zich verklaart
heeft voornu ja, waarvoor weet men
eigenly,k niet, maar in elk geval tegen
net ontwerp vau Minister Kolkman tot
verhooguig van de Tariefwet.
De groote meerderheid van ons volk.
Hoe men tot ó;ze wetenschap komt,
het is niet vrijzinnig er naar bevragen,
het is uitgemaakt 1
En omdat het uitgemaakt is, stelt men
thans voor, desnoods wel het ontwerp
Kolkman te behandelen, maar de eind
stemming te verschuiven tot na de ge
nerale verkiezing van 1913 Hierbij wordt
een beroep op Engelanri gedaan maar
verzwegen dat de omstandigheden hier
en in Engeland geheel ongeiyk zijn.
Reeds ia 1901 is Tariefs-verhooging
door links gebruikt als politiek wapen
by de verkiezing. De uitslag was een
groote rechtsche meerderheid en een Ka-
binet-Kuyper.
In 1995 werd het ontwerp-Haite be
streden, en naast deze bestryding het
anti Kuyper kabaal gebruikt, om eeno
kleine linksche meerderheid te verkrygen.
In 1907 was by de Prov. Staten ver
kiezing het Tarief schering en inslag,
maar de uitslag was een groote meer
derheid rechts in de Eerste Kamer.
In 1909, ging de strijd tegen het in-
tusschen opgetreden Kabinet-Heemskerk
en de uitslag was een nog grootere meer
derheid rechts dan in 1901. En evenals
in 1901, heeft de leuze vrijhandel, dienst
gedaan om in 1909 het Kabinet-Heems
kerk, dat de herziening van het Tarief
de kerk uit. en begaf zich naar boven by
het orgel. De militairen zetten zich in het
gelid en gaven aan hun bevelhebber de
militaire eerbewyzen. Ontroerd en met
uitgestrekte handen ging deze nu naar
den gryzen muziekmeester, die van zyn
orgelbank was opgestaan, en zeide tot
hem
Vriend Bach,vergeef mydat ik u heden
morgen zulk ec-n dwaas bevel gaf. Myn
overwinning by Kes3elsdorf had my
trotsch en ydei gemaakt, en ik dacht over
een ieder te kunnen gebieden en te heer-
schen Maar gy hebt u dapper gehouden
door het geloof in God, datHy u zou, be
schermen. Vier vrooiyk met nw kinder
schaar het Kerstfeest en vei kondig, door
uw aan God gewyde muziek, de beteeke
nis van den K-ustdag.
Tranen vau dankbaarheid stonden in de
oogen van den gryzen muziekmeester,
toen hy de woorden van der veldoverste
gehoord had en daarin zag de bescher
ming van zijn God. Eensklaps keerde hy
zich om, zette zich neder voor het orgel en
speelde nu werkeiyk een «Te i)eum",
maar een ander dan gevraagd was, een
»TeDeum«, waarmede de stafmuziek en
de kinderen instemde
Looft der heeren Opperheer,
Buigt u need'rig voor Hem neèr,
Want Zyn gunst alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
Friesch Dagblad.
mam