No. 78 1912, Woensdag 3 Januari 26e Jaargang SH» HlSTORISets YOOR ZEELAND De lODdzakelijkheid n Or. Oodnijs. VERSCHIJNT ZESMAAL FEB; WEEK Wed* S. J. DE JONGE-VERWES F, te Goes F. R D'HUIJ, te Mdcleibi rg. PRIJS DER ADVERTENTHËN 1E1 )EREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per irie maanden franco p. p.S.25 Hnkele nummers 0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN x in 1—5 regels 50 cenl, iedere regel meer SO cent F; milieberichten van 10 regel: 1.—iedere regel m< er 10 cent. V SffiE 1SHZ 4WSÜSCS ö-5g^S5MW!®0fflMBas^SaBft De opgaaf van den spoordienst komt in dit nommer voor op de gebrui kelijke plaats. Te Gorinchem wordt welhaast weer een nieuwe Ghr. school geopeDd. Dit feit werd dezer dagen in de Ned. Hervormde kerk gedacht door een drietal predikanten dr Gobius du Sart, van Woudrichem, dr Posthumus Meijjes, van Den Haag, en ds Luuring. Laatstgenoemde klaagde, dat vooral in Hervormde kringen nog maar ai te dik- wjls tegen allerlei vooroordeel moest worden opgekomen in den strijd voor Cbr. Onderwijs, ja, dat het langen tijd wel scheen als hadden vele Hervormden ook een geloofsartikel„Ik geloof in de Open bare School". Niet onmogelijk, dat ds Luuring dienaangaande ook te Gorinchem ontmoedigende ervaringen had opgedaan, waar aan Z.Eerw. nog dezer dagen in allen ernst was gevraagd „of die nieuwe school nu een Roomsche school werd". Dr Posthumus spiak een treffend woord, dat wij, om net belangrijke der zaak, waar het om gaat, en om zijn rijken inhoud, in saamvatting aan De School met den Bijbel ontleenen Spreker zegt, dat er met een blik op de historie rijke stof tot danken is, voor wat wjj als voorstanders van Christelijk Onder wijs reeds hebben gekregen. Om dit goed te doen gevoelen, roept spr. een tweetal data in herinnering terug. Op 8 Aug. 1878 was het dat een schare Chris tenmannen met den vromen Elout van Soeterwoude aan het hoofd een eerbiedige smeekbede aan Koning Willem III ging aanbieden, een bede, die, helaas, werd af- gewezen.Toen was de nood hoog gestegen. FEU1LLETO N. W aarheidsliefde. (Een trek uit het leven van Oberlin). Het was in het jaar 1793, tijdens het Schrikbewind toen door geheel Frank rijk de gevangenissen opgevuld waren, en duizenden onschuldigen door de guil lotine het hoofd verloren dat er op zekeren morgen in het stille Waldbach, vóór de pastorie van den predikant Ober lin, een groot vat voorzichtig afgeladen en naar den keldêr gebracht werd. Aanstonds werd het daar openge maakt. En wat denkt ge dat er uitkwam Een lief meisje, van omstreeks veer tien jaren, dat blijkbaar verheugd was, het vreemdsoorcig vervoermiddel te kun nen verlaten, en met tranen van blijd schap vader Oberlin om (jen hals vloog. Wie was dat meisje, en hoe kwam zij in dat vat? Dat zullen we hooren. In de omstreken van Nancy woonde een rijke graaf, die, door den goeden naam, welken hij zich in den omtrek verworven had, een tijdlang gevrijwaard was geweest voor de woede van het op geruide volk, dat het voornamelijk op den adel en de geestelijkheid gemunt had. Doch op zekeren nacht kwam er een 'roofzuchtige en bloeddorstige bende uit de stad, die op het kasteel aanviel, zich van den graaf meester maakte, en hem aan een boom ophing, terwijl de arme gravin meedoogenloos door bijlslagen werd gedood. Ook de kinderen werden allen vermoord, behalve hun dochtertje Emilie, dat gered werd door een ouden knecht, wien het gelukte het meisje langs een geheime trap, behouden in een der kelders te brengen. He moordenaars hielden intusschen ouchtig huis in de mooie zalen van het Sel' Zij plunderden bet geheel uit, en eerst den volgenden morgen af, 'o ol j weinig geruststellende belofte t8rue te sullen komen om het in •brand te steken. I Maar dan wijst spr. op 18 Mei 1910. Weer ging een breede schare van mannen en vrouwen op naar 't Loo en daar was toen onze geliefde Vorstin met Prinses Juliana, het Godsgeschenk aan Nederland, en die mannen en vrouwen zongen dat kindeke toe»De Heer' zal U steeds gadeslaan*. Zij kwamen om dank uit te spreken, dank daarvoor, dat in breeden kring weer plaats voor den Naam des Heeren op de school is gegeven. Ja, dankbaar zijn we, maar niet vol daan. Niet voldaan, zoolang niet aan den eisch van Gods Woord ook ten opzichte van de opvoeding der kinderen van ons volk is voldaan. We moeten verder. Wat eischt het Woord des Heeren in dezen Dat zegt het woord, dat spr. nu als zijn tekstwoord voorleest uit 1 Sam. 230b „want die Mij eeren, zal Ik eeren, maar die Mij versmaden zullen licht geacht worden". 't Was een treurige tijd voor Israël in Eli's dagen. Het bleek zoo, dat genade geen erfgoed is.Eli's zonen wandelden niet in zijn wegen. Hj zag ze niet eens zuur aan. Deze zonen werden in hun jeugd niet naar den eisch huns wegs onder we zen. Wie de genade Gods voor zichzelf kent, moet ook een boodschapper van die genade zjjn. Priester in zijn gezin, bedien de Eli dat priesterschap niet naar den eisch. En nu bleek het aan Eli en in zijn dagen aan het volk van Israël dat de Heere Zijn eer niet met een ander wil deelen. Breng dit nu over op de toestanden van onze dagen. Wel mag worden ge roepen o, land, land, land, hoor des Hee ren Woord. Waar zjjn de tijden, dat ook in 's lands vergaderzaal 't Woord des Heeren 't eenige licht was Hoeveel afval is er overal. Ja, roept spreker uit't is het werk van Satan, dat het Woord Gods van onze scholen is gebannen. De Heere Wat zou de "goede Felix, zoo heette de knecht, nu met het kind aanvangen, dat daar nog altjjd in den kelder zat Hoe zou h j het nu verder aanleggen om de eenig overgeblevene van het gezin van zjn meester naar een veilige plaats over te brengen Indien hij met haar buiten kwam, zou zij zeker herkend, en aan de mannen vah het Schrikbewind o vei geleverd worden, en zoodoende van het eene gevaar in het andere komen. Terwijl de trouwe dienaar aldus op middelen zod, gaf de Heere hem een goede gedachte in hei hart, die hij onmiddellijk ten uitvoer ging brengen. Hij nam name lijk een ledig vat, sloeg er den bodem uii, legde er wat stroo in, en deed er zijn jonge meesteres in plaats nemen. Vervolgens maakte hij het vat weer dicht, altijd zoo, dat er genoeg lucht in kon komen, en laadde het toen voorzichtig op een wagen met nog andere ledige vaten er boven op. Met een biddend hart begaf hij zich nu op weg in de richting van het Steendal, waar hij geboren was, en zeker wist een goede ontvangst te zullen vinden. Hij reisde alleen des nachts, en hield zich over dag zoo goed mogelijk schuil in de bosscben, waar het jonge meisje dan uit haar vat kwam, om zich de ledemate n eens flink uit te rekken, en wat te eten. Op een morgen echter stond de zon reeds hoog aan den hemel, toen hij zich met zjjn kar op den grooten weg bevond, wijl er daar nergens een bosch was om zich te verbergen. Tot zijn schrik ont moetten hem eenige gendarmes, die hem vroegen, wat hij in die vaten had en hem geboden, ze alle één voor één af te laden. Natuurlijk moest de arme Felix aan dit bevel gehoorzamen, maar hij deed het met een kloppend hart, den Heere in stilte smeekende, het arme weesje te bescher men. Intusschen stelden de gendarmes een jjverig onderzoek naar dé lading in. Zij schudden en sloegen op al de vaten. Eén echter lieten zij bj vergissing onaange roerd; en wel juist dat, waarin het Jezus zeidega weg, satan, want er staat geschreven. Hoe arm is het volk, is het gezin, dat het „daar staat geschre ven" niet kent. Onze tegenstanders zelfs vragen zich af, waar het heen gaat met ons volk. Bij de laatste volkstelling waren er 2 maal 100.000 menschen, die verklaar den geen godsdienst te hebben. Onze roeping is de Waarheid Gods uit te dra gen in de wereld eD ook in die plaats, ouderswaar uw kinderen een groot deel van den dag doorbrengen. Het gaat om de eere Gods. Hoe zal God tot Zijn eer komen óók in bet onderwijs der jeugd De openbare school kan nooit zóó van den Christus Gods spreken, zooals Gods Woord Mem ons voor oogen stelt. Wel kan het openbaar onderwijs leiden in die nis van het Pantheon waar het beeld staat van óók een groote, die Jezus heette. Geef me de jeugd, zeide een kerkvader, en ik heb de toekomst. Zoo deden ook onze tegenstanders en men heeft gedanst om het gouden beeld der neutraliteit! NeutraliteitEen utopieNeen, wij zullen het niet verbergen voor onze kinderen, welke groote dingen de Heere aan ons gedaan heeft.Waar blijft ge met de doops- belofte, ouders Huisvaders, gij zjt pries ters in uw huis Het Woord des Heeren moet er de verhoudingen heiligen. Is er niet een worm, die knaagt óók in den kring van het gezir? De ouders mogen niet zeggenwe hebben onze school voor de opvoeding en daarmee kan worden volstaan. Heilig is de taak der ouders. Yele vaders ar beiden dag en nacht om hun kinderen een eervolle plaats in de maatschappij te bezorgen, vele moeders arbeiden met de grootste opoffering in haar gezin, maar dat is niet genoeg. Ziel verloren alles verloren, ziel behouden alles behouden. Hoe zwaar zal het oordeel meisje verstopt was. Geheel uit hun humeur over hun vergeefsche moeite, trokken zij eindelijk al grommende af; terwijl Felix, die nu heel wat ruimer ademde zich haasste zjn vaten weer op te laden, het hart vol dank jegens God, Die zich zulk een machtigen Helper in benauwdheid be toond had. Nog velerlei gevaren en moeilijkheden wachtten onzen reizigers op hun verderen tochtmaar na veertien dageD bereikten zij toch behouden het Steendal, en mocht de trouwe dienaar het genoegen smaken, zijn kostbare lading, veilig en wel, onder het gastvrije dak van vader Oberlin geborgen te zien. Evenwel was ook hier alle gevaar nog lang niet geweken.- De vlucht van het dochtertje van den graaf was bekend geworden, en haar naam op de Ijst van de ter dood veroordeelden geplaatst. De vijanden van haar vader zochten haar met al de verbittering van den haat, zoodat zij zich nog altijd schuil moest houden, en niet eens aai: het venster durfde komen. En dat deze voorzorgs maatregelen lang niet overbodig waren, zullen we uit het volgende zien. Op een morgen, omstreeks zes uur, hoorde dominee Oberlin, terwijl hjj rustig in zjn kamer zat, hard op zijn deur kloppen. Hij deed open en zag twee gendarmes voor zich staan. „Burger redenaar*, sprak één hunner op beleefden toon van Godsdienst leeraars wilde de nieuwe regeering in Frankryk niet meer weten „hef ge rechtshof van Straatsburg heeft een brief ontvangen, waarin gij beschuldigd wordt, de dochter van een rijk onderdrukker in uw huis verborgen ie houden, die, als medeplichtige van haar vader, ter dood veroordeeld is; en nu hebben wij bevel gekregen, huiszoeking bij u te doen. Maar liever wilden wij u deze belee- diging sparen. Wij weten, burger, dat gjj altijd de waarheid spreekt. Als gij ons dus verzekert, dat gij zulk een per soon niet in uw woniDg verbergt, zullen zijn als éénmaal de zoon tegen den va der zal moeten getuigenalles hebt gij mij doen leereD, alleen heb ik niet ge leerd te sterven. Hoe nauw is het gezin ook in zijn geestelijke belangen aan den vader verbonden. Noach wordt behouden met zijn huis en tot den stokbewaarder klinkt hetgij zult zalig worden, gij en uw huisEenmaal komt toch tot ieder ouder de vraag: hebt gij voor uw kind alles gedaan wat noodig, wat mogelijk was? En durft ge dan uw kind zenden naar de Openbare School, waar geen plaats is voor Jezus als Zaligmaker, 's Zondags bij den doop te beloven, dat ge uw kind in de voorzeide leer naar uw vermogen zult onderwijzen, zult doen en helpen onderwijzen en's Maan dags uw kinderen zenden naar de Open bare School, waarvan den Christus moet gezwegen worden, dat is een tweeslach tige houding. Zeg nietmjn kind gaat naar de Zondagsschool, naar de Cate chisatie. Moet dan Gods Woord niet heerschen op ieder gebied van het leven Wat geeft u recht om op school van den Christusnaaïn te doen zwijgen? Nog eens, wie geeft u recht, Gods Naam te verloochenen, dat is zwijgen als men er van spreken moest De vreeze des Hee ren is het beginsel van alle wijsheid. Alleen bidden bij het begin van de les, alleen een hoofdstuk uit den Bijbel lezen op scnool Het is goed, maar niet vol doende. Ons onderwijs moet van den reuk van Gods Woord worden doordron gen. Onderwijs, waarbij de kennis van Gods Woord wordt gemist, lijdt aan geestelijke bloedarmoede. Voor enkele leervakken wil spr. dit nader uitwerken. Daar is allereerst onze schoone geschie denis, waarvan zelfs door sommigen onzer tegenstanders wordt erkend, dat men ze niet neutraal kan onderwazen. wij u op uw woord gelooven en heen gaan." Indien nu Oberlin hierop geantwoord had „Lieve vrienden, het meisje dat gj zoekt, is mij niet bekend", dan had men hem oogenblikkeljk met rust gelaten, maar het zou een leugen zijn ge weest. Nu ja, denkt misschien de een of ander, maar wat zou dat? Zoo'n klein leugentje mag men wel te b&at nemen, als men er iemand het leven mee red den kan. Oberlin dacht er evenwel anders over. Hij was vast overtuigd, dat God ons zelfs uit den grootsten nood w,tl redden kan, zonder dat wij Hem daarbj met een zonde te hulp komen. Hij aarzelde dan ook geen oogenbliken zonder iets van zjn inwendigen angst te laten bla ken, antwoordde hj bedaard „God ver hoede, dat gjj, uit beleefdheid jegens mj, uw plicht verzuimen zoudt. Gij hebt bevel ontvangen mijn huis te door zoeken welnu, doet wat u bevolen is. Ik zal u den weg wijzen." Hierop geleidde Oberlin de gendarmes zijn gansche'huis door. En zijn gelaat bleef daarbij rustig, maar zjn hart riep voortdurend tot God. Zoo kwamen zij eindelijk aan het ka mertje, dat Emile in gebruik had ge kregen. „Dit is de laatste kamer, vrienden!" zei Oberlin, de deur wijd openende. De gendarmes, die hoe langer hoe verlegener werden met de rol, die men hen in dit vreedzaam verblijf deed spe len, wierpen slechts een vluchtigen blik naar binnen. „In orde", zei de één, die op den drem pel stond. „Er is hier niemand. Men heeft u valschelijk beschuldigd, burger redenaar. Wij vragen u vriendelijk ver schooning ,voor de moeite, die wj u veroorzaakt hebben. Vaarwel Dit zeggende, gingen zij naar beneden, en verlieten de pastorie met een eerbie digen groet. Maar waar was Emilie hu eigenlijk Neutraal Onze geschiedenis, op menige bladzijde als met het bloed der marte laren geschreven, neutraal onderwezen Met het Woord' des Heeren in SpaDje verdrevenGod schrijft historie. Dit is Gods vingerZóo moeten onze kinderen het leeren zien. 'kZal gedenken hoe voor dezen, ons de Heer' heeft gunst be wezen. Immers: wj zullen het niet verbergen voor onze kinderen. Dat is wat anders dan evolutie. Kennis der Natuur. Hier voelen onze kinderen het wel of de onderwijzer iemand is die belijdt: Ik geloof in God den Vader, den Almach tige, Schepper des Hemels en der aarde, dan wel of hij iemand is die buigt voor het gesneden beeld der evolutie. Als daar als onlangs een hevige storm heeft gewoed, is het dan hetzelfde, ouders, of de onderwijzer uwer kinderen spreekt van ontketende natuurkrachten, dan wel of hjj wjst op het's Heeren stem ont bloot het woud In alles moeten de kinderen leeren 's Heeren werk te zien, in alles Zijn roem na te jagen. Zjjn grootheid op te merken. Cats zei De man, die pleegt des Heeren werk Maakt van zjn huis een kleine kerk. Dit kan worden voortgezet in de school. Spr. zou allen, die jn het Chr. Onder- wjs werkzaam zijn wel willen toeroepen wat hebt ge toch een heerljke taak 1 Wat een voorrecht, wat een zegen, het kwSad te leeren vlieden, omdat het zonde voor God is, daartoe op te voeden, dat onder den zegen des Heeren het kind leert zeggen met Jozef: zoude ik zulk een groot kwaad doen en zondigen tegen God Peter van AmiëDS reisde de hoven rond en zeiGod wil hetZoo is het ook met het Chr. Onderwijs. God wil Was zj dan niet in haar kamer, dat de gendarmes haar niet gezien hadden Zeker was zij er. Maar dan had zij er zich toch zeker verstopt? Vol strekt niet Waarom zou zij dat gedaan hebben Z j wist niet eens welk ge vaar haar dreigde. Neen, terwjl men haar zoo aan het zoeken was, had zij heel onbezorgd heur haar opgemaakt sn haar handen ge- wasschenen juist was zj bezig die af te drogen aan den banddoek, die achter de kamerdeur hing, toen zj opeens voetstappen hoorde naderen en de deur zag opengaaD. Daar zij haar jurk nog niet aan had, en zich schaamde om half gekleed voor den dag te komen, bleef zj zoo stil als een muisje achter de deur staan, tot de bezoekers vertrokken waren, weinig vermoedende, hoe wonder baar de Heere haar in die oogenblikken bewaarde. Wat was zj dankbaar, toen zj dit spoedig daarop vernam En vader Ober lin was het niet minder, dat begr jpt ge. Bovenal verheugde zich da waardige man, dat hij op zjn God alléén zjn vertrouwen had gesteld en zjn geweten niet bezwaard had met een leugen, die toch ten allen tijde zonde is. Niet lang daarna werd het Schrikbe wind vernietigd en verloor de woeste Robespierre, die er bet hoofd van was, zelf zjn leven op het schavot. Nu kon men weer vrij ademen, en was ook voor Emilie alle gevaar voorbfl. Maar daar het arme meisje, zooals we weten, tijdens de revolutie alles verloren had, bleef zj bij vader Oberlin wonen, tot zij ging trouwen, en zóó weder een eigen tehuis kreeg. Nu is z j reeds lang het Huis van haar Hemelschen Vader binnengegaan, waar geeD gevaren meer dreigen, en geen vj- anden de rust kunnen storen. Twee van haar dochters zjn echter nog in leven. UitKalender voor de Jeugd van Cal- lenbach.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1912 | | pagina 1