No. 67 1911, Maandag 18 December 26e Jaargang UWSBLAO HÉS®Vjs"** HSSTORiSeh ?00R ZEELAiiD SHRISTEUJK- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J„ DE JONGE-VERWES F, te Goes F, P, D'HUIj, te ft'iiddeSbi rg. PRIJS DER ADVERTENTIÊN Esperanto. m assgrggsss &s?'rA razssrsgEsrjs IEl tEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per Irle maanden franco p. p. iïnkele nummers, o L25 0.05 i UITGAVE DER FIRMA S EN awBtyaaK in 1—5 regels 50 cent, leaere regel meer 10 cent P. milieberichten van 1—10 regels 1.—iedere regel m> er 10 eent. ssasa^JS«8BasalES«s»P- vff.^ljB^-ss^HBBaBas^iaEaiwwiwMssaaM *ss»sa ««as mr^^ameam^smms^n 'j&tf, ftle zich met' 1 Jan. ra. op ons blad abonneeren, out vangen Ixet tot dien datum grai is. 16 Dec. 1911. De Rijksmiddelen liepen indeafgeloo- pen maand November flink. Zij overtrof fen November 1910 met ruim een en een kwart miljoen, waarvan circa een miljoen aan de hoogere opbrengst der successie rechten te danken is. Van de overige middelen gingen het meest naar bovende bedrijfsbelasting eirca 3 tonhet personeel, de invoerrech ten en de vermogensbelasting elk nage noeg een ton, de, posterijen en telegraaf saam ruim drie kwart ton. Daarentegen verminderden onder an deren de suikeraccijns anderhalve ton, de staatsloterij driekwart tonen de accijns op hec geslacht een halve toD. Tot nog toe is 7 miljoen meer ont vangen in 1911 dan in de elf eerste maan den van 1910 j dat is evenwel toch nog een accres dat een miljoen blijft beneden dat van 1910 vergeleken by 1909. De dure tijd. Uit den wekelijkschen Brief zonder omslag" in de Ned. Jongel. Bode Dezer dagen stond ik in een onzer hoofdsteden op het achterbalcon van de tram met een arbeidersvrouwdo kleeren hingen haar langs het lijf, slordig en ge scheurd. Ze had anderhalf uur gewacht voor een schouwburg, vertelde ze den conducteur, om een biljet te koopen voor de opvoering van „De twee Weezen". Al haar best deed ze, om den conducteur, een oud man, die zéide nog nooit in de komedie te zyn geweest, te beduiden, hoe mooi het wel was. „Ik zal er wel nooit komen," zeide de oude man. „Je ziet komedie genoeg in de wereld en dan kost het me geen cent". „'t Kost maar veertig centen, m'n man en ik gaan d'r haast iederen Zondag heen, zei de vrouw. „Je kan niet altijd thuis zitten of in een café Ik dachtdat is, zeg maar 40 cent in de week, of twintig gulden ruim in een jaar. De toeslag, waarvoor velen nu in den duren tijd adressen schrjjven, en de wereld op stelten zetten En zie eens in onze groote steden, hoe de pretgelegenheden bezocht zijnDe Bioscopen verrijzen bij tientallen in de centra der bevolking. En wie er komen f De kwartjesmenschen vooral. Zoolang ik die theatertjes nog zoo vol en telkens nieuwe openen zie,geloof ik niet aan den nood van den duren tyd. Dit is agi tatiemiddel van de socialisten, anders niet Er schijnen in sommige beroepen vele voorbeelden van oud worden geconsta teerd te kunnen worden. Het Handelsblad noemt als voorbeelden de schildersuit de Italia ansche schoolPerugino 78 jaar Antonello van Messina 79 jaar; Bellini 89 jaar, Michel Angelo 9J jaarTitiaan, die in zijn honderdste jaar nog meester werken schiep, toen de pest, welke Ve netië teisterde, ook hem meesleepte: Cornaro uit Venetië, die 100 jaar is ge worden uit de Hollandsche schoolv. Iiyck 78, v. Ravesteijn 85, Hals 86, Bloemaart 88, Israels 87; Fransche school: Vernet 76, Corot 79, Öreuze 80, Nattier 81, Lorain 82, Mignard 88, Mme. Vigée Le Brun 87, Jean Cousin 89, Largillière 90 jaar. De beroepen, waarin de mensch zijn werk in de buitenlucht verricht, zyn ook bijzonder gunstig voor een langoren levensloop, dus recruteeren zich uit de Ianabouwende bevolking hei grootst aan tal honderdjarigen. Eveneens leidt het leven van geestelijke wegens zjjn groote regelmatigheid dik wijls tot hoogen ouderdom*, getuige kar dinaal de Salie, die 110 jaar wordtGre- gorius IX 100 jaar; de pastoor van Lisieux Desroches 113 jaarLevezier, Augustijner monnik te Clairfontaine 120 jaarMai- grin, pastoor van Mirande, 100 jaar, enz. De philosophen hebben zich ook altijd door een lang leven onderscheiden, SoIod, Thales en Pittacus zijn als honderdja rigen gestorven eveneens Epimerides en Xenophon Democritus, Zeno, Diogenes, Pythagoras, Plato, Habbes, Thomas Reid, Malebranche, Wolf e.a. zyn ook zeer oud geworden. Een liefhebber van oude boeken heeft onlangs een handschrift uit het jaar 1610 ontdekt, dat met een gedrukte-uitgave van een werk van Luther van 1518 op zeer vele plaatsen woordelijk overeenkomt. ■Niet al te gewaagd mag de veronderstel ling heeten, dat het manuscript, dat geen onderteekening draagt van Luther's hand is. Ontdekker en eigenaar van het hand schrift is de onderwijzer Knobloch te Naunhof bij Leipzig. Onze Goesche Esperantisten zyn ge boren propagandisten. Dat bleek uit de prachtige tentoonstelling die zjj georgam- seerend hebben, waardoor zij honderden vaD onze stadgenooten het Esperantisme in zijn leven en streven hebben doen zien. Maar dat bleek niet minder duide lijk uit de feest vergadering, welke zjj op Vrijdagavond in „De Prins van Oranje" gehouden hebben. Deze feestavond, waar op de geïntroduceerde dames en heeren in honderdtallen waren samengekomen, was voor onze Goesche Esperantoclub een groot succes. Even over half acht werd door den heer P. M. van Haarst, den voorzitter der Goesche Esp. groep, den aanwezi gen het welkom toegeroepen en door een kwartet La Espero gezongen, waarvan de woorden door dr. Zamenhof zijn ver vaardigd. Dan was het woord aan den heer Emile Odufré van Gouda, den voorzitter van het Ned. Prop. Comité voor Espe ranto,' een propagandist by uitnemend heid. Met gloed en met geestdrift, die de vergadering bekoorde, en met een humor en komische uitvalleD, die de lachspie ren der aanwezigen telkens in beweging brachten, hield deze propagandist een prachtig gedocumenteerde rede over dr. Zamenhof en het Esperantisme, die klonk als een klok. Zijn merüorisatie sloeg in en bracht de dames en heeren onder den in druk van de geniale uitvinding van dr. Zamenhof, zijn wereldtaalhet Esperanto. Juist op dezen dag met deze her innering begon spreker vierde dr. Zamenhof zyn 52sten geboortedag. En deze uitvinder zal in later jaren gehul digd worden als de eerste figuur onder de menschen, als de beroemste man ter wereld. En geiyk thans elke schooljon gen van Napolion weet te verhalen, 'zoo zal straks elk knaapje den naam van dr. Zamenhof kennen. Deze man, geboren in een klein plaatsje in Polen, merkte in zyn schooljaren reeds hoe er onder de menschen kinde ren van verschillende rassen en religies vijandschap bestaat. Daar in Polen ging de stryd tusschen Polen en Rassen, tusschen Joden en Christenen. En toen kwam in z'n kinderjaren al bij hem 't denk beeld op, dat als die menschen nu eens allen één taal spraken, hoe dit de broe derschap zou bevorderen. Langzaam maar zeker rypte dat schoone denkbeeld van een wereldtaal,om e men schen gelukkig te maken, in het hoofd van den jongen Zamenhof en toen hy als 12- jarige knaap te Warschau op het gymna sium kwam en 'daar dien rassen- en ge- loofsstryd nog in veel sterkere mate aan schouwde, toen gevoelde hy in zyn ziel de begeerte opkomen om zelf een wereldtaal te maken. De knaap sprak er met zijn vader over, die, toen hy bemerkte, dat het ernstig gemeend was, zijn zoon in dit streven steunde, maar hem toch den raad gaf eerst nog heel wat vreemde talen te leeren en zich dan pas met het samenstellen van een wereldtaal te vermoeien. De jeugdige Zamenhof kreeg van zijn vader, die een groot taalgeleerde was, in zes talen gron dig onderricht en deze leermeester wees zijn leerliDg telkens op de grondslagen, de beginselen en de vele verschillende eigen aardigheden in de onderscheidene talen, iets wat Zamenhof junior later bij het ontwerpen van zyn wereldtaal uitnemend is te pas gekomen. Op 17-jarigen leeftijd is Zamenhof met dezen arbeid begonnen. Eerst poogde hy voor elk begrip en elk voorwerp een woord van twee letters te maken, maar toen hy op deze manier al een duizend woorden gefabriceerd had, raakte hij met zyn eigen woordenschat in de war. Dat ging niet goed en dit plan liet hy daarom spoedig varen. Een jaar later probeerde Zamenhof het nog eens en toen bouwde hy een spraak kunst op den grondslag van de Engelsche grammaire,die de eenvoudigste is van alle talep. Maar hoe nu aan een woordenschat te komen Dat was inderdaad moeiiyk. Ten slotte vond Zamenhof de gewenschte op lossing. Op een heel toevallige manier. Op het gymnasium moest hy op een goeden dag voor de klas eens een groot woord ontleden en zeggen wat elke letter greep op zich zelf beteekende én hoe ze genoemd moest worden. Dat bracht Zamenhof op het idee om een aantal grondwoorden te maken, en door het aanplakken van oor- en achter voegsels met één woord als het ware duizend woorden te maken. Dat was ook de oplossing van het probleem. En toen had Zamenhof, gezeten in de hoogste klasse van het gymnasium, spoedig een wereldtaal ontworpen, 'waarvoor hy ook bij zyn kameraden geestdrift wist te wekken, die met turn vlijtig het Espe ranto beoefenden, vol bewondering voor de prachtige uitvinding van hun jongen makker. Dat was in het jaar 1877. Toen werd alleen maar door een 20-tal gymnasias ten te Warschau deze wereldtaal gespro ken en geschreven. Maar in dezen klei nen kring werd het Esperanto dan ook belangryk verbeterd en aangevuld. Van bet gymnasium toog Zamenhof naar de Warschausche Universiteit. Ook daar wist de jongeling zich een kring van Esperantisten to vormen, die met hem vol geestdrift zich oefenden in deze wereldtaal. Toch kwam er wegens zijn studie niet veel van de propaganda voor het Espe ranto terecht. Maar telkens voerden .de dagelyksche twisten tusschen Polen en Russen, Joden en Christenen hem weer terug tot zijn oud lievelingsdenkbeeld, om door middel van een wereldtaal de vrede onder de menschen te bevorderen. Eindeiyk, iD 1885, pakt Zamenhof de zaak krachtig aan. Zijn ontworpen wereldtaal maakt hy persklaar, maar hij zoekt teveigeefs een uitgever. Zamenhof was inmiddels gepromo veerd en in een Russisch dorp gevestigd als oogarts. Maar de Russische uitgevers vreesden de strenge censuur en de groote risico. Ten slotte geëft onze dokter zyn wereldtaal in brochure-vorm uit voor eigen rekening. Dat was in 1887. Een ongunstig tijd stip. Want, in 1879 waren de voorstan ders van het Volapuk op een congres wegens groote oneenigheid uit elkaar gespat en deze wereldtaal werd niet meer gesproken of geschreven, noch les in gegeven. Vandaar dat men in den boekhandel geen vertrouwen had in de uitgave van het Esperanto. Men vreesde weer een strop en wild9 de leermiddelen niet in voorraad nemen. Zoo is het met "her Esperanto blijven sukkelen en vond het in 1908 in eenige landen maar enkele beoefenaarsiD Nederland slechts één. "Jaar toen is door de machtige propaganda van die enkele Esperantisten de sterke vooruitgang ge komen. Jaar op jaar groeide het aantal Espe rantisten zienderoogen aan en thans telt het zijn beoefenaars by tienduizenden over de heele wereld en bestaan er in ons kleine Nederland reeds 35'vereeni- giDgen Ook de literatuur in boeken en tijd schriften is in die jaren sterk vermeer derd. Thans verschijnen er 150 verschil lende tijdschriften in Esperanto en be staan er 8000 verschillende boeken in deze taal. En wat ook veel zegt, op het jongste congres, waren niet minder dan deïtien Regeeringen officieel vertegen woordigd. Zoo is aan dr Zamenhof. gelukt, wat door ruim 200 beroemde geleerden voor hem tevergeefs is gepoogd. En dat deed de uitvinder van het Esperanto louter en alleen om met zyn wereldtaal geluk en vrede onder de menschen te brengen. Niet om zichzelf beroemd te maken. Toen dr. Zamenhof zijn Esperanto ontwierp, was hem het bestaan van het Volapuk absoluut onbekend. Anders zoo heeft de uitvinder dikwijls verklaard zou hy nooit met 't Esperanto begonnen zyn, maar dan had hij propaganda gemaakt voor het Volapuk. Hoe biykt uit dit laat ste vooral, dat by dr. Zamenhof geen egoisme in het spel is geweest, maar enkel en alleen naastenliefde de drijfveer van zijn streven genoemd mag worden. Dan bestreed spreker op een handige manier een aantal bezwaren welke telkens tegen het Esperanto als wereldtaal wor den ingebracht. Waarom geen Latijn of Engelsch als wereldtaal Het Latyn is veel te modelij k. Het heeft als een ou<.e en doode taal geen woorden voor nieuwe begrippen en de uitspraak is men kwytr, zoodat een ieder deze taal maar als zijn taal uitspreekt en een Engelschman dus een Rus onmogelyk kan verstaan. Ook het Engelsch kan men niet voor wereldtaal gebruiken. Daarvoor is de uit spraak veel te moeilijk. En wat alles af doet, een Duitscher of een Franschman zouden nooit het Engelsch willen accep teeren als een wereldtaal, maar zouden liefst hun eigen taal daartoe willen pro mo veeren. Maar waarom dan wel het Esperanto Omdat er geen andere wereldtaal is. Geen andere wereldtaal die zoo gebouwd is op menschenliefde en broederschap, en die met zooveel sympathie en geest drift wordt ontvangen Geen andere we reldtaal die zoo practisch en eenvoudig is, die zoo gemakkeiyk wordt geleerd. Het Esperanto heeft geen historie van 1900 jaren achter zich en is niet gegroeid uit het volksleven. Het is een kunstma tige taal. Dat is waar. Maar toch voelt men in deze taal een levenswarmte, is deze taal niet dood, maar vol geest en leven, omdat zijn groote uitvinder het Esperanto schiep, niet door gouddorst of eerzucht gedreven, maar gansch alleen uit liefde tot de lijdende raenschheiö, die met een wereldtaal rijk en gelukkig zou worden. Dan vertelde spreker een en ander over over het Esperanto zelf. Moet men om alle Fransche werkwoorden te kunnen vervoegen,2600 uitgangen kennen, by het Esperanto slechts 12. Voor alle perso nen in één tyd slechts één uitgang. Bij het Esperanto geen getob dus met regel matige of onregelmatige, met sterke of zwakke werkwoorden Het Engelsch heeft geen naamvallen, het Esperanto echter nog één. En dat is gelukkig Het Esperanto huldigt den vry- en zinsbouw en om nu het onderwerp van het voorwerp te kunnen onderschei den was het behouden van één naamval noodzakelijk. Aan spieker ontbrak den tyd om nog meer over de spraakkunst van het Espe ranto te vertellen, maar hij poneerde de stelling, dat het Esperanto in al zyn regels en beginselen streng logisch is opge bouwd en naar eenheid streeft. Het schoonste is het Esperanto noemde spreker, dat het den menschen niet leert de woorden te vertalen maar de beteeke- nis. Dat prachtige beginsel is in heel het Esperanto in practyk gebracht. De letterkundigen van onze dagen be twisten aan het Esperanto zyn literaire waarde, omdat het niet op de vormen maar op de beteeken is let. Maar een let terkunde die zoo laag is gedaald, dat zy haar kracht alleen in de vormen, maar niet in den inhoud zoekt, kan men aldus de spreker voor myn part cadeau krijgen. Neen, het Esperanto bezit wel degeiyk literaire waarde. Het leert den menschen elkaar beter verstaan, het voert de volken tot elkander en doet de naties in leven in eikanders geest en streven. Zal het Esperanto eerlang ook in het niet verzinken, gelijk het Volapuk, vroeg de spreker ten slotte. Neen. Want het Volapuk was niet zoo gemakkeiyk als een wereldtaal moet zyn en zijn beoefenaars waren zeer verdeeld onder elkander. Er was geen eenheid onder de aan hangers van het Volapuk, geen eenheid op taalgebied, geen eenheid waar het juist op aankwam. Daarom spatte deze taal die nooit een wereldtaal is geworden, uiteen. Gau'sch anders zal het zyn met het Esperanto. Die wereldtaal is zeer ge makkelijk te leeren en haar beoefenaars streven voor alle dingen naar eenheid, naar eenheid van taal, naar eenheid in het Esperanto. En daarom is en blijft het Esperanto de wereldtaal, de wereldtaal van de toekomst. Een dankbaar en harteiyk applaus be loonde den geestdriftigen spreker voor zyn interessante rede. In de pauze werd natuuriyk deEspe- ranto-tentoonstelling weer bewonderd. Daar kwam men nu eenmaal niet over uitgekeken en over uitgepraat. Vlak voor de pauze en nog een uur lang na de pauze werden door Goesche en Goudsche Esperantisten verschillende beroemde muziekstukken op de piano zeer verdienstelyk gespeeld en indeEs- peranto-taal daarby heel mooi gezongen. Wie zou durven beweren dat het Es peranto zich niet voor het ziDgen leent, vergist zich schromeiyk. Hoe aangenaam klonken de zoetvloeiende k anken het dankbaar publiek niet in de ooren, wat telkens met een levendig applaus werd betuigd. Om kwart over tienen was het pro gramma geheel afgewerkt en werd de feest vergadering gesloten. Onze Goesche Esperantisten mogen met zeer veel voldoening op hun actie terugzien. Zy hebben met hun tentoon stelling en feestavond alle eer ingelegd. Beide zyn kostelijk geslaagd. Voor de organisatorische talenten van het bestuur hebben we allen lof. Maar hoe sympathiek we ook tegen over hef Esperanto staan, ééo opmerking moeten we toch maken, -e Esperantisten mikken te hoog. Een wereldtaal die den rsssen en gêloofsstryd uit de wereld zal helpen, kan het Esperanto nooit zyn. Geen enkele wereldtaal zou daartoe in staat zyn. Dat kan geen macht ter wereld. Maar wel kan het Esperanto het inter nationale verkeer bevorderen, internatio nale belangen behartigen en internatio nale congressen op breeder schaal moge-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1911 | | pagina 1