No. 66 1911.
Zaterdag 16 December
26e jaargang
l
historisch
VOOR ZEELAim
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
S. J. DE JONGE-VERWES ï9 te Goes
F, P. D'HUIJ. te Mddelbi rg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
FEUILLETON.
TWEE 1) E K A M E II.
IE1 IEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per Irie maanden franco p. p.. 1.25
Knfcele nummers. 0.05
1
UITGAVE DER FIRM AS
EN
m 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
F. milïeberichten van 1—10 regeL- 1.—iedere regel
nu er lö cent.
Sf.jf, rilt? zich met 1 Jan. a és.
*>p ons blad abonneeren, ont
vangen het tot dien datum
gratis.
15 Dec. 1911.
Het hoofd eener school die dezen zomer
diie weken onder de wapenen was we
gens dienstplicht, schrift er o\er in De
Nederlander. Hij vertelt een en ander dat
wel waard is ook aan onze Zeeuwsche
jongelingen te worden oververteld.
Terecht wijst hy er op dat er vele
officieren en niet weinige onderofficieren
zijn die de miliciens onberispelijk behan
delen, en niet of zelden vloeken, althans
hun menschen aanzien. Maar er wordt
ook door de minderen op gruwelijke
wijze met Gods Naam gespeeld.
Nauwelijks is men in de kazerne,
schrijft hij, of men hoort de ruwste taal,
doorspekt met de grofste vloeken. En
daar wordt maar al te weinig tegen
geprotesteerd. Daarom richt hij zich tot
de Christenjongelingen om hun roeping
eens te gaan verstaan, hun valsche
schaamte te overwinnen, en tegen die
taal te getuigen waardoor hun God ge
hoond wordt. En vooral, zegt hij, zet
een wacht voor uwe lippen, opdat ge
niet, aan 't vloeken gewend, uzelf ten
godslastering laat ontglippen, wane die
zou onberekenbaar veel kwaad kunnen
doen. Zoekt elkaar op, helpt eD steunt
elkander. Ontvlucht in de militaire te
huizen deze atmosfeer en zoekt er kracht
voor nieuwen strijd.
De schrijver noemt echter veel meer
algemeen en ingrijpend dan het vloeken
het euvel der zedelooze taal, die men in
de kazerne moet aanhooren. MeD gruwt
van de uitdrukkingen, die men te hooren
krijgt, wanneer men op marsch is en er
een vrouw of meisje in 't zicht is. Een
blos van schaamte wordt haar op het
aangezicht gejaagd, wanneer zij slechts
het tiende deel verstaan van wat haar
wordt toegejouwd.
„Voor geen f25 bracht ik hier mjjn
zuster in de kazerne", hoorde ik een
soldaat zeggen, een uitspraak, die teeke
nend is.
Eens, van avondpermissie thuis ko
mende, hoorde ik onvrijwillig een ge
sprek aan van een drietal vrijwilligers,
jongens van 17 a 18 jaar, zoo vuil, zoo
gemeen, dat de herinnering er aan my
doet walgen. Vooral onder hen woekert
dit kwaad voort, zij die nauwelijks den
kinderschoenen ontwassen als korpo
raal naar een regiment worden gestuurd,
11
Hup hm.,de SledeMt
tm Mtdd)ikir|.
Een verhaal uit het jaar 1567,
dooi
CHR. HONDIUS.
»0, ik begreep het al spoedig*, zeide
Hugo Jaasz. toen ik den heer Mesdach
als afgevaardigde der Landvoogdes aan
diende, dat er een onweer broeit, waar
om men ons vreemde soldaten wil zenden.
Maar dit strijdt met onze privilegiën
en is een schande voor onze stedelijke
schutterijen en ik vind het flink dat
onze Vroedschap onder beleefde termen
geantwoord heeft, dat zij vertrouwt dat
onze schutterijen sterk genoeg zijn om
eiken aanslag af te wenden".
„Ja als men op deze vertrouwen koD,
zou dit zeker het geval zijn, maar
helaas zoo is het niet," zeide Rooyaert,
„die vermaledijde godsdiensttwisten heb
ben overal tweedracht gezaaid, ook onder
de leden der schutterijen 't is zelf zoover
gekomen, dat de maaltijd van 't hand
booggilde op St. Sebastiaansdag, die sedert
onheugelijke tijden gehouden is, dit jaar
daar de taal aanhooren van perverse
individuen, in de boosheid volleerd, en
's avonds een vrijheid genieten, veel te
groot voor zulke kinderen.
Laten toch allen, die geleerd hebben
hun lichaam te beschouwen als een
tempel Gods, dien zij heilig te houden
hebbeD, er voor waken, dat zij nooit een
dubbelzinnigheid uiten en om een van
anderen lachen, doch veeleer hun min
achting voor zulken doen blijken, die
behagen scheppen in zulke vuilheid, die
als de varkens, gaarne slobberen in draf.
De schrijver heeft het heusch niet te
eng voorgesteld, zoowel wat het vloeken
en slechte-taai-slaan, als wat het verzuim
om te getuigen en op zichzelf te passeD
betreft.
Wij cursiveerden in zijn verhaal twee
opmerkingen die wij gaarne nog eens
onderstreepen. Laat uzelf nooit een gods
lastering ontglippen sn uit zelf nimmer
een dubbelzinnigheid, of lacht niet om
een van anderen.
Menige Christenjongeling die zich aan
dezen regel niet hield, verspeelde er zijn
crediet mee of denkt er met schaamte
aan terug.
Nog eenige maanden, en onze jongelui
moeten voor 't eerst opkomen. Laten
zij met het bovenstaande hun voordeel
doen.
Laat 's Heilands. woord „Waakt en
bidt" hun duidelijk voor den geest staan.
Laten zij wel bedenken dat op getrouw
zijn door den Heere, die hen riep, een
groot loon gesteld wordt, maar ook dat
zij niets zullen vermogen in eigen kracht.
Wie in eigen kracht begint, verongelukt.
Slechts wie in Gods kracht optreedt,
komt veilig in de haven.
De mannen van de post en telegraaf
hebben een actie begonnen voor loons-
verhooging.
't Is jammer dat dit edele streven ook
al door partyhaat moet worden bedorven.
De minister beeft in zijn begrooting
blijk gegeven dat hijdeze actie genegen
is, en de postbeambten, vooral die met
een groot gezin gezegend zijD, niet te
zullen vergeten.
Maar omdat er nu sprake is om wegens
tydgebrek in deze maand, voor afdoening
der begrootingen bestemd, de besprekin-
over die loonquaestie.natuuriyk voor kor
ten tijd, uit te stellen, is men er van
«vryzinnige zyde alweer by tenminste
de Goesche Courant deed zulks met
de opmerking: voor de militiewet had
men wel tyd en geld, maar nu 't voor-
van wege de troebelen niet is doorge
gaan, zooals mij door Pieter Sebastiaanse
deken van het gilde, is verzekerd".
Ja 't is zeker treurig antwoordde Hugo
Jansz. en daarom te wenschen dat zoo
spoedig mogelpk aan Roomschen en on-
roomschen gelyke rechten worden toe
gestaan, dan alleen zal men weder in
vrede en eendracht kunnen leven."
»Ik help het u gaarne wenschen, zeide
Rooyaert, maar ik zou me zeer vergissen,
als het spoedig zoo ver kwamik heb
genoeg gehoord, om te begrypen, dat de
Landvoogdes niet voornemens is meer
dere gunsten aan de Hervormden toe te
staan en het is juist daarom, dat ze ons
soldaten zenden wil,op wie ze vertrouwen
kan, nu ze hiervan by de schutters niet
verzekerd is.
„Dat zal Woensdag biyken, zeide Hugo
Jansz." Dan toch zullen de drie schutte-
ryen met afgevaardigden der Vroedschap
een samenspreking houden ziehier den
brief,die my door den secretaris is ter hand
gesteld, om dezen nog heden aan de
overlieden der schutterijen te bezorgen
'k mag my wel dadeiyk van deze opdracht
kwyten".
Met deze woorden stond Hugo Jansz.
op en verwy derde hy zich.
Toen de deur van de bodeskamer zich
achter hem had gesloten, schudde Anto-
anMiiKBi ss^;sBBB90sw«SB®0(iSrêSwirëssa»risasR aasaw/*asBSBaB®BS£HÖK^SêöaRL'3^aBBESB: IT
de arme postbeambten is v i kan men
wel wachten een dag en een nacht.
Wat 'n flauwe praat toch.
Eu hoe weiuig gemotiveerd wanneer
men weet dat de minister van waterstaat
de belangen ook van den minsten amb
tenaar in het oog houdt, err in zijn be
grooting een toeslag voor ambtenaren
met groote gezinnen heeft voorgesteld.
Zondag j.l. maakten aan deze zelfde
partydige, onrechtvaardige critiek zich
schuldig een drietal LiDkscheKamerleden
in een openbare vergadering te Rotterdam.
Het waren de heeren De Klerk, Helsdin-
geD en Ketelaar. De door hen uitgespro
ken onjuistheden zullen wij niet rele-
veeren.
A.s. Zondag zullen ook de socialisten
op een meeting, naar te vreezeu staat,
hoogst eenzqdig omtrent de houding van
den minister jegens 't spoorwegpersoneel
worden ingelicht.
Na de massale rede van minister Re
gout gister gehouden en voor welke wy
verwyzen naar ons Kameroverzicht in
het no. van heden, spreken wy de hoop
uit dat aan de ambtenaren en werklieden
onder 't ressort van genoemden minister
werkzaam, tbans beter zullen worden
ingelicht, ook door de plaatseiyke liberale
en vryzinnig democratische pers.
Zitting van Donderdag.
Odzs minister van Waterstaat is weer
eens in zijn kracht geweest, in zijn volle
kracht.
Er was heel wat werk voor hem aan
den winkel. Een 20-tal sprekers, die by
de afdeeling Spoorwegen het woord ge
voerd hadden, moest hy beantwoorden.
Maar Z.Exc. is voor geen kleintje ver
vaard. In een welsprekend betoog heeft
hij de afgevaardigden zoo uitnemend van
antwoord gediend, dat er maar weinig
meer te repliceeren viel.
Hoor eens hoe een van zyn politieke
tegenstanders, de hoefyzercorrespondent
van Het Handelsblad de loftrompet over
den minister zwaait
„In een antwoordrede van ruim 21/a
uur aldus deze liberale correspondent
heeft minister Segout weer eens zijn
meesterschap over het woorden over
de zaak getoond. Het is altyd een genot
om dezen minister te hoorenen te
zien sprekeD. Zijn aangeboren welspre
kendheid is er Diet eerie van hooge vlucht
of groote diepte; zjjne denkbeelden be
wegen zich louter binnen de grenzen van
nius Rooyaert bedenkelyk het hoofd en
sprak hy in zichzelven«hy gelooft waar-
ïyk nog dat zyne vrienden het winnen
zullen't spijt me voor hem, maar ik
voorzie binnen kort heel andere dingen
en ben blij dat ik me met dievermale-
dyde godsdienstwisten niet inlaat. Hoe
kan iemand toch zoo dwaas zijn. Laat
dat over aan priesters en monniken, wier
werk het is. Wat behoeft een stadsbode
zich daarmede te bemoeien, ik zal althans
wel wyzer wezen. Komaan het is een
drukke dag geweest, laat ons alvorens
huiswaarts te keeren nog een singel om
wandelen en in deD „Vergulden Helm"
wat uitrusten.
't Was een drukke dag voor bode Hugo
Jansz. geweest en er was heel wat door
zijn hoofd gegaan, want hy had genoeg
gehoord en gezien, om te be.nypen, dat
dit bezoek van groot belang was voor de
stad zyner inwoning, maar niet minder
voor de aanhangers der „nye leer".
Het laat zich begrypen, dat dit deftige
bezoek niet geheim was gebleven veel
werd er gegist en gesproken en de nieuws
gierigheid zocht bevrediging.
Aan den avond van dien dag zyn er
dan ook al spoedig eenige vrienden ten
huize van Hugo Jansz. om zoo mogelijk
van hem te vernemen, wat er ten raad-
het nuchtere gezond verstandmet diep
zinnig problemen houdt hij zich niet op.
Er is ook niets overweldigends, niets
machtigs in zijn redenaarskunstze is
van een simpel cverredenden aard.
„Maar in dat genre is ze dan ook meester
lijk. Ze is bekorend, nooit fel en hartstoch
telijk. Slechts bij uitzondering, als het
eens noodig is, toont deze soepele, fluwee-
lige redekunst even de scherpe nagels
onder de fulpen dekking. Maar dra worden
ze weer ingetrokken en kan men zich
weer streelen aan de zachte glijing van de
sierlijk gestyide, kristalhelder opgestelde
en persklaar wegsuizelende zinnen, die,
begeleid door het klinkelen van een aan
gename stem en van de vriendelyke ver
zachtingen van een even-Limburgschen
tongval, u zonder inspanning van uw
geest, onmerkeiyk medevoeren als ware
het op een zonnige sledevaart.
«En ge weet niet wat u het meest „in
pakt" het soepei-makkelijke van den
vorm of het simpel-klare, bondig-weldoor
dachte van de argumentatie. Maar bewon-
derenswaard was tevens, by de ontzag
lijke verscheidenheid van stof en by de
groote uitgebreidheid en goeddeels inge
wikkeldheid van het hoofdonderwerp (de
arbeidsvoorwaarden van het personeel),de
kennis van zaken die de minister daarom
trent toonde. Hy behandelde al die onder
werpen met zooveel gemak en zekerheid,
slechts af en toe even een papier inziend
en dan dadelijk weer met soepele gebaren
vrijelijk erover sprekend, dat er niet aan
viel te twijfelen of hij had dat alles, tot in
bijzonderheden, in zyn hoofd".
Wat de minister alzoo te vertellen had
Onze lezers vernamen er gisteren reeds
onder Telegrammen een en ander van.
Brengen we van deze redevoering nog
twee pumen naar voren.
De minister deed een goed werk, om
eens duideiyk te doen uitkomen, met
welk eén ellendige eenzyóigheid een man
als Troelstra in de Kamer alle daden
van de spoorwegdirecties beoordeelt. Even
droevig is het gesteld met de Ned. Ver
eeniging van Spoor- en Tramwegperso
neel. Zoowel de roode Kamerleden als
de roode vakvereenigingen zijn d'o'or hun
dogma van den klassenstrijd zoo goed
als kleurenblind. Aan alle handelingen
van werkg -vers geven de socialisten een
ongunsiigen uitleg en een valsche voor
stelling. Al het goede dat de spoorweg
directies doen en de minister bewees
dit met de stukken worden door de
socialisten stelselmatig verzwegen of
gekleineerd.
huize is verhandeld.
En Hugo Jansz. was er de man niet
naar om het zwygen te bewaren.
Den leden van de Vroedschap was ge
heimhouding opgelegd, maar een stede
bode, die immers de vergadering niet had
bijgewoond, kon allicht iets weten, al
was het geen geregeld verhaal van het
besprokene.
En zoodoende waren de aanhangers
der «nye leer" al ras bekend met
het plan, dat door hunne vrienden buiten
de stad werd beraamd, maar tevens kon
den zy vernemen, dat ook de
Landvoogdes daarvan op de hoogte was
en maatregelen tot very deling nemen
wilde.
Als een sombere wolk hing deze tijding
over de gemeente en vervulde de harten
der hervormden m=t vreeze en beving.
Maar zij werden versterkt in hun ge
loof en bemoedigd in hun vertrouwen
op God, onder de prediking' in de schuur,
die den volgenden dag Zondag 23Februari
door Gelein Janszoon d' Hoorne gehouden
werd.
HOOFDSTUK V.
In 't Schuttershof, »de
edele voetboog*.
't Is een historisch plekje, de Balans
te Middelburg. Het dankt zyn naam aan
Opnieuw toonde de minister aan, dat hy
een krachtig voorstander is van vakorgani
satie en die ook graag erkend wil hebben.
Ma ir dan een gezonde vakorganisatie.
Geen revolutionaire vereeniging als de
Ned. Ver., die Z. Exc. terecht qualifleeerde
als een verbasterd orgaan die met een
goede vakvereeniging niets gemeen heeft,
omdat zy staat op het standpunt van den
klassenstryd en niet ophoudt stelselma
tig ontevredenheid en wrok te prediken
en bet gezag te onderwyzen.
Zoo wees de minister alle socialistische
beschuldigingen en verdachtmakingen
fier van hand, en dat telkens door met de
feiten te bewijzen, dat de klachten onbil
lijk waren. Zoo begrypen onze lezers, dat
van de breed uitgemeten grieven van het
spoorwegpersoneel schyn noch schaduw
overbleef.
De technische aangelegenheden werden
door den minister niet minder uitvoerig
besproken en zyn houding inzake ver
schillende dingen duideiyk gemotiveerd.
Verschillende wenschen der afgevaardig
den zouden door hem in ernstige over
weging worden genomen en de minister
verklaarde, dat hij ernstig zal biyven
st?;even naar beperking van den Zondags
dienst, ook al moet hij ook de belangen
van het reizigersverkeer in acht nemen.
Ook in de richting van de beperking van
den besteldienst op Zondag beloofde spre
ker eenige verbetering te zullen aan
brengen.
Nadat besloten was de behandeling van
de begrooting van Waterstaat Vrijdag
avond voort te zetten en die van Bin-
nenlandsche Zaken Vrydagmorgen weer
aan de beuit te lateD komen, kibbelde
de Kamerleden nog eveDtjes over de
regeling der weikzaarnheden in de vol
gende week.
De voorzitter hield echter voet by stuk
en trouw gesteund door de Rechterzyde
besloot de Kamer bij de Oorlogsbegrob-
tiDg 't ontwerp betreffende de positiever
betering van de officieren gelyk te be
handelen en eerst na Otrlog de begroo
ting van Marine aan de orde testellen.
Zoo komt er voor de behandeling van
het ontwerp-positie-verbetering der offi
cieren en de Marinebegrooting betrekke
lijk slechts weinig tyd vrij. En daarom
was men er van Links, waar men biyk-
baar over beide een reuzendebat wil op-
zetten, zoo sterk tegen. Gelukkig dat de
Rechterzijde, haar plicht bewust, ook wil
1 opschieten en ons Christelijk ministerie
I hier in de behulpzame hand bood.
i De behandeling der Staatsbegrooting
't Waaggebouw, dat zich voormaals hier
bevond, maar in het begin der 19e eeuw
gelijk zoovele historische gebouwen werd
gesloopt,
AaD de zuidzyde is dit plein begrensd
door abdygebouwen, alle weder in den
oorsprockeiyken stijl gerestaureerd, aau
de oostzijde vindt men de sociëteit „St.
Joris" het voormalige schuttershof van
„den edelen voetboog".
Ook dit gebouw prykt sinds eenige
jaren weder in zyn ouden luister en
herinnert ons door de voorstelling van
St. Joris in den geveltop aan zijn oor-
spronkeiyke bestemming.
Hier toch hadden de schutters van
den voetboog hun plaats van samenkomst
en oefening.
Ook te Middelburg bestonden gelyk in
de meeste Nederlandsche steden vereeni-
gingen, die zich met goedvinden en onder
bescherming der Overheid oefenden in
den wapenhandelzoo vond men hier
ook het schuttershof »de edele handboog*
en dat van „de edele busss*.
De hand en voetboogschutters hadden
vroeger hun schuttershoven in de buurt
van de voormalige St. Janskerk, op de
plaats, waar nu de nieuwe haven zich
bevindt, waaraan de nog bestaande St.
Janstraat en de St. Jansgang ons herin
neren. Wordt vtrvelgdj