No. 58 1911, Donderdag 7 December 26e Jaargang IIEIIWSBLAD VOOR ZEELAND 2HRISTEUJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed, S. J. DE JONGE-VERWES F, te Goes Middelburg. i. ft. Vcrtregi. Hy, de groote party leider der socialis ten, hield dan ook een rede volkomen in overeenstemming met deze waardig heid. Ze was ontzettend lang, breedspra kig en doorspekt met dikke woorden plus de noodige moties. F. P. D'HUIj; te Aiidrieïbi rg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IEl IEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per !rie maanden franco p. p.1.25 Hnkele nummers. 0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN Voor de stemming in het derde district voor een lid van den gemeenteraad be velen wy met aandrang aan den candi- daat der rechtsche partyen TWEEDE K A M E B. Zitting van Dinsdag. Mr. Troelstra is aan het woord geweest. By na den geheelen dag. En toen regende het klachten en werd verwyt op verwyt gestapeld. Gelyk we dat van socialisten gewoon zyn. Eerst betuigde deze afgevaardigde zyn groot ongenoegen over hetopdryven der militaire lasten, over het streven naar invoering en verhooging van indirecte be lastingen, over de onbeholpenheid en on zekerheid van sociale wetgeving, over het niet steunen van vakorganisaties, met name die van ambtenaren. Afgewezen werd het verwyt dat door het vele en lange spreken in de Kamer de arbeid zoo slecht opschiet. Het ligt aan de regeering en aan haar alleeD. Als deze met de rechterzijde wil opschieten dan kan het wel. Getuige de Militiewet. Dit laatste is potsieriyk. De getuige die mr. Troelstra oproept zou juist het tegendeel verklaren. Denk maar eens aan de Katerlaan. Als de socialisten by de behandeling van dit wetsontwerp nu niet zoo schandalig misbruik hadden gemaakt van het vrye woord en niet zoo onverantwoordelijk hadden geamen deerd dan ware deze wet in minder dan de helft van den tyd behandeld gewor den. Dan kwam de heer Troelstra tot de duurte. De voorgestelde toeslag aan sommige ryksambtenaren en beambten vond spreker g09d. Niet de loongrens van f1000 maar die van f 1200 moet hier echter getrokken worden. Bovendien moet aan alle kostwinners de toeslag verleend worden, waarbij rekening dient worden gehouden met het aantal kin deren. Spreker beloofde een motie te zullen indienen ten behoeve van een meer algemeene salarisherziening van deze ambtenaren. Want dat is noodig, deze zaak biyft urgent. De Amsterdamsche stakingstroebelen besprekende, nam mr. Troelstra de daden van terrorisme niet in bescherming, maar de overheid lokte deze uit door het „posten" onmogelijk te maken. Spreker diende daarom een motie in om de regeering uit te noodigen maat regelen te nemen om het „recht van posten", waar dit uitgeoefend wordt zonder schending van wetteiyke bepa lingen, te handhaven. Gevraagd weid wat de regeering zal doen om de zeelieden te helpen. De wet gever moet ingrypen zei de heer Troel stra. Gehekeld werd het optreden van de regeering tegen de vakvereeniging, met name tegen die van het spoorwegper soneel. Het wegbiyven van de Koningin noemde spreker zeer verklaarbaar. De Koningin wilde zich niet leenen voor een anti-socialistische betooging, geiyk de rechtsche pers de opening der Staten- Generaal had willen maken. Ook dit laatste is weer te zot om los te loopen. Nu ligt het wegbiyven van de Koningin dus niet aan haar tegenstanders maar juist aan haar voorstanders. Ja wel 1 Mr. Tioelstra heeft er slag van zich onschuldig te houden. Maar wie zal het gelooven Dat minister Heemskerk de kiesrecht deputatie niet wilde ontvangen, noemde spreker ook al ongemotiveerd. Want, zei deze afgevaardigde, de betoog ing droeg niet een anti-monarchaal, doch een anti kapitalistisch karakter. Ook weer zoo'n sprookje, waarvan we ons moeilyk kunnen indenken, dat mr. Troelstra het zelf zal gelooven. Ten slotte constateerde spreker een vertraging in de sociale wetgeving, waar van de regeering de schuld draagt, die niets liever doet dan het kapitalisme beschermen. Spreker diende een motie in ten be hoeve van een pensioneering van arbei ders, die thans 70 jaar zyn, met f2 per week, in afwachting van de invoering van de pensioenwet in haar geheel. Dat zal twee miljoen kosten. Deze motie wilde spreker onmiddelijk behandeld zien, of anders uiterhjk by hoofdstuk X. De voorzitter achtte dit met het oog op den beschikbaren begrootingstijd ab soluut onmogeiyk en met algemeene stemmen op een zevental na werd besloten de motie later te behandelen. Toen was mr. Troelstra gelukkig uit gesproken. Het was nu al meer dan wel letjes. Dan kwam het unie-liberale lid De Klerk aan het woord, die bij de bespre king van de duurte verklaarde mede te zullen gaan met den voorgestelden toeslag voor onvermogende ambtenaren. Verder drong deze afgevaardigde sterk aan op accijns- en belasting verlaging voor de minvermogende bevolking, die niet min der onder de groote en algemeene duurte ïydt. De afgevaardigde van Rotterdam II wraakte het dat de regeering de invalidi- teits- en ouderdomsverzekering laat wachten op de ziekteverzekering. Gelijk de Militiewet er in 4 weken - door de rechtsche, partijen met kracht is doorge haald; zou 't ook met de sociale wetgeving kunnen eD moeten. Waar een wil is, daar is ook een weg. De motie-Troelstia inzake pensionee ring der ouden van dagen ondersteunde spreker van harte. Het is het beste, al die wetsontwerpen te laten liggen en de ouden van dagen te helpen. Het beste, zegt de heer De Klerk. Maar niets is minder waar dan dat. Het zou wel het gemakkeiykst zijn, maar niet in het belang der arbeiders. Hoe dikwijls is niet met een beroep opDuitschland met de cyfers aangetoond, dat er veel meer ar beiders van een ziekte- en invaliditeits verzekering profiteeren dan van een ouderdomsverzekering. De laatste verze kering erbarmt zich over duizenden, maar de verzekering tegen ziekte en inva liditeit ontfermt zich over tienduizenden. De laatste spreker was de heer Dolk (u. 1.) die de viering van het honderdjarig bestaan van Nederlands onafhankelijk heid ter tafel bracht. De afgevaardigde van Den Haag II vroeg niet om den bouw van een paleis voor de Koningin in Den Haag of Amsterdam. Die zaak is daarvan onafhankelijk. Maar wel zou spreker een biy'vend aandenken wen- schen aan die heuglijke feestviering. Als de regeering daarvoor op de begroo ting van Binnenlandsche Zaken een me- moriepost wilde boeken, was de zaak al in orde. Zoo eindigde deze zitting nog met vaderlandslievende klanken. WMP Die hooggeloofde „neutraliteit". Het Gelder8che Dagblad scbryft De Kerk. Grt. ontleent aan het Monatsbl. f. i. d. Mitgl. Evang. Bundes enkele mede- s deelingen, waaruit blykt hoe men in Prankryk voor de „neutraliteit" van het j onderwys tracht te waken. Er is een aardig boekje, dat heet: Ze tout de la France par deux enfants,geschre- ven door de vrouw van den filosoof Fouil- liée en dat in meer dan 400 drukken als schoolboek door het .gansche Frankryk gebruikt wordt. Voor mij aldus de schryver van de mededeeling ligt de uitgave van 1903 en de „gezuiverde" van 1908. In het jaar 1903 mochten de kinde ren hun verwondering nog uiten in den indruk«Mon Dieu 1", maar in 1908 is deze uitdrukking vervangen door »Hélas en „quel malheur!". In 1903 leggen de kinderen de belofte af: „Wy willen één biyven in de liefde tot God en het Vader land", in 1908 zeggen ze in plaats daar van „in de liefde tót het vaderland en den plicht". Een opschrift boven een hoofdstuk ia 1903 heet«de rust onder den eik, het gebed voor het inslapen", nu heet het: «de rust onder den eikenboom. Juliaan slaapt in". In den zin: „De schoon heden der natuur moeten ons tot God op- heflen", werden de woorden „tot God" ge schrapt. De zin „het gebed geeft ons moed en hoop", luidt in 1908: „Wy zullen elkander wederkeerig helpen". En niet alleen is „reiniging® aangebracht inzake den tekst, neen, maar ook de plaatjes in het boekje zijn „gezuiverd".De kathedraal te Rheims is in de uitgavs van 1908 ver dwenen en er is voor in de plaats gekomen een kaart van Champagne. Het beeld van de Notre-Dame uit Pary s is weggelaten en eveneens de afbeelding van een groot zie kenhuis. Waarom Omdat in 't Fransch een ziekenhuis betiteld wordt met het woord«Hotel-Dieu*. In een ander boek, afkomstig van dezelfde schryfster, stond vroeger: „Zij las een gedeelte van een evangelie", nu heet het„Ze las in een boek". Het hoofdstuk «de godsdienstige wetenschappen" is veranderd in„de eeuw der electriciteit®. Onder de plaatjes, die aan de kinderen de meest belangryke gebouwen uit het dorp moeten toonen, vinden we opeens, in plaats van «de kerk® «het postkantoor". In 1903 treffen we aan »Het is Zondag en Paul vergezeld zy ne zuster uit de kerk naar huis"; in 1908 heet het: «Het is Maandag en Paul vergezeld zyn zuster uit de school naar huis". Ja, de zuiverings woede van deze allen godsdienst vyandige strooming bespeurt men zelfs in de a-b-c- boekjes. In de leesoefeningen voor de kleinen toch is 't woord „abbé" veranderd in „été" en het zinnetje «God is groot", vervangen door„Parijs is groot". Commentaar is overbodig Die hooggeloofde „neutraliteit" is per slot van rekening niets anders dan een uiting van religie-haat. „Harakiri". „Haganus", de Haagsche correspon dent van het lib. Utrechtsche Dagblad sehryft in zyn laatsten brief dat de Tweede Kamer „harakiri" d. i. zelfmoord pleegt. By toont dit aldus aan Ik geloof niet, dat Algemeene Beschou wingen over een Staatsbegrooting op eene meer-eigenaardige manier zyn on derbroken dan Vrijdagmiddag, te circa drie ure in de Tweede Kamer geschiedde. De heer Brummelkamp had het woord gevoerdeene verstandige, goede, inte ressante rede gehouden. Waarin hij zoo volkomen-terecht batoogde, dat het Ne- derlandsche Parlement al pratend, spee chend, herhalend, tydvermorsend, bezig is z'n prestige op ellendige wjjze te grabbelen te gooien„Zyn eigen graf te delvenDe heer Brummelkamp had gehouden een van die geestige, rake redevoeringen, welke telkens wanneer deze afgevaardigde het woord neemt, doen denken aan de figuur van Gerlof Bol, den paradoxen liefhebbenden theo loog, door Jacob van Lennep in zyn „Klaasje Zevenster" geschetst... Toen was het eensklaps uit. Niemand stond op het sprekerslijstje, dat anders ligt tegen den inktkoker bij praeses, ingeschreven. Hoe nu Drucker-Roodhuyzen hadden byv. el kaar „gelieb&ugelt" over eene democra- 5 tische fusie, waar dan Tydeman c.s. Diet I v.in 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer JO cent Familieberichten van 1—10 regele 1.—s iedere regel m er 10 cent toe zouden mogen behooren Immers, het algemeen kiesrecht moest de sleu tel zijn, welke toegang slechts kan geven tot de verschillende desiderata, in de rede-Drucker opgesomd. Ik heb hier slechts objectief te relateeren. Begeef mij dus niet op het gladde ys der poli- tiekerij of der politische beschouwing, waar 'k niets te maken heb. Welnu. De Kamer-klok wees nog geen drie uur. President Van Bylandt keek bedeesd van rechts naar links, vice-versa. Niemand reageerde op z'n wenk. En de heer Minister-president Heems kerk leunde leukjes-bedaard in zyn arm stoel aan de groene tafel. Speelde met z'n lorgnet. Tuurde eens naar het ge- glans van de electrische lichtbundels tegen het koepeldak dsr Kamer 'tWerd echt-penibel. Hoe 't, ten slotte, geloopen is, weet u. De heer Schaper redde eigenlijk zoo wat de situatie door zijn verdag in gs-voor stel, dat aan het licht bracht, hoe er op-den-kop af twee leden ontbraken.. Ik geloof, dat de groote fout van d'eze zotte vertooning werkelijk schuilt in het gemis aan behoorlijk contact tusschen presidiaal bureau en regeeringstafel. Be heer Van Bylandt wist, dat er, op dezen laten Vrydagmiddag, geen sprekers meer waren ingeschreven. Men rekende op ver daging tot Maandag. Indien nu allereerst voeling ware gehouden met de Regeering, vervolgens met een woordvoerder, die by- voorbeeld nog een klein uurtje had kun nen „vullen", dan zou men tot beter resultaat zyn gekomen, 'tls inderdaad te betreuren. En de heer Brummelkamp heeft wezen- ïyk geiyk waar hy zegt, dat onsLager- Huis door eigen schuld daalt iD het oog des volks. Trouwens, piof. Drucker, de eerste spreker bij de algemeene beschou wingen, heeft evenzeer gewezen op dat ellendige euvelde nuttelooze- en noo- delooze veel- eu volpraterij. Ons volk is nuchter-practisch aangelegd. Wij, Hol landers, houd8n meer van daden dan van woorden, woorden.... In dit opzicht vormt ons Parlement het scherpst-denkbare contrast met on zen volksaard. Daar, op het Haagsche Binnenhof,— wordt alles „verpraat". En de «man in the street" lacht schokschoudert er over. Hy heeft maling aan al die stroomen van praatlustigheid. Is er een echt-leuk uurtje van „berrie" op komst, hy tracht een plaatsje te veroveren op de tribune, teneinde zich te amuseeren. Van vertrouwen in de Volksvertegenwoordi ging is werkeiyk nagenoeg geen sprake meer. Het parlementarisme, dat zich na langen, bangen strijd de zege over „middeleeuwsche despotisme" wist te verschaften, is druk-bezig (wie kan 't in ernst betwisten) harakiri te plegen, zou een Japanner 't noemen. Minister de Waal Malefijt. Na gewag te hebben gemaakt van de schampere kritiek die Minister De Waal Malefijt by zijn optreden te beurt viel geeft Politicus in de Oprechte Haarlem- sche Courant dit oordeel: Nadat de heer Malefijt een poos lang minister van Koloniën is geweest zal niemand, zeer zeker, beweren dat hy wèl sprékersgaven bezit of dat 't tot de bijzonder aantrekkeiyke dingen be hoort te luisteren naar een van zyne redevoeringen. Maar wel durf ik volhouden, dat dezen bewindsman de reuzen toer is gelukt om de Kamer een gansch ande ren „kyk" te geven op zyn figuur als minister, een indruk, die de gevoe lens van grenzelooze verbazing heeft doen plaats maken voor het wezeniyk- respecteeren van 'sheeren Malefijt's werkkracht, ijver en kennis. 't Is gebleken, dat deze uiteriyk- onaanzieniyke, schuchter# verschy- ning een mensch is, die zich, zonder ooit Indië te hebben bezocht, aan schouwd, eigen heeft weten te maken eene even uitgebreide als soliede notie van wat hem bekend moet zyn in zyn hoog en verantwoordelijk ambt*- En speciaal op den dag toen ter sprake kwam de verhouding van dit Rechtsche kabinet tegenover vraagstukken als de zending en bet onderwys in de Kolo niën leerde men minister Malefijt eer biedigen als man van stevig karakter, die den moed bezit om wat hy in 's lands waarachtig belang oordeelt te doen primeeren boven elke poging, van zekere zyde gedaan, om geloofs-fana- tisme te doen zegevieren. O Met onverstoorbare kalmte heeft Minister Malefijt verduurd de vaak felle, bitter-schampere, spottend-sma- lende kritiek, waaraan hy in den be ginne blootstondHy werd er niet toornig door. Antwoordde met rustigen eenvoud, zijn beste krachten te zullen geven in het vaste vertrouwen op lei ding van Hooger Hand. Men gevoelde dat hier niet een femelende, hypocri tische zemelknooper aan 't woord was... Men besefte, over gansch de linie, dat Minister Malefijt's taal ontsproot aan een eeriyk, bescheiden hartDat maakte indruk. De bits venijnige, hate- ïyke uitvallen verminderden, verdwe nen Men begon 't te beschouwen als iets niet gansch-onmogelijks, dat: minister Malefijt toch nog achter-af een bruikbaar minister van Koloniën kon blykendat de premier, hem op nemend in den kring der excellente negen, toch scherper gezien had dan men durfde onderstellenMen wachtte af in billijke objectiviteit. Men kwam tot de conclusie, dat 't inderdaad een verrassende „meevaller" was Niemand zal den heer De Waal Malefijt, als hoofd van het departe ment van Koloniën, op één lyn stellen met mannen als W. van Dedem, als IdenburgMaar dat „er stellig ach ter de groene tafel wel gezeten hebben, die 't minder deden dan De Waal Malefijt"dat is nu toch wel erkend F) Deze liberaal noemt geloofs-facatisme wat voor ons Chr. ïosplng is. Wij laten echter deze qualificatie liggen. Red. Z, De rede van mr. Troelstra. Daarvan sehryft de liberale hoefyzer- correspondent van Het Handelsblad, dat ze was „als de kiesrechtoptochtzeer lang en goeddeels overbodig." Vele din gen waren toch al zoo vaak gezegd. Maandag nog door de heeren De Beaufort en Patyn. Entoen werd „decritiekbon diger en solider geleverd". Betreffende de motie van mr. Troelstra inzake de pensioneering van ouden van dagen sehryft deze correspondent Het komt ons voor dat deze motie beter bedoeld is dan doordacht De „personen bedoeld in art. 357" die zij wil helpen, zyn, volgens dat artikel, degenen die »bij het in werking treden vaD art. 1 (van de wet) den leeftyd van 70 jaar (hebben) bereiktNu is het den heer Troelstra juist te doen om voorziening vóór het werken van die wet. Daaraan ware echter door een kleine wyziging in het verlangde noodwetje wel tegemoet te komen. Maar heeft de voorsteller zich wel ingedacht in de redactie zooals zy dan moet luiden? Het gaat toch niet aan om hen te helpen die vandaag 70 jaar zijn en degenen die bet morgen wor den, aan hun lot over te laten. Wil hy meer 70-jarigen helpen dan die van van daag? Maar hoevelen dan? En hoe die categorie te omschryven? De grootste bedenking echter die wy tegen de motie zouden hebben, is, dat ze de wetgeving op haar kop zet, begint met het eind (de overgangsbepaling) en meteen even, in 't voorby gaan, nóg vóór

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1911 | | pagina 1