No. 41 1911, Vrijdag 17 November 26e Jaargang. 3KRISTEUJK- lEllWSBLAD historisch VOOR ZEELAID VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed, S. J. DE JONGE-VERWES F, te Goes F» P. D'HUIJ, te Aiidslelbï rg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Chr. Nat. Werkmansbond. zus asaaEgasm IE! »EREN WERKDAG DES AVONDS. Prils per Irie maanden franco p. p.. 1.25 Knkele nummers. 0.05 UITGAVE DER FIRMA S EN \.m 1—5 regels 50 cent, Iedere regel meer 10 cect F. milieberichten van 1—10 regel; I.—, iedere regel mi er 10 cent 5 jaaa as BEasssaaB Vervolg en slot van gisteren. Beds van dr. Be Visser over „Deelneming aan het sociale leven". Na het practische woord van den heer Nahujjsen is het spreker dubbel aange naam thans een principieel woord te mogen spreken. En dan wil spreker allereerst opmer ken, dat het Christendom zich met eiken vorm van staat en maatschappij ver- eenigt. Dat bewijst, dat het Christendom een wereldgodsdienst is. Het past zich aan allen en alles. Dat doet het Chris tendom, omdat het zijn middelpunt vindt in Christus, Die toch in alles werkt en boven alles staat. Het is toch zoo waar, dat als onze Heiland op aarde kwam, Bij zich by geen party zou aansluiten, omdat Hy boven allen en alles staat. Omdat Hy de Waarheid is. Daarom moet ook het Christendom en dus ook een Chr. Werk- liedenvereeniging den Heiland het mid delpunt maken van hun leven en streven. Maar toch mag geen Chr. Vereeniging denken, dat hare organisatie de Chr. organisatie is. Onze Vereenigingen mo gen niet een deel van het lichaam van Christus genoemd worden. Elke Veree niging kan slechts een klein trekje van het beeld van den Heiland vertoonen. Toch moet ook op de andere zyde der zaak gelet worden. Een Chr. Werklieden- vereeniging moet trachten de beginselen van het Christendom in practijk te bren gen. Dat gaat in onze dagen niet ge- makkeiyk. Vooral niet, nu de levensver houdingen en de aard van den arbeid zich zoo in den loop der tijden hebben gewyzigd. Toen er meest handenarbeid werd ver richt, joeg de arbeider het ethische ideaal na, om zyn werk zoo goed, zoo mooi, zoo best mogeiyk te doen. Dat is nu echter helaas door het fabrieksleven op gehouden. Nu kent een fabrieksarbeider van 17 jaar reeds volkomen het werk, dat hjj levenslang zal verrichten, maai nooit beter en mooier zal kunnen doeD. In vroeger jaren streefde de jonge arbeider er naar, vader in zyn arbei l aa te volgen en te evenaarden. Thans ziet het kind niet anders van zijn vaders arbeid dan de verdiende penningen. Dat kweekt het materialisme. Dat doet inzonderheid letten op het geld, op het loon, dat wordt uitbetaald. Deze werkeiykbeidroept andere eischen in het leven, waarvoor wij een open oog moeten hebben. Deze werkeiykheid deed ook de arbeidersorganisatie geboren wor den. Twee factoren werkten bijzonder mee. Het goede schoolonderricht en de pers. Onze arbeiders gingen spreken en lezen en zich bedenken. En met elkander dacht men sterker te staan. Toen gingen onze arbeiders streven naar het voortreffelijk doelwit, om hun positie, niet die van loontrekkende, maar die van mensch te zjin, zooveel mogelijk te verbeteren. Dus niet om het materieele, maar om te beantwoorden aan het monsch-zyn, ver- eenigde men zich. Ter od zaliger ure kwam in dit schoone schoone streven een kwaad op, dat de materieele behoeften van den mensch op den voorgrond deed schuiveD. Dat hebben de socialisten gedaan, die de arbeiders beweging gebruikt hebben, om den klassenstryd te prediken en verdeeldheid te zaaien. Toch moeten onze Chr. werklieden het schoone streven om zich te ontwikkelen en te ontplooien tot den vollen mensch met alle kracht voortzetten. En by dit Christeiyk streven kan en mag men geen staatkundig of economisch stels 1 over nemen, maar het beginsel, dat onze Heiland in de wereld gekomen is om de menschen weer op te voeren tot beelddragers Gods, en hierin moet gjj navolgers van den Christus zijn en blij ven. Als men onze arbeiders alleen wil laten ijveren voor materieele voordeelen, dan ga tegen dit satanisch streven ons ern stig protest en dan is er reden om te ijveren voor een Christelijke arbeiders beweging, die in de eerste plaats den mensch aan zyn Goddeiyke roeping wil doen beantwoorden. Maar als ge dan vraagt, hoe moet ik in het doolhof der sociale beginselen van onzen tyd den weg vinden en hoe moet ik myn kinderen daarin leiden, laat dan het antwoord op deze vraag geiyk obk een antwoord zijn op de gewichtige vraag, boe gij u tot het mensch-zijn, waartoe God u roept, zult opvoeren. En dan kiest ge- geen party voor het Staatssocialisme, dat uw vrjjheid aan banden legt, noch voor de sociaal-demo cratie, dat den haat predikt en ontevre denheid en verdeeldheid zaait. Waar is ooit een socialist geweest, die als onze Heiland by het zien van een ryke, met inneriyke ontferming werd bewogen Zoolang, mannen broeders, ge niet al leen leeft voor deze aarde, maar ook voor uwen God, zoolang ge u niet alleen voedt met het brood dat vergaat, maar ook met de spyze, die biyft tot in dei- eeuwigheid, zoolaDg ligt daarin ook uw optreden als Chr. Werkliedenvereeniging gerechtvaardigd Nooit wordt de mensch, ook de arbei der hooger tot het mensch-zyn gevoerd, dan als hy zich stelt onder de hoede van den Heiland. Is dat ook uw streven.mannan broeders? Dan moet ik u opwekken op dezen weg voort te gaan In het Christendom openbaart zich niet alleen de macht der liefde, maar ook die van het recht en van de gemeenschap. Maar niet een van deze drie, maar de ge- heele rijkdom van het Christelijk geloofs leven moet worden gegrepen. Als het waar -is, dat het een van de schoonste en ook een van de meest prac- tische woorden van onzen Heiland is ge weest: ,/Weest dan gijlieden volmaakt, ge- iy k uwVader die in de hemelen is,volmaakt is", even zeker schittere ook in u mannen broeders van den Chr. Nat. Werkmans bond het ideaal om uw leven en mensch- zyn op te voeren tot beelddragers Gods, tot het mensch' Gods te zyn, bekwamelijk toegerust tot alle goed werk,en even zeker zij er dan by u ook een leven en streven om naar dit ideaal met alle macht te jagen en te grijpen. Deze gloedvolle rede werd door de ver gadering met gespannen aandacht aange hoord en met dankbare woorden van den voorzitter en harteiyk applaus der aan wezigen beloond. Een der broeders vraagt, hoe nu in verband met de rede van dr. De Visser het geesteiyk element in de afdeelingen moet worden versterkt, waarop de voor zitter antwoordt, dat het afdrukken van de rede van dr. De Visser in Z)e Voorzorg daaraan wel ten goede zou komen. Dr. De Visser wil dit in overweging nemen, maar wyst de broeders er op, dat zij gebruik kunnen maken van de bibliotheek vaü het Centraal Bureau te Botterdam, die veel principieel en gees telijk voedsel bevat. De Bondsvoorzitter drukt het den leden sterk op het gemoed, dat het. ver sterken van het geesteiyk element niet moet bestaan in het telkens aanhooren, van preeken of preekjes. Daarvoor gaan we des Zondags naar de kerk. Maar dat versterken moet bestaan in degelijke studie van de beginselen welke aan ons maatschappeiyk leven ten grondslag moeten liggen Beginsel-studie dus. En anders niet. Daaraan hebben onze af deelingen groote behoefte en dan zullen de mannen broeders sterk staan inden strijd des levens. Daarna worden neg verschillende be langen besproken van de Zeeuwsche afdeelingen, waarvan wy om haar huis houdelijk karakter geen verslag zullen doen. De afgevaardigden zullen dit aan de betrokken afdeelingen wel mededeejen. Dr. De Visser sprak aan het eind der vergadering een pakkend slotwoord, waarin hy dank bracht aan d9 beide sprekers voor hun arbeid, de aanwezigen voor hun opkomst, maar bovenal dank aan God, Die ons deze leerzame en genot volle ure schonk. Nog werd op des voorzitters verzoek staande gezongen Gezang 2 3 ^Geloofd zij Vaders eenige Zoon" en bracht dr. De Visser den voorzitter hulde voor zijn uit nemende leiding, waarna de Bonds-Eere- voorzitter den Provincialen Landdag met dankgebed 3loot. Het derde lustrum-feest van de Goesche Afdeeling. 's Avonds halfacht waren de zalen van „De Prins van Oranje" stampvol. Het vyftien jarig bestaan der Goesche Afdee ling zou in een feestelijk samenzijn her dacht worden. Alle leden en begunstigers waren met hun dames of een hunner huisgeneoten trouw opgekomen en de vrienden die 's middags van elders naar den landdag waren getogen, zagen wy in deze fe'esture als welkome gasten in de vreugde deelen. Hoe schoon werd de feestavond ingezet met het zingen van het eerste vers van Gezang 2 „Den Hoogen God alleen zy eerl" En hoe ernstig en boeiend was niet het feestwoord, dat de voorzitter van den feestavond, nadat hij een zegen over het samenzyn had afgesmeekt, tot de feestvierende vergadering sprak. Ds. P. J. Steinz, de voorzitter maar tevens ook de feestredenaar, heette alle aanwezigen, die waren samengekomen omfeest te vieren,in hartelijke bewoor din gen welkom. Feestvieren zoo vervolgde de spre ke r is een onmisbare zaak in het leven van den mensch. Dat schenkt ons nieuwe kracht voor de toekomst, drijft ons uit tot meerderen en getrou weren arbeid en schenkt ons moed om in te gaan tot den strijd die ons wacht. Maar er wordt zoo vaak feestgevierd, dat de kracht wordt verlamd en de energie wordt gedoofd. Feestgevierd op een wijze, waardoor er 's Maandags nog meer onge lukken gebeuren dan op andere digen. Zulk feestvieren ontzenuwt den mensch en staalt hem niet voor den komenden stryd. Aan zulk een feestvieren doen wy echter niet. Wij willen God danken en loven, voor alles wat Hij ons gaf en nog geeft, voor alles wat Hy gedaan heeft en nog doet. Ja. in en door onze feest viering willen we ons biddend voorbe reiden voor den strijd dien ons straks wacht, voor de taak welke straks weer op onze schouders zal worden gelegd. Daarom wil spreker aan zijn feest woord een Schriftwoord verbinden, en wel de vraag van den Heiland uit Mat- theiis 5 47 „Wat doet gy boven ande ren We gevoelen allen het klemmende van deze vraag. En nooit zal er by ons van feestvieren sprake kunnen of mogen zijn, zoolang deze vraag nog niet bevre digend is beantwoord. Ja, zoo deze vraag niet afdoende wordt beantwoordt, heeft ook de Chr. Nat. Nat. Werkmansbond, heeft ook de Goesche afdeeling geen reden, geen recht van bestaan. Onze werklieden organiseeren zich, getrouw aan het „Eendracht maakt macht". Maar waarom trekken ze niet op onder één slagorde? Waarom gaat de Chr. Nat. Werkmansbond zijn eigen weg. Dat geeft toch versnippering en verbrokkeling van kracht. Dat komt, omdat er aan de eene zyde staan de duizenden, wier hoogste streven is de verbetering van hun levenspositie, die alleen werken voor de spijze die vergaat. Maar aan den anderen kant staan zy, die met een „Wat baat het een mensch, zoo hij de geheele wereld gewon en schade lijdt aan zijn ziel", het maat schappeiyk leven aan den Christus willen onttrekken. Onze Bond wil daarentegen Christelijk Sociaal werk doen. Christelijk en Sociaal. Leggen we dan eerst den klemtoon op Sociaal. Wij belijden het op grond van Gods Woord dat het Christendom ook een maatschappelijke taak heeft te volbren gen. God schiep den mensch naar ziel en lichaam beide. Maar nu zijn er die op grond van Jezus' woorden steeds uitzien naar een 'nieuwe orde van zaken. Waarom dan no? gestreefd naar maatschappelijke verbetering Als het leven hier toch maar een pelgiimsreize is naar de eeuwigheid, waarom zich dan nog druk gemaakt om aardsche dingen Als het Christendom met zijn „Wie vader of moeder boven My liefheeft, is Myns niet waardig», zelfs de natuurlijke banden verbreekt, waar om zich dan nog Dekornmerd om de nooden van dit leven Zoo willen deze u met een boekje in een hoekje dringen en er zijn er helaas die zich in een hoekje laten dringen. En dezulken, die zoo redeneeren staan betrekkelijk nog sterk op enkele losse uitspraken der Heilige Schrift, maar die meestal nog uit hun verband zijn ga- raakt Maar daar tegenover plaatsen wy toch alty'd het beginsel van de gausche Schrift, dat uitgedrukt ligt in 's Heilands woorden»Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijne gerechtigheid." En wat is dan het Koninkryk Gods? Niet de Kerk, zooals Rome leert. Maar ook niet de hemel der heerlijkheid^ die den moede pelgrim wacht, zooals som mige Christenen rneenen. Neen, Gods Woord leert ons, dat we onder het Koninkrijk Gods te verstaan hebben, de heerschappij van onzen Ko ning. De heerschappy van den Christus. Allereerst over ons eigen hart. Bn ook over iederen levenskring. „Uw Koninkrijk kome» is toch des Christens bede. Uw Koninkryk komein mijn hart en myn huis, in myn leven en arbeid, in staat en maatschappy. Maar dan is het ook niét in overeen stemming met den wil des Heeien, dat de arbeiders loonslaven zijn en uitgeput worden. Hoe wordt het maatschappelijk leven van onze dagen niet gedemoraliseerd door veel te zwaren en vermoeienden aibeid voor den man, door vrouwen- en kinder arbeid, door allerhande mis en nood- standen. Alle groote mannen,die ofn Jezus' wille gestreden hebben en nog strijden voor de belangen van de arbeiders, doen dit op grond van geestelijke motieven. Door den socialen nood onzer dagen wordt het s geesteiyk, Godsdienstig leven van onze 1 arbeiders en hun gezinnen vaak geweld aangedaan, schier vermoord, j Daarom heeft het Christendom ook een sociale roeping en in dit licht wil onze Bond ook sociaal werk verrichten. Maar naast den socialen arbeid willen 1 wy ook den vollen nadruk leggen op het Christelijk werk, dat onze Bond moet ver- richten. j Toegegeven, dat onze Christelijke arbei- ders ook voor hunne sociale belangen moeten opkomen, is het gevaar toch groot, S dat in ons vereenigingsleven het zwaarte- j punt wordt verlegd in de actie voor onze stoffelijke belangen. In liefde zy u dit ge zegd, mannen broeders. Neemt dan deze j waarschuwing ter harte. Of voelen ook de Goesche leden bij het hooren van dezen raad hun hart niet sneller kloppen We vragen slechts. Dat dit gevaar niet denkbeeldig is geven we dus toe, al zy 't met schaamte. Maar we voegen er aanstonds by, dat ligt niet aan het beginsel, maar aan de ontrouw van de dragers dezer beginselen. Daarom willen wij het woord Christelijk in deze ure onderstrepen. Uw streven moet niet alken zyn een verbetering van uw levenspositie ten behoeve van uw lichaam, maar alleerst en allermeest ten behoeve van uw onsterfelijke ziel. En wees indachtig, dat verbetering van uw aardsche p )sitie u achteruit kan brengen op den weg naar den hemel. Meer ver diensten maken den wereld gezin de nog meer wereldgezind en den hoogmoedige nog meer hoogmoedig. Een trap naar boven in uw stoflelyke bezittingen kan een trap naar beneden zijn in uw karakter, in uw ziele-rykdom, in uw geesteiyk leven. Laat daarom de geestelijke belangen altijd voorop gaan en maak het voor alle dingen eerst recht tusschen God en uw ziel. Anders kunt ge nooit geen bekwaam strijder zyn voor het Koninkryk Gods. Maar hoe staat het nu met het Christe lijk streven in de feestvierende vereeni ging? Komt het Christelijk er niet dikwyis achteraan hobbelen. Gaat uw lidmaat schap niet al te veel op in het zieken fonds Ook aan u vraagt de Heiland„Wat doet gij .boven anderen Zorgt dan, dat ge niet verlegen behoeft te staan om een antwoord. Toont het in uw Vereenigings leven, dat ge een ander levensbeginsel zyt toegedaan, dat ge een eigen recht en eigen, reden van bestaan hebt. Dat het uw goed recht is uw eigen weg te gaan en cok uw recht om thans voor het aan- gezichte Gods feest te vieren. Spreker eindigde met een aangrijpende herinnering aan het leven van den Fran- schen admiraal D'Coligny, die in de ure des stry ds e n van groot gevaar den vy and, die hem tot overgave wilde overreden, he; woord in het aangezicht slingerde /,Nous avons un Boi", „We hebben een Koning". Hebt goeden moed zegt spreker, want ook wij mogen het dezen vromen Hu genoot nazeggen: „We hebben een Ko ning. We hebben een Koning, wien gegeven is alle macht in den hemel en op de aarde, voor wien alle volken, tongen en natiën eens de knie zal buigen, wiens heerschappij duurt tot in eeuwigheid en wiens Koninkryk niet zal worden vernietigd, maar eeuwig zal triumfeeren. Deze kosteiyke feestrede was onge twijfeld het beste van den avond. Maar ook h6t andere mag worden genoemd en geroemd, zoo de beperkte plaatsruimte ons niet dwong ons verslag te eindigen. Melden we dan alleen, dat het rijke programma, dat zoo uitnemend was sa mengesteld, en door de goede zorgen van drukker De Lange te Goes, zoo fraai was uitgevoerd, prachtig en ordeiyk werd af gewerkt. Er werd zelfs nog meer en beter gegeven dan het programma beloofde. Hoe men den avond dan zoo al door gekomen is? O zoo gezellig, zoo intiem, ondanks het groote aantal der feestvierenden.' Hoe biyde klonken niet de feestzan gen, Vaderlandsche en Bondsliederen uit aller mond. Ho8 werd niet met talent, ernst en luim voorgedragen door verschillende leden. Hoe gaf de Gymnastiek-club »Oefe- ning kweekt Kunst" van de Chr. Jongel. Vere8n., afdeeling Goes, tot driemaal op een schitterende wijze biyk van haar schoone kunsten en bewees zy dat door oefening inderdaad kunst wordt gekweekt, een kunst, waarover de toeschouwers zich verbaasden. En laten we dit voor al niet vergeten - hoe werden da feestvierenden tot drie maal toe geboeid door de bioscope-voor- stellingsn van den heer W. J. Hamers, van Amsterdam, die in humoristisch# en

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1911 | | pagina 1