No. 33 1911 Woensdag 8 November een aak E1IWSBLAD VOOR ZEELAND 26e jaargang. 2HRISTEUJK HISTORISCH 1veren. sisde 'den* >etpaden raad veulens, echt Meisje pKLBIftg. polder, gemeen- en in „den Ach- mte Hoedekens- 'ceelen in den er, gemeente rqeelen in,] de irland. in de gemeente H no. 125. en in den Oude einde gemeente en in de West- 'e en 8e blok, ijk. 1911. ecretaris, DIELEMAN. )vember] 1911. en Donderdag Volderijlaagte. v/* k in netjes, rdappelen, TENGEL, Westdijk, Driewegen. E Jz., ODEN 0. D. A, bureau EfiHT t e k e r k e. AAR, t e k 9 r k e. SEN, a u r e n s. ij P. VAN S t J o o s- erwest Goe» VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed» S, J» DE JONGE-VERWES r, te Goes F. P. D'HUSJ, te Middelbi rg0 PRIJS DER APVERTENTIËN De opgaaf van den spoordienst komt in dit nommer voor op de gebrui kelijke plaats. Krenkend. BIHHBMLAND. 22. n. Eigenheimers Bravo's, zeer fneming ruim rerkregen, dan ïde Eoode Star, rdappel, is dit Douwd en heeft 5H.L, perH.A. lachtigen klei- yk te Goes. lande. St. Joosland. t I IEl IEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per Irie maanden franco p. pi.25 Knkele nu mmers. 0.05 ZS5£.'5S5fel. UITGAVE DER FIRMA S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer EO cent Familieberichten van 1 —TO regel; 1.—iedere regcï meer SO cent Sommige belastingambtenaren maken maar al te veel gebruik van hun recht om «belastingplichtige* personen in een hoogere klasse aan te slaan dan dezen hebben aangegeven. Bedoelde personen krijgen dan van de ambtenaren hun belastingbiljet thuis met de mededeeling dat zy zyn aange slagen »met afwyking van de aangifte*. Een zoodanig bericht is voor den betrokken belastingplichtige in den regel dubbel onaangenaam. Het hindert hem dat hy meer moet betale dan waar volgens zijn schattin.g de fiscus aanspraak op heeft; en het krenkt hem dat hy niet op zijn woord geloofd wordt. Ons is een persoon bekend die eenige jaren geleden in hooger beroep zich be klagende juist op dit laatste den meesten nadruk lei. My hindert wel, zoo schreef hy, dat ik éenige guldens moet missen die u niet toekomen maar nog het meest grieft het my dat gy mg niet op mijn woord gelooft. Wy hebben ons wel eens afgevraagd zouden alle leden van onze gemeente raden, belastingcommissies, schattiDgs- colleges, beroepsraden en dergelijke wel zoo betrouwbaar zyn in hun aangifte? Wie controleert hen, wie rekent hen na, wie verhoogt hun aanslag by twijfel aan de juistheid hunner aangifte? Zyn er ook onder hen niet, van welke mag gevreesd dat zy zich veel te laag aangt ven Indien er ook onder ben, geiykorder velen buiten hen, naar wy gelooven, oneeriyke aan gevers" zyn, is 't dan niet waar dat de eeriyken ook voor hen moeten betalen Wy dringen aan op eeriyke aangiften, opdat ieder het verschuldigde betale. Maar wy dringen ook ter anderer zyde by onze belasting-autoriteiten aan op wat meer kieschheid tegenover menschen die nog nooit blyken gaven van om er- lijk te zijn. Wg dringen aan op wat meer respect voor de eigen aangifte van de zulken. Wg zijn het ten dezen eens met het protest van zekeren heer dr. v. d. Meulen te Den Haag die in een adres aan zyn gemeenteraad zich om dezelfde quaestie als volgt beklaagde: De ontvangst van het aanslagbiljet, van de Plaatseiyke Directe Belastin gen naar het Inkomen, heeft my ten hoogste gegriefd, daar mg hierby ken nis werd gegeven, dat ik met afwij king van myn aangifte in een veel hoogere klasse door uw ambtenaren ben aangeslagen, zonder dat men het zelfs noodig gevonden heeft met een enkel woord toelichting of detaillee ring myner opga,ve te vragen. Hoewel het mij bekend is, dat men zeer lichtvaardig te werk is gegaan met het schiften van de burgers uwer gemeente in betrouwbare en niet be trouwbare, wensch ik toch hierby ten krachtigste te protesteeren by de laat ste categorie te worden ingedeeld en beschouw ik voor mg de ondervonden bejegening in Seen enkel opzicht ver dedigbaar, dus ook niet met een be roep op het tekort aan tyd van voor bereiding en gevoel ik haar als onver diende krenking. Ik heb dan ook de eer u hierby eerbiedig te verzoeken openly k een dergeiyke handel wy ze van uw ambte naren te willen afkeuren. Zy lijkt my schadeiyk voor het belang vaD de betrokken personen niet alleen, maar ook dat der gemeenschapvoor het belang der personen, omdat tegenover zulk een vyandeiyke daad van de ambtenaren menigeen het beneden zich zal achten gebruik te maken van zyn recht van reclame en liever als ik het te veel zal betalen, dan bespre kingen gaan voeren met hen, die niet biyken te begrypen, dat de overheid in dezen het voorbeeld heeft te geven, hoe men met tact heeft te voorkomen, dat iemand zonder eenigen grond een certificaat van kwade trouw wordt uitgereikt. Ik acht het een plicht van iederen burger uitvoerig uw ambtenaren te woord te staaD, waar dezen hebben te waken voor de nadeelige gevolgen van vergissingen en bedrog, maar juist dit laatste zullen zy door per- sooniyke besprekingen langs regelma- tigen weg nog het best op het spoor komen. Vooral dit laatste ware wel zoo ver standig. De leden van het college van schatters wij hebben ze wel eens schertsend met den meer passenden naam van college van snorders aange duid waren daartoe de aangewezen menschen. Daar is wel een beetje meer werk aan verbonden. I et is dit geven wg toe gemakkeiyker c m, gezamenlijk, gezellig byeen gezeten, in theorie iemand voor een leugenaar te verklaren. Maar meer passend en afdoend zou ons een bezoek aan den vermeenden delinquent voor komen. Zoo komen zy "allicht ook nog wel eens achter andere zaken, die, in hft belang eener goede controle, anders nooit te huDner kennis zouden komen. En dan wat is het toch jammer dat onze gemeenteraadsleden geen ge bruik mogen maken van hetgeen hun ambteiyk bekend is, by voorbeeld als lid van commissi 3S voor de vermogensbe lasting, en dergelijke. 7 Nov. 1911. De emeritus predikant ds. A. Loeff, die dezer dagen overleed heeft nog bij zijn leven 20 Juni 1908 de gemeente Vliss.'ngen aan zich verplicht door de schenking van eenige zaken, welke vroe ger hadden toebehoord aan den op 't laatst der 18e eeuw zoo vroeg ontslapen dichter Jacobus Bellamy. Het zyn: le, de 5 met 't wapei van Vlissingen versierde deelen van de werken van Flavius Josephus en den dichter Jacob Cats, volgens daarin zich bevindend afschrift van de resolutie van den Baad dei Stad aan Bellamy aan geboden als waardeering van zyn ge schenk „de Yaderlandsche zaDgen« van Zéelandus ?e, het miniatuur-portret des dichters in medaillon, geschilderd door Van Mansveld; 3e, het album amicarum Jacobi Bellami, waarin bijdragen van Broeriui Braes, Busken, Van SoliDgen, Sebastiaan Pulco Rau en anderen 4e, een paar brieven van Bellamy, éen helaas defect. Gelijk men weet was Bellamy een ge boren Vlissinger. Ds. Loei had genoemde zaken geërfd van zijn behuwdoom mr. Alexander Pranqois Sifflé, in leven notaris te Middel burg en gehuwd met Kornelia Maria Udemans, die zoo heette naar haar oud tante Prancina Baar.e, de verloofde van genoemden Bellamy, door hem met den naam van „Phillis" bezongen. Zoo houdt men in Vlissingen ook den naam van ds. Loefl in eere. Het overlyden van Pater Archangelus (J. H. v. d. Koolwyk) te Rilland-Bath is voor zyn arbeid in engeren zin een groot verlies, 3n zal ook in wijden kring, met name op Zuid-Beveland ernstig ge voeld worden. Pater Archangelus ging wel bescheiden zyn weg, doch oefende ook op staatkun dig gebied grooten invloed uit. Waar hg kon heeft hy de Roomsche kiezers zoe- isr .(SSWSBÏE TSM3B Xmmi&USSMS ken te winnen voor de coalitieen de verkiezing van antirevolutionaire en chr. historische Statenleden is ook voor een deel mede zijn werk geweest. Hij verrichtte wel stil werk, in huisbezoek en gesprek bestaande, doch er ging meer kracht van uit dan van menigen eclat- makenaen arbeid bij de verkiezingen. Van zyn groote vriendschap voor den (eersten) redacteur van ons blad legde hij telkens getuigenis af, en ook laatst bij diens jubilé teekende hij nog met stervende hand een gelukwensch aan diens adres, welken wensch hy van een door ons zeer gewaardeerd geschenk deed vergezeld gaan. Wij wenschen de nagedachtenis van dezen beminnelijken man in eere te houden. De School. Het openbare onderwijzersblad De School vertelt, dit bij de jongste opening der gereformeerde (Chr. lagere) school te Nunspeet door burgemeester Mackay is gezegd, dat de leerlingen der Chr. school op de straat veel baldadiger zijn dan die van de openbare school. Wy laten in het midden of deze burge meester de ruim duizend Christeiyke scholen in den lande kent en de leerlingen dier scholen op de straat heeft waargeno men, en of hij zulks ook gedaan heelt met leerlingen der „openbare" school. Zonder de alzijdige kennis langs dien weg omtrent het gedrag der schoolleer- lingen op straat opgedaan, past een der- geiyk declineeiend oordeel dezen magi straat niet. Doch toegegeven, dat het zoo is, wat bewijst het dan nog Immers niets. Al de kinderen zijn jeugdige zondaren, de een is al niets beter dan de ander en zijn de Chr. schoolleerlingen een graadje boozer, dan de neutrale-schoolleerlingen dan bewyst dit althans dit dat de Chr. school geen kwezeltjes kweekt, geen brave-HeDdriken, die met een onbewust, o God, ik dank U, dat ik niet ben gelyk deze" hunne mede-leerlingen der staats school uit den weg gaan. Die brave-Hendrik-geest wordt trou wens op de Chr. school'niet opgewekt; wel op de openbare. De tijd, waarin onze kinderen aldaar gevoed worden met de Brave Hendrik, de brave Maria, Vader Jacob en zgn kinder tjes, Moeder Anna en haar kindertjes, de Geschiedenis van Jozef in deD geest, van het Nut, ligt nog niet zoo ver achter ons. Doch. gelijk wij zeiden, het zgn altegaar jeugdige zondaren, met dit verschil, dat in de harten van de leerlingen der Chr. school het zaad des Evangeliums geplant wordt, en dat dit niet ontkiemt terstond na schooltyd, maar, indien het zoo ver komt, eerst later, somwijlen veel later, ja zelfs zoo laat mogelijk. Er steekt derhalve geen schande in, wanneer de jODgen van de Chr. school op straat minder „braaf" zou zyn dan een van de „openbare". Alleen maar de opvoeder zal het zich ten plicht achten te beproeven zulke leer lingen te kweeken, die ook voor wie buiten zyn de eere der school, meer nog, de eere van Christus weten op te houden. Blijkens het verslag in een liberaal blad heeft in antwoord op bovengenoem de klacht van burgemeester Mackay het hoofd der geref. school te Nunspeet, de heer Pijnvandraat,gezegd, „dat waar Gods Woord in de school gebracht wordt, de Overste dezer wereld zijn uiterste best doet om het uitgestrooide zaad in de jonge kinderharten te verstikken, het geen hy met de kinderen der staats school niet behoeft te doen, omdat daar het Woord Gods niet geplant wordt". Er aan toegevoegd werd dat „het der halve niet te verwonderen was wanneer de leerlingen der Chr. school zich op straat ongunstig onderscheiden van die der openbare". Dit laatste zal de heer Fy nvandraat wel niet gezegd hebben. Maar over het algemeen heeft hij hierin gelijk dat de Booze er steeds op uit is om het goede zaad in de kinderen des verbonds ge plant te doen verstikken. Waardoor deze kinderen immer aan 't gevaar zgn bloot gesteld van in „stoutigheid" uit te mun ten boven de kinderen der neutrale school, die van God of zyn gebod nooit hooren of gehoord hebben. Wanneer men 't zoo leest, o School dan is 't antwoord, helaas niet zoo heel ver mis geweest. Toch hadden wij wel gewenscht dat dit schoolhoofd zgn opmerking voor zich gehouden of de liberale verslaggever van de Nunspeetsche Courant wat secuurder gerapporteerd hadwant nu gaan le8pe of onkundige?) vryzinnige redacties zotte gevolgtrekkingen maken. Me; name de Goesche Courant, spre kende in de fanatiek ouwerwetsche taal harer Kappeyniaansche vaderen, conclu deert „De voorstanders van het secte onder- wys (bedoeld wordt de vrfle school zullen over deze uitspraak weinig gesticht zijn. Want de heer F. geeft niets meer of minder te kennen dan dat volgens zyn meaning straatschenderij een onont koombaar gevolg van het christelyk onderwgs is." Een al te zonderlinge gevolgtrekking waarop een verstandig mensch niet be hoeft in te gaanmaar die met een beetje duidelijker weergeving van een goed bedoelde uitlegging allicht achter wege ware gebleven. Reformatie en Revolutie.. Dat zijn de twee groote en machtige verschijnselen op aarde, waaruit alle ver- schynselen voortkomen op ieder levens gebied. Ze zijn toch niet maar feiten, die eens zijn geschied, hei eene in 1517 in Duitsch- land en het andere in 1789 in Frankrijk, neen, want de feiten zijn ook slechts gevolgen van de reformatie en revolutie, die beide zoo oud zyn als deze wereld is, met dit verschil, dat het eene van boven en het andere van beneden is, en met deze overeenkomst, dat niets of nie mand zich aan haar werking kan ont trekken, zoodat wat niet reformeert hier revolteert en omgekeerd. Het vreeseiykst hoogtepunt heeft de revolutie bereikt onder het kruis, waar alle geesten in opstand zgn tegen den eenig wettigen KoDing, en de heerlykste hoogte bereikt de reformatie aan het kruis, vanwaar de krachten der refor matie als een levensstroom uitgaan over de aarde. Daar wordt het woord van Jozef tot zijn broeders vervuld: wat gy ten kwade hebt gedacht, heeft God ten goede ge dacht, om een groot volk in het leven te behouden. Want wat menschen daar tot revolutie hebben gedacht, onder den invloed van den overste dezer wereld dat heeft God voor de menscheid tot refor matie gedacht. Dit wonder vermocht alleen God en wat ten deze aan het kruis is geschied dat is de leidende gedachte der wereld geschiedenis gebleven, zoodat altyd we derom uit het kwade der revolutie het goede der reformatie is geboren gewor den. Wij mogen daarom het kwade der re volutie niet doen, noch predikeD, opdat het goede de reformatie daaruit geboren worde. Reformatie is niet slechts een feit, maar een levensbeginsel en daarom wordt het gezien, dat waar geen plaats voor reformatie is, de revolutie rondom zich grypt. Daarom verkrijgen sommige lan den alleen door geweldige revolutie, wat andere landen als zoete vrucht der Her vorming geleideiyk in den schoot is ge- vallen de samenwerking van alle deelen van het volk tot welzijn van het alge meen. Hier wordt de vervulling gezien van het woordniet door kracht of geweld, maar door Mynen Geest zal het geschie den, en wat niet door den Geest gere formeerd wil worden, dat kan toch niet biyven staan. Geen land of volk kan in de groote ontwikkeling der dingen tot de andere zeggenik blijf waar ik ben en wandel niet met u mede. Revolutie is het surrogaat der refor matie en Frankrijk kreeg door haar in 1789 wat Engeland reeds langen tyd be zat, gelijk Rusland nu ook door haar bekomen zal, waarin bijna alle volken voorgegaan zijn: samenwerking der dee len voor het groote geheel. Prof. Van \een in zijn Christelijk Feminisme". Wit <ÜL© Onze Industrieelen en de Tariefwet. Onder dit opschrift lezen wij in de Standaard Lang niet alle industriëlen en win keliers zijn op het nieuwe Tarief gebrand. Niet weinigen zelfs zijn er bang voor. Ook daaraan ontleent men nu een ar gument, om de aanneming van het nieu we Tarief zoo sterk mogelyk te ontraden, Dat andere industrieelen er vóór zijn, heeft in de oogen der tegenstanders niets hoegenaamd te beduiden. Die ongelukki- gen toch beoogen niets dan particulier voordeel en een hooger dividend voor 'hun aandeelhouders. Maar dat er indu strieelen zijn, die van het nieuwe Tarief kippetjesvel krijgen, dat moet de deur dicht doen, en stellig tot verwerping er van nopen. Wat redeneering men toch voor een verloren zaak al opzet. Natuuriyk waren er ookinDuitschland, toen het omsloeg, industrieelen, die eerst schade beliepen. Dit is altoos zoo, bij elke omkeering van zaken op de markt. Tal van industrieelen hebben thans ook ten onzent hun zaken geheel ingericht op den voet van het tegenwoordig tarief. Gaat dit om, dan verliezen ze gelegenheden en omstandigheden, waarop ze thans in hun zaken spcculeeren. Za zullen zich dan als ieder ander naar eisch van den nieuwen stand van zaken anders moeten inrichten. En doen ze dit niet, dan dreigt achteruitgang en verlies. Doch vraagt ge nu, wat in Quitschland desniettegenstaande de uitkomst is ge weest, dan leert u de feitely fee toestand, dat de industrie in Duitschland zich naar den nieuwen toestand gevoegd heeft, en dat dit baten opleverde volstrekt niet alleen voor enkele fabrieksheeren en vennootschappen, maar dat geheel de sociale toestand in Duitschland er zóó door is omgezet, dat de algemeene wel vaart van het Duitsche volk nu, met den toestand van voor een kwart eeuw een voudig niet is te vergelijken. De industrie is vertienvoudigd, het kapitaal kent zich zelf niet meer zooals het omhoog ging, de bevolking nam met bynst een millioen per jaar toe, en de arbeidstoestanden zyn exemplair voor alle Europeesche Staten, zelfs voor En geland. We hechten daarom niets aan dat uitgepluis, of deze en gene niet tjjdelijk schade zal beloopen. De vraag is maar, hoe de algemeene toestand zyn zal als 't Tarief heeft doorgewerkt. Staatscommissie herziening burgerlijk procesrecht. By Kon. besluit is eene Staats commissie ingesteld tot voorbereiding voor de herziening van het Wetboek van Burgerlyke Rechtsvordering aan deze staatscommissie opgedragenals eindre-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1911 | | pagina 1