No. 24 1911.
Zaterdag 28 October
26e Jaargang,
EIIWSBLAD
VOOR ZEELMD
3HRISTEUJK-
HISTORISCH
E
IMM
\echt
Sluijs.
andy
ïFin
Ier pz.,
ïtbode
10,-
10,-
9,30
9,30
9,30
9,30
O,
pcljeiöc,
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK 1 UITGAVE
Wed. S. J. DE JONGE-VERWES F, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Midrielbt rg.
tl FEUILLETON.
Hup Jansz. de SUdiMe
ïaa MiMsMort-
TWEEDE KAMER.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
R ll C Ij A M 1 S.
Nisraandoenlngen
ernstig.
zijn
"ShüSÜSDT
Imder.
-Makelaar
Cadzand-
GELDOF,
Len,
Id e.
JE, Nieuw-
B).
It elands.
Ieren wordt
ishuis. Te
hoek Wil-
I n.
a m
jBURG.
4,40a, 4,45a,
1, 8,55d, 9,30.
1,11,50,12,10,
')d, 2,10, 2,80,
4,30ö, 4,50,
50,7,10, 7,30,
9,40, 10,15,
5.10a, 6,15a,
8,55, 9,30d,
112,-* 12,10,
3, 2,10, 2,30d,
|0, 4;30, 4,50,
6,50, 7,10»,
9,40, 10,15,
i 2,30 en 4,50
ld werkmans-
tlcen op werk-
(emise.
srder dan da
|n goederen al-
?»ul Kruger-
kise, Keersluis,
Isbian, Tram-
CHBLBB".
|16 8,30
117 8,30
118 8,30
Il910,—
|20 9,30
12110, -
12210,—
I28 7,-
124 7,30
|2& 8,—
|26 9, -
|27 9,—
128 8,30
129 8,30
|S0 8,30
Lr -sea datum is
[peeds getal is
8,30
9,-
9,30
9,30
10,—
10,-
9,30
10,-
12.
6,35 c) d)
7,05 e)
15 c)
|45 c) f h
het vertrok
lenMR w. 8,50
Borsaelen en
t min. wachten
ten hoogste
oogste wach-
&ssr i
:v awausx.-:
IE1 IEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per Irie maanden franco p. p.ƒ3.25
Hnkele nu mmers, 0.05
DER FIRMA S
EN
fsjs
27 Oct. 1911.
Er naast.
v. S. in de Goesche Courant later door
een kleine letterwijziging als de vermoe
delijke schrijver der interregnum-artike
len in dat blad bekend geworden, en
thans zoo ongeveer als de toekomstige
hoofdredacteur van genoemd blad (zie
ztjn polemiek met de Nieuwe Zeeuwsche)
ontpopt, heeft onze artikelen „de juiste
kennis zoek" heel luchtigjes opgenomen.
Wij hebben in die artikelen met aan
halingen, zooveel mogelijk van liberale
schrijvers, aangetoond dat hij zijn be
schuldigingen tegen de rechtsche kabi
netten niet kan waar maken, noch de
vrijzinnige kabinetten van voor 1900 kan
lauweren als bezorgers van sociale wetten
en voorstanders van het door hem aldus
gescholden militairisme. Wij hebben
zooveel mogelijk onze lezers met het
geschrijf van v. S.n. in kennis gesteld,
en aan zijn artikel „beginsel zoek" alle
recht deen wedervaren.
En wat doet nu van S.n.?
Van-ons verweer houdt hij zijn lezers
geheel en al onkundig.
Hij constateert alleen dat onzecritiek
zijn artikel niet raakt, maar „er naast"
gaat, zegt nog wat over onze „eigenaar
dige wijze van polemiseeren", ons „zwij
gen als een pot" waar wij juist gesproken
hadden, ons „wanhopig pogen om recht
te praten wat krom is" enz. en beveelt
ons „studie onzer parlementaire historie"
aan
Ons dunkt, een journalist die zich
zoodanig vergalloppeert en van de waar
heid afwijkt als v. S.n. in zijn door ons
aangevallen artikel deed, mocht in zijn
repliek wel een weinigje bescheidener
geweest zijn.
En dat te meer omdat deze niet past
op ons verweer doch inderdaad „er naast"
gaat.
Mackay in 1886.
Ons geacht Kamerlid jhr. A. F. de
Savornin Lohman schrijft in de „Levens
berichten" van de Maatschappij der Ned.
Letterkunde een en ander over wijlen
zjjn vriend mr. iE. baron Mackay, en
komt ook te spreken over de „doleantie"
en de gebeurtenissen in verband met de
bezitshandhaving van de Amsterdamsche
kerkgebouwen, meer speciaal van de
consistoriekamer in de Nieuwe Kerk.
Het was vooral deswege dat de gemoe
deren verhit waren. Pen 16 Januari (1886)
Ken verhaal uit bet jaar 1567.
door
CHR. MONDIUS.
Het is een achtbaar gezelschap, waarin
we U thans binnenleiden.
Wij vinden hier in een kring rond
een eikenhouten tafel naast den predi
kant Gelein Jansz. d' Hoorne, die als
voorzitter de vergadering leidt, de senio
res of ouderlingen en de diakenen der
Herv. gemeente.
Dat er iets buitengewoons aan de
orde was, kon men op ieders aange
zicht lezen.
De laatste maanden van het vorige
jaar en ook het begin van 1567 waren
betrekkelijk rustig voorbij gegaan, maar
men had er een voorgevoel van, dat bet
zoo niet blijven zeu de ijverige bisschop
deed al, wat hij ken om zijn macht terug
te krjjgen en de vrijheid tot prediken
zelfs buiten de stad te beletteü.
We hoorden reeds uit den mond van
den stadsbode Antonisz. Royaert dat
de KoniDg het plan had opgevat in per-
schreef de heer Mackay hem, naar aan
leiding van 't een hij hem daarvoor had
geschreven en toegezonden
ik geef u volgaarne toe dat wij,
alvorens staatslieden, in de eerste plaats
Evangeliebelijders moeten zijn, maar ik
geloof dat de Evangeliebelijder die tevens
staatsman is, de verplichtingen niet mag
vergeten die als zoodanig op hem rusten,
en zooveel mogelijk moet zorgen dat aan
de politieke partij waarvan hij lid en
zelfs voor een goed deel leider is, geen
schade worde toegebracht, en nu, houdt
mij deze onbescheidenheid ten goede, is
mij niet gebleken dat de strikte nood
zakelijkheid om hier handelend op te
treden, aanwezig was, en dat de daden
betrekkelijk de bezitneming der Nieuwe
Kerk niet even goed hadden kunnen ge
schieden buiten uwe tegenwoordigheid,
of door een ander in uwe plaats. Kuyper
had u daaraan niet moeten blootstellen
of daartoe aanzoeken.
4 „Waren wij te 's-Gravenhage verga
derd, ik zou voorstellen aan onze vrien
den een stuk te publiceeren - waarin wij
verklaren, dat wij al hetgeen te Amster
dam geschied is laten voor de verant
woording van degenen die aldaar han
delend zijn opgetreden en als anti-re vol.
Kamerleden ons niet geroepen achten
ons daarin eenigermate te mengen als
zijnde een zaak die niets te maken heeft
met de politiek en geheel op kerkelijk
terrein te huis behoort."
In de eerste alinea vóór den naam
Kuyper plaatst de heer Lohnmn een noot
van den volgenden inhoud
„Ik ben het hiermee geheel eens.
Wie echter kon voorzien, dat de aan
mij verzochte en door mij verleende
medewerking, eene volstrekt onbedui
dende handeling, n.l. het spreken met
een agent van politie, in geval deze zich
met d6 zaak, waar de politie niets mee
te maken had, bemoeide, mjj in op
spraak zou brengen naar aanleiding van
een gebeurtenis, waaraan ik, hoe men
overigens daarover denke moge, part
noch deel heb gehad
Yoor het overige wil de heer Lohman
de aanhaling uit Mackay's brief aange
merkt hebben als een blijk van de kalmte
en juisten blik, dien de schrijver ter
stond op eene zaak had, welke zooveel
gemoederen en pennen in beweging
gebracht heeft.
Wij herinneren ons dat ook wijlen
mr. Beelaerts in een open brief aan den
heer Lohman, in verband met dequaestie-
soon naar zijn erflanden te komen om
zich van den stand der zaken te verge
wissen en strenge maatregelen te nemen
ter beteugeling van de hervorming.
En wat tot dusver slechts als een
gerucht was vernomen, bleek spoedig
waarheid te bevatten.
Den len Februari toch had Hugo Jansz.
de stedebode zich op last van den Ma
gistraat bij den Predikant vervoegd met
een brief, waarin het consistorie ten stad-
huize ontboden werd om te vernemen
den inhoud van een missive, gezonden
door Hare Hoogheid de Landvoogdes.
Ten getale van 14 a 15 voor den Ma
gistraat verschenen, vernam het Con
sistorie, dat het de wensch der Land
voogdes was, om elke acte van nieuwe
religie met alle gevoegelijke middelen te
doen. ophouden, als zijnde niet aange
naam aan Z. K. Majesteit, die het voor
nemen had zelf uit Spanje naar deze
landen te komen.
De Magistraat wees het consistorie op
den ellendigen staat der stad Valencien
nes, die geweigerd had bezetting in te
nemen, waarom zij voor vijand verklaard
en door Noircarmes belegerd werd en
spoorde aan om het voorbeeld van Fries
land te volgen, waar de nieuwe religie
was opgeschort tot den rijd, dat door Z.
M. in het stuk van den godsdienst anders
zou zijn beslist.
Men kan zich voorstellen, dat deze
Vlug—Wildeboer—Leiderdorp den heer
Lohman een „onthouder" had toegeroe
pen doch ook dat wijlen mr. Keuche-
nis, een staatsman niet minder hoogge
schat dan zij, in een »open brief aan
de Kamerleden jhr. mr. G. J. Th. Bee
laerts van Blokland en jhr. mr. a. F.
de Savornin Lohman" in De Standaard
een gansch tegengestelde meening ver
dedigd heeft.
Over 1886 is het „laatste woord" nog
lang niet gesproken.
Zitting van Donderdag.
Minister Colijn kwam aan het woord
en verdedigde artikel 4 der Militiewet met
alle macht. Z.Exc. bleef op zijn stuk
staan. Geen enkel amendement verklaar
de hij voor aannemelijk.
Het hoofdbezwaar tegen de administra
tietroepen schuilde volgens den minister
in hun maand dienst. Maar daarom
wilde Z.Exc. ook onderzoeken de mo
gelijkheid om 2 ploegen van 750 werkers
met 8Va maand dienst te vormen.
Maar het contingent wilde de minster
in geen geval verminderen. Elke poging
daartoe moest de regeering absoluut af
wijzen.
Bij de replieken kwamen de meeste
sprekers vertellen dat zij door den mi
nister niet van hun ongelijk waren over
tuigd en dat zij zich zouden blijven ver
zetten.
Alleen de heer De Savornin Lohman
kwam de minister te hulp met een za
kelijke verdediging van het instituut de.
administratietroepen
Na het lezen van de Memorie van
Toelichting was spreker niet met dit
instituut ingenomen, omdat hy er in zag
een afzonderlijk korps voor bijzondere
diensten. Maar spreker had de bedoeling
n et juist begrepen.
Er worden zoo vervolgde onze
Goesche afgevaardigde zijn rede voor
het leger een zeker aantal personen op
geroepen een lichting. Tot dusver wer
den zij allen gelijkelijk geoefend. De
minister zegt nu echter, dat' dit schade
lijk was voor de oefeming. En nu wil
Z.Exc. de werkzaamheden verdeelen on
der de soldaten.
Alle werkzaamheden van den soldaat
zijn even eervol. Zoo dacht spreker er
ook over toen zijn eigen zoon diende.
Spreker is te veel democraat dan dat hij
mededeeling met ontsteltenis was ver
nomen men verzocht copie van den
brief en tien dagen uitstel om antwoord
te kunnen geven, zijnde tot Maandag in
„den vastenavond".
De regeering was bereid dit verzoek
toe te staan, maar verzacht tevens het
avondmaal middelerwijl op te schorten,
waarin de kerkeraad echter niet dadelijk
bewilligen kon.
Het is om deze oorzaak, dat men nu
vergaderd is. De Magistraat wil een
beslist antwoord en heeft zijn schepen
Andries Jacob Oortz., die tevens lid vaD
den kerkeraad was, opgedragen, het ver
zoek om het Avondmaal ep den volgenden
Zondag op te schorten, namens Wet en
Raad te herhalen en dringend te vor
deren.
Nadat de vergadering door den Pre
dikant onder het aanroepen van den
naam des Heeren was geopend, bekomt
Andr. Jac. Oortz. het woord en brengt
hij zijn verzoek namens den Magistraat
over.
„Wat my aangaat", zegt hy", „ik houde
het voor het beste, te gehoorzamenhet
kómt er thans op aan rijd te winnen
alleen door iets toe te geven zal het ons
misschien worden toegestaan met pre
diken voort te gaan. Laat ons niet ver
geten dat de Landvoogdes strenge be
velen heeft uitgevaardigd en onze
vrienden in Antwerpen zijn nog niet
van 1—5 regels 50 cent, tedere regel meer 10 cent
Familieberichten van 1—10 regeie 1.iedere reg. 3
meer 10 cent
m aHE®a£P
onderscheid ziet, wat het eervolle aan
gaat, tasschen den eenen en den anderen
arbeid.
Spreker gevoelde meer voor een cor-
veeër die goed zijn plicht doet dan voor
een generaal die zijn plicht niet doet.
Evenmin is oneervol dat iemand minder
ontwikkeld is. In elke groote corporatie,
dus ook in het leger, vindt men ont
wikkelden en minder ontwikkelden.
Eindelijk werd vlak tegen het einde
der zitting tot stemming overgegaan.
Eerst werden al de amendementen
der socialisten verworpen.
Het eerste om het contingent te ver
minderen van 23.000 tot 17.500 met 60
tegen 25 stemmen.
Voor stemden de heeren Vorsterman
van Oyen, Teenstra, Troelstra, Hugen-
holtz, Marchant, Smidt, Drucker, Jannink,
Roesaingb, Ter Laan, Thomson, Schaper,
Roodhuizen, Van Hamel, Rink, Limburg,
Duys, Lieftinck, Hubrecht, Smeenge, Bos,
De Klerk, Borgesius, Janssen (Maastricht)
en Helsdingen.
Het tweede om te voorkomen, dat het
contingent boven de 23.000 man stijgt,
met 74 tegen 6 stemmen.
Het derde om de kadei reservisten in
net, contingent te begrijpen, dus voor hen
geen andere in te lyven, met 74 tegen 6
stemmen.
Beide amendementen werden dus al
leen door de socialisten gesteund.
Het vierde amendement om de admini
stratietroepen niet in te voeren werd ver
worpen met 56 tegen 24 stemmen.
Tegen: de rechterzijde en van links
de heeren Eland, Tydeman en V an Karne-
beek.
Voorde linkerzijde behalve boven
genoemde heeren.
Artikel 4 der Militiewet werd ten slotte
aangenomen met 57 tegen 26 stemmen.
Het volgende artikel werd zonder be
spreking en hoofdelijke stemming dooi
de Kamer aanvaard.
Zoo heeft minister Colijn van het vier
tal hoofdbeginselen van zijn ontwerp er
gisteren reeds twee zien zegevieren, en
wel de meest bestrede'nede verhooging
van het contingent en de administratie-
troepen, voorheen „militaire werkers"
genoemd.
Thans resten nog de kaderplicht en de
afschaffing der vi'ermaanöers, plus de
minder belangrijke wijzigingen.
Maar de resultaten van de zitting van
Donderdag waren voor Z. Exc. inderdaad
moedgevend.
gereed.
»Ja, ook daar zijn angstvallige^, viel
een der leden hem is de rede en al
spoedig herkennen we in hem den heet-
gebakerden de Questere.
»'t Is God geklaagd, dat de mannen,
die zich aanvankelijk voor onze belangen
in de bres hadden gesteld, nu vrees too-
nen en zich blijkbaar terug trekken,
maar gelukkig zijn ze niet allen zoo.
De edele Heeren Brederode en Jan van
Toulouse*) laten zich niet om den tuin
leiden.
Ware heerHaeck slechts hier, dan zou
hy U kunnen mededeelen, welke plan
nen zy gemaakt hebben, maar als wij
nu lafhartig het hoofd in den schoot
leggen, dan zal ook hun voornemen
worden verijdeld.
Men tracht ons vrees aan te jagen
door ons te wijzen op het lot van Va
lenciennes, maar men vergeet,'dat Wal
cheren niet zoo gemakkelijk te berei
ken is.
Wanneer we den bisschop maar kwijt
waren
Hadde men hem maar eerder verdre
ven, dan zouden wij niet uit de kerken
verjaagd zyn.
Als het zoo voortgaat, zitten we binnen
Jan van Marnix, heer van Toulouse,
broer was Philips van Marnix, heer van St.
'Aldegonde.
Lijdt gij aan rug-of lendenpijn
Hebt gij opgeblazen oogen Opgezwol
len enkels of ledematen
Is uw water bewolkt, zanderig of bran
dend
Geschiedt de urineloozing te veelvul
dig of te weiüig?
Voelt gij u rheuroatisch bij slacht of
vochtig weer?
Hebt gij veel last van zware hoofdpyn
of duizeligheid?
Zijt gij zwaarmoedig, zwak en altijd
vermoeid
Nieraandoeningen tasten niet iederen
lijder op dezelfde manier aan geen
enkele patient vertoont alle verschijnse
len, doch iedere patient heeft sommige
verschijnselen. Iuóien gy echter eenig
teekeD van nier- of blaaszwakte hebt,
dan is vernietiging der nieren misscbien
korter bij dan gij denkt, en is uitstel
zóó gevaarlijk, dat gij niet spoedig" ge
noeg met hetr gebruik der echte Foster's
Rugpijn Nieren Pillen beginnen kunt.
Zy zijn een geneesmiddel uitsluitend voor
nier- en blaaskwalen en alleen een nre-
reugeDeesmiddel kan eiken wortel van
de gevreesde nierziekte uitroeien.
De Daam Foster's en de handteekening
van James Foster is een waarborg dat gij
de échte Foster's Rugpijn Nieren Pillen
'hekomen hebt Zjj zjja te Goes verkrijg
baar bij He Firma Nathan Emanuelen
te Middelburg bij den heer Joh. de Roos,
Vlasmarkt K 157. Toezending geschiedt
franco na ontvangst vaa postwissel A
f3.75 voor een, of fld voor zes doezen.
Trelchondenwet.
Gedep. Staten van Zuid-Holland heb
ben gehandhaafd het besluit van B.en W.
van Bergambacht, houdende weigering
van de inschrijving van G. C. van den
Dool als houder van een hondenkar in het
daartoe bestemde register, op grond dat
de bar niet was voorzien van een steunsel
om te voorkomen, dat de stilstaande kar
op den staanden hond drukt. Met B.en
W. voornoemd hebben Ged Staten aange
nomen, dat de opvatting, als zoude met
één steunsel ten behoeve van den hond
alleen in liggende houding kunnen wor
den volstaan, in strijd is met het Kon.
besluit van 6 Febr. 1911 te dezer zake.
kort allen op 's Gravensteen of devotelijk
onder de mis, maar wat mij aangaat, ik
hoop mijne gelofte getrouw te blijven
en geen voet meer in een Roomsche
kerk te zetten."
,,Wy willen hopen, dat het zoover niet
komen zal", zeide Gelein Jansz. d'Hoorne,
„ik meen, dat we op grond van Gods
woord niet mogen aflaten van prediken,
maar het verzoek om het avondmaal
voor een Zondag op te schort&n, zouden
we voorzichtigheidshalve kunnen inwil
ligen en daarmede toonen, dat we bereid
zyn, onze overheid zooveel mogelijk ter
wille te zyn."
„Ook ik acht dit noodig", zeide Mat-
thys de goudsmid, de secretaris van het
Consistorie, „laat ons niet vergeten dat
onze vrienden in de Vroedschap in groote
moeite kunnen komen, wanneer wij
halsstarrig weigeren, ieder verzoek in te
willigen en de Magistraat zoodoende ge
dwongen wordt, geweld tegen ons te ge
bruiken spoedig kunnen de omstandig
heden veranderen we moeten nu slechts
trachten tijd te winnen en inmiddels
I onze zaak den Heere biddend opdragen
de vrijheid tot prediken blijft ons dan
ten minste voorloopig verleend."
„We hebben reeds zooveel toegegeven",
zeide de Questere.
I.
sU
e
ngI
de ll
•.Vit *1
(Wordt vervolgd.)
sht
de'
ge-
w.