No. 6 1911 Zaterdag 7 October
26e Jaargang
lEIIWSBlAD
VOOR ZEELAND.
8HRISTEUJK
HISTORISCH
Hap Jansz de SMebode
van Middelburg*
i .SB
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
By dit No. behoort een Bplacl.
INGEZONDEN STUKKEN.
Wed S. J0 DE jONGE-VERWES F, te Goes
FEUILLETON.
F. F. D'HUIJ, te Middelbf Tg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IE1 (EREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per irie maanden franco p. p. 1.25
Hnkele nummers. 0.05
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Bruinisse.
Als oud-predikant van Bruinisse heb
ik behoefte, mijnheer de redacteur, uwe
welwillendheid in te roepen tot het plaat
sen van het volgende stukje.
Bij het vernemen van de ontzettende
ramp, die mijne vorige'gemeente getroffen
heeft, heb ik me gedrongen gevoeld Brui
nisse te gaan bezoeken om van mijne
hartelijke deelneming te doen blijken.
Ik ben er heengegaan, maar, o, wat
was dat eerste gezicht op de ramp over
weldigend treurig!
Wat heb ik dikwijls die groote vloot
rustig en kalm in de haven zien liggen
Vooral Zaterdagsavonds en Zondags, als
de schepen bijna alle thuis waren was
dat een grootsch gezicht. Dan was de
haven één m astbosch. Achter die stevige
dam, duchtte de vloot geen gevaar.
Zoo dacht de mensch, niet alzoo de
Eeere
In den avond van den laatsten Sep
tember 1.1. loeide en huilde de storm zoo
hevig als wij het nooit hebben bijgewoond
tijdens ons zijn te Bruinisse.
„Als de dam het maar houdt" zoo
werd dikwijls gezegd, en wat in 1906
niet is gebeurd, is du geschied.
De dam, waarachter de vloot lag, heeft
geen weerstand kunnen bieden aan het
woeden der elementen. Op verschillende
plaatsen is hij gebroken, wat tengevolge
had,/ dat de meeste schepen losraakten
en gingen dry ven, de een hier en de
ander daar, overal tegen stootend. 't Moet
een ontzettend oogenblik geweest zijn
volgens het zeggen van velen, die ik
gesproken heb, toen de Bruinissers hunne
booten zagen wegdrijven.
Daar gingen de vaartuigen, waarmêe
zy in hun onderhoud moesten voorzien,
waaraan zy zoo gehecht waren I Wat
zou er nu van hen worden?
Onbeschryfelijk benauwd moet de nacht
van Zaterdag op Zondag geweest zyn.
Ieder oogenblik in groot gevaar dat de
dyk bezwyken zou en dan altyd dat
angstwekkend geloei van den storm en
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
Een verhaal uit het jaar 1567.
door
CH8. HONDIUS.
HOOFDSTUK I.
Op het stadhuis.
Oader de schoone gebouwen, waaraan
d» middtneeuwsctae kunst haar talent
heeft ontplooid, mag voorzeker gerekend
worden het Middelburgsche raadhuis.
In Gothischen styi gebouwd en ver
sierd met de meer dan levensgroote af
beeldingen der Zeeuwsche graven en
gravinnen, staat het daar als een bewys
van den kunstzin onzer voorouders,
wa&rby de gecemente en gekrooniyste
huizen der 19e en 20e eeuwsche bouw
kunst treurig afsteken.
O, dat ze spreken konden, die steenep
vorsten en vorstinnen, die zoo fier neder-
zien op de nakomelingen hunner onder
danen, wat zouden ze veel te vertellen
hebben I
Want in dit historische gebouw is in
den loop der eeuwen zoo menig besluit
genomen, waarvan het wel of wee van
stad en gewest afhing.
Vervolg op „Lange Hans" de Kleermaker
van Middelburg. Een verhaal njt 't jaar 1566.
nViiend des Huizes", Jaargang 1905.
het geweldig ruischen van het water.
Gelukkig 1 de dijk, hoewel vreeselijk
gehavend, heeft het uitgehouden. In den
grooten nood waakte de Heere. Schoon
zwaar geteisterd, is Bruinisse niet door
het water overstroomd.
Dat neemt niet weg dat de nood groot
is, zelfs niet te schatten op dit oogenblik.
Het doel van dit mijn schrijven is niet
om U met de ramp te Bruinisse op de
hoogte te brengendat hebben de cou
ranten gedaan.
Neen, ik heb een ander doel met dit
schvij ven om n.l. een ieder, die dit leest
op te wekken tot het uitoefenen van de
naastenliefde, opdat een ieder, die kan,
iets afzondere voor het zwaar getroffen
Bruinisse. Ook in onze omgeving hebben
wy het loeien van den geweldigen storm
gehoord en menigeen heeft wellicht bij
zich zelf gedacht: „Wat moet daarvan
komen Welnu, wij zlju gespaard en
bewaard. 'Onze kosteiyke vruchten, die
nog te velde stonden of nog op onze
landen lagen, hadden in één oogenblik
vernield kunnen worden als onze dy'ken,
die ook zeer bedreigd werden, bezweken
waren. Hoeveel schade zoudt gij dan
gehad hebben Dat is niet te zeggen.
Welnu, toont dan Uwe dankbaarheid,
dat de bewarende en sparende hand des
Heeren nog over U uitgestrekt was door
een gave af te zenderen voor het nood
lijdend Bruinisse.
Daaraan hebben de Bruinissers niet
.alleen behoeften maar zijn het ook waard.
Tijdens mijn 71/2 jarig verblijf te BruiDisse
heb ik het altijd ervaren, dat men by
de Bruinissers nooit tevergeefs aanklopte
om in den nood der ellendigen te voorzien.
Ze waren altyd bereid om in hun beurs
te tasten. Ik herinner mij nog levendig,
hoe bereid ze in 1906 waren om te ge ven
voor Oud-Vosmeer enz., dat toen getroffen
wasde armste menscben ik heb het
zelf meegemaakt op mijn collectetocht,
die ik met een ander had in een wijk
van Bruinisse gavèn, wat zij hadden.
En daarom, waar Bruinisse zich nooit
onbetuigd heeft gelaten, dient het nu
zelf in den nood verkeerend geholpeD
te worden.
Daartoe neige de Heere de harten.
Hopend, dat dit stukje, dat geschreven
is uit innig medelyden met mijn vorige
woonplaats, en onder den indruk van de
Van dezen slanken toren woeien ach
tereenvolgens de Bourgondische en de
Spaansche vlag, het geliefde Oranje-
blanje-bleu, de Fransche driekleur, en
de Union yack.
Een Willem van Oranje en een Napo
leon hebben in dit gebouw hunne be
velen gegeven.
Dank zij de goede zorgen der overheid
wordt het thans door restauratie voor
verval behoed en staat het daar als
een fraai geschiedkundig monument,
dat menige gebeurtenis uit vervlogen tyd
in herinnering brengt en zoodoende even
veel waarde heeft als menige geschiedrol.
Verplaatsen we ons in den geest op
den 4en November 1566 op de Groote
Markt te Middelburg.
Het thans zoo ruime plein is heel wat
kleiber van omvang, omdat een groot deel
der ruimte wordt ingenomen door de
West Munsterkerk, die in 1575 werd
afgebroken.
Onze aandacht wordt echter thans door
iets anders geboeid dan door dit kerkge
bouw of het daarnaast staande raadhuis.
Het is die groep deftige burgers, die
de schreden richten naar het stadhuis.
Het is hun aan te zien, dat een zaak
van gewichc hen ten raadhuize voert.
Deze mannen toch zyn achtenswaar
dige burgers der stad, allen behoorende
tot de hervormde religie, wien nu oog
luikend wordt toegelaten, godsdienstoefe
ning te houden buiten de Zuid-Dampoort
op het schiereiland, dat aan drie zyden
door water is omgeven en waar men
ontzettende ramp, zijn doel moge berei
ken, heb ik de eer te zijn,
De Uwe,
Ds. G. DE JAGER.
Wolphaartsdpk, 5 October 1911.
Van heeler harte sluiten wy ons bij
de bede van ds. De Jager aan. Van alle
kanten wordt een oproep gedaan om
steun en van over heel Nederland zullen
de giften toevloeien. Maar waar Bruinisse
een onzer Zeeuwsche dorpen is, moet
Zeeland er zich een eere in stellen om,
naar verhouding van het aantal inwoners,
niet het minste maar het meeste van alle
provincies bij te dragen om den schrei-
enden nood eenigszins te helpen lenigen.
Tot al onze lezers en lezeressen gaat
thans ds oproep: Helpt Bruinisse, zoo
veel en zoo spoedig als in uw vermogen is.
Daartoe zijn alle bijdragen, grootere en
kleinere, in één woord alle giften van
harte welkom. Gaarne wil ook de redactie
zich met de in ontvangstneming van by-
dragen belasten, welke dan ter gelegener
tijd aan den voorzitter van het comité,
den burgemeester van Bruinisse, den
he9r J. Hage, zullen worden overgemaakt
en in ons blad verantwoord.
Redactie.
Ongevallenverzekering
voor Land- en Tuinbouwbedrijf.
Geachte Redactie
Voor een paar jaar werd er veel gespro
ken en geschreven over de Ongevallen
verzekering voor de arbeiders in het land
en tuinbouwbedrijf,
Gevolg hiervan was, dat van verschil
lende zijden deze voor de arbeiders zoo
belangryke zaak door de werkgevers
werd ter hand genomen.
De redenen daartoe waren tweeledig
Eenerzijds (het ware standpunt) de
overtuiging, dat als den arbeider een
ongeval trof in of door het bedrijf, het
geldeiyk nadeel niet door dien arbeider,
maar wel door het bedrijf, moet worden
geleden.
Anderzyds (het minder nobele stand
punt) de vrees, dat, als de patroons zelf
de zaak niet regelden, zy bij een Rijkswet,
die reeds bij de Tweede Kamer was
ingediend daartoe zouden worden ge
dwongen.
En dat zou geld gekost hebben, daar
asasrersBigssssg- --aassaa-n isjxsesEiia&sssamm
van 1—5 regels 50 cent, ieójre regel meer 10 cent
Familieberichten van 1—10 regels Iedere regel
meer 10 cent
dus voor een overval volkomen bevei
ligd is.
We herkennen onderhen alras bekende
personenvooreerst Pieter Haeck, den
oud baljuw, aan zijn rechterzyde Olivier
Corbault en aan zijn linkerhand Salvador
de la Palma, gevolgd door nog twaalf
anderen.
Maar reeds hebben zy de pui van het
raadhuis bestegen.
Terwyi zy binnentreden maken wy
u met het doel van hun gang naar het
stadhuis bekend.
Verontrust door het gerucht, dat Koning
Filips uitermate vergramd was over den
beeldenstorm, waarom hij voornemens
was met een groote krijgsmacht her
waarts te komen, om alle inwoDers zon
der onderscheid te straffen, hadden de
hervormden in de Nederlanden zich
andermaal met een smeekschrift tot
Z. M. gewend om openly k te mogen
vergaderen in zoodanige plaatsen als de
Overheid tot uitoefening ran den gods
dienst zou aan wy zen, verklarende zich
bereid in 's Konings dienst te volharden
en den eed van trouw te bevestigen.
Ten blijke, dat het voorrecht van vrije
godsdienstoefening, hetwelk zy begeer
den, hun veel waard was, verbonden zy
zich tot het stellen van een borgtocht; van
drie miliioen gulden, die zy bereid waren
boven de gewone lasten op te brengen
tot ontlasting van fs Konings landsheer-
ïyke goederen in deze gewesten.
„Zij hoopten, dat de Koning dit aanbod
in dank zou aannemen, dewijl zy niet
anders begeerden dan de bevestiging van
volgens die Wet, de premie zou bedragen
zoo door elkaar genomen 3 pCt. van
het uitgegeven loon.
Nu laten we maar in 't midden, welke
van de bovengenoemde redenen het meest
hebben gedrongen maar een feit is het,
dat onderscheiden Vereenigingen werden
opgericht, zooals de Boerenbond, Land
en Tuinbouw Onderlingen, en die alle
met tamelijk succes werken ook hebben
verschillende patroons contracten geslo
ten met reeds bestaande Verzekerings
maatschappijen.
Maar nu dat dreigende wetsontwerp
is ingetrokken, schy'nt er een neiging te
ontstaan, öf om de zaak maar op zijD be
loop te laten, öf om zich van de Vereeni
gingen en Maatschappijen maar weer los
te maken. Van een wetteiyke verplichting
van Regeeringswege komt vooreerst toch
niets, zoo zegt men.
Tegen deze bewering meende ik ver
plicht te zyn met ernst te moeten waar
schuwen.
Dat door den Minister van Landbouw,
Handel en Nijverheid het vroeger inge
diende wetsontwerp is ingetrokken, is
alleen geschied, om de Landbouwers in
de gelegenheid te stellen zelf de Onge
vallenverzekering te regelen - waarop van
verschillende zyden bij de Regeering was
aangedrongen.
Door Minister Talma is in de Eerste
Kamer op 10 Februari 1909 ondermeer
het volgende gezegd:
„Ik heb my toen afgevraagd, welke de
kortste weg was, om de Landbouw On
gevallenverzekering tot.stand te brengen.
Ik: heb gemeend, dat die mannen doen,
wat zy kunnen, en wij hen door de wetge
ving moeten steunen. Wanneer die mannen
er b.v. in slagen de boerenbevolking we
zenlijk voor die zaak warm te maken,
wat is dan eenvoudiger dan de Landbouw
op te nemen in de Ongevallenwet, en
daarby te bepalen, dat zij, die bij een
erkende, onderlinge Vereeniging zyn aan
gesloten, er buiten blijven".
En vervolgens
„Nu spreekt het wel van zelf, dat wy
ons moeten vergewissen, dat de Organi
satie, waarmede wy te maken hebben,
goed op pooten staat, en goed werkt,
m. a. w. dat de belangen van de arbei
ders op behoorlijke wijze beschermd en
gewaarborgd zyn".
den dienst van ftod en Z. M. met de rust
welvaart en voorspoed van dit land."
„De Koning, dachten zy, zou bet niet
vreemd vinden, dat onderzaten, een aan-
merkeiyke gunst van hun natuuriyken
vorst ontvangende, hem dankbaarheid
daarvoor met de daad betoonden. Zij we
zen erop dat de Paus zelfs aan loden ver
gunde, hunne synagoge binnen Rome te
hebben."
Hierdoor zou de rust in het land weder-
keeren en een jammeriyk bloedbad voor
komen worden.
Dit vertoog, oorspronkelijk in het
Fransch geschreven, was opgesteld ten
huize van Marcus Perez, een zeer ryk
koopman te Antwerpen, Spanjaard van
geboorte, doch de vrijheid van godsdienst
toegedaan.
Onmiddellijk hadden vele bondgenoo-
ten voor aanzieniyke sommen geteekend,
terwyi alom in den lande inzamelingen
werden gehouden.
Ook het Consistorie der Hervormden
te Middelburg wilde niet achter blijven
en het is daarom, dat bovengenoemde
afgevaardigden zich ten stadhuize be
gaven om den Magistraat eerbiedig te
bidden, het verzoekschrift aan den Koning
te steunen.
Na zich behooriyk te hebben doen aan
dienen wordt de deputatie in de verga
dering van „Wet en Raad" toegelaten.
Het staat ons niet vrij met hen binnen
te gaan om getuigen te zijn van hunne
ontvangst.
Maar, nieuwsgierig naar den afloop als
we zyn, vragen we toegang tot de bodes-
Ed, voegde hij er aan toe: „Het is my
niet te doen om de menschen te steunen,
evenmin om de Ryksverzekeringsbank
of de Tuinbouw-Onderlinge,volstrekt niet;
het is mij alleen te doen om op de een
voudigste en meest doeltreffende wyze
den landbouwarbeiders een uitkeering by
ongevallen te bezorgen. Ik heb gemeend,
dat op de meest officieels wyze, in een
Regeeringsstuk te moeten verklaren, en
te moeten aankondigen, dat ik die men
schen aanspoorde op den ingeslagen weg
voort te gaan".
Hieruit blijkt ten duideiykste, dat, als
de boerenarbeiders verzekerd zyn bij een
een voldoende zekerheidgevende Vereeni
ging, wij door geen afzonderlyke Ryks-
wet zullen worden getroffen, en dat zjj
die zich niet by een dusdanige yereeni-
giDg of Maatschappq hebban aangeslo
ten, zullen worden opgenomen in de
bestaande Ryksverzekeringsbank.
Volgens de bepalingen van het vroeger
de Tweede Kamer ingediende wetsont
werp zouden de premiën per f 100 loon-
opgaven bedragen:
f 2.50 v. Land-, Tuin- en Boschb. z. paarden
„8.80 m.naaiden en
„4.50 m. machine».
Deze bedragen, als jaarlijksche uitga
ven, zouden op ons bedryf zwaar druk
ken, te meer, daar wij deze uitgaven niet
zooals bij nijverheid en industrie wel
het geval is - op derden kunnen ver
halen.
Wy zyn dan ook grooten dank ver
schuldigd aan den Minister, daar wy
vooralsnog bewaard biyven voor Ryks-
bemoeiing in deze aangelegenheid.
Maar dan moeten wy het vertrou
wen in de kracht en de energie van het
particulier initiatief ook niet beschamen.
Nu zijn er, zooals bekend is, van ver
schillende zijden pogingen aangewend,
om de dure Staatsbemoeiing te ontko*
men, en wel met aanvankeiyk succes.
Vele landbouwers en - tuinders hebben
zich aangesloten by de Land- en Tuin
bouw-Onderlinge, by den Boerenbond en
by verschillende Verzekeringsmaatschap
pijen ook zyn er vele Plaatselyke Ver
eenigingen opgericht.
Wat de Boerenbond betreft, deze kan
buiten beschouwing biyven, naardien zjj
exclusief te werk gaat, en alleen leden
van dien Bond kunnen toetreden.
kamer, die onmiddeliyk aan de vergader
zaal grenst.
En daar zyn we welkom.
Hugo Jansz. toch een der stedebodes
behoort ook tot hen, die de „nije leer"
zijn toegedaan.
Wel strekt hy deze secte niet altijd
tot eer, want de belijdenis der hervormde
leer, had hem zyn trek naar brandewyn
niet geheel doen overwinnen, zoodat het
consistorie zich reeds gedwongen heeft
gezien, om de kerkelyke tucht op hem
toe te passen.
Hy was één van-die zwakke naturen,
die een aanhoudenden stryd voeren tegen
een boezemzonde, die hen telkens weer
overmeestert.
Wat kon het hem later bitter spjiten,
wanneer hij weder in zyne ou.de zonde
was vervallen.
Dat hy zijn post als bode nog niet had
verloren, had hy vooral te danken, aan
zyne beschermers, die zyne gebreken en
misstappen over het hoofd zagen, omdat
hij zyne werkzaamheden steeds stipt en
ordeljjk verrichtte.
Nu de Vroedschap vergaderd is, moet
ook hy met zijn ambtgenoot op zyn
post zijn; ieder oogenblik toch kan een
hunner gescheld worden, hetzij om het
turfvuur dat alreeds onder den grooten
schoorsteen brandt, te onderhouden of
om de stembriefjes van de leden der
vergade-ring op te halen.
Maar juist daardoor biyven zy op de
hoogte van hetgeen er in den Raad
voorvalt.
(Wordt Vervolgd).