No. 5 1911
Vrijdag 6 October
26e Jaargang.
11EIIWSBLAD
YOOR ZEELAID
GHRISTEUJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed» S» J» DE JONGE-VERWES Ts te Goes
F. P. D'HUIj, te flïiddelbt Tg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
's Lands Weerbaarheid.
mt
BIHNENL.AMD.
p-
IE1 IEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per irie maanden franco p. p.
énkele nummers. .V.
1.25
b 0.05
igggrvsEaj s&z? 5. gasaaBaffiügas^a:.'^
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iectere regel meer 10 cent
Familieberichten van 1—10 regel; 1.—, iedere regel
meer 10 cent
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de gebrui-
kelijke plaats.
De oorlogsgeruchten verflauwen. De
ongerustheid gaat over. De watertjes
vloeien weer effen als voorheen. Het
Kederlandsche volk kan zich de slaap
muts weer over de ooren halen en in
slapen achter zyn bedsteegordyntjes.
Doch hiermee is de conscientievraag
niet tot zwijgen gebracht: indien het
nu toch inderdaad eens tot een oorlog
tusschen Duitschland en Frankrijk ge
komen ware, een'oorlog waarbij Engeland
de zijde van laastgenoemde koos, hoe het
dan met 's lands weerkrachten zou ge
steld geweest zijn.
Het ontwerp van de Regeering tot
instelling van een fonds voor de kust
verdediging ligt al anderhalf jaar op
openbare behandeling te wachten. Kan
men er iets van merken dat het de natie
belang inboezemt? Het tegendeel. Men
blaast er tegen. De vrijzinnige pers voor
een deel, de socialistische pers heele-
maal, bestrijden het ontwerp heftig of
steken er den draak mee. In verschillende
linksche kiesvereenigingen zyn moties
aangenomen om bij de Volksvertegen
woordiging op verwerping van het ont
werp aan te dringen. Zelfs door parti
culiere personen worden in sommige
deelen des lands pogingen in het werk
gesteld om tegen dit ontwerp stemming
te maken. De publieke opinie, voor een
deel door eenzijdige, verdachtmakende
„Volk"s-artikelen bedorven, smaalt op de
ontwerpers en op hen die deze uitgaaf
van 46 miljoen zoo maar durven ver
dedigen.
Deze houding valt te meer te betreu
ren, dewijl de bedillers van dit door de
regeering op grond van deskundige voor
lichting noodzakelijk geachte ontwerp,
voor het overgroote meerendeel in de
verste verte niet beoordeelen kunnen in
hoeverre de tegenwoordige inrichting
onzer kustverdediging voldoende is om
onze neutraliteit aan de zeezjjd© te kun
nen handhaven.
Niet ten onrechte klagen onze des
kundigen dat de menschen, die voor het
meerendeel niet het flauwste begrip heb
ben van den toestand onzer huidige ver
dedigingsmiddelen en van de eischen
daaraan te stellen, zoo maar grifweg
komen verklaren dat de uitgave van het
groote bedrag daarmede gemoeid, niet
dringend noodzakelijk is.
Nu hebben wjj van deze dingen ook
geen verstand. Maar wij stellen vertrou
wen in de deskundigen, en ook in de
regeering, die zeer goed weet dat ons
volk arm is, dat de belastingschroef al
meer dan voldoende is aangedraaid, dat
ons volk over 't algemeen antimilitaii
i« aangelegddat velerlei andere zaken
en verhoudingen evenzeer driDgend ver
betering eischen, en die daarom zulk een
ingrijpend voorstel niet zoo maar op losse
vermoedens of uit vage vrees bij de
Staten Generaal zal indienen.
Nederland is nu eenmaal, evenals Bel
gië, door zijn ligging aangewezen op de
mogelijkheid dat binnen zjjn gebied de
groote strijd tusschen de beide elkaar
bekampende machten gestreden wordt,
of dat de aanvallende partij zich van
zjjn kustplaatsen meester maakt, of het
land gebruikt als doortrekplaats om den
vijand in zijn eigen land te kunnen ont
moeten.
Op een oogenblik kan bij !t uitbreken
van een oorlog ons land voor 't gevaar
staan van te worden ingepalmd door de
overwinnende mogendheid.
Wat de groote staten op dat gebied
aandurven, hebben Denemarken, Bosnië,
Korea en Marokko ondervondenen is
niet 't minst in 1866 gezien, toen Han
nover, Nassau, Hessen en Frankfort aan
den Main in den oorlog tusschen Prui-
SfSESaWHHWI' II II II"' Hi'ilHM'llWWIHHI
sen en Oostenrijk gewikkeld, door eerst
genoemd land eenvoudig werden opge
slokt.
Het gevaar om in een dergeljjken
oorlog, of in een Europeeschen oorlog,
betrokken te worden, is voor Nederland
veel grooter dan voorheen.
Wjj zullen niet kunnen volstaan met
alleen te verklaren neutraal te willen
blijven, maar moeten die neutraliteit
ook inderdaad kunnen handhaven, het
geen wij thans, volgens het oordeel der
oorlogscommissie, reeds voor jaren tot
onderzoek ter plaatse ingesteld, aan de
zeezijde niet kunnen met onze verouder
de verdedigingsmiddelen.
Daarom moet een afdoende kustver
dediging mogelijk gemaakt worden en
vooral dient daarbij het oog gericht op
Ylissingen, waar een fort ter verdediging
van de Schelde hoog noodig schijnt.
Het bezwaar dat de plaatsing van een
zoodanig fort in 't belang van Duitsch
land zou zjjn, gaat Diet opimmers ge
steld dat het zoo ware, de verdedigiug
van de Schelde is toch in de eerste
plaats in ons eigen belang. Door de ver
sterking van Vlissingen zou bij een mo
gelijken oorlog tusschen Engeland en
Duitschland, de Engelsche vloot verhin
derd worden te Ylissingen te landen, en
zou zij het in België moeten beproeven,
een land dat geen enkele zeehaven hetft.
En 't zou toch niet onmogelijk zjjn
dat, nog voor wij gemobiliseerd .waren,
Engeland zich van Vlissmgen meester
maakt, Walcheren en Zuid Beveland be
zet, en door Brabant naar de Duitsche
grenzen trekt om Duitschland vanuit het
neutrale Nederland in zijn flank te be
dreigen. En, zijn de Engelschen eenmaal
op onze eilanden, dan krijgen we ze er
niet weer uitwant de Engelsche vloot
kan een groot deel dier eilanden met
haar vuur bestrijken. En ook, al gelukt
het den Engelschen niet, Brabant te berei
ken, uit hun aanwezigheid in Walcheren
en 't land van Goes zouden de Duitschers
al spoedig het besluit kunnen trekken
dat zij nu ook, en wel langs onze oost
grens, ons land mogen binnenkomen, al
ware het alleen maar onder het voor
geven dat wjj geholpen moeten worden
om de Engelschen terug te drijven of
verder uit ons land te houden.
En dat alles kan geschieden, nog voor
wij gemobiliseerd zijnterwijl Duitsch
land zelf altijd troepen genoeg op de been
heeft, om niet op zijn eigen mobilisatie
te behoeven te wachten.
En wie zal zeggen of hiervan niet-het
gevolg zal zijn dat wjj ons bij Duitsch
land tegen Frankrijk moeten aansluiten,
of dat het oorlogstooneel met al zijn
rampen naar ons land verplaatst wordt;
dat niet Engeland door dit alles verbit
terd, beslag legt op onze koloniën; en
ten slotte na den vrede onze nationale
onafhankelijkheid geknot zal bljjken of
dat Duitschland nu en voortaan ons land
onder zijn hooge bescherming neemt.
Daarom is het van groot belang dat
wij onze kustverdediging verbeteren,
vooral den mond der Wester-Schelde door
werken van blijvende waarde en weer
kracht versterken.
Zou ons volk in zijn meerderheid daar
tegen zijn? Wij weigeren het te gelooven.
Het zou daardoor aan de geheele wereld
het bewijs leveren dat het-zijn onafhan
kelijkheid niet waard is. Het zou een
bewijs geven van groote lamlendigheid.
De heer Lohman heeft niets te veel ge
zegd toen h£j dezulken teekende als
lamlendigen, wanneer zij ons trachten
te intimideeren met de nietswaardige
beweringwij kunnen ons toch
niet verdedigen
Maar gelukkig er zijn in ons land
nog honderdduizenden oprechte vader
landers, die in deze zaak wel belang
stellen en die de beveiliging van onze
nationaliteit geen politiek belang van
Rechts of Links maar van 't geheele
vaderland achten.
Yoor dezulken is een korte toelichting
van het kustverdedigingsontwerp allicht
een welkome bcodschap.
Wjj hopen er ons in een ;volgend no.
mee te belasten.
5 Oct. 1911.
Af en toe zullen van bevriende hand
artikelen in ons blad verschijnen op 't
terrein der drankbestrijding. Wij zullen
ze teekenen met twee sterretjes, teDzij
de geachte schrijver liever met zijn
naam teekent.
Hieronder verschijnt het eerste stukje.
September de maand ran de
drankbestrijding.
De maand September is voor alle
drankbestrijders een maand geweest
van groote beteekenis. In Schevenin-
gen is het Internationaal Congres ge
houden waar afgevaardigden van geheel
Europa en Amerika vertegenwoordigd
waren. De regeeringen der verschillende
landen betuigden hun sympathie, de
Paus had er zijn afgevaardigde, ook de
Ned. Herv. Kerk en er was een sym
pathiek inschrijven van de Synode der
Gereformeerde Kerken iD Nederland.
Minister Talma (zelf geheelonthouder)
was voorzitter van het congres. Wij
kunnen er niet aan danken in de kolom
men van „De Zeeuw" uitvoerig te ver
melden, wat er besproken is in de
zeven dagen door de afgevaardigden van
de verschillende staten. Maar één mach
tige indruk heeft dit wereld-congres na
gelaten, d.1. Er ontwaakt door alle be
schaafde landen één groote georgani
seerde strijd tegen een verschrikkelijk
kwaad, tegen den alcohol, dat zijn slacht
offers telt in alle rangen der maat
schappij in de groote steden en op het
platteland. En eenstemming was de
ondervinding, dat het meest doeltreffende
strijdmiddel is= de geheel-onthouding.
Nog andere vergaderingen zijn er in de
maand September gehouden van drank
bestrijders, waarvan vooral vermeldings-
waard is de jaarlij Ksche algemeene ver
gadering te Haarlem van de N. C. G. O. V.
(Nationale Christen Geheel Onthouders
Vereeniging), omdat deze Christen-drank
bestrijders het voorrecht hadden in hun
midden te zien en te hooren de Engelsche
predikant Patterson, de bekende stichter
van de z.gD. „Yang-mijn-kameraad" Zen
ding. Deze jaarvergadering eindigde met
een samenkomst in de Bavokerk, waar
voor de groote schare den strijd nog eens
besproken werd bij het licht van Gods
Woord. Ds Slotemaker de Bruine sprak
het nog eens duidelijk uit„Voor den
Christen is de geheel-onthouding geen
hoofdzaak, geen doel; maar een miodel
om aaneengesloten sterk te staan tegen
het verderf, dat ook „Gods Koninkrijk zoo
droevig tegenhoudt".
Wie zijn oogen openzet voor al deze
dingen en zelfs iets kent van de heerlijk
heid van dezen strijd, zal gaarne met het
woord van prof. Van Dijk uit Groningen
instemmen„O, kwamen tegen deze
drankellende allen ons helpen. Och, kwa
men alle belijders van den Heere nu eens
vlak naast elkander staan, schouder aan
schouder, alle predikanten, alle ouderlin
gen, alle diakenen, alle belijders schouder
aan schouder tegen dezen vijand".
Als dat eens waar werd wat zouden
wij dan in Zeeland nog groote dingen zien
gebeuren.
In De Standaard lezen wij de volgende
driestar
Het zilveren jubileum van De Zeeuw
is een oorzaak van vreugde voor geheel
de antirevolutionaire party.
De Zeeuw is een onzer oudste, zaak
rijkste, en best geslaagde partijorganen.
De uitkomst heeft getoond, wat uitnemend
resultaat voor heel Zeeland haar optreden
gaf. Ze zag haar arbeid met uitnemend
succes bekroond. Ze bleef trouw aan haar
beginselen. En bezat toch die practische
wijsheid, die maakte dat ze verwante
partijen niet afstiet.
Dat de Staten van Zeeland omgingen,
twee leden onzer partij door Zeeland
naar de Eerste Kamer werden afgevaar
digd, Gedeputeerde Staten in meerder
heid Rechts zijn, en ook in de Gemeente
raden onze invloeden zienderoogen toe
nam, is natuurlijk ten principale de vrucht
van wat onze Kiesvereenigingen deden,
en in haar boezen van mannen als Lit-
tooy en Nonhebeimaar zonder De
Zeeuw zou de electorale actie, hoe goed
ook ingezet, nooit tot het nu bereikte
resultaat geleid hebben.
De Zeeuw had meer dan eenig ander
provincieblad het geluk, van liberale zijde
op geen journalistieke overmacht te stui
ten. Dit gaf haar de kans om voor een
goed deel in de provincie het blad te
worden. Vandaar haar voorspoed op ad-
verten tiegebied. En niet het minst hier
door zag ze zich haar toekomst verze
kerd.
De heer Buijse beleefde eer
gisteren dan ook een dag van hoogge
stemde blijdschap. Al onderschatten we
de goede zorgen der Directeuren niet, toch
zullen ook' zij grif toegeven, dat den heer
Buijse de hoogste eere ten deze toekomt.
Hij heeft moedig volgehouden, Da ge
lukkig te hebbeD ingezet. Hij bleef onder
houdend en boeiend. En steeds stond hij
aan het roer van zijn scheepken, om het
in z^jn vaart voor bedenkelijke gevaren
te vrijwaren.
Ook hem bieden we daarom van harte
onze gelukwenschen aan.
Worde het hem gegeven, nog in lengte
van dagen aan het hoofd der redactie te
staan, en mogen teekenen van achter
uitgang, als zich laatstmaal op electoraal
gebied voordeden, door zijn wijs beleid
en nog jeugdigen ijver spoedig geheel in
vergetelheid geraken.
Eén Schrede.
Eén schrede scheidt ons van het graf
Eén tred en ziewij vallen
Wij dalen in de groeve af
Als zooveel duizendtallen.
Ons lichaam is ter dood bestemd,
Ras nadert de Ontbinder,
En hoe men zich aan 't aardsche klemt,
Toch grijpt ons de Verslinden
Vermeet'len 1 durft gij zorgloos zjjn,
Nog naar genoegens talen,
Genoegens, ijdelheid en schijn,
Als w'in den grafkuil dalen?
't Beslissend uur is weldra daar
De dood doet steeds zijn ronde;
Zoek daarom naai eea Middelaar
Voor 't slaan dier bange stonde
Friesch Dagblad. ZEELANDICUS.
Vrij van personeele belasting
Het Stbl. no. 293 bevat een Kon. bevat
van den llden September, waarbij in
afwijkiDg van het advies van den Raad
van State gelast wordt, dat de inrich
ting der vereeniging Afdeeling Arnhem
van het Nederlandsch Werklieden-Ver
bond Patrimonium te Arnhem zal worden
geplaatst op de lijst, bedoeld in art. 4,
2, der wet op de personeele belasting,
waardoor deze vereeniging vrijgesteld
wordt van het betalen der personeele be
lasting.
Dit besluit berust op de volgende over
wegingen
dat blijkens de artikelen 2 en 3 der sta
tuten de vereeniging zich ten doel stelt,
in de overtuiging, dat Gods Woord de ver
trouwbare grondslag uitmaakt eener
Christelijke samenleving, de kennis daar-
van in het algemeen en onder de werklie
den in het bijzonder te bevorderen en dit
doel traent te bereiken door
a. verbreiding van de beginselen der
vereeniging by monde en geschrift
b. het houden van populaire voordrach
ten en onderlinge besprekingen van gods-
dienstigen, zedelijk m, staathuishoudkun
digen en maatschappelijken aard;
c. bevordering van theoretisch en prac-
tisch ambachtsonderwijs, inzonderheid
ten behoeve van kinderen der leden
d. ondersteuning van weduwen en van
zieke of verwonde werklieden
e. bevordering en afschaffing van allen
niet Doodzakeljjken arbeid op Zondag
f. bevordering van byzonder Christeiyk
on der wy s
g. bevordering van uitbreiding van
kiesbevoegdheid
h. bevordering van pensionneering
van oude en invaliede werklieden en
hunne weduwen
i. en verder door elk wettig middel, dat
in overeenstemming met den grondslag
en het doel der vereeniging in haar belang
kan worden aangewend
dat de inrichting zoowel met het oog op
haar doel, als ten aanzien van de midde
len tot. het bereiken daarvan aangewend,
moet geacht worden ten algemeenen
nutte te werken.
In het advies van den Raad van State
werd opgemerkt:
dat tot de middelen, die de vereeniging
bezigt tot bereiking van haar doel be
hoort propaganda voor uitbreiding van
kiesbevoegdneid
dat dit onderwerp behoort tot de poli
tieke vraagstukken en propaganda voor
eenig politiek vraagstuk, in welken zin
©ok, niet is te beschouwen als een werk
zaamheid, die volgens de wet regelende
de personeele nelasting is van algemeen
nut.
Deze uitlegging kwam den minister
van financiën te beperkt voor. Was het
evengenoemde doel, zoo schrijft de minis
ter, 't eenige dat de vereeniging nastreeft,
dan zou er van algemeen nut geen sprake
zijn. Maar blijkens artikel 2 der statuten
stelt zy zich ten doel in de overtuiging,
dat Gods Woord de vertrouwbare grond
slag uitmaakt eener Christeiyke samen
leving, de kennis daarvan in het algemeen
en onder de werklieden in het byzonder
te bevorderen.
De werkzaamheden in artikel 3 der
statuten genoemd, zijn met dat doel in
overstemming. De bep fling sub. g, als
mede de omstandigheid, dat door een
andere bepaling in dat artikel mede het
byzonder belang van de leden wordt be
vorderd, doen daaraan niet te kort.
Koninklijke belangstelling.
H. M. de Koningin heeft Dinsdagna
middag den commissaris der Koningin
in de provincie Noord-Brabant telegra
fisch bericht gezonden, dat zij tot haar
groot leedwezen vernomen had, hoe ook
de provincie Noord-Brabant door den
jongsten storm geteisterd is, en uitvoe
rige inlichtingen gevraagd zoowel om
trent den omvang der ramp, als omtrent
de maatregelen, welke tot herstel der
geleden schade zullen getroffen worden,
- Van de Koningin.
H. M. de KoniDgin heeft aan de alge
meene armen van Zoelen f 300 geschen
ken.
-- Minister Kolkman.
De minister van financiën, mr. Kolk
man, heeft zich voor eenige weken naar
het buitenland begeven.
Hulde aan Minister A. S. Talma.
De Bond van Roomscb Kath. Werk-
liedenvereenigingeD in het Aartsbisdom
Utrecht heeft in zyn gisteren gehouden
vergadering aangenomen de volgende
motie
„De Bond van R. K, Werkliedenvere
nigingen in het Aartsbisdom Utrecht, in
algemeene vergadering bijeen, gezien de
verdachtmakingen en de bestry ding van
de door Z. E. Minister Talma ingediende
o