NIEUWSBLAD VOOR ZEELANS Zaterdag 24 September 24e Jaargang, HiSTORISGh ITaltenlmiidseli OverziclF Ho. 3ü3„ 1910. CHRISTELIJK- /ERSGHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. DE JON GE-V ER WEST, te Goes F* P. D'HUU, te Middelburg. PRSJS DER ADVERTENTIËfê Alles wat de verzending van ons blad betreft, adres= verandering, klachten over het niet ontvangen of ongere geld ontvangen enz. enz., ge lieve men te richten aan de administratie van de Zeeuw te Goes (adresC. Oranje Lz.) De administratie. UIT DE PERS. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. I rijs per drie maanden franco p. p. f 1,25» I nkele nummers UITGAVE DER I-IRMA LN VAN van 5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '■ent. Ztij, die zich met 1 Oct. a. op on» 1 >lu«l abonneeren, out* vangen h.et tot dien data na gratia, 28 Sept. 1910. Tooneelspelende ter. Gymnasiasten De Stand, verdedigt curatoren van het Amsterd. Gymnasium tegen eventueele verwijten. Tegen de voorstelling van zulk een hoog ernstig stuK, enkel onder familie, in een besloten localiteit bestaat geen enkele bedenking, dan misschien alleen dat de opvoeringervan voor leerlingen van een Gymnasium verre boven hun kracht gaat. Van karakterbederf kan alleen sprake zijn bij een comediant van professie, niet bij een jongman, die zulk een rol voor eenmaal instu- duurt, en van onzedelijke effecten was hier geen spoor aanwezig. Calvijn zelf liet te Genève zulke stukken vertoonen. Het kwaad school in het publiek op treden, iD het optreden in den schouw burg en in het spelen voor geld. Dit is dan ook door curatoren publiek af gekeurd, en van deze hun afkeuring is aan de ouders der leerlingen kennis gegeven. Doch hiermee eindigde dan ook de verantwoordelijkheid van Curatoren. Na afloop der lessen hebben cura toren geen anderen eisch aan de leer lingen te stellen, dan dat ze hun opge geven huiswerk behoorlijk zullen af maken. Of daarentegen een leerling 's avonds uit wil gaan of thuis blijven, zich alleen of met een gezelschap ver maken wil, staat niet aan hen te be- oordeelen, maar aan de ouders, van wie natuurlijk ook de gelden moeten komen, die zulk een zaak kost Curatoren hebben zich nu geheel van de zaak loegemaakt, de heer Merkes, leeraar aan het Gymnasium, heeft zich teruggetrokken, en thans staat het aan de ouders om toe te zien, dat niet alleen de entrée verdwijnt, maar ook een andere localiteit wórde genomen, em dat alles vermeden worde, wat aan de zaak den schijn van een publieke voorstelling zou kunnen geven of de jongelui aan den schouwburg zou kun nen wennen. Verreweg het beste waie, zoo de jongelui heel het plan opgaven. Een stuk als Julius Caesar ls toch veelte moeilijk. Reeds de enkele rol van Anto- nius eischt zeer groot talent. Ze kun nen, voor den kenner althans, geen succes hebben. Doch ook hier kunnen de Curatoren slechts raden, en zijn het de ouders die handelen moeten. Hierbij echter houde men wel in het oog, dat er op dit Gymnasium niet weinige gymnasiasten gaan, die niet uit belydende gezinnen komen, en het oordeel vaD wier ouders ten deze hoogst waarschijnlijk door onze Calvinistische opvatting van het tooneel niet wordt gedekt. Gaat de voorstelling nu toch door, dan hebben „de niet weinige gymnasiasten, die niet uit belijdende gezinnen komen* het kwaad op hun geweten, dat is dui delijk zegt De Ned. Het patent als inlandsch kramer op de Haagsch# kermis, (en niet als om roeper gelijk wij gister abusievelijk meld den) en dat in 1868 aan deD heer Esser, oud resident van Timor, te 's Graven- hage, werd uitgereikt, staat, gelijk wij meldden, voor in zijn Biografie afgedrukt, met facsimilé van 't geen door den heer Esser zeiven er onder geschreven is. Het patent strekt naar de invulling meldt als inlandsch kramer met een kraam met godsdienstige werken op de Haagsche kermis; en Esser was gedwon gen 't te nemen, omdat hij anders niet met een Bijbelkraam op de Haagsche kermis mocht staan. Hij schreef onder aan deze merkwaar dige woorden: Dit is mijn ridderorde. Als dit stuk door de aardsche geloofsvervolgingen niet verloren gaat, mag het mijnen na zaten tot een opwekking zijn om zich des Heeren Woord niet te schamen, gelijk ik het mij niet geschaamd hjb. De oud Resident van Timor I. Esser. In den Rotterdamschen gemeenteraad is gisteren weer eens een van de vele onzinnigheden welke door. sociaal demo cratische woordvoerders worden gezegd, door een antirevolutionair op zeer juiste wijze gepersifleerd. In October zal namelijk Rotterdam be zocht worden door ons Marine-eskader. Natuurlijk zal de ontvangst van de Marine geld kosten, en zullen de gasten tvoiden onthaald. Hiertoe was in geheime ver gadering besloten. Nu kwam de beer Spiekman (soc. dem.) vertellen dat de marine een onnut ding is, onwaardig de gastvrije ontvangst die men haar toedacht. Terecht wees de heer v. d. Pols (a. r.) deze door en door onware kwalificatie met een beroep op ons verleden, ons koloniaal bezit en de noodzakelijkheid der landsverdediging af. Maar de heer Spiekman had nog een pijltje op zijn boog. De heer Diemer (a. r.) verlangde dat de officieren zouden ge- noodigd worden op een diné, en de min deren onthaald worden op feestelijkheden als op 31 Aug. gebruikelijk zijn. Dat idee vond de heer Spiekman ver schrikkelijk. Wat, de officieren lekker eten, terwijl de jantjes zich moeten ver genoegen met naar een bioskoopvoorstel- ling en naar vuurwerk te gaan kijken Dat mag niet Waarop de heer Diemer antwoordde: En op het Internationaal sociaal-demo cratisch congres te Kopenhagen dan Toen mochten de woordvoerders van de partij zich tegoed doen aan de welvoor ziene buffetten ten stadhuize terwijl de mindere partij genooten buiten moesten blijven. Men lachte, en terecht. Want de zet was raak. De sociaal democraten vuren den klassenstrijd aan, waar 't in hun kraam te pas komt, doch het klassever- schil in eigen kring opheffen of althans minder scherp doen gevoelen, dat doen zy niet. Zij kunnen 't nietgelijk trouweus niemand 't kan bij dergelijke ofïïcieele gelegenheden. By de opening der Kamer op jl. Dins dag moesten aan de in de zaal aanwezige schildwachten door de dames en heeren die de opening kwamen bijwonen, alle voorwerpen worden afgegeven die zij in de hand droegen, tot zelfs de kleinste. In sommige vrijzinnige bladen wordt over die soldaten in de zaal en de strenge toepassing der controle geklaagd. [Land en Volk (vrijz. dem.) gaat zelfs zoo ver van te vinden dat de populairiteit der Koningin er niet door wordt verhoogd, wanneer deze maatregel van „Het Hof" is uitgegaan. In ieder geval, zegt 't blad, is hier de Voorzitter der Eerste Kamer de aanspra kelijke persoon. Men zou haast vragen, alvorens publiek bij deze quaestie „Bei Hof" en de Konin gin te betrekken, waarom niet eerst bij dien „aansprakelijken persoon "geïnfor meerd Intusschen heeft zich 't misverstand al opgehelderdwant Het Vaderland (unieliberaal) ontving van den voorzitter der Eerste Kamer de volgende ophelde ring „De soldaten in de zaal van de Volks vertegenwoordiging' waren niets anders dan de gebruikelijke eerewacht, die niet op de te smalle stoep kon worden opge steld en nu wel in een hoek van de zaal een plaats moest vinden, en het innemen van beugeltasjes enz. was een wat al te strenge opvolging van de gegeven order parapluies, stokken en dergelijke te doen afgeven, wat o. i. weinig bezwaar kan ontmoeten, vooral omdat die order niet alleen bij bijzondere gelegenheden maar altijd op die wijze wordt toegepast. Zoo zagen wij b.v. heden, dat een En- gelsche dame, die de zitting wilde bij wonen, een minuscuul zilveren taschje aan den schildwacht moest afgeven, al vorens toegelaten te worden. Deze doodeenvoudige opheldering zal de hevige gemoedsbeweging dezer kake- laarsters wel doen eindigen. Zij droomden zeker al van een herha ling van 't weesmeisjes „schandaal" in 1885 uitgedacht, toen men bij de opening der Kamers de publieke tribune door de meisjes uit het Haagsche Weeshuis be zet vond. Maar toen was niet de voorzitter der Eerste Kamer de zondaar, maar de minis ter van binnenlandsche zaken Heems kerk Az. Duitschland. Met belangstelling hebben alle partijen tegemoet gezien de vergadering van den sociaal-democratischen partijdag waarin de quaestie zou aan de orde komen van de Badensche afgevaardigden, die voor de begrooting hebben gestemd. Die partijdag heeft deze week verga derd. Het behoeft niet gezegd dat het er stormachtig naar toe gegaan is. Bet partijbestuur had een motie voor gesteld waarin geëischt werd eerbiedi ging van de besluiten van vorige par tijdagen, en het misdrijf der Badensche broeders tegen de partijtucht werd vast gesteld. Maar een groote groep wilde nog ver der gaan. Een scherpe resolutie door meer dan de helft der aanwezige afgevaardigden onderteekend, bevatte het doodvonnis over de verdoolden. Zubeil was de leider van de partij die voor alles onvoorwaardelijke cadaver- gehoorzaamheid aan de partijbesluiten eischte. De oude Bebel wilde echter neg een concessie doen, namelijk dat wie twij felden, voor de stemming konden weg gaan, zooals Geck deed in den Badenschen landdag. Maar Zubeil ging verder. Korte metten, was zijn voorstel. Wie niet gehoorzaamt, er uit. David uit Mainz, parodieerde dit voor stel. Op dat voorstel, zoo riep hij uit, moet patent gevraagd wordenhet is een versneld standrechtelijk optreden zelfs niet eens is een terechtstelling noodig, want het gaat met een automa tische zelfopknoopingsmachine. Niemand behoeft wat te doen. Als iemand vóór de begrooting stemt wordt op een knopje gedrukt en de patiënt vliegt er uit. Of dan de minderheid zich niet naai de meerderheid moet voegen Zeer ze ker, maar wanneer daar practische, plaatselijke beletselen zijn die't de min derheid onmogelijk maken, dan doet de meerderheid verstandig met te onder zoeken of 't besluit ook behoort te wor den gewijzigd. Maar de sociaal-democratie in Duitsch land schijnt geen regel met uitzonderin gen, geen plaatselijke afwijkingen, geen handelen naar omstandigheden, geen mo tieven aan ander, misschien zelfs gezon der, door-zicht ontleend, te kennen. De afgevaardigde David wees er dan ook op dat op die wijs de Badensche groep huiten de partij zou gesloten wor den, hetgeen de meerderheid deed roepen dat zij die consekwenties van 'tte nemen besluit aanvaardde. Eindelijk ging men over tot stemmen. De scherpe resolutie, waarin de besluiten van Dresden, Lubeck en Neurenberg wor den bevestigd, werd met 226 tegen 100 stemmen aangenomen. Het vergry p tegen de partijtucht werd veroordeeld met 301 tegen 71 stemmen. De geheele resolutie van het partijbestuur werd aangenomen met 289 tegen 80 stemmen. Dit besluit werd door de meerderheid met groot ge juich ontvangen. Daarna kwam aan de orde het voorstel- Zubeil, om, bij ongehoorzaamheid tegen dit besluit, de uitsluiting toe te passen. De voorzitter, liet Rijktdaglid Dietz, wilde dit voorstel nog coupeeren, maar de meerderheid besloot het te behandelen. Daarop verklaarde Frank uit Mannheim, de leider der Badensche groep, dat deze groep niet meer aan de besprekingen zou deelnemen. Met Frank en Kolk verlieten hunne aanhangers de bijeenkomst. Het romp-parlement ging daarna over tot bespreking van de motie-Zubeil. De beraadslaging, die nu volgde, was een woest tooneel. Op krasse wijze v. isten de radicale leiders, Ledebour, Haase, Dittmann, Hoch, elke oppositie te over schreeuwen. Voorstellen, om de beraad slaging te verdagen, ten einde den Zuid- Duftschers tijd te laten voor een verkla ring, werden onder hoongelach verwor pen. Ten slotte verzette zich het geheele bureau tegen de voortzetting der beraad slagingen het vrerd overschreeuwd. De stemming moest en zou plaats hebben met het resultaat, dat Zubeil's voorstel werd aangenomen met o4 stemmen tegen. Het bleek, dat honderd gedelegeerden de vergadering hadden verlaten, en dat er j nog C4 zijn die tegen het radicale voor- j stel waren. Het lintje als leermateriaal. i Onderstaand artikel vonden we (aldus Het Iriesch Dagblad) in „De Controleur", een blad, dat zeker niet tot de „recht- sche pers" gerekend kan worden. We vonden het belangrijk genoeg om j het ook onzen lezers voor te leggen De uitspraak van den eereraad in de zaak-Kuyper-Lehmann-Westmeijer,komt j ons eraan herinneren, dat er in Neder land nog steeds, ondanks de steeds meer onvruchtbaar blijkende anti-Kuy- per campagne, een stuk van de publieke opinie is, wier schandaalzucht niet werd 1 voldaan. Deze publieke opinie orgaan o. a. het Handelsblad zet thans de kaken open en geeuwt van teleurstel ling en van honger naar Kuyper's bloed. i Het tc ont daarmee aan, dat het de in telligentie mist, die berekend is op een geval, als waarin dr. Kuyper door de onthullingen over „het lintje" kwam te verkeeren. In een gemeenschap, als de onze, overvuld van uiterlijke beschaving en onder de élite daarvan, die kapabel wer den geacht, zitting te nemen in een „eereraad" is er niemand, die lust toont in een beulswerk, dat de liberale bladen hun, met zooal welsprekend, dan toch zeker ook onsierlijk gebaar, opdroegen. We hebben dat, voor de eereraad er was, geconstateerden toen desondanks de kreet la espada of, meerHollandsch „de strop", tot de leden van den eereraad werd gericht, twijfelden} we niet, of in de heeren van Swinderen, van Karnebeek en Kist z#u toch de torea dor blijven sluimeren. De eereraad is dan ook inderdaad het middel gebleken, dr. Kuyper op de zachthandigste wijs tegen verdere achtervolging te vrijwaren. En het is waarlijk niet de schuld van de in staats en eerezaken zoo ervaren heeren van Swinderen, van Karnebeek en Kist, dat dit middel ook thans nog min be vredigende resultaten geeft. De schuld is te zoeken in een tekort aan fatsoens- evenwicht aan de andere zijde. De werkzaamheid van een eereraad heeft men zich zoo voor te stellen, dat de eere der hem samenstellende leden vergelijkend wordt gesteld naast de eer van den verdachte. Is men met de uit spraak niet tevreden, dan tast men daarmede niet de onderzochte eer, doch wel de eer der onderzoekenden aan. Daar ligt dus de eer der heeren Kist, van Karnebeek en van Swinderen, sedert het Hdbl. beweerde, dat ze hun werk niet goed deden, in gruis! Men voelt dit zelveen tracht de scher ven van eene tot nu zoo onaangevoch ten eer als der drie eereraadsleden te sparen, door de methode van onderzoek te critiseeren. Als de eereraad eens zóó onderzocht had, zeide het Hndbl., als de Amsterdamsche raadscommissie inzake de Gemeentelijke Electrische Centrale Inderdaad indien men zóó onderzocht had, zou er zeker bloed zijn gevloeid. In een zelfde rerband echter kan men be weren, dat er ten tijde van den opstand der Nederlanders tegen Spanje niet dan slechte inquisiteurs waren, omdat ze niet allen handelden als Jean de Vargas. Wat heeft men thans, nadat de eere raad zijn vrijsprekend vonnis heeft ge wezen, te doen Der linksche redacties eerste zorg zal hebben te zijn, haar or gaan tot wat welluidender toon te stem men, dan dien van het rauwe gejoel, waarmee men Kuyper achtervolgd heeft, en die in ons land voor hootdartikelen en entrefilets gelukkig minder gebruike lijk is. En vervolgens zich gereed te maken tot datgene wat men beter da delijk had gedaanhet geval Kuyper- Lehmann zwijgend empocheeren als een bijdrage tot zyn levenswysheiddeze n.m., dat de kiesstrijd met zijn aanhang van partij- en andere fondsen, een dr. Kuyper, maar ook ook een dr. Iedereen wel eens in een positie kan brengen, die, al blijft zijn „eere" dan onaange tast, hem toch ondenkbaar maakt in hooge staatsbetrekkingen. Zulke ondenkbaren zijn er velen, en wellicht is dr. Kuyper onder deze on denkbaren niet de eerste. Bij een kies- practijk, en een strijd om de politieke honderdduizend, waarbij niemand en niets, partijbestuur noch kiesvereenigingsbe- stuur, dagblad noch rechter waakt over de goede zeden, kan het niet anders, of het gezag komt soms in handen, die er wonderlijker mee balanceeren, dan in 't uur voor staathuishoudkunde op de H. B. S. 'aan de leerlingen wordt meege deeld en hun op lateren leeftijd blijkt. Het geval Kuyper was een buitenkansje voor de leergierigenze weten dat een groot staatsman niet steeds is datgene, wat er in zijn necrologie staat omschre ven. Die kennis is 'n kostelijk stukje wys- begeerte. Van de vaderlandsche dagbla den hadden we mogen verwachten, dat ze deze wijsbegeerte in smakelijken ei behoorlijken vorm hadden weten op te disschen. Ze deden het nietop de ont hullingen betreffende dr. Kuyper's ver- kiezingspractijk antwoordden ze met anti-Kuyperscbe verkiezingspractijk. Bij dr K. was Lehmann, bij de liberale bla den dr. K.'s kiesdistrict de inzet. De moreele winst van de ganschecam pagne ivas nihil. De laatste zinsnee dunkt ons teeke nend.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1