christelijk-
NIEUWSBLAD
historisch
VOOR ZEELAND.
No. 291. 1910.
Zaterdag 10 September
24e Jaargang.
VERSCHIJNT ZESMAAL ?EU WEEK
DE JOeMGE-VER WEST, te Goes
F. P. D'HU!J, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
UIT DE PROTIN IE.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
I rijs per drie maanden franco p. p. S,2Ji
J nkele nummers 0,Q2S.
EL
UITGAVE DER FIRMA
W VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—9 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent
5&|i, «iïe zich met 1 Oct. a. s.
op ons lad abomieeren, ont
vangen liet tot dien datum
gratis.
Gereformeerde Centrale Diaconale
Conferentie.
De 22e geref. centr. diaconale confe
rentie is deze week gehouden te Utrecht,
onder voorzitterschap van dr. de Moor.
Aan 't verslag van De Roteerdammer
ontleenen wij het besprokene naar aan
leiding van het rapport der commissie
inzake de Armenwet.
De heer Karsten uit Leiden, meent
dat de verplichtingen, die het ontwerp
de diaconiën opl6gt niet zooveel zijn en
heel gemakkelijk kunnen worden opge
volgd. Hij heeft bezwaren tegen de straf
bepalingen van art. 67, en ook vraagt
hij hoe de Geref. diaconiën zullen moe
ten staan tegenover de deelname aan de
Armenraden, na het afkeurend advies
dat Prof. Rutgers inzake aansluiting aan
de Ned. Ver. v. Armenzorg en Weldadig
heid heeft gegeven.
De beer Verhave van Amsterdam vraagt
wat het verschil is tusschen een «centraal -
register" (waartegen zooveel oppositie is
geweest en waartegen zelfs de Generale
Synode zich heeft uitgesproken) en het
„register van inlichtingen" van het ont
werp Heemskerk.
Mr. R. van Maare van Arnhem, rap
porteur, beantwoordt beide sprekers. Hij
vindt het niet onjuist, dat de straffen
van art. 67 tamelijk zwaar zijn, doch
zegt dat z.i. niet van de Regeering is te
vergen, dat ze die geheel laat vervallen.
Dat art. 7 der oude wet (over de rechts
persoonlijkheid geschrapt is, is daarte
genover toe te juichen.
Of de diaconiën wèl aan de Armenra
den kunnen deelnemen P Spr. zegt, dat
het ontwerp daartoe slechts de mogelijk
heid openstelt. Maar het is ook nog niet
beslist of Prof. Rutgers, wiens advies
ingaat tegen de meening van Spr. en vele
anderen, het juiste beginsel aangeeft.
Wordt dit advies echter kerkelijk gewet
tigd, dan is men voor de wet in elk
geval vrij uit de Armenraden te blijven.
Daarbij komt nog, dut de Armenraden
niet met de Vereen, voor Weldadigheid
gelijk te stellen zijn.
Inzake het „register van inlichtingen"
zegt Spr., dat de verplichting voor dit
register niet zoover gaat als die voor het
centraal register van het ontwerp Borge
sius. Slechts over zülk een arme worden
inlichtingen gevraagd die zich bij een
andere instelling van weldadigheid heeft
aangemeld. Die arme zelf maakt zich dus
openbaar en de diaconie kan dan geen
bezwaar meer hebben inlichtingen te ge
ven. Alleen wil Spr. eiop wijzen, dat in
art. 12 het geven van inlichtingen zonder
nadere bepaling worden voorgeschreven,
maar hij verwacht dat dit alleen een ver
zuim in de redactie is.
Ds. A. Brummelkamp, lid van de Tweede
Kamer, zegt, dat z.i. de Geref diaconieën
volstrekt geen enkel bezwaar kunnen
hebben tegen dit ontwerp. Ten opzichte
van het deelnemen aan den Armenraad
zegt hjj, dat de diaconieën volkomen
vrij blijven. Tengevolge van de verbrok
keling der kerken zyn er ook velen, die
tot geeü kerk behooren en het paupe
risme onder deze moet door de Overheid
worden tegengegaan uit polietiezorg.
Maar daar door de verbrokkeling van de
armenzorg er armen kunnen zijn, die van
twee walletjes eten, ziet de Regeenng in,
dat er orde moet komen. Daarvoor zijn
die Armenraden. Spr. geeft daarom de
diaconieën in overweging toch vooral in
die raden zitting te nemen, om over hun
ne armen toezicht te kunnen houden. Zij
die daarin vanwege de diaconie zitting
hebben behoeven zelf totaal geen inlich
tingen te geven. Spr. beschouwt het tot
standkomen van de Armenraden als een
zegen voor ons land.
De heer Kok van Kampen is wel dank
baar dat het ontwerp is zooals het is,
maar hij heeft enkele opmerkingen. Deze
gelden le art. 12 (de kwestie van inlich
tingen binnen 24 uren) reeds besproken
2e zet Spr. een vraagteeken achter art. 50
sub. 2, waarin staat dat de zaak van den
Amenraad nader zal worden geregeld. Dit
is z.i. te ruim 3e wil Spr. gaarne inlich
tingen hebben over art. 5, waarin de
rechtspersoonlijkheid wordt behandeld.
Hoe kan een diaconie rechtspersoonlijk
heid 4e de quaestie van de „dubbele
bedeeling". De commissie heeft zich van
deze zaak afgemaakt. Hij vraagt hoe de
„dubbele bedeeling* zoodanig kan worden
beperkt, dat de kerkelijke weldadigheid
daardoor niet werdt vervalscht.
Ds. K. Fernhout van Utrecht zou gaarne
zien, dat in art. 50 sub. 4° duidelijker
werd omschreven aan wie de Armenraad
voorstellen zou moeien doen en hjj acht
in art. 50 sub. 5° een gevaar voor super
intendentschap /an den armenraad over
de diaconieën te liggen. Overigens is zijn
bezwaar, dat in het ontwerp niet met vol
doenden nadruk is uitgesproken, dat de
armenzorg aan kerk en particulieren be
hoort en dat de overheid slechts optreedt
bij dringende noodzakelijkheid. Het komt
hem voor, dat dit beginsel in dit ontwerp
veel slechter is gehandhaafd dan in de
bestaande wet. Vooral door de invoering
der „dubbele bedeeling", waarvan z.i. nau
welijks kwaad genoeg is te zeggen en die
practisch zal leiden tot de allerbedroe
vendste resultaten. Voor de armen zelf
zal de „dubbele bedeeling4 een plaag wor
den, omdat zij nu aan den vertegenwoor
diger van deze en dan aan dien van die
corporatie inlichtingen over huiselijke
omstandigheden zullen moeten geven.
Bovendien komt die „dubbele verdeeling"
niet aan de bestaande leemte tegemoet.
De leemte zal slechts worden opgeheven
als het gebied van elk der verschillende
soorten van armenzorg nauwkeurig wordt
begrensd. Do Overheid zal bij het bestaan
de ontwerp het geld uit de zakken dei-
onderdanen, ook der Gereformeerden, ne
men en het geven aan de nalatige kerken.
W at Groen van Prinsterer eenmaal heeft
gezegd zal waarheid worden, nl. dat men
den collectezak zal gaan beschouwen als
vervanger van de belasting en dat de kel
ken die hun armen niet kunnen verzorgen
gemakkelijk daartoe in staat worden ge
steld door de O verheidsbij drage.Een ander
bezwaar is, dat de „politiezorg" door de
Overheid geheel wordt omgezet in zuivere
armenzorg, welke zoodoende concurrentie
aan de kerkelijke en particuliere armen
zorg aandoet, die daar niet tegen opkun
nen. De eei van de kerken die in den don
keren hoek van de schrielheid worden
gedrongen, is daarmee gemoeid. Met het
oog op de veranderlijkheid van de Kamer
meerderheid waarschuwt Spr. ertegen
„met zulk een wrak schip zee in te gaan".
Ds. J. D. van der Munnik van Leeuwar
den zegt, dat de kwestie van de „dubbele
bedeeling" in Friesland algemeen als de
grief tegen het ontwerp wordt gevoeld.
Wel is in het ontwerp aan de diaco
nieën vrijheid gewaarborgd, maai de
Gereformeerden zullen bovendien de luxe
hebben ook te mogen bijdragen voorde
armenzorg van anderen Spr. meent, dat
we van die vrijheid echter al genoeg
hebben als we denken aan het Chr. on
derwijs, waarvoor we betaald hebben en
bovendien ook voor het openbaar onder
wijs. Met de „dubbele bedeeling" heeft
men in Friesland reeds lang te kampen.
Deze is daar bjjna algemeen, in strijd
met art. 21 der Armenwet, ingevoerd en
Gedeputeerden trekken er zich niets van
aan. Het komt daarop neer, dat de Over
heid het meeste verstrekt en de diaconie
er nog wat aan toevoegt, Dit is een pre
mie op de nalatigheid. £pr. is het met
Ds Bouwman eens, dat de Overheid, in
dien het dan moet, een premie op dt
weldadigheid stellen moet. Spr. zou gaar
ne weten of er niet aan dezen weg te
ontkomen is. Hij zou gaarne zien, dat
vóór het ontwerp in behandeling komt,
de Synode nog een uitspraak kan doen
en als dat niet kan, zal men trachten
in Friesland een Particuliere Synode
speciaal voor dit onderwerp bijeen te
roepen.
Ds. R. J. W. Rudolph van Leiden is
„dankbaar maar niet voldaan", dit laatste
met een dik uitroepteeken er achter en
achter het „dankbaar" een vraagteeken.
Spr. vreest de eigen mannen die geschen
ken brengen". Als diaconieën samenzijn-
de, meent Spr., dat behoort te worden
uitgesproken, dat de armenzorg door dit
wetsontwerp niet in goede richting zal
worden gestuurd. We leven in een tijd
van overgevoeligheid en waar in dit
wetsontwerp het krijgen van rechtsper
soonlijkheid wel wat te gemakkelijk
wordt gemaakt, wordt die overgevoelig
heid, die meer zwakken kweekt dan
steunt, in de hand gewerkt. Door dezen
kring van mannen der practijk moet op
dit gevaar worden gewezen. Met ds Ftrn-
hout zegt Spr., dat van de „dubbele be
deeling" nooit genoeg kwaad kan worden
gezegd. Zij werkt als een verschrikkelijke
slaapdrank op de kerken, die hun plicht
ten opzichte van de armen verzaken.
Het standpunt door de diaconie in Rot
terdam in 19o3 aangegeven in een request
aan de Regeering, acl t Spr. het juiste,
nl. dat eerst sociale verzekeringen moe
ten worden ingevoerd. Maar vooral om
dat er thans juist een opleving op wel-
dadigheidsgebied is te bespeuren, is het
tijdstip om „dubbele bedeeling" in te
voeren, nu niet aanwezig. Ook wordt in
het ontwerp niet gesproken van herstel
lingsoorden voor drankzuchtigen en ar
beiderskoloniën. De overheid moet het
pauperisme bestrijden. De oorzaken daar
van zijn voornamelijk drankzucht en
geestelijke en zedelijke afdwalingen. Deze
moeten dus ook in het ontwerp bedacht
worden.
Spr. zou gaarne willen dat deze con
ferentie uitsprak, dat er veel in dit wets
ontwerp is, dat teleurstelt en dat zij dit
ter bevoegdo plaatse ook kenbaar maakte.
Ds. Brummelkamp zegt, dat ds. v. d.
Munnik geen rekening houdt met den
tijd waarin we leven. Een groot terrein
wordt niet door de diaconie bestreken.
De Overheid moet zich ook aan dit ter
rein aanpassen.
Mr. van Beeck Galkoen, eveneens rap
porteur, noemt het gemakkelijk de „dub
bele bedeeling" af te keuren. Maar als
we nuchter vragen „Wat stelt ge u dan
voor?" blijft men gewoonlijk het ant
woord schuldig. Het gevolg van verbod
van „dubbele bedeeling" zou zijn, dat er
veel meer menschen dan thans geheel
naar het burgerlijk armbestuur zouden
gedreven worden. In Friesland is de
„dubbele bedeeling" in strijd met de wet
toegepast en toch is een krachtig opleven
van de kerkelijke armenzorg aldaar te
aanschouwen. Voor verslapping dus geen
vrees.
Mr. van Maare heeft het wetsontwerp
nauwkeurig nageplozen, ook voor zijn
rapport voor de Ver. van Weldadigheid.
Hij heeft ook daarin verschillende op
merkingen gemaakt. Ook bij hem geldt
wel het „dankbaar maar niet voldaan",
al is het niet zoo sterk als 't voor Ds.
Rudolph was.
De kwestie „dubbele bedeeling" is
natuurlijk het zwaaitepunt. Wat die
eigenlijk is en waarin het gevaar steekt,
daarover juist bestaat nogal verschil van
meening. Om de armenzorg met de on
derwijskwestie te vergelijken gaat niet,
zegtSpr.Van denMinisterkan men natuur
lijk niet vergen dat alle openbare scholen
worden afgeschaft. Het particulier initia
tief kan niet gedwongen, wel geprikkeld
worden. Zoo is het ook met de armen
zorg. Als diaconieën vragen wijwordt
onze vrijheid niet belemmerd. Zij die
oppositie voeren moeten ook een anderen
weg wijzen. Ds. Rudolph zeieerst sociale
verzekering. Maar een andere debater
waarschuwde ook tegen de veranderlijk
heid van de Kamermeerderheid, zoodat
men van die sociale wetten niet zeker
is. Men houdo rekening met de nuchtere
werkelijkheid, i e schuld dat het zoover
kwam, zegt Spr., ligt bij de kerken en
ten deele bij de Overheid, die in 1816
de kerk bedierf door haar de synodale
organisatie op te leggen. De overheid
kan niet anders dan inspringen. Wy
hebben de zaak te lang verwaarloosd,
te weinig onze wenschen kenbaar ge
maakt. Als wij nu zeggen dit kan niet
en dat niet, wat moet de Minister dan
Beginnen bij Jeruzalem, zegt Spr.laten
we onze eigen diaconieën en niet de Over
heid op haar plicht wijzen Eerst de
„dubbele bedeeling" in eigen kring af
schaffen. D&n in andere kerken daarvoor
propageeren en din eerst de Overheid
op haar plicht wijzen.
Dr. De Moor besluit de discussie met
een kort woord. Hij waarschuwt: wie
het onderste uit de kan wil hebben krijgt
het deksel op den neus. In 't ontwerp
is veel waarmee we instemmen. Alleen
de „dubbele bedeeling1 levert een gevaar
voor ons op als we zelf zwak zijn. Spr.
wil de „dubbele bedeeling" niet goed
keuren. Maar hij vraagt hoe het zal gaan
als die nu eens wordt ingevoerd. Evenals
bij de Speetwet van Dr. Kuyper kan
Minister Heemskerk in dit geval niet
andeis. Wij moeten zorgen, dat die „dub
bele bedeeling" bij ons niet voorkomt.
En dat we ook voor de armen van andere
kerken door de belasting zullen moeten
zorgen - dit is dan precies hetzelfde.
Want waar de armen niet door de kerk
bedeeld worden zullen ze zich toch tot
het burgelijk armbestuur moeten wenden.
De concurrentie vreest spr. niet. Wie
om de bedeeling weggaat naar een andere
kerk, dien kunnen we missen. Zou de
wet „dnbbele bedeeling" verbieden, dan
zou ze toch plaats hebben buiten de
wet om.
Zoo de praktijk de oppositie in het ge.
iyk zou stellen, dan zou dat geheel lig
gen aan onze kerken, zegt Spr. Het
standpunt moet zyn, dat de „dubbele
bedeeling" in de wet zooveel mogelijk
beperkt worde, doch door de Geref. ker
ken nooit worde aangeprezen. Laat ons
doen wat onze hand vindt om te doen
en de overheid steunen in het geven van
deze veel goeds bevattende wet. Spr.
acht het de roeping van de aanwezigen
deze bespreking in de diaconieën voort
te zetten en dat de zaak ook bij de Gene
rale Synode een punt van behandeling
worde, waarbij de bespreking in deze
vergadering nog nut kan afwerpen.
9 Sept. 1910.
Wij vragen de aandacht voor het be
richt uit Goes in het nommer van heden,
in 't belang van onze meisjes die als
dienstbode naar elders vertrekken. Wy
schreven zeiven al eens een en ander
in dien geest ter waarschuwing. Immers
zoo menig eenvoudig meisje kwam door
middel van verhuurkantoren of aanbeve
ling van particulieren, soms ook wel ten
gevolge van in den trein aangeknoopte
connecties, in verkeerde kringen terecht.
Tegen dit kwaad getuigt al sinds jaren
de Vereeniging die zich speciaal 't belang
dezer jonge meisjes aantrekt. Aan de
stations in onze groote steden staan een
of meer dames met een band om den
arm die aan deze meisjes den goeden
weg wijzen of haar voor misleiding be
waren.
Wie er meer van wil weten, leze 't
bericht uit Goes onder ons Provinciaal
Nieuws en ga Woensdagavond naar
Samuel.
Het zal wel onnoodig zijn de voorstan
ders der vrije school in onze provincie
op te wekken om op 16 dezer te Goes de
vergadering van den schoolraad te komen
bijwonen.
De agenda is in ruimen kring ver
spreid, en men heeft daaruit gezien, dat
belangrijke referaten door een tweetal
hoogst bekwame paedagogen over prac-
tische onderwerpen zullen worden ten
beste gegeven.
W ij zijn benieuwd of behalve de onder
wijzers en schoolbesturen ook vele ouders
ter vergadering zullen opgaan. In den
strijd voor de verbetering van het Chr.
onderwijs, waarhij de onderwijzers zei ven
voorop gaan, zouden zij zich zeer gesterkt
gevoelen, wanneer zij van de belangstel
ling der ouders meer verzekerd waren.
Welnu van 't bestaan dezer belangstel
ling kan men 't bewijs leveren door de
sprekers te komen hooren. In de morgen
vergadering spreekt meester Jansen uit
Ter Neuzenin de middagbijeenkomst
meester Versluys van Serooskerke.
Walgelijk.
's Zaterdags kwam te Leeuwarden
waar v. Maasdijk had moeten vliegen,
't bericht van zijn dood; en reeds den
volgenden dag sloot het comité een con
tract af met Olieslagers.
Dr Offerhaus (liberaal, modern predi
kant) protesteert in de Leeuwarder Crt. in
de volgende bewoordingen tegen dit wal
gelijk bedrijf
„Na den droeven dood van Clément
van Maasdyk zullen zeer velen het
betreurd hebben, dat niet van verdere
vliegdemonstraties als publieke attrac
tie is afgezien. Want nu telkens en
telkens weer blijkt, hoe groote kans
er nog is, dat de aviateur een doode-
lyken val doet voor de oogen van het
publiek, schynt mij de tijd nog niet
gekomen van deze ernstige sport een
openbare vertooning te maken. De
ernstige aviateurs zyn kloeke man
nen, die een nieuw gebied van men-
sckeiyk kunnen betreden en met eer
bied en bewondering volgt men hen
in hun vlucht. Dat is het ook wat
velen naar de vliegdemonstraties trekt.
Maar daar is een lage kant aan deze
„zaak", juist dat er een zaak van ge
maakt wordt, waarby aandeelen zeer
voordeelig geplaatst kunnen worden
en waar men, om een zoet winstje te
halen, de schare samen roeptom
een mensch te zien vliegen om
nu ja, hem wellicht voor de oogen te
zien te pletter vallen. Denzelflen dag
dat de zoo sympathieke Van Maasdijk
verongelukte, onderhandelt men weer
met Olieslagers. Als deze straks een
doodelijken val doetdan maar weer
een derde gezocht
De lezer kent onze meening omtrent
deze exploitatie van de vliegkunst, die
niets minder is dan een overtreding van
het zesde gebod der Goddelijke 'Wet,.
Wij behoeven derhalve niet te zeggen
dat wij t met dezen inzender eens zijn.
Maar 't verzet moet, in dit siiium
althans, zoo algemeen worden da.. men
zich gaat schamen naar deze vliegkermis
te gaan zien.
VliegkermisHet woord is niet van
ons raaar van een negentien mannen uit
Leeuwarden, c. a., meest sociaal-democra
ten, die per advertentie in de Leeuwarder
Crt. protesteeren tegen „het heffen met de
eene hand van entree voor de vliegkermis",
terwijl men met de andere „gelden inza
melt voor een gedenkteeken voor Van
Maasdyk".
Goes. Het is niet zonder zorg dat men
telken jare geheele scharen onervarenen,
dikwijls zonder te weten waar ze terecht
komen, naar Den Haag en Rotterdam
ziet gaan. Weten de ouders in welke
dienstbetrekking hun dochters komen?
Hebben zy wat meer nagevraagd dan,
hoe groot het loon, en hoeveel vrij