NIEUWSBLAD
VOOR ZEELANS
No. 285. 1910,
Zaterdag 3 September
24e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
/ERSeHIJNT ZESMAAL ?ER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUÏJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1 FEUILLETON.
Keizer Frans Jozef I.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
I rys per drie maanden franco p. p» 1,25.
I nkele nummers 0,02®
UITGAVE DER 'r'IRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, Iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
Nederlands plaats in Europa.
The Spectator, het vermaarde Engelsche
weekblad, bevatte een opstel Holland's
Place in Europa, waarvan wij met genoe
gen hier eene vertaling geven.
Zonder vrees voor tegenspraak mag
men zeggen, «lat Nederland in bijna iede-
ren tak van kunst, die het menschelijk
leven siert en adelt, bijgedragen heeft tot
den geestelijken en zedelijken staat van
het menschdom, en evenveel als eenig
volk geholpen heeft aan den opbouw der
Europeesche beschaving.
Wij zijn allen gewoon, in Holland een
bolwerk te zien van maatschappelijke en
godsdienstvrijheid. Wij allen hebben de
heldengeschiedenis gelezen van Hollands
verzet tegen Philips en Alva, en het ver
haal van 't Leidsch beleg vergeten wij
evenmin als den slag bij Thermopylae.
Het Spaansche Ryk zou toch uiteen zijn
gevallen maar aan Holland was het ge
geven, den eersten en felsten slag te slaan
in dat geweldig monster. Ook kunnen wij
niet vergeten hoe toen zelfs in Engeland
dweepzucht woedde, onder de Tudors,
Holland de veilige wijkplaats werd voor
de stoere en sterke mannen die de Ame-
rikaansche republiek hebben gegrondvest.
De Hollanders zei ven hebben wijde ge
westen gekoloniseerd in het land, dat te
genwoordig de Veieenigde Staten heet:
zij hebben de grootste stad der Nieuwe
Wereld gesticht en zij hebben het zegel
hunner beschaving gedrukt op meer dan
éénen Staat der Unie. Evenzoo hebben zij
in Afrika een hecht koloniaal Kijk geves
tigd, dat gezond en krachtig is, ondanks
eenige onmisbare gebreken.
De Hollanders hebben in hunne Oost
zeker geen buitengewone menschlievend-
heid aan den dag gelegd en hun bestuur
daar kan in vele opzichten rechtmatig
worden gegispt, maar het volk in zijn ge
heel genomen maakt een wonderbaar
kloeken indruk als burgers, bestuurders
en kolonisten. Hun overzicht, hun door
zicht hun nijverheid, hun wonderlijk ver
mogen om 't zand tot goud te maken, zijn
alle eigenschappen, die hunne enge ver
wantschap toonen met de Schottenen
de flinkheid, waarmee beiden de denk
beelden der Hervorming hebben aange-
(Geboren 18 Aug. 1830.)
Keizer Frans Jozef I, die heden zijn
tachtigsten jaardag viert, is de oudste
zoon van aartshertog Frans Karei en de
Beiersche prinses Sophie. Toen hij, den
2den December 1848, door troonafstand
van zijn oom, keizer Ferdinand I, en t
vrijwillig bedanken voor de regeering
door zijn vader tot de hooge waardigheid
van monarch der Oostenrijksch-Hongaar-
sche kroon- en erflanden werd geroepen,
was hij nog maar 18 jaar. Maar men
mocht verwachting van hem hebben.
Hij had aangeboren gaven en eene wel
bestede jeugd. Hij leerde de vele talen
zijner voornaamste volken vlot spreken.
Hij had zich, onder de uitmuntende lei
ding van den bekwamen Hauslab, in de
militaire wetenschappen uitstekend voor
bereid. Yan zyne moeder had hij eene
kalme natuur en sterke zenuwen geërfd,
en als goed Habsburger was 't hem aan
geboren, op 't slagveld moed te toonen.
Hij was 17 jaar, toen hij onder den ouden
krijgsheld Kadetzki mee ten oorlog ging
„de kanonskogels sloegen voor zijne voe
ten in, maar het gevaar bracht hem niet
van zijn stuk", schreef de opperbevel
hebber over hem aan zijne moeder.
Ijveriger, werkzaam was hij van-jongs-
afaan en al vroeg had hij zich aan eene
stipte dagverdeeling gewend. Bismarck,
die hem reeds leerde kennen, toen hij
nog maar 22 jaar was, roemt zijne open
heid en zijn mooien oogopslag, zijne
waardigheid en bezonnenheid bij jeugdig
Yuur. „Indien hij geen Keizer was, zou
nomen en opgenomen, brengt hen nauw
te zamen in de samenleving der Euro
peesche volken.
Maar minder beseffen wij misschien,
hoe groot onze schuld aan Holland is
op ander terrein dan de staatkunde. In
Wetenschap, in Kunst, in Wijsbegeerte
en Recht heeft Holland de eerste Staten
der wereld op zij gestreefd. Door zijn
edelmoedig beginsel, een toevlucht te
bieden aan de slachtoffers van vervolgin
gen, heeft het zichzelf geëerd. Want zoo
werd het 't nieuwe vaderland voor Spi
noza. Het heeft een natuuronderzoeker
Boerhaave, een rechtsgeleerde als Hugo
de Groot voortgebracht, en, al had het
geen andere namen te toonen, dan deze,
onsterfelijk ware niettemin zijn roem.
Wie Rotterdam bezocht heeft, herdenkt
den grooten naam van Erasmus en de
zaal der Hoogeschool te Leiden herinnert
ons met hare portretten aan al hetgeen
dat middelpunt van geleerdheid voor de
hedendaagsche beschaving heeft gedaan.
De Nederlandsche schilderkunst erkent
alleen de Italiaansche en de Spaansche
als haar meerdereneen wat kracht, op
rechtheid, verscheidenheid betreft, staat
zij wellicht boven de Spaansche en alleen
eeD volmaakt kunstbeoordeelaar zou twee
genieën als Rembrandt enVelasquez tegen
elkaar kunnen opwegen.
In onzen tijd heeft Holland eenige bij
dragen van het hoogste belang geleverd
tot de critische godgeleerdheid en de
geschiedenis van den godsdienst van
streng orthodoxe zoowel als van vrijzin
nige zijde. Huxley heeft verklaard, dat
wijlen dr. Kuenen's „Geschiedenis van
Israël" hem een voorbeeld scheen van
historisch onderzoek.
En hier heeft men, welbeschouwd, het
kenmerk van alles wat Holland gedaan
heeft in staatkunde, godsdienst, kunst,
wetenschap, wijsbegeerte.
Dezelfde geduldige, maar diepe besliste
wilskracht die de dijken doorstak en het
land onder water zette die de verschrik
kingen droeg van een beleg huive
ringwekkend nog na drie eeuwen die
wilskracht bouwde niet slechts een groo
ten handelmaakte niet alleen van Hol
land de beurs van Europa en vormde het
ik hem voor zijne jaren wat te ernstig
vinden", zegt Bismarck, en hij voegt er
nog bij „hij is vlug van begrip. Hij
houdt er van zijne, zelfstandigheid bij
beslissingen sterk te doen uitkomen,
maar hij is nooit barsch in den vorm".
En toch, ondanks alle verwachtingen,
die men van den jongen monarch koes
terde, het ging in de eerste twaalf jaren
dan Frans Jozefs regeering den Oosten
rijkschen keizerstaat niet naar wensch,
en de Keizer was volstrekt niet alom
bemind. Hij ontving den regeerstaf in
den moeilijken revolutietijd. Hongarije
was zelfs nog in vollen opstand en moest
met geweld van wapenen, en dan helaas
met Russische hulp, bedwongen en tot
gehoorzaamheid gebracht.Militaire macht
en die alleen had het Habsburgsche Huis
kunnen redden.
Toch keerde niet al het oude terug. De
gelijl-heid der onderdanen voor de recht
bank bleef gehandhaafd, de heerendiens
ten der boeren werden niet opnieuw in
gevoerd. Ook het gildewezen werd niet
hersteld, maar de vrijheid van bedrijf in
stand gelaten. Zelfs werd de, in 1848
verleende, vrijheid van godsdienst van
Protestanten en Israëlieten niet weer in
getrokken. Er was alzoo met den nieuwen
monarch dit gewonnen, dat de weg tot
mogelijke verdere ontwikkeling der vrij
heidsbeginselen open bleef. Dubbel mis
dadig was daarom de moordaanslag van
18 Februari 1853 op den Keizer, die op
zijne ochtendwandeling door den Hon-
gaarschen kleermakersknecht Libenyi
heel ernstig aanden hals, werd verwond.
Toen in 1850 de Oostenrijksche politiek
tot een koloniseerend en groot zeevarend
volk, maar die geest doordrong ook zijn
kennis en kunst, zijn denken en streven.
Er is, in Nederland, minder geestelijk ver
nis dan in eenig ander land van Europa
er is meer degelijke en baanbrekende
beschaving van de edelste soort.
Zoo is de geschiedenis geweest, zoo is
de aard van dit merkwaardig klein volk,
dat van een vergeten hoek van Europa
een der welvarendste en meest verlichte
landen der wereld heeft gemaakt. Het is
een levensbelang voor Nederland maar
niet minder voor geheel Europa, dat het
volk in zijn geheel blijft voortbestaan!
Dat het volkomen zeker zou zijn, niette
worden aangevallen kunnen weinigen
gelooven, die de staatkunde der Duitsche
regeering kennen en die inzien hoe nuttig
de Nederlandsche zeehavens zouden kun
nen worden voor een volk, dat voor zyn
grooten en groeienden handel nauwelijks
een voldoende zeegrens heeft Het is een
bekend geheim dat Pruisen de heer-
schende macht in Duitschland sedert
de stichting van het Duitsche Rijk, wel
licht reeds sedert Bismarck in >868 aan
het bewind kwam, op Nederland een oog
heeft gehad. Doch wij gelooven in het on
verdeeld houden der kleine staten van
Europa (behalve Portugal dat zich met
Spanje behoort te vereenigen) als zijnde
het vrijst, het best geregeerd, beschaafdst
en omdat zij aan de kaart van Euiopa
die verscheidenheid geven, welke het
heeft gekenmerkt sedert de Franken den
Rijn overtrokken en die onbetwistbaar
een levenskracht is in Europa's geestelijk
bestaan.
De oorspronkelijke critiek, het oor
spronkelijkste werk van muziek, wijs
begeerte, dichtkunst, vinden wij, heden
ten dage waarschijnlijk te Stockholm,
Kopenhagen, Genève, Brussel, Amster
dam of Christiana. De bewoner van een
klein land is, ook om te reizen, verplicht,
vreemde talen te leerendaardoor ver
wijdt hij zijn gedachtenkring en versterkt
zijne beschaving. Het beste nieuwe werk
over Shakespeare komt van een Deen
ieder ontwikkeld Nederlander kent
Fransch en Engelsch, niet alleen om ge
wapend te zijn tegen bedienden en spoor.
door 't Verdrag van Olmütz over de Prui
sische zegepraalde en Oostenrijk de hege
monie in Duitschland aan zich behield,
vond de regeering te weenen geen reden
om de, aan de revolutie van 1848 toege
stane, grondwettige rechten van kracht
te laten blijven. Maar toen, eerst in
1854—'55, ter gelegenheid van den Krim-
oorlog, daarna in 1859'60, ten dage van
den oorlog met Sardinië, dat den bond
genoot Napoleon III achter zich had, de
regeering van Keizer Frans Jozef de neder
laag leed en een groot deel van haar
prestige verloor, toen werd het noodig,
weer eens met de volkswenschen reke
ning te gaan houden. Ter gelegenheid
van den Krimoorlog had Oostenrijk zich
te vroeg tegen Pusland gesteld, het
scheen den plicht der dankbaarheid aan
den Tsaar, die Hongarije had helpen
werpen, vergeten en het had zich te
laat bij de verbonden Westersche mach
ten aangesloten.
Aldus had de regeering te Weenen bij
beide partijen aan betrouwbaarheid ver
loren. In den krijg met Sardinië Frank
rijk was het Oostenrijk nog veel erger ver
gaan. Bij Montebello had het Oostenrijk
sche leger zich moeten terugtrekken uit
zijne stellingen, bij Magenta was het
verslagen, en bij Solferino, waar Frans
Jozef zelf het opperbevel voerde, leed het
nogmaals de nederlaag. Toen volgde eene
samenkomst van den Keizer met Napoleon
III te Villafranca (11 Juli 1859) en kort
daarop de vrede te Zurich, waarbij Oosten
rijk Lombardije moest afstaan (maar
Venetie) nog behield). Het was alles éene
vernedering, en toen de begrooting van
inkomsten en uitgaven de tekorten deed
zien, kreeg het crediet van den Donaustaat
beambten maar als middelen van be
schaving. Dan ook zijn de kleine landen
in den regel blijvende bewakers van de
vrijheid van gedachte, spreken en han
delen. Hoe ook beschouwd, het is noodig
dat zij als nationale eenheden^ bestaan
blijven, als vrienden van vrijheid en
wereldbeschaving, en vijanden van een
tonigheid in leven en denken.
Van deze landen is, naast Zwitserland,
geen ons meer verwant dan Holland,
met zijn groot verleden en zijn goed ge
ordende en verfijnde beschaving. Werd op
Holland gewelddadig een vreemde hand
gelegd, dan zou dit zoowel hier te lande
als in Amerika diepe verontwaardiging
wekken. Wij hebben in de zeventiende
eeuw onzen strijd tegen Holland gekend
(die niet zeer wijs of rechtvaardig was
van onzen kant) maar sinds dien hebben
wij in toenemende wederkeerige vriend
schap en achting geleefd.
En ook de steeds vermeerderende
handelsbetrekkingen vereenigen de beide
landen. Onze Amerikaansche vrienden
die de Pilgrim Fathers beschouwen als
de voornaamste, zoo niet de eenige
stichters der groote Republiek, koesteren
voor Nederland een bijzondere vereering.
Werd op Nederland een aanval gewaagd,
dan mogen wij veilig voorspellen, dat
Engeland en Amerika rekenschap zouden
vragen.
Nederland heeft daarom een belang
rijke plaats in Europa en zal deze, naar
wij vertrouwen, menschenleettijden lang
behouden. Het is een geheel op zichzelf
met een eigen leven; met grooten rijk
dom, door geduldigen ijver vergaard,
welke alsnog niet geleid heeft tot ge
meenheid of oneerlijkheid. Het had ster
ker kunnen zijn, indien de eenheid met
België was bewaard, doch daar dat niet
kon zijn, is het misschien des te vrijer
geweest in het ontwikkelen van zijn
eigen beschaving. Het volk heeft een
hoog begrip van burgerplicht en vreed
zaam handeldrijven. Pretmakers mogen
het in Holland vervelend vinden en zelfs
de welwillend gezinde opmerker zou
wenschen dat sommige dingen er anders
toegingen, maar de beschaafde Neder
lander met zijn boeken en muziek, zijn
een schok, die voor een staatsbankroet
deed vreezen.Het waren harde lessen voor
den Keizer, maar die hij zich ten nutte
maakte. Het werd hem duidelijk, dat de
financieele nood een beroep op het volk
noodzakelijk maakte.De Keizer begon zijn
tijd te begrijpen en zou zijn plicht doen
reeds in 1860 en 1861 werden de eerste
stappen gedaan op den verlaten weg der
constitutie.Het was een heel moeilijke tijd
voor de regeering. Er waren, behalve het
ontredderde financiewezen, dat dringend
hervorming behoefde, drie andere quaes-
tiën van binnenlandsche staatkunde. De
Hongaren beriepen zich op het dualistisch
karakter der monarchie sedert 1724, en
eischten de constitutie van 1818 terug.Dan
volgde de wansch der Slavische volken in
Bohemen, Galicie, MoraY'e, Krain en Dal-
matie, waar men het zwaartepunt der
wetgeving in de landdagen gelegd wilde
zien. In tegenstelling met hun wensch
liep de derde quaestie, die der minderhe
den in da genoemde landen,der Duitschers
die vrijzinniger wetgeving dan de bestaan
de verlangden, en in centralisatie van be
stuur het middel zagen om staande te
blijven tegen overweldiging door de
Slavische meerden.
Maar ook de buitenlandsche politiek had
nog twee ernstige vragen voor den boeg-
Vooreerst de moeilijke quaestie der her
vorming van den Duitschen Bond, en ten
andere de nadere regeling der Italiaan
sche aangelegenheden. Zoolang Venetië
nog Oostenrijksch bleef, kon Italië geen
vrede blijvend achten het moest tot eene
uitbarsting komen. En nu de Duitsche
Bondsquaestie Maar in 't najaar van
1862 was Bismarck in Pruisen als minister
opgetreden en diens streven naar eenheid
schilderijen en zelfs zijn uitstekenden
wijnkelder, is zoo ver van stilstand als
de bewoDer van eenig land.
Eerbied voor de eenheid en onafhan
kelijkheid van Nederland zoo besluit
de schrijver dit opstel behoort een
voorwaarde te wezen van elk algemeen
verdrag o" iedere overeenkomst, door de
Europeesche mogendheden gemaakt,
want het is duidelijk, dat een volk met
zulk een verleden en zulk een toewij
ding voor het streven naar de hoogste
beschaving, een goede toekomst te ge-
moet gaat, en ook aan de wereld in 't
algemeen veel belooft.
Nieuwerwetsch Christendom.
De Christenheid
In ouden ty d
Kwam saam tot bidden, spreken, hooren,
[zingen.
De Christenheid
Van onzen tijd
Komt saam in toon- en zangvereenigingen
Zij vindt haar Evangelium
In 't Christ'lijk Oratorium.
Geen samenkomst wil meer gelukken,
Zoo niet een zangkoor aan komt rukken.
En zoo uw arbeid slagen zal
Zorg dan voor klank- en zanggeschal
Straks zetten ze dat lokt publiek
Den heelen Bijbel op muziek
„Zoo huwt de Godsdienst met de kunst". -
't Kan zijn, maar 'k vrees,dat bij zulk paren
Geen der verbond'nen wèl zal varen.
Dat is geen huuw'lijk in Gods gunst.
Een vroomheid, die slechts bloeit bij zang
[en spel van snaren,
Dat is wel godsdient op zijn dunst
A. J. Hoogenhirk. Thimotheüs.)
Nog sterker.
Spreker
Ja vrinden, zoo 'n kameel, 't is waard
[om op te merken,
Kan zonder drinken zeven dagen werken.
Een vrouw:
Wat zou 't Mijn man, hoe raar het
[je mag klinken,
Kan zonder werken zeven dagen drinken.
(A. J. Hoogenhirk) Timotheus.
onder het Huis Hohenzollern kon geen
voortgang hebben,zoolang aan Oostenrijk
de voorrang in Duitschland bleef. Het
moest tot eene botsing komen, en mis
schien al sgoedig in 1868 deed Bismarck
het Congres te Frankfort mislukken door
Pruisen's onthouding te bewerken. Aan
Oostenrijk daardoor de nederlaag, maar
die door eene korte schijnbare glorie ge
volgd werd, als het met Pruisen optrekt
om aan Denemarken Sleeswijk-Bolstein
afhandig te maken. Dan volgt verschil in
meening over de bestemming der veiover-
de gewesten welhaast de „broederkrijg"
tusschen de beide bondgenooten, en de
noodlottige beslissing voor Oostenrijk
door den slag by Königgratz.
'Gelukkig dat 17 dagen later een ander
telegram, het telegram van Tege Toff's
schitterende schitterende overwim mg in
den slag bij Lissa, een weinig eerherstel
kwam brengen. Het zag er anders voor
Oostenrijk's prestige treurig uit. Het had
in den drang der omstandigheden Venetië
aan Napoleon III afgestaan om door diens
tusschenkomst Italië te bevredigen1), en
het had de hegemonie in Duitschland
voorgoed aan Pruisen verlgren. Het diepst
griefde den Keizer de nederlaag van zijn
machtig leger, omdat er de roem van
Oostenrijk als militaire mogendheid mee
gemoeid was.Maar met onverdroten moed
toog hij aan den arbeid om den Staat weer
op te heffen. En met het jaar 1:66 begint
eene periode van herleving, die in de
eerste plaats aan hem te danken is.
Napoleon gaf Venetië aan Italië terug.
{Slot volgt.)