NiEUWSEUD
GOB ZEELAND
No. 282.
1910.
Woensdag 31 Augustus
24e Jaargang,
6HRISTELUX-
HISTORISeH
Wed. S
DE jCNGt-VERWEST te Goes
F .-P. te Middelburg.
PRiJS DER ADVERTENTIËN
Snippers uit de oude doos.
.^$SS3BES£
/ERSeHlJNT ZESMAAL 9EU WEEK
ïEDEREN WERKDAG DES AVONDS»
ri,s pei drie maanden franco p. p. 1,2b.
nkele nummers „OjKA
cj>~
UITGAVE DTR EIRMA
;j* vm
van J—5 regels 4C cent, iedere rege! meer 8 cent
Familieberichten van S —5 regeis 50 cent, iedere rege:
meer 10 •'ent
ussa
De opgt af van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
WerkIoozenverz6l@ri3g.
Naarmate de wintermaanden naderen
met hun dreigend gebrek aan werk,
treedt ook als alle jaren de vraag naar
werkloozenverzekering weer naar voren.
Reden waarom wij er ook een en an
der van wensehen te zeggenofschoon
het slechts een herinnering zal zijn aan
hetgeen wij er reeds vroeger over schre
ven aan de hand van de groote dagbla
den, die hunne buitenlandsche bericht
gevers over deze aangelegenheid hadden
geraadpleegd.
Aan de werkloozenvereeniging liggen
twee schoone beginselen ten grondslag
namelijk het sparen en de solidariteit.
Wie op zijn verdienste overhouden
kan en dat voor een deel stort in de
werkloozen-verzekeringskas, die spaart
hierdoor voor zijn eigen ouden dag.
En wanneer hij dat in vereeniging
met anderen doet, dan steunt hij hier
mede niet alleen deze verzekeringskas,
maar helpt ook anderen door den kwa
den dag komen. Hij brengt dan mede
in toepassing het geboddraagt elkan
ders lasten.
In ons land beschouwt men deze ver
zekering als te behooren tot de taak der
vakorganisaties. Dit in tegenstelling met
de Engelsche arbeideis, die al meer van
dit denkbeeld schijnen terug te komen,
en deze taak overbrengen op uitsluitend
daartoe opgerichte vereenigingen, de zoo
genaamde friendly societies.
Nu kan werkloosheid gevolg zijn van
eigen schuld als luiheid en drankzucht
maar ook gevolg van omstandigheden
buiten iemands schuld als ziekte en
noodzakelijke afwezigheidof ook ont
staan zijn door de schuld van den persoon
die den werkman kwijt wil zijn wegens
ouderdom of andere oorzaak van onge
schiktheid.
Het bestuur van zulk een werkloozen
verzekering of ten onzent van de vak-
vereeniging, die de verzekering tegen
werkloosheid ter hand nam, heeft der-
TZ'HresEss.ïïfcssaRs:". SSSKKT-:
396
FKLTILLKTON.
DOOS
SOA LDIS.
Ellewoudsdijk.
II.
Van een geslacht dat zich van Ellewouds-
dijk noemde, vinden wij in de oude bron
nen geen gewag gemaakt. Wel hoort men,
volgens het oorkondenboek van Van den
Bergh, in 1323 reeds een Ridder Elewoud
Arnoutssonne vernoemen, maar het is
onzekei of deze Elewoud zijn naam aan
het Hellewoud heeft ontleend.
Zeker is het dat reeds vroeg de drie
ambachten in handen van de van Everin
ge's kwamen, want in 1204 gewagen de
bronnen reeds van een Henrico de Evere,
en heeft men met dezen ongetwijfeld
iemand te verstaan, van het geslacht,
dat later hier steeds leenen had.
Dat dit wel zoo zal zijn, hooren wij uit
de vele van Everinge's, te veel om hier te
noemen, men kan ze verm* ld vinden
in het vroeger door ons aangehaalde werk
van Hollestelle die later als Heeren «n
Vrouwen de ambachten onder zich gehad
hebben. Zoo wordt, om er éen te noemen,
0. a. gewag gemarkt, dat onder de vijf
nonnen, van het klooster Jeruzalembij
Bieselinge, die in 1297 naar Antwerpen ge
zonden werden om ook daar zoodanige
inrichting van hare orde te stichten,
zich eene Beatrix van Everinge bevond, te
gelijk met eene Derwiges vanBerlandia
en een Clara van Hoedekenskerke.
Het verblyf van de Heeren van Everinge
halve tot taak om te onderzoeken en te
schiften. En dit is zeer moeilijk. Er is
geen terrein waarop zoo licht simula
tie ('veinzerij) kan worden gepleegd, als
op dit
Waar dan nog als tweede moeilijk
heid bij komt dat deze verzekering eerst
dan kan beginnen te werken, wanneer
een zeker kapitaal aan premies is bij
eengebracht.
Terecht hebben dan ook verschillende
gemeentebesturen ingezien dat zij hier
de helpende hand hebben te bieden.
Zoo deden met name in onze provincie
die van Middelburg en Vlissingen.
Nu is er lang over gedelibereerd welk
stelsel het beste zal zijn.
Het best geslaagde stelsel schijnt het
G-entsche te zijn.
Dit heet zoo omdat het is ingevoerd,
eenige jaren geleden, door den gemeen
teraad van Gent. Deze heeft namelijk
een fonds ingesteld, waaruit een bijslag
wordt gegeven bij de uitkeeringen door
de vakvereenigingen bij werkloosheid
gedaan.
Voorts stelde genoemde gemeenteraad
een spaarinrichting inzoodat wie een
spaarbankboekje heeft, op hetgeen hij
by werkloosheid terughaalt, een gelde-
lijken toeslag krijgen kan, gelijk aan
die, welke de leden der vereenigingen
ontvangen op de uitkeering der vereeni-
gingskas.
Dit laatste is een mislukking gewor
den, ten gevolge van de vele misbruiken.
Dit gedeelte van het Gentsche stelsel is
dan ook haast nergens overgenomen
maar des te meer heeft men geprofiteerd
van het eerste gedeelte van dat Gent
sche stelsel, het groote voordeel waar
van hierin bestaat dat de vakvereeni
gingen zelve een scherpe controle oefe
nen op alle simulatiën en misbruiken.
De gemeente heeft dus niets meer te
doen dan de boeten der vereeniging na
te zien, en eenig geld hij te passen.
Nu worden bij dit beperkte Gentsche
stelsel alleen de georganiseerden gehol
pen, en rijst derhalve de vraag of ook
de niet-georganiseerden kunnen geholpen
worden. En hierin zou trachten het
Noorsche stelsel te voorzien, bij een wet
lag aan den rechterkant van den weg, bij-
het inkomen van 'tdorp. Het was door
grachten van de aangrenzende erven ge
scheiden,en was een oud midden-eeuwsch
kasteel, hecht en sterk, zooals het in dien
oorlogzuchtigen en woeligen tijd noodig
was.
Van de stichting er van is niets bekend,
maar zeker is dat er van den trotschen
Burcht niets is overgebleven.
In 1385 kwamen de drie ambachten,
door het overlijden van Wolfert van
Evering, bij erfopvolging aan hertog Al-
brecht van Beieren, die ze eenigen tijd
later aan Raas van Borsele verkocht.
Bij dien verkoop werd 0. a. de volgende
bepaling bedongen„Vort so is voor
at aarde, dat de Heere Raese ende syn na
comelinghen dit huys in Ellewoudsdijk in
ghereede houden sullen,om ons ende onse
nacomelinghen mede te behelpen ende
ons open huus te wesen, soo wanneer, dat
wij ofte onse nasaten te doen mogen heb
ben jegens onse vianden", d. w. z.wan
neer de hertog zich in tijd van oorlog in
Zeeland bevond hij ten allen tijde oneer
komen in het Slot zou kunnen eischen.
Nadat de heerlijkheden later in handen
van vele, opvolgende, eigenaars waren
geweest, werd in 1868 bezitter er van dhr.
J. T. Prumers Jz. te Ellewoudsdijk en
in 1881 diens schoonzoon J. O. van
Hattum, toen te Sliedrecht en later te
's Hage wonende, en aldaar overleden den
21 Oct. 1909.
Daar zooeven hoorden wij dat er te
Ellewoudsdijk ook een Kasteel stond. Op
dit Slot hielden de Heeren der plaats,
wanneer zij hier vertoefden, hun verblijf,
Het was in het midden van het oorspron
kelijke Hellewoud gelegen en kon het, bij
van >906.
Volgens dat stelsel wordt evenals vol
gens het Gentsche de bijslag gegeven
aan de werkloozenkassen der vakorga
nisaties, op voorwaarde dat ook de weri -
lieden die geen lid yan eenige organi
satie zijn of willen worden, tot deze
werkloozenkassen kunnen toetreden.'
Pe invoering van dit stelsel stuitte
echter in Noorwegen zelf op ernstig ver
zet van de zijde der vakvereenigingen.
Geen enkele vakvereeniging heeft zich
op die voorwaarde voor regeeringssteun
willen aanmelden.
De regeering zag zich hierdoor ge
noodzaakt in de wet van 19 6 een wij
ziging voor te stellen hierop neerkomen
de dat de bijslag van 25 pet der uit
keering aan de vakvereenigingen op S3
pet. werd verhoogd, op welken grond
slag nieuwe onderhandelingen met de
vakvereenigingen worden geopend.Deson
danks hield het verzet bij de vakver
eenigingen stand, en zijn slechts enkele
vereenigingen toegetreden en erkend als
rechthebbende, te rekenen van Novem
ber 1908, op de staatsuitkeering van
werkloosheid verzekering.
Ook in Den Haag heeft dat stelsel
bij den gemeenteraad, die 't in hoofd
zaak overnam, nogal tegenkanting ge
vonden.
Het is echter pas een paar jaar in wer
king. Over de resultaten kan dei halve
pas later worden geoordeeld.
Het Gentsche stelsel is zeker verre
boven het Noorsche te prefereeren. Im
mers wie niet tot eene vakorganisatie
willen toetreden, moeten dan maar eigen
erzekeringskassen zien op te richten.
30 Aug. 1910.
De wet van Houten (wet op den kin
derarbeid) heeft nu 35 jaar haar werking
gedaan en niemand is er meer die deze
wet niet toejuicht.
Kinderen beneden de 12 jaar mogen
in fabrieken of werkplaatsen geen arbeid j
verrichten.
Nu komt de wet-Talma van dat „12"
dertien maken.
Meerderen dan toen den 12 jarigen
zullen nu den 13 jarigen leeftijdsgrens
B—BHBMMBB—8MB—HBBBBMMl
gevaar, aan alle kanten spoedig bereikt
worden.
Het bestond uit een groot en sterk ge-
bouw en was opgetrokken op de grond
slagen van een nog ouderen burcht, die
waarschijnlijk in de Vlaamsche oorlogen
verwoest werd. Kan niets met zekerheid
gezegd worden omtrent deze verwoes
ting, meer zegt ons de historie van de
slooping van het tweede gebouw. Wij
hooren er ten jare 1318 van, als wij, in de
rekening van den rentmeester Vrederic
van dat jaar, het volgende lezen„item
uitgh. (uitgegeven), im den huse van El-
woudsdike tebesette, doe her Hendrik
van Everinghe Zeelandt gheruimt, welc
huys beset was, met vele goede luden tot
tijt toe, dat mynhr van Vorne metten
mannen van Zeelandt over een gedraghen
hadden en bi nieuws hen gheboden dat
men thuys vellen (afbreken) soude, op
welc huys die lieden bleven van des dins-
dachs over St. Jansdach te midsomer tot
des dinsdachs na St. Petrus en Paulus-
dach«.
eze oud Hollaudsche woorden, vreemd
klinkend in onze Zeeuwsche ooren, zul
len voor velen uwer, wel eenige toelich
ting eischen, tvelke wij u dan ook gaarne
geven willen.
Van hendrik van Everinge, den toenma
lige bezitter der heerlijkheid, hooren wij
in 1315, toen hij als getuige optrad, tus-
schen den graaf van Holland en Zeeland,
met vele edelen van het laatstgenoemd
gewest, in zake het heffen van tienden,
die, te voren in leen gehouden van het
Kapittel van St. Pieter te Utrecht, voortaan
verleid zouden worden door den graal'.
Doch korten tijd daarna, viel onze Ambs.
Heer, om welke rede* is onbekend, in on-
toejuichen.
Het kan niet anders dan goed zijn voor
onze jongens dat zij een jaar langer op
de schoolbanken zitten.
Bovendien de minister werkt hier
met uitzonderingen.
Land-, tuin- en boschbouw, veeteelt
en veenderij vallen er buiten.
Eu wie voor zijn dertiende jaar al
de klassen ioorloopen heeft, mag ook
voor zijn dertiende jaar aan't werk gezet
worden, althans wanneer er voor hem
geen gelegenheid is om overdag onderwijs
te ontvangen.
Fe wetswijziging is derhalve vooral
gemaakt voor die kinderen welke op
ambacht of fabriek te werk gesteld
worden.
En dan zal de verbodsbepaling voor
namelijk onzen meisjes ten goede komen.
Immers die hebben dan allicht een jaar
over om nuttige handwerken te leeren.
Wanneer nu in alle plaatsen, waar de
landbouw niet 't hoofdvak van bestaan
is, inrichtingen konden verrijzen, waar
onze meisjes grondig kunnen geoefend
worden in 't verstellen, het stoppen van
kousen, het zetten van een lap in pan
talon of hemd, dan zou de verbodsbe
paling vooral voor deze kinderen een
zeer goede zijde hebben.
Natuurlijk zullen er nog wel bezwaren
rijzen.
Die had men in 1875 tegen de wet van
mr. van Houten ook. Maar toen zijn ze
in den loop der jaren overwonnen.
En met een weinigje goeden wil kan
dit weer.
Er is iets stuitends in dat in de jongst
gehouden vergadering van sociaal demo
cratische predikanten de mannen van
„De Blijde Wereld" naast psalmen
Davids ook de Internationale gezongen is.
En ook dat een sociaal democratisch pre
dikant uit Zwolle in Het Volk met zekere
geestdrift gewaagt van een bezoek van
vrijzinnige en socialistische domlnee's
aan het graf van Luther,dien zij huldigden
als hunner een, als den man der Yrije
Gedachte.
Doch dergelijke zonderlingheden doet
men maar het best stilletjes te laten pas-
MlllilliN II Willi"
genade bij den graaf; men zegt, omdat
hij, zooals van de Overheidj beweerd
werd, zeer tegen zijn wettigen Heer
„ghetoernt« had; waarop hij, vergezeld
van zijne drie broeders Jan Hildebrand,
Nicolaas en Wouter, vluchtte naar „dat
soete paradys van weelde ende van payse,
naer dat goede Vlaenderen landt*, zooals
de bescheiden ons vertellen.
Drie jaren later werd zijn Slot te Elle
woulsdijk gesloopt, nadat het kort te vo
ren nog vele herstellingen had ondergaan.
Welnu, op die slooping doelt onze reke
ning
Het waren Gerard van Voorne, burggraaf
van Zeeland, en Frederic, de rentmeester,
die voor de afbreking waren overgeko
men. Zy stelden Moenen Dyntz tot opzich
ter over het werk aan. Moge nu de af
spraak met de werklieden in orde zijn
geweest, geheel anders was de uitkomst,
want na het vertrek der Heeren hadden
*>die maetselaers", voor het grootste ge
deelte „ghene voirwarde" gehouden. De
„luden* van Ellewoudsdijk waren niet
meer te bewegen de hand te slaan aan het
verblijf van hun Heer Willem, »de maet
ser" (metselaar) was bij de terugkomst
van den rentmeester zelfs voortvluchtig
hij had het land verlaten „ommedathi
thuys niet broeken en wilde
Wy vermoeden alzoo, wijl de eenvou
dige bevolking aan de order van afbreken
niet wilde voldoen, deze nog al trouw aan
Heer Hendrik gehecht was. Hoe dit zij,
men was dus wel genoodzaakt het afbre
ken met vreemdelingen te beginnen. Het
sloopen van de gebouwen, veroorzaakte
heel wat drukte en omslag.
Met drie vaartuigen werden de huis
meubelen naar Middelburg vervoerd en
SW'sSSEBSaaKSSBSK? A
seeren, en met Huygens te zeggen Wie
't schicklijkst er van zwijgt, heeft juist
genoeg gezegd.
Ook in des Heilands dagen waren er die
de graven bouwden der profeten, well;e
hun voorgeslacht had gesteenigd.
Bij de komst der Franschen in ons land
in 1795 werd het feit van den inval dezer
gewelddadigere immers ook van Her
vormde kansels verheerlijkt. Met nam!1
zekere ds Heringa dankte openlijk God dat
nu de gelegenheid zoo schoon geboden
was om aan deze menschen het Evangc-lie
te brengen.
Iedere eeuw heeft haar eigen „vreemdig-
heden".
Cholera-vaccine
In een brief van 25 Juli, van vertrouw
bare zijde uit Batavia ontvangen, komt
de vol ende mededeeling voor
„Dr Nijland heeft eergisteren gepubli
ceerd, dat het hem gelukt is een cholera
vaccine te maken en schijnt in een daar
na gehouden vergadering van medisch
autoriteiten vooruitzicht op practisch suc
ces te htbben verkregen".
De methode echter van algemeene
hygiéne en voorzichtigheid, waarmee 't
vorig jaar hier te lande de kwaal zoo
afdoend werd bestreden, lijkt ons beter.
Aldus Het Centrum.
Ons dunkt, alle geneeskundigen zullen
dit met het blad eens zijn.
Koch's tubercolinevinding ligt daar ;m-
meis nog als een waarschuwend teeken.
Toch zal 't middel ook tegen deze erns
tige ziekte mettertijd wel gevonden wor
den.
Geen ziekte of 't geneesmiddel er voor
is aanwezig.
Slechts tegen den dood is geen kruid
gewassen.
Wie redt zyn ziel van 't graf?
Vaccinedwang.
Een inzender deelt in De Rotterdam
mer mee dat van zijn zeven kinderen er
zes zijn ingeëntdoch dat de dokter zijn
zevende kind niet wil inenten uit vrees
voor ziek worden. Hij vraagtwat nu
De vaccinedwang verbiedt dat'toninge-
kwam men met allerlei breekwerktuigen
van daar terug om aan de afbraak te be
ginnen.
Slechts kort duurde de vijandige ver
houding tusschen den Landsheer en
Hendrik van Everinge, want in 1320
hoorden wij reeds van verzoening en
Hendrik beloofde zijn meester voortaan
tröuw te zullen dienen. Hij kreeg alzoo
de leenen van Everinge, Coudorpe en
Ellewoudsdijk terug, en werd het Slot
weder geheel opnieuw opgetrokken, en
toen zeker in dien trant, zooals wij het op
oude platen vinden afgebeeld, 't Schijnt
een heerlijk en trotsch gebouw te zijn
geweest, zooals men het daar ziet,
verscholen in een gordel van kwistig
boom en houtgewas; een mooie brug over
de breede Slotgracht geeft toegang tot de
ruime gebouwen.
In 1426 behield de hertog van Bourgon-
dië het kasteel en het hooge rechtsgebied
aan zich. Doch in de 16e eeuw, zoo vernie
lend voor dit oord;door watersnood en oor
logsgeweld is het langzamerhand verval
len. En te meer droeg later daartoe bij,
toen de Heeren het zelf niet meer bewoon
den toen de schoone boomgaaiden, de
lommerryke weilanden, en de rustige
stilte van het land hen niet meer konden
bekoren.
I e eigenaars vertrokken naar de steden,
en stelden hunne buitenverblijven veelal
ter beschikking van hunne rentmee tere
of wel verhuurden ze aan particulieren.
Het geheele te gronde gaan van de
prachtige huizinge hooren wij een vol
genden keer.
(Wordt vervolgd.)