.fjtarjwfwrtelittfr. Marktprijzen van Tarwe en Moei Land-, Tuinbouw enz. Nagekomen Advertentiën In Boll en Dunlop's distilleerderij aan de Baan te Rotterdam is in den afgeloopen nacht ingebroken. De inbre kers verschaften zich toegang van de zjjde der Schiedamsche Vest, drukten daur van de branderij een ruit in en verwijderden zich in den daarachter be vindenden hefboom. Door de gemaakte opening klommen zij naar binnen. Zij hebben de brandkast, die op het privé- kantoor in een afgesloten kast is ge plaatst, daaruit gesleept, voorover ge worpen en aan de achterzijde gedeelte lijk opengehakt. Door de ontstane ope ning was het den inbrekers mogelijk een in de brandkast geplaatste trom mel te bereiken, en de zich daarin be vindende papieren eruit te halen. Dit waren echter alleen familiepapieren, die zjj onder een afdakje op de plaats achter de distilleerderij gelezen, nagekeken en weggeworpen hebben, toen hun de waar deloosheid ervan gebleken was. Anders werd er niets weggehaald. Toch bevatte deze brandkast eene tamelijke waarde aan effecten en ruim duizend gulden aan bankpapier. Deze waarde was ge borgen onder in de brandkast en door dat de inbrekers de achterzijde ervan niet ver genoeg openscheurden, ontging hun dit. Uitgaande van de veronder stelling dat als er soms bij haar mocht worden ingebroken, dit in ieder geval van de zijde der Baan zou geschieden, had men sedert jaren op een plank bij den ingang naar het privékantoor op een zichtbare plaats een verzegeld en veloppe liggen, wrarvan het adres luidt „Aan heeren inbrekers. „Deze enveloppe bevat een schrijven, waarin tot die „heeren" het verzoek ge richt wordt geen schade aan te richten omdat er op het kantoor nimmer geld aanwezig is, daar dit steeds op eën bank gedeponeerd wordt. Bovendien be vat deze enveloppe twee bankbiljetten van f10 als een tegemoetkoming in de door de „heeren" gedane moeite." Ook deze enveleppe hebben de inbre kers in den afgeloopen nacht over het hoofd gezien. N. B. C. Vermoedelijk door hooibroei is gis teravond de boeronbehuizingen met ver gunningslokaal en danszaal van den tap per en lar dbouwer Asveld te Usselo verbrand. Alleen de levende have kon worden gered. Overigens ging alles ver loren. In het pand werd juist een bruiloft gevierd. Pe vlammen grepen zoo snel om zich heen, dat zelfs het aanwezige geld, ten bedrage van pl. m. f200 niet kon worden gered. Mede eingen verloren hoeden, petten en parapluies van pl. m. 100 bruilofts gasten, 50,000 kilo's hooi en een groote partij rogge. De berichten over de boschbran- den in het Noordwesten van de Ver eenigde Staten bevatten niet veel nieuws. Aardig is een verhaal uit Elk City in Washington. Pe mannen waren in de bosschen het vuur aan het bekampen toen naderde de. brand de stad. Twee honderd vrouwen vormden zich toen tot een vrijwillige brandweer. Een etmaal lang vochten zij tegen de vlammen, die hun huis en haard bedreigden. En de vrouwen bleven meester van de plaats. Te Darijs is weer een opzienba rende moord gepleegd op een vrouw van lichte zeden, Bertha, Fresnais. Zij is doodgeschoten. Een door de politie ingesteld onderzoek heeft aan het licht gebracht, dat Bertha Fresnais, die den laatsten tijd met een jongen man, bij genaamd den Bretagner, samenwoonde, in November te Asnières met een steen klopper leefde, dien zij, op een nacht, dat hij haar bedreigde, een mes in de borst stak, waardoor de man stierf. De vrouw werd voor de assisen vrijgespro ken, omdat men aannam, dat ze uit zelfverdediging gehandeld had. Het sa menleven van Bertha Fresnais met den Bretagner was al even treurig als dat met den steenklopper. Meermalen moet de man haar gewaarschuwd hebben, dat ze met hem met zou kunnen doen wat ze mei zijn voorganger gedaan had en het onderzoek van de politie heeft nog de volgende vreeselijke bijzonder heid onthuldde moordenaar van Ber tha Fresnais en drie zijner rotgenooten hebben den dag vóór den moord erom gebiljart wie hunner de vrouw zou doo- den Want in hun bogen had zij, we gens haar gedrag jegens den Bretagner, den dood verdiend. Pe man, dien de po litie nu zoekt, verloor de partij. In het gebied van den Jungfrau is gisteren de toerist Nussli uit Zurich naar beneden gevallen en omgekomen. Straatsburg heeft gisterenochtend de Zeppelin VI zien verschijnen. Het luchtschip met zijn reizigers vloog om den dons. Het onderzoek naar de verduiste ringen bij het beheer der Siberische spoorlijn heeft aan het licht gebracht dat er wel dertig millioen gulden zoek is. Er was o.a. druk gewerkt met valsche vrachtbrieven. "Verscheidene hooggeplaat ste ambtenaren zijn onmiddellijk ont slagen. De Engelsche kruiser Bedford is op de zuid-westkust van het eiland Quelpart (in Oost-Azië) aan den ingang van de Straat van Korea gestrand. 18 man zyn er bij verdronken Het schip was nog nieuw. Het werd in 1901 te water ge laten. Er is kans dat er aan het geharrewar tusschen prins Philip van Koburg en zijn gescheiden vrouw, prinses Louise van België, eindelijk een eind zal komen. De prinses heeft toegegeven, dat ze haar vroe geren man twee millioen schuldig is en de partijen zijn het eens geworden over de manier, waarop prins Philip zijn geld zal krijgen. Maar 't zal lang duren eer hij de laatste cent van de twee miljoen binnen heeft. iüaap verRoopiupn Aan het centraal bureau der Staats spoorwegen te Utrecht is aanbesteed het uitbreiden en wijzigen van het rem- mingwerk der spoorbrug over 't kanaal door Zuid Beveland te Vlake. Begroo ting f9200. Ingekomen 4 biljetten. Laagste inschrijver was de heer J. B. Koch te Hansweert voor f7987. Heden werden te Goes in het café „Boudeling", ten overstaan van notaris Pilaar, publiek verkocht: de appels en peren, wassende in verschillende boom gaarden in de gemeenten Kapelle, Kloe- tinge, 's Heer Arendskerke, Goes, Nisse en Wolphairtsdijk, voor f 3777. GEVONDEN VOORWERPEN. Aan het politiebureau alhier zijn in lichtingen te bekomen omtrent de vol gende voorwerpen 1 paardendeken, t blauwe jongensbaret, 1 lorgnet in étui, 1 katoenen zakje met 7 knotten wit katoen, 1 doublé armband, 1 paar slobkousen, 1 nikkelen armband, 1 bankbiljet van f25, 1 zwartlederen portemonnaie, 1 zilveren broche, eenige sleutels en 1 hoornenknop van een pa- rapluie. Goes, den 26 Augustus 1910. De Commissaris van Politie, A. R. HOLSHEIMER. MIDDELBURG, 25 Aug. 1910. Ter graanmarkt van heden was de aan voer redelijk. Kroonerwten 50 cent lager. Men besteedde voor jarige tarwe f 6, h f7,nieuws tarwe f7,af 7 75 per H L nieuwe rogge f 5,—- a f 6, nieuwe aorosrgerst f4 50 f. f5,~ baver f a f paardebooML' af tuisboonra f af witteboonor gelezen f s, f bruine boonen ronde f a fidem Issge f a fkroonerwten nieuwe f1450 r> f 15,50 koolzaad 17 a f 11,kerwei- za&rï f 13,25 f 13,50 per 50 E.G. Waar 't Diet bij staat is de prijs por H.L. Opgaaf van de Markizetting der Ver eenlging *Ensos' en de „Landbouw Boter f 0,63 A f 0,73 per Vs kilo. Voor partiijuliereu f 0.71. Eieren f 3,80 per iOO atnkr, Voor paiticuiieren f4 20. Veiling eieren. Op da veiling wsren kipeicr-c, 4 80 ft t Eendeneieren 1 .—ai Ganzeneieren f 1 Kelk .en t ieren f e Kieviteieren f Woensdag 24 Augustus. ANTWERPEN. T a.r w e flauw. PARIJN. Tarwe kalm. Per Aug. 27.85 fr. betaald. BERLIJN. Slot- Openings- Vorige koers. koers. slotkoers. 198.25 197.75 '97 200.7 5 200.5O 199.25 BUDA PES'". Tarwe prijshoudend NEW-YORK. De termijnmarkt van Tarwe opende prijshoudend op onveranderde noteerin- gen, fluctueerde om dezelfde redenen als te Chicago en sloot. Loco traag. 24 Aug. 23 Aug. 22 Aug. 20 Aug. VoorjaarsNo 1 Northern I2zi22 - Int2o1/4 Roode Winter 1071078/4 106V2 '°7 Aug. Sept. Dec. Mel 24 Aug. io5'/8 1 og'lB 1137,8 s3 - ic63/4 i to'/a 22 106— 1098/4 2O 1O6V4 1093/4 CHICAGO. De termijnmarkt van Tarwe opende prij houdend a Vs c- hooger, steeg ver der naar aanleiding van betere telegrammen, maar hoogere oogstramingen, alsmede oprui mingen door haussiers en verkcopen door bais siers verooi zaakten een daling. Daarna vond wedei een rijzing plaats in verband met de wit te Minneapolis, wegens kleinere aanvoeren, doordien er weinig aanbod was en er aan de Pacifickust vei betering van exportvraag 1. econ- stateerd werd Tengevolge van reallsatlën en in overeenstemming met Winnepeg liep de markt echter terug, om traag te sluiten. Aug. Sept. Dec. Mei. 24 Aug. 985/s i 027/g 108— 23 993/4 104- IO87/8 22 99 V8 103— IO73/4 20 98D,8 I2'1/g 1075/g De Anthracnose van den wijnstok in Zuid-Beveland. In bijkans alle landen, waar de wijn stok buiten en in t groot, voor de wijn produktie wordt geteeld, is tegenwooidig ■leze gevaarlijke ziekte verbreid, en in onderscheiden streken houdt zij leelijk huis. Zonder twijfel is zij van het eene land in het andere verbreid met uit be smette streken geïmporteerde wijnstok ken waarvan het hout door de anthrac nose was aangetast. In streken, waar de wijnstok wordt geteeld voor de produktie van tafeldruiven, bepaaldelijk waar dit gewas onder glas wordt geteeld, is de anthracnose minder algemeen, maar daar om niet minder schadelyk. In België ontbreekt ze niet en ook ons land is er niet meer vrij vaiIn 190: toch werd zij door mij te Aardenburg ge\ onden en dezen zomer werden mij door anthrac nose aangetaste twijgjes, bladeren en vruchten toegezonden, afkomstig van vier verschillende plaatsen op Zuid Be veland, uit de gemeenten Baarland, 's Heer Arendskerke en Kapelle. De verschijnselen der anthracnose zijn de volgendeaan de oppervlakte van alle groene plantendeelen (bladeren, ran ken, jonge scheuten, jonge vruchten), ontstaan zwart of donkerbruin gekleurde plekken, die gestadig in omvang toene- men. Langzamerhand zinkt het midden dier plekken in, terwijl de kleur witachtig begint te wordende rand der plekken zinkt niet mee in, en vormt dus weldra een dikke lijst om de zieke plek heen. Vooral de plekken op de onrijpe bessen zijn heel karakteristiekzij zijn scherp omgrensd, aanvankelijk donkerbruin, maar later licht aschgrauw, met een ver heven, donkeren rand. Van de aldus aangetaste druiven komt uit den aard der zaak niet veel terecht. De bruine plekken op de bladeren schrompelen vaak geheel in elkaar, zoodat er gaten ontstaan. Als de bladeren erg zijn aangetast, gaan zij heel vroeg dood. Wanneer de twijgen ziek worden, wan neer zij reeds wat ouder zijn, dan vindt men er bruine plekken op, die steeds dieper invreten later breken de twijgen gemakkelijk op de aangetaste plaatsen af. Jonge scheuten en ranken worden, als zij zijn aangetast, zwart en schrompelen in één zij zien er uit alsof er een vuur bij heeft gebrand, dat ze gezengd heeft. Dat de anthracnose eene gevaarlijke ziekte is, die zoowel den groei van den wijnstok belemmert als den oogst doet mislukken, behoeft na hetgeen boven om trent de verschijnselen werd meegedeeld, niet te worden gezegd. De ziekte .s in erge mate besmettelijk de ziekte Riemen kunnen worden overge bracht zoowel van andere streken met aangetaste wijnstokkenmaarzij kunnen ook van de eene plaats naar de andere overwaaien. Het is dus voor de kuituur van druiven hier te lande eene zaak van het aller hoogste belang, dat de verdere verbreiding van de anthracnose hier te lande zooveel mogelijk wordt tegengegaan. Met name voor onze Westlandsche dr ui venkui tuur zou het eene ramp kunnen wor den, als zij van deze ziekte niet verschoond bleefdaar eene vochtige atmospheer en hooge temperatuur het optreden en de verbreiding der anthracnose zeer in de hand werken, laat zich verwachten, dat zij zich juist in kassen gemakkelijk zal uitbreiden. Den Westlanders zij dus op het hart ge drukt nauwkeurig er op te letten of zich de ziekte soms ook op hunne wijnstokken mocht vertoonen laten zij, wanneer zij een geval vinden, dat hun verdacht toe- lijkt, het advies van het Instituut voor phytopathologie inwinnen. Mocht zich onverhoopt de ziekte in het Westland ver toonen, laat men dan de aangetaste wijn stokken onverbiddelijk uitroeien en ver branden. Alles moet worden gedaan om de uitbreiding der ziekte in 't Westland te voorkomen. Maar hoogstwaarschijnlijk: komt zij in dit centrum van onze druivenkultuur nog niet voor. Men zij echter waakzaam, en men voere geen wijnstokken van elders in. Op Zuid-Beveland blijkt de anthracnose onder de buitengroeiende druiven voor te komen, en misschien komt zij er wel meer voor dan men denkt. V oor die streek van ons land is de druivenkultuur wel niet van zoo groot belangmaar de Zuid-levelan - ders zullen aan het Westland een grooten dienst bewijzen, door nauwkeurig op te letten of zich de anthracnose bij hen ver toont. In alle twijfelachtige gevallen doen zij goed, het advies van het Instituut voor phytopathologie of dat van den Rijkstuin- bouwleeraar voor W. Noord-Brabant en Zeeland, den heer J. P. M. Camman te Teteringen bij Breda in te roepen. Op de vier bovengenoemde plaatsen zouden de aangetaste stokken dadelijk moeten worden afgesneden en verbrand, terwijl op de plaatsen, waar de ziekte nog verder gevonden zal worden, hetzelfde zou moeten geschieden- Door opoffering van slechts enkele stokken kan het kwaad nog in den aanvang gestuit wor den en daarmede wordt aan de uiterst belangrijke druivencultuur van het West land een zeer groote dienst bewezen. Over een'gen tijd zal door ambtenaren van den phytopathologischen dienst een nader onderzoek op Zuid-Beveland wor den ingesteld en hopen wij van harte, dat allen bereid zullen zijn hun mede werking te verleenen, om de ziekte op de hierboven aangegeven wijze te ver nietigen. Het Hoofd van den phytopatolo- gischen dienst: Prof. J. RITZEMA BOS. INGKZ -NDEA STUKKEN. Buitenverantwoordeüjkheid der Redactie. Geachte Redactie Het in uw blad no. 270 voorkomende ingezonden stuk van den heer Punt noopt mij nogmaals een beroep te doen op uwe bekende gastvrijheid voorplaat sing van het volgende Deze heer is niet dankbaar en ook niet vold«*n over mijn geschrijf ten opzichte van „Walchersch Onderlinge Hulp". Nu, dat geloof ik gaarne, want zou hij zeggen dankbaar en voldaan te zijn, hij zou het bestuur van vorenvermelde vereeniging moeten adviseeren het bijltje er bij nêer te leggen. Beter is het daarom jmet een lek schip in zee te gaan. Voor mij heb ik een artikeltje, geknipt uit een onlangs verschenen blad, van den volgenden inhoud Art. 1638y De kantonreebttr te Winschoten heeft vonnis gewezen naar aanleiding van art. 16381;' B. W., houdende de verplichting van den werkgever om voor geneeskun dige behandeling van de inwonende dienstbode te zorgen. Een landbouwer bood een dienstbode, die ongesteld was, geneeskundige behan deling van zijn huisdocter aan. Zij wilde echter een anderen docter raadplegen, die haar ook heeft behandeld en daar voor van den landbouwer f30 eischte. De kantonrechter heeft beslist, dat in dit geval de landbouwer niet verplicht is de doctersrekening te betalen, op grond dat: a. zorgdragen voor in art. 163?ij beteekent voorzien in de geneeskundige behandeling en verpleging en niet om gekeerd de inwonende arbeider op kosten van den werkgever daarin voorzietb. die werkgever alleen verplicht is voor de verpleging enz. zorg te dragen voor zoover daarin niet uit anderen hoofde is vooizien, terwijl hier de dienstbode daarin zelf voorzagc. de inwonende arbeider zich moet gedragen naar de huisorde en zich op dien grond zal dienen te onder werpen aan de behandeling .van den huisarts. De kantonrechter verklaar le den eischenden dader niet ontvankelijk. Slechts de 2 eerste alinea's hebben op de onderhavige zaak betrekking. Duidelijk is het dan dat ook buiten Walcheren rekening gehouden wordt dat de landbouwer de kosten van genees kundige behandeling voor zijn dienstbo den moet betalen, want ware de dienst bode in quaestie aansprakelijk geweest voor de kosten, de eischende medicus zou zeer zeker geen f30 hebben gerekend voor eenige weken behandeling. De heei Punt nu zegt: „Ik noemde het geen erg mooi compliment dat Op merker heeren doktoren maakte, en lk deed dit op den grond dat meer dan een hunner mij verzekerde, voor den baas geen ander tarief te zullen gebruiken als wat zij vroeger voor de dienstboden deden, en van meer dan een deed ik de ervaring op, dat zij zich daaraan ook houden." Zie, mijnheer de Redacteur, wanneer de heer Punt die zekerheid had van alle op Walcheren practiseerende artsen, dan zou ik gaarne bekennen dat mijne op merkingen wat „WalcherschOnderlinge Hulp" betreft, onjuist zijn geweest;'nu hij die zekerheid wel n'mmer zal beko men, wordt mijne in mijne vorige arti keltjes uitgedrukte meening daardoor volkomen bevestigd. Een ieder toch weet, dat een docter zijne onkostenrekening indient naar de fiancieele draagkracht zijns lastgevers en men moet als 't ware een brutale moed bezitten om hiervan het tegendeel te beweren. Heb ik in mijne vorige artikeltjes uit eengezet waarom het geen aanbeveling verdient het risico van art l638i/'B. W. onderling te dragen, ik hoop door de vol gende mededeelingen aan te toonen, dat ook art. 1638x B. W. voor eene zekere categorie van landbouwers bedenkingen heeft, wanneer het risicodragen daarvan ook onderling geschiedt. lo. In een stal viel eenigen tijd gele den plotseling de aan den zolder han gende petroleumlamp naar beneden, waardoor de in den stal aanwezige arbei der en diens vrouw brandwonden kregen. Daar bleek dat het touw, waaraan de lamp hing, door langdurig gebruik en door de inwerking van de ziel in de stal ontwikkelde dampen geheel verrot was, werden de eischen tot schadevergoeding van de beide gewonden toegewezen in verband met de financieele draagkracht van den landbouwer. De hier bedoelde landbouwer bezit weinig middelen. 2o. Teis op 31 Augustus 1909 een paard, voor een boerenwagen gespannen, op hol gegaan. De berijder P. J. Z. viel uit den wagen en overleed spoedig daarna. Een vrij aanzienlijk bedrag moestaan de nagelaten betrekkingen worden uit gekeerd, èn dit kon ook geschieden, wijl de eigenaar van den wagen vrij goed bij kas is. Waren deze 2 landbouwers overeenge komen de gevolgen van art. 1638a: ge- zamentlijk te dragen zou het niet moeilijk zijn te zeggen wie hiervan de dupe was geworden, ongeacht den aard van het ongeval en zijn gevolgen. Het onderlinge systeem op het gebied van ongevallenverzekering is gevaarlijk. Men lette maai eens op de uitkomsten verkregen door den Bond van Aannemers en die van de Smeden Nog dezer dagen las ik, dat op de te Utrecht gehouden jaarlijksche vergade ring van de Onderlinge Risico- Vereeniging uit den Ned. Slagershond, de heer "aubei, voorzifter van dezen hond, mededeelde, dat de uitkomsten over het afgeloopen jaar van gunstig warenMet inbegrip van de reserves voor de aan de Rijksverzeke ringsbank nog te betalen ongevallenkos- ten, beliepen de totale kosten 179 procent van de Rijksbankpremie. Blijft het tarief van de Rijksverzeke ringsbank onveranderd, dan brengt het belang der leden mede tegen 1 Januari 1911 naar de Rijksverzekeringsbank te gaan als premiebetaler en dan de ver eeniging te ontbinden. De voorspiegelingen, dat zij, die zich aansluiten bij eene onderlinge vereeni ging, geldelijke voordeelen zullen behalen, zijn dus voor de zooveelste maal niet bewaarheid. De deelnemers hebben zich een nadeel bezorgd van 79 procent. Zy, die bij aan sluiting bij de Rijksbank een bedrag vaü f 100 te betalen hadden, kunnen nu met f179 volstaan. Wat een groote verantwoordelijkheid laden de voorstanders van het onderlinge systeem op hunne schouders. Zij die zeggen Wij vragen slechts een voorschot premie. Wat overblijft gaat in de reserve, kas. 't Kan zijn\ dat er iets bij moet, doch als het zoo is, dan weet men dat hetntet goedkooper kan." Als er iets bij moet 1 iDe leden van de onderlinge vereeniging uit den Sla gershond betalen 79 procent meer. Noemt men dat iets? Frederik de Groote heeft eens terecht opgemerkt„Gelijk het was den indruk van den zegelring opneemt, zoo wordt het leven der menschen door voorbeelden gevormd." Zonder ook maar iets in het voordeel van het onderlinge systeem te hebben gezegd, wekt de heer Punt de landbou wers op zich aan te sluiten bij „Wal chersch Onderlinge Hulp". Is deze heer dan werkelijk zoo overtuigd van zijne eigen voortreffelijkheid dat de landbou wers hem blindelings moeten volgen Ik zal het hierbij latm. Experientia est optima rerum magistia (De ondervin ding is de beste leermeesteres). Mogen de resultaten van de onderlinge vereeniging uit den Ned. Slagershond ter waarschuwing strekken van de landbou wers, die zich door voorspiegelingen van propagandisten gouden bergen voorstellen van het onderlinge systeem. Met beleefden dank voor de plaatsing. OPMERKER. Hiermede is 't debat in ons blad ge sloten. Red. Mijnheer de Redacteur Mag ik zoo vrij zijn naar aanleiding van het ingezonden stuk van J. C. W. te M. een plaatsje in uw blad te vragen. De heer W. heeft het over de toestanden van de veldarbeiders. Ik meen dat de heer W. de toestanden slechts kent van hooren zeggen of uit brochures. In vele dingen ga ik met hem akkoord als 8-urige arbeidsdag n'et door te voeren, betere ontwikkeling voor hunne kinderen en zoo meer. Wat evenwel de loonkwestie aangaat, daarin is hij öf misleid öf sterk eenzijdig. Hij toch stelt het gemiddelde dagloon niet hooger dan'f 1 per dag. Baar krijgt men tegenwoordig geen mensch voor. Laat mij trachten een meer der waarheid getrouw beeld te geven. Vanaf Mei tot St. Maarten (11 November) bedraagt het dagloon al naar den aard van het werk f 1.25, fl.50 of 2. Maar hoeveel dagen komen er voor dat in daghuur gewerkt wordt? Bijna geen. Immers wat is het geval. Zoowat alles wat er zich toe leent, wordt in het aangenomen verricht. En dan komt men allicht van f 1.50 tot f 2. Ik weet tenminste van een man die verle den jaar per week vanaf Augustus tot December slechts een week beneden de f 10 bleef. Deze man was geheel alleen, anders is het bijna ondoenlijk te zeggen wat éen persoon verdient in het land bouwbedrijf. En in den winter? Wel dan is het daggeld fl. Maar ook dan is het grootste deel aangenomen. Daar dit even wel andersoortig werk is dan in den zomer zal het gemiddelde niet veel meer wezen dan f 1, Minder in slechts weinige geval len, daar men dan opleg vraagt. Neen het dagloon is gemiddeld korter bij f 1G0 dan bij fl. Nu nog de kwestie van vrouwenarbeid. In theorie is het zeer mooi,dat de vrouwen niet in het veld gaan, maar eilieve, dan zou ik wel eens willen weten, hoe het werk moest gedaan worden. Nu reeds zijn er tijden dat er handen te weinig zijn. De heer W. zou kunnen zeggen, neem dan meer mannen, maar weet hy niet, dat het een onmogelijkheid is in het landbouw bedrijf om in den winter aan evenveel handen werk te verschaffen ais in den zomei'. Dat laat de aard van het bedrijf nu eenmaaf niet toe. En hiermede, Mijnheer de Redacteur, dankend voor de afgestane plaatsruimte, teeken ik, S. Lange Burg B 22, Middelburg. Levering van Eciiool-, Sell rij f en Teekeabehoefen. Leveling van alle Lag- en Week- blade Plaatsing van Ad^ertentiea in alle bladen,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 3