.fjtarjwfwrtelittfr.
Marktprijzen van Tarwe en Moei
Land-, Tuinbouw enz.
Nagekomen Advertentiën
In Boll en Dunlop's distilleerderij
aan de Baan te Rotterdam is in den
afgeloopen nacht ingebroken. De inbre
kers verschaften zich toegang van de
zjjde der Schiedamsche Vest, drukten
daur van de branderij een ruit in en
verwijderden zich in den daarachter be
vindenden hefboom. Door de gemaakte
opening klommen zij naar binnen. Zij
hebben de brandkast, die op het privé-
kantoor in een afgesloten kast is ge
plaatst, daaruit gesleept, voorover ge
worpen en aan de achterzijde gedeelte
lijk opengehakt. Door de ontstane ope
ning was het den inbrekers mogelijk
een in de brandkast geplaatste trom
mel te bereiken, en de zich daarin be
vindende papieren eruit te halen. Dit
waren echter alleen familiepapieren, die
zjj onder een afdakje op de plaats achter
de distilleerderij gelezen, nagekeken en
weggeworpen hebben, toen hun de waar
deloosheid ervan gebleken was. Anders
werd er niets weggehaald. Toch bevatte
deze brandkast eene tamelijke waarde
aan effecten en ruim duizend gulden
aan bankpapier. Deze waarde was ge
borgen onder in de brandkast en door
dat de inbrekers de achterzijde ervan
niet ver genoeg openscheurden, ontging
hun dit. Uitgaande van de veronder
stelling dat als er soms bij haar mocht
worden ingebroken, dit in ieder geval
van de zijde der Baan zou geschieden,
had men sedert jaren op een plank bij
den ingang naar het privékantoor op
een zichtbare plaats een verzegeld en
veloppe liggen, wrarvan het adres luidt
„Aan heeren inbrekers.
„Deze enveloppe bevat een schrijven,
waarin tot die „heeren" het verzoek ge
richt wordt geen schade aan te richten
omdat er op het kantoor nimmer geld
aanwezig is, daar dit steeds op eën
bank gedeponeerd wordt. Bovendien be
vat deze enveloppe twee bankbiljetten
van f10 als een tegemoetkoming in de
door de „heeren" gedane moeite."
Ook deze enveleppe hebben de inbre
kers in den afgeloopen nacht over het
hoofd gezien. N. B. C.
Vermoedelijk door hooibroei is gis
teravond de boeronbehuizingen met ver
gunningslokaal en danszaal van den tap
per en lar dbouwer Asveld te Usselo
verbrand. Alleen de levende have kon
worden gered. Overigens ging alles ver
loren. In het pand werd juist een bruiloft
gevierd. Pe vlammen grepen zoo snel om
zich heen, dat zelfs het aanwezige geld,
ten bedrage van pl. m. f200 niet kon
worden gered.
Mede eingen verloren hoeden, petten
en parapluies van pl. m. 100 bruilofts
gasten, 50,000 kilo's hooi en een groote
partij rogge.
De berichten over de boschbran-
den in het Noordwesten van de Ver
eenigde Staten bevatten niet veel nieuws.
Aardig is een verhaal uit Elk City in
Washington. Pe mannen waren in de
bosschen het vuur aan het bekampen
toen naderde de. brand de stad. Twee
honderd vrouwen vormden zich toen tot
een vrijwillige brandweer. Een etmaal
lang vochten zij tegen de vlammen, die
hun huis en haard bedreigden. En de
vrouwen bleven meester van de plaats.
Te Darijs is weer een opzienba
rende moord gepleegd op een vrouw
van lichte zeden, Bertha, Fresnais. Zij
is doodgeschoten. Een door de politie
ingesteld onderzoek heeft aan het licht
gebracht, dat Bertha Fresnais, die den
laatsten tijd met een jongen man, bij
genaamd den Bretagner, samenwoonde,
in November te Asnières met een steen
klopper leefde, dien zij, op een nacht,
dat hij haar bedreigde, een mes in de
borst stak, waardoor de man stierf. De
vrouw werd voor de assisen vrijgespro
ken, omdat men aannam, dat ze uit
zelfverdediging gehandeld had. Het sa
menleven van Bertha Fresnais met den
Bretagner was al even treurig als dat
met den steenklopper. Meermalen moet
de man haar gewaarschuwd hebben,
dat ze met hem met zou kunnen doen
wat ze mei zijn voorganger gedaan had
en het onderzoek van de politie heeft
nog de volgende vreeselijke bijzonder
heid onthuldde moordenaar van Ber
tha Fresnais en drie zijner rotgenooten
hebben den dag vóór den moord erom
gebiljart wie hunner de vrouw zou doo-
den Want in hun bogen had zij, we
gens haar gedrag jegens den Bretagner,
den dood verdiend. Pe man, dien de po
litie nu zoekt, verloor de partij.
In het gebied van den Jungfrau is
gisteren de toerist Nussli uit Zurich naar
beneden gevallen en omgekomen.
Straatsburg heeft gisterenochtend
de Zeppelin VI zien verschijnen. Het
luchtschip met zijn reizigers vloog om
den dons.
Het onderzoek naar de verduiste
ringen bij het beheer der Siberische
spoorlijn heeft aan het licht gebracht dat
er wel dertig millioen gulden zoek is.
Er was o.a. druk gewerkt met valsche
vrachtbrieven. "Verscheidene hooggeplaat
ste ambtenaren zijn onmiddellijk ont
slagen.
De Engelsche kruiser Bedford is op
de zuid-westkust van het eiland Quelpart
(in Oost-Azië) aan den ingang van de
Straat van Korea gestrand. 18 man zyn
er bij verdronken Het schip was nog
nieuw. Het werd in 1901 te water ge
laten.
Er is kans dat er aan het geharrewar
tusschen prins Philip van Koburg en zijn
gescheiden vrouw, prinses Louise van
België, eindelijk een eind zal komen. De
prinses heeft toegegeven, dat ze haar vroe
geren man twee millioen schuldig is en de
partijen zijn het eens geworden over de
manier, waarop prins Philip zijn geld zal
krijgen. Maar 't zal lang duren eer hij de
laatste cent van de twee miljoen binnen
heeft.
iüaap verRoopiupn
Aan het centraal bureau der Staats
spoorwegen te Utrecht is aanbesteed
het uitbreiden en wijzigen van het rem-
mingwerk der spoorbrug over 't kanaal
door Zuid Beveland te Vlake. Begroo
ting f9200. Ingekomen 4 biljetten.
Laagste inschrijver was de heer J. B.
Koch te Hansweert voor f7987.
Heden werden te Goes in het café
„Boudeling", ten overstaan van notaris
Pilaar, publiek verkocht: de appels en
peren, wassende in verschillende boom
gaarden in de gemeenten Kapelle, Kloe-
tinge, 's Heer Arendskerke, Goes, Nisse
en Wolphairtsdijk, voor f 3777.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aan het politiebureau alhier zijn in
lichtingen te bekomen omtrent de vol
gende voorwerpen
1 paardendeken, t blauwe jongensbaret,
1 lorgnet in étui, 1 katoenen zakje met 7
knotten wit katoen, 1 doublé armband,
1 paar slobkousen, 1 nikkelen armband,
1 bankbiljet van f25, 1 zwartlederen
portemonnaie, 1 zilveren broche, eenige
sleutels en 1 hoornenknop van een pa-
rapluie.
Goes, den 26 Augustus 1910.
De Commissaris van Politie,
A. R. HOLSHEIMER.
MIDDELBURG, 25 Aug. 1910.
Ter graanmarkt van heden was de aan
voer redelijk. Kroonerwten 50 cent lager.
Men besteedde voor jarige tarwe f 6,
h f7,nieuws tarwe f7,af 7 75 per
H L nieuwe rogge f 5,—- a f 6, nieuwe
aorosrgerst f4 50 f. f5,~ baver f
a f paardebooML' af
tuisboonra f af witteboonor
gelezen f s, f bruine boonen
ronde f a fidem Issge f
a fkroonerwten nieuwe f1450 r>
f 15,50 koolzaad 17 a f 11,kerwei-
za&rï f 13,25 f 13,50 per 50 E.G.
Waar 't Diet bij staat is de prijs por H.L.
Opgaaf van de Markizetting der Ver
eenlging *Ensos' en de „Landbouw
Boter f 0,63 A f 0,73 per Vs kilo.
Voor partiijuliereu f 0.71.
Eieren f 3,80 per iOO atnkr,
Voor paiticuiieren f4 20.
Veiling eieren.
Op da veiling wsren kipeicr-c,
4 80 ft t Eendeneieren 1 .—ai
Ganzeneieren f 1 Kelk .en
t ieren f e Kieviteieren f
Woensdag 24 Augustus.
ANTWERPEN. T a.r w e flauw.
PARIJN. Tarwe kalm. Per Aug. 27.85
fr. betaald.
BERLIJN.
Slot- Openings- Vorige
koers. koers. slotkoers.
198.25 197.75 '97
200.7 5 200.5O 199.25
BUDA PES'". Tarwe prijshoudend
NEW-YORK. De termijnmarkt van Tarwe
opende prijshoudend op onveranderde noteerin-
gen, fluctueerde om dezelfde redenen als te
Chicago en sloot. Loco traag.
24 Aug. 23 Aug. 22 Aug. 20 Aug.
VoorjaarsNo 1
Northern I2zi22 - Int2o1/4
Roode Winter 1071078/4 106V2 '°7
Aug. Sept. Dec. Mel
24 Aug. io5'/8 1 og'lB 1137,8
s3 - ic63/4 i to'/a
22 106— 1098/4
2O 1O6V4 1093/4
CHICAGO. De termijnmarkt van Tarwe
opende prij houdend a Vs c- hooger, steeg ver
der naar aanleiding van betere telegrammen,
maar hoogere oogstramingen, alsmede oprui
mingen door haussiers en verkcopen door bais
siers verooi zaakten een daling. Daarna vond
wedei een rijzing plaats in verband met de wit
te Minneapolis, wegens kleinere aanvoeren,
doordien er weinig aanbod was en er aan de
Pacifickust vei betering van exportvraag 1. econ-
stateerd werd Tengevolge van reallsatlën en in
overeenstemming met Winnepeg liep de markt
echter terug, om traag te sluiten.
Aug. Sept. Dec. Mei.
24 Aug. 985/s i 027/g 108—
23 993/4 104- IO87/8
22 99 V8 103— IO73/4
20 98D,8 I2'1/g 1075/g
De Anthracnose van den wijnstok in
Zuid-Beveland.
In bijkans alle landen, waar de wijn
stok buiten en in t groot, voor de wijn
produktie wordt geteeld, is tegenwooidig
■leze gevaarlijke ziekte verbreid, en in
onderscheiden streken houdt zij leelijk
huis. Zonder twijfel is zij van het eene
land in het andere verbreid met uit be
smette streken geïmporteerde wijnstok
ken waarvan het hout door de anthrac
nose was aangetast. In streken, waar de
wijnstok wordt geteeld voor de produktie
van tafeldruiven, bepaaldelijk waar dit
gewas onder glas wordt geteeld, is de
anthracnose minder algemeen, maar daar
om niet minder schadelyk. In België
ontbreekt ze niet en ook ons land is er
niet meer vrij vaiIn 190: toch werd
zij door mij te Aardenburg ge\ onden en
dezen zomer werden mij door anthrac
nose aangetaste twijgjes, bladeren en
vruchten toegezonden, afkomstig van
vier verschillende plaatsen op Zuid Be
veland, uit de gemeenten Baarland, 's
Heer Arendskerke en Kapelle.
De verschijnselen der anthracnose zijn
de volgendeaan de oppervlakte van
alle groene plantendeelen (bladeren, ran
ken, jonge scheuten, jonge vruchten),
ontstaan zwart of donkerbruin gekleurde
plekken, die gestadig in omvang toene-
men. Langzamerhand zinkt het midden
dier plekken in, terwijl de kleur witachtig
begint te wordende rand der plekken
zinkt niet mee in, en vormt dus weldra
een dikke lijst om de zieke plek heen.
Vooral de plekken op de onrijpe bessen
zijn heel karakteristiekzij zijn scherp
omgrensd, aanvankelijk donkerbruin,
maar later licht aschgrauw, met een ver
heven, donkeren rand. Van de aldus
aangetaste druiven komt uit den aard der
zaak niet veel terecht.
De bruine plekken op de bladeren
schrompelen vaak geheel in elkaar, zoodat
er gaten ontstaan. Als de bladeren erg
zijn aangetast, gaan zij heel vroeg dood.
Wanneer de twijgen ziek worden, wan
neer zij reeds wat ouder zijn, dan vindt
men er bruine plekken op, die steeds
dieper invreten later breken de twijgen
gemakkelijk op de aangetaste plaatsen af.
Jonge scheuten en ranken worden, als
zij zijn aangetast, zwart en schrompelen
in één zij zien er uit alsof er een vuur
bij heeft gebrand, dat ze gezengd heeft.
Dat de anthracnose eene gevaarlijke
ziekte is, die zoowel den groei van den
wijnstok belemmert als den oogst doet
mislukken, behoeft na hetgeen boven om
trent de verschijnselen werd meegedeeld,
niet te worden gezegd.
De ziekte .s in erge mate besmettelijk
de ziekte Riemen kunnen worden overge
bracht zoowel van andere streken met
aangetaste wijnstokkenmaarzij kunnen
ook van de eene plaats naar de andere
overwaaien.
Het is dus voor de kuituur van druiven
hier te lande eene zaak van het aller
hoogste belang, dat de verdere verbreiding
van de anthracnose hier te lande zooveel
mogelijk wordt tegengegaan. Met name
voor onze Westlandsche dr ui venkui
tuur zou het eene ramp kunnen wor
den, als zij van deze ziekte niet verschoond
bleefdaar eene vochtige atmospheer en
hooge temperatuur het optreden en de
verbreiding der anthracnose zeer in de
hand werken, laat zich verwachten, dat
zij zich juist in kassen gemakkelijk zal
uitbreiden.
Den Westlanders zij dus op het hart ge
drukt nauwkeurig er op te letten of zich
de ziekte soms ook op hunne wijnstokken
mocht vertoonen laten zij, wanneer zij
een geval vinden, dat hun verdacht toe-
lijkt, het advies van het Instituut voor
phytopathologie inwinnen. Mocht zich
onverhoopt de ziekte in het Westland ver
toonen, laat men dan de aangetaste wijn
stokken onverbiddelijk uitroeien en ver
branden. Alles moet worden gedaan om
de uitbreiding der ziekte in 't Westland
te voorkomen.
Maar hoogstwaarschijnlijk: komt zij in
dit centrum van onze druivenkultuur nog
niet voor. Men zij echter waakzaam, en
men voere geen wijnstokken van elders in.
Op Zuid-Beveland blijkt de anthracnose
onder de buitengroeiende druiven voor te
komen, en misschien komt zij er wel meer
voor dan men denkt. V oor die streek van
ons land is de druivenkultuur wel niet van
zoo groot belangmaar de Zuid-levelan -
ders zullen aan het Westland een grooten
dienst bewijzen, door nauwkeurig op te
letten of zich de anthracnose bij hen ver
toont. In alle twijfelachtige gevallen doen
zij goed, het advies van het Instituut voor
phytopathologie of dat van den Rijkstuin-
bouwleeraar voor W. Noord-Brabant en
Zeeland, den heer J. P. M. Camman te
Teteringen bij Breda in te roepen.
Op de vier bovengenoemde plaatsen
zouden de aangetaste stokken dadelijk
moeten worden afgesneden en verbrand,
terwijl op de plaatsen, waar de ziekte nog
verder gevonden zal worden, hetzelfde
zou moeten geschieden- Door opoffering
van slechts enkele stokken kan het
kwaad nog in den aanvang gestuit wor
den en daarmede wordt aan de uiterst
belangrijke druivencultuur van het West
land een zeer groote dienst bewezen.
Over een'gen tijd zal door ambtenaren
van den phytopathologischen dienst een
nader onderzoek op Zuid-Beveland wor
den ingesteld en hopen wij van harte,
dat allen bereid zullen zijn hun mede
werking te verleenen, om de ziekte op
de hierboven aangegeven wijze te ver
nietigen.
Het Hoofd van den phytopatolo-
gischen dienst:
Prof. J. RITZEMA BOS.
INGKZ -NDEA STUKKEN.
Buitenverantwoordeüjkheid der Redactie.
Geachte Redactie
Het in uw blad no. 270 voorkomende
ingezonden stuk van den heer Punt
noopt mij nogmaals een beroep te doen
op uwe bekende gastvrijheid voorplaat
sing van het volgende
Deze heer is niet dankbaar en ook niet
vold«*n over mijn geschrijf ten opzichte
van „Walchersch Onderlinge Hulp". Nu,
dat geloof ik gaarne, want zou hij zeggen
dankbaar en voldaan te zijn, hij zou het
bestuur van vorenvermelde vereeniging
moeten adviseeren het bijltje er bij nêer
te leggen. Beter is het daarom jmet een
lek schip in zee te gaan.
Voor mij heb ik een artikeltje, geknipt
uit een onlangs verschenen blad, van den
volgenden inhoud
Art. 1638y
De kantonreebttr te Winschoten heeft
vonnis gewezen naar aanleiding van art.
16381;' B. W., houdende de verplichting
van den werkgever om voor geneeskun
dige behandeling van de inwonende
dienstbode te zorgen.
Een landbouwer bood een dienstbode,
die ongesteld was, geneeskundige behan
deling van zijn huisdocter aan. Zij wilde
echter een anderen docter raadplegen,
die haar ook heeft behandeld en daar
voor van den landbouwer f30 eischte.
De kantonrechter heeft beslist, dat in
dit geval de landbouwer niet verplicht
is de doctersrekening te betalen, op grond
dat: a. zorgdragen voor in art. 163?ij
beteekent voorzien in de geneeskundige
behandeling en verpleging en niet om
gekeerd de inwonende arbeider op kosten
van den werkgever daarin voorzietb.
die werkgever alleen verplicht is voor
de verpleging enz. zorg te dragen voor
zoover daarin niet uit anderen hoofde is
vooizien, terwijl hier de dienstbode daarin
zelf voorzagc. de inwonende arbeider
zich moet gedragen naar de huisorde en
zich op dien grond zal dienen te onder
werpen aan de behandeling .van den
huisarts.
De kantonrechter verklaar le den
eischenden dader niet ontvankelijk.
Slechts de 2 eerste alinea's hebben op
de onderhavige zaak betrekking.
Duidelijk is het dan dat ook buiten
Walcheren rekening gehouden wordt dat
de landbouwer de kosten van genees
kundige behandeling voor zijn dienstbo
den moet betalen, want ware de dienst
bode in quaestie aansprakelijk geweest
voor de kosten, de eischende medicus zou
zeer zeker geen f30 hebben gerekend
voor eenige weken behandeling.
De heei Punt nu zegt: „Ik noemde
het geen erg mooi compliment dat Op
merker heeren doktoren maakte, en lk
deed dit op den grond dat meer dan een
hunner mij verzekerde, voor den baas
geen ander tarief te zullen gebruiken
als wat zij vroeger voor de dienstboden
deden, en van meer dan een deed ik de
ervaring op, dat zij zich daaraan ook
houden."
Zie, mijnheer de Redacteur, wanneer
de heer Punt die zekerheid had van alle
op Walcheren practiseerende artsen, dan
zou ik gaarne bekennen dat mijne op
merkingen wat „WalcherschOnderlinge
Hulp" betreft, onjuist zijn geweest;'nu
hij die zekerheid wel n'mmer zal beko
men, wordt mijne in mijne vorige arti
keltjes uitgedrukte meening daardoor
volkomen bevestigd.
Een ieder toch weet, dat een docter
zijne onkostenrekening indient naar de
fiancieele draagkracht zijns lastgevers en
men moet als 't ware een brutale moed
bezitten om hiervan het tegendeel te
beweren.
Heb ik in mijne vorige artikeltjes uit
eengezet waarom het geen aanbeveling
verdient het risico van art l638i/'B. W.
onderling te dragen, ik hoop door de vol
gende mededeelingen aan te toonen, dat
ook art. 1638x B. W. voor eene zekere
categorie van landbouwers bedenkingen
heeft, wanneer het risicodragen daarvan
ook onderling geschiedt.
lo. In een stal viel eenigen tijd gele
den plotseling de aan den zolder han
gende petroleumlamp naar beneden,
waardoor de in den stal aanwezige arbei
der en diens vrouw brandwonden kregen.
Daar bleek dat het touw, waaraan de
lamp hing, door langdurig gebruik en
door de inwerking van de ziel in de stal
ontwikkelde dampen geheel verrot was,
werden de eischen tot schadevergoeding
van de beide gewonden toegewezen in
verband met de financieele draagkracht
van den landbouwer.
De hier bedoelde landbouwer bezit
weinig middelen.
2o. Teis op 31 Augustus
1909 een paard, voor een boerenwagen
gespannen, op hol gegaan. De berijder
P. J. Z. viel uit den wagen en overleed
spoedig daarna.
Een vrij aanzienlijk bedrag moestaan
de nagelaten betrekkingen worden uit
gekeerd, èn dit kon ook geschieden, wijl
de eigenaar van den wagen vrij goed bij
kas is.
Waren deze 2 landbouwers overeenge
komen de gevolgen van art. 1638a: ge-
zamentlijk te dragen zou het niet moeilijk
zijn te zeggen wie hiervan de dupe was
geworden, ongeacht den aard van het
ongeval en zijn gevolgen.
Het onderlinge systeem op het gebied
van ongevallenverzekering is gevaarlijk.
Men lette maai eens op de uitkomsten
verkregen door den Bond van Aannemers
en die van de Smeden
Nog dezer dagen las ik, dat op de te
Utrecht gehouden jaarlijksche vergade
ring van de Onderlinge Risico- Vereeniging
uit den Ned. Slagershond, de heer "aubei,
voorzifter van dezen hond, mededeelde,
dat de uitkomsten over het afgeloopen jaar
van gunstig warenMet inbegrip van de
reserves voor de aan de Rijksverzeke
ringsbank nog te betalen ongevallenkos-
ten, beliepen de totale kosten 179 procent
van de Rijksbankpremie.
Blijft het tarief van de Rijksverzeke
ringsbank onveranderd, dan brengt het
belang der leden mede tegen 1 Januari
1911 naar de Rijksverzekeringsbank te
gaan als premiebetaler en dan de ver
eeniging te ontbinden.
De voorspiegelingen, dat zij, die zich
aansluiten bij eene onderlinge vereeni
ging, geldelijke voordeelen zullen behalen,
zijn dus voor de zooveelste maal niet
bewaarheid.
De deelnemers hebben zich een nadeel
bezorgd van 79 procent. Zy, die bij aan
sluiting bij de Rijksbank een bedrag vaü
f 100 te betalen hadden, kunnen nu met
f179 volstaan.
Wat een groote verantwoordelijkheid
laden de voorstanders van het onderlinge
systeem op hunne schouders. Zij die
zeggen Wij vragen slechts een voorschot
premie. Wat overblijft gaat in de reserve,
kas. 't Kan zijn\ dat er iets bij moet, doch
als het zoo is, dan weet men dat hetntet
goedkooper kan."
Als er iets bij moet 1 iDe leden van
de onderlinge vereeniging uit den Sla
gershond betalen 79 procent meer. Noemt
men dat iets? Frederik de Groote heeft
eens terecht opgemerkt„Gelijk het was
den indruk van den zegelring opneemt,
zoo wordt het leven der menschen door
voorbeelden gevormd."
Zonder ook maar iets in het voordeel
van het onderlinge systeem te hebben
gezegd, wekt de heer Punt de landbou
wers op zich aan te sluiten bij „Wal
chersch Onderlinge Hulp". Is deze heer
dan werkelijk zoo overtuigd van zijne
eigen voortreffelijkheid dat de landbou
wers hem blindelings moeten volgen
Ik zal het hierbij latm. Experientia
est optima rerum magistia (De ondervin
ding is de beste leermeesteres).
Mogen de resultaten van de onderlinge
vereeniging uit den Ned. Slagershond ter
waarschuwing strekken van de landbou
wers, die zich door voorspiegelingen van
propagandisten gouden bergen voorstellen
van het onderlinge systeem.
Met beleefden dank voor de plaatsing.
OPMERKER.
Hiermede is 't debat in ons blad ge
sloten. Red.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik zoo vrij zijn naar aanleiding van
het ingezonden stuk van J. C. W. te M. een
plaatsje in uw blad te vragen.
De heer W. heeft het over de toestanden
van de veldarbeiders. Ik meen dat de heer
W. de toestanden slechts kent van hooren
zeggen of uit brochures. In vele dingen
ga ik met hem akkoord als 8-urige
arbeidsdag n'et door te voeren, betere
ontwikkeling voor hunne kinderen en
zoo meer. Wat evenwel de loonkwestie
aangaat, daarin is hij öf misleid öf sterk
eenzijdig. Hij toch stelt het gemiddelde
dagloon niet hooger dan'f 1 per dag. Baar
krijgt men tegenwoordig geen mensch
voor.
Laat mij trachten een meer der waarheid
getrouw beeld te geven. Vanaf Mei tot
St. Maarten (11 November) bedraagt het
dagloon al naar den aard van het werk
f 1.25, fl.50 of 2. Maar hoeveel dagen
komen er voor dat in daghuur gewerkt
wordt? Bijna geen. Immers wat is het
geval. Zoowat alles wat er zich toe leent,
wordt in het aangenomen verricht. En
dan komt men allicht van f 1.50 tot f 2.
Ik weet tenminste van een man die verle
den jaar per week vanaf Augustus tot
December slechts een week beneden de
f 10 bleef. Deze man was geheel alleen,
anders is het bijna ondoenlijk te zeggen
wat éen persoon verdient in het land
bouwbedrijf. En in den winter? Wel dan
is het daggeld fl. Maar ook dan is het
grootste deel aangenomen. Daar dit even
wel andersoortig werk is dan in den zomer
zal het gemiddelde niet veel meer wezen
dan f 1, Minder in slechts weinige geval
len, daar men dan opleg vraagt. Neen het
dagloon is gemiddeld korter bij f 1G0 dan
bij fl.
Nu nog de kwestie van vrouwenarbeid.
In theorie is het zeer mooi,dat de vrouwen
niet in het veld gaan, maar eilieve, dan
zou ik wel eens willen weten, hoe het
werk moest gedaan worden. Nu reeds zijn
er tijden dat er handen te weinig zijn. De
heer W. zou kunnen zeggen, neem dan
meer mannen, maar weet hy niet, dat het
een onmogelijkheid is in het landbouw
bedrijf om in den winter aan evenveel
handen werk te verschaffen ais in den
zomei'. Dat laat de aard van het bedrijf nu
eenmaaf niet toe. En hiermede, Mijnheer
de Redacteur, dankend voor de afgestane
plaatsruimte, teeken ik,
S.
Lange Burg B 22, Middelburg.
Levering van Eciiool-, Sell rij f en
Teekeabehoefen.
Leveling van alle Lag- en Week-
blade
Plaatsing van Ad^ertentiea in alle
bladen,