PPELS NIEUWSELAD VOOR ZEELAND, No. 276. 1910. Woensdag 24 Augustus 24e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH le koog Veertig Miljoen. X)P ke) aankomende ht 1knecht 4EI10 VERSCHIJNT ZESMAAL PER DE JON6E-VERWEST. te Goes te Middelburg. D'tfUFJ, PRIJS DER ADVERTENTIËN Snippers uit de oude doos r 'ddilburg. OOP Looppaard, GASTEL, Kade Digrenhelmer puik Zaailijn- n, bij JAN VAN elen en A. MOL, gemeten k. DOMINICUS te DRONKERS Pz ober Vrouwepolder. ienstplicht te Grijpskerke ober ASSE, Lammer^ ILBGEAAF. 1910. srd 's Maandags, van it werpen '(morgens Le Wester-Schelde. HANSWEERT. Isoorden naar Hans- 5. 12,50, nam. 3,45. Walsoorden voorm. ,58. LB., ROTTERDAM. 1910. 3rd -8 Zondags; van Middelburg 8,30 t „SCHELD E". 1910*). Zond. 28 6,30 1,—- Maan. 29 7,1,30 Dins. 30 8,1, Woen.31 8,30 2,— achter een datum is hel tweede getal is JRGZIERIKZEE. 1910. Van Zierikzee. Dins. 23 7,30 3,- Woen.24 7,30 3,- Dond.25 6,30 3- Vrjjd. 26 7,30 3,- Zater. 27 7,30 3,- Zond. 28 6,30 5,30 Maan. 29 7,30 3,- Dins. 30 7,80 3- Woen31 7,30 3- tcr-0f1)döf. 1910. 3,4.1 e\ 6,35 d) 4,10lef 7,05 a) \05 6,35 d) h) in es het vertrek van e n. Neuzen vm .8,50 ikens, Ëorsseien en hoogste 15 minuten >ot uit Neuzen ten len31 Auge. Goes. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. 1 rijs per drie maanden franco p. p. 1,22. i nkele nummers 0>(L}. UITOAVE DER FIRMA F&N VAK van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, Iedere regel meer 10 pent ü.'SËSSBZ'JHS3EHEa&3nnnBlSBS5jaaaSZatS?EBBnBRZ9HBra!Siï9i De opgt af van den spoordienst komt In dit nommer voor op de ge bruikelijke plaats. De regeering vraagt 40 miljoen voor onze kustverdediging. Natuurlijk niet om in eens te betalen. Waar zou dat geld van daan moeten komen Minister Wentholt rekent voor dat in 1911 noodig zal zjjn 3,2 miljoenin 1912 en twee volgende jaren elk 3,8 miljoen, en in 1915 tot 19311,7 miljoen per jaar. Voor de linksche pers evenals in 1905 een voorstel om er tegen te opponeeren. Toen gold het 't snelvuurgeschut, door een Rechtsch Kabinet gevraagd ten gevolge van een votum door zijn libe ralen voorganger uitgelokt toen de Ka mer nog in meerderheid vrijzinnig was. Nu geldt 't een voorstel waarin de Raad van Defensie de hand heeft gehad. Deze Raad heeft ten doel samenwer king van zee- en landmacht bij de kust verdediging te bewerken. Nu wordt 't advies van dezen Raad door den mini ster tamelijk zelfstandig gevolgd. Zij zijn het niet op alle punten eens. Wij willen echter den lezer niet ver moeien met opgaven, waarin de mini ster en de Raad van Definsie verschil len of overeenstemmen. Alleen vestigen wij er de aandacht op dat de commissie twee forten aan den mond der Wester- schelde onontbeerlijk acht,dat de minister van oordeel is dat een voldoende is. De be oordeeling aan welke zijde hier het ge lijk is, laten wjj gaarne aan deskundi gen over. Doch wij stellen daarbij voor op, dat wij, uit liefde voor onzen ge boortegrond, uit eerbied voor onze onaf hankelijkheid en 't behoud onzer natio naliteit de deskundigen die de middelen om deze te verdedigen en te bewaren aan de hand doen, op hun woord heb ben te gelooven. Wij zullen daarbij hebben af te wachten wat de minister tot staving zijner meening dat een fort aan den zuidkant der Westerschelde on- noodig is, zal aanvoeren. Opmerkelijk blijkt 't echter dat de minister op alle punten met minder kustversterking meent af te kunnen dan 390 FEUILLETON. DOOK SCALDIS. Klkerzee. III. (Slot). Die Coetaale vergadering, over het ge schil Bruijnvisch, had dan plaats te Mid delburg, welke vergadering 19 Juli be gonnen en 5 Aug. 1651 geëindigd is wrartoe twee predikanten uit elke classe afgevaardigd werden, ten overstaan van twee leden der Staten van Zeeland. Nadat beide partijen tot onderlinge bevrediging waren gebracht, werd beslo ten„dat te Elkersee het beroep zou ver nieuwd worden, en dat, bijaldien het beroep weder mocht vallen op^Adr. Bruijn visch, waardoor drie predikanten van dien naam leden der classis zouden worden, zij met hun drieën slechts twee stem men in de class, vergadering zouden mogen uitbrengenverder dat er, zoo nu als later nooit meer dan drie predi kanten Bruijnvisch, zóó na van bloed verwantschap tegelijk m de classe van Schouwen c. a. zullen mogen gepromo veerd worden, en ten slotte, dat de Bruijn- visschen, vader en beide zoons, zullen beloven voortaan in rust en vrede te leven zoo met de Cl. in 't algemeen als met derzelver leden in 't bijzonder en met al hunne collega's, en in eeuwigheid niet meer gedenken, hetgeen, te hunnen aan zien geschied is." de commissie. Dan alleen op die eene dat het fort Kijkduin bij den Helder an gepantserde koepels moet voorzien wor den om het geschut te beveiligen, het geen de commissie niet noodig acht. Afgewezen behoort te worden de door De Beukelaar geopende beschouwing als zou de minister deze kustverdediging voorstellen in verband met een aanspo ring van Keizer Wilhelmen de daar aan toegevoegde conclusie dat de mi nister v. Swinderen, door te ontkennen dat een dergelijke aansporing van Kei zer Wilhelm tot onze Koningin of wie ook gekomen is, de Volksvertegenwoor diging een rad voor de oogen heeft ge draaid. Dergelijke beschuldigingen aan 't adres van een minister der Kroon moest men niet uitspreken zonder bewijs. Maar bovendien 't is met dit voorstel der kustverdediging al precies hetzelfde als met 't snelvuurgeschut. Dit laatste werd door minister Bergansius in 't ministerie Kuyper voorgesteld, doch was afkomstig van het ministerie-Pierson. En zoo is het ook met deze voorgestelde kustverdediging. Deze is niet afkomstig van het kabinet-Heemskerk maar van het kabinet-De Meester. De Tijd herinnert er aan. In de troonrede van 17 September 1907, zoo herinnert de schrijver, onder het ministerie-De Meester, werden voorstellen tot betere voorziening in de eischen der kustverdediging" aangekondigd. De heer De Meester zou er ook mede zijn gekomen en er is alle reden, om te vermoeden, dat zij er dan niet anders zouden hebben uit gezien. Wie wil nalezen de debattf n over de instelling van een Fonds tot spoedige afwerking van de Stelling te Amsterdam, zal zien, dat volgens mededeeling van Minister van Rappard destijds met spoed aan die voorstellen werd gewerkt en dat op zijn voorstel in overweging was, zooals thans wordt oorgesteld, de kustverdedi ging over te dragen aan Marine. Bij die gelegenheid sprak ook de Minister van Financiën, de heer De Meester. Na 't denkbeeld eener leening te hebben afgewezen, zeide deze minister in het ver volg zijner rede„Maar, wanneer men de financiëele lasten verdeelt, stel bijv. over 25 jaren,en wanneer men daarbij,wat in de bedoeling der Regeering ligt, de uitgaven Na voorlezing van dit besluit en de artikelen van het verdrag, tot bevredi ging aangemaand en gelast zijnde, zich daarnaar te regelen en stiptelijk te hou den, beloofden vader en zoons zulks naar hun beste vermogen te zullen nakomend*) Nadat het beroep vernieuwd was, werd onze Adriaan dan ook werkelijk weer benoemd. Is er één pred. in de Ned. Hervormde kerk dienstbaar geweest, die bij zijn dood een veel bewogen en in den dienst der kerk, wel besteed leven achter den rng had, dan is het den 23sten leeraar van Eikerzee geweest, n.m. BERNARDUS MARTINIUS. Deze werd den 7 April 1741 te Elspeet geboren, waar zyn vader Dithmardus M., gehuwd met Hendrika Iabritius, destijds pred. was. Na zich te Deventer voorbereid en te Harderwijk gestudeerd te hebben, werd hij 5 Sept. 1763 bij de Cl. van Amsterdam tot prop. aangenomen en als zoodanig 31 Oct. d.a.v. beroepen en 15 Jan. 1764, in zijns vaders plaats bevestigd te Elspeet. Tijdens hij daar stond, deed hii eene reis naar Engeland om zijn vriend ds J. M. van Effen te Londen te bezoeken en met wien hij de Academie te Oxford bezocht. Den 12 April 1779 werd hij door Reeds in de class, vergadering van de Cl. Schouwen c.a. gehouden io Maart 1649, werd aan ds Mart. Bruijnvisch, onder het oog gebracht, dat het niet „tolerabel'' (toelaatbaar) was, dat oom, vader en zoon, tegelijk in eene gemeente (Zierikzee), welke slechts door 4 a 5 pred. be diend werd, het predikambt zouden bekleeden. voor groote schepen ten behoeve der bui- tenlandsche defensie beperkt, dan zal het beoogde doel kunnen worden bereikt door j de instelling van een fonds voor werken der kustverdediging, op dezelfde wijze ongeveer als nu gehandeld is ten aanzien van het fonds voor de Stelling van Am sterdam". Eindigende, zei de Minister van Finan ciën nog „De geachte afgevaardigde uit Ede heeft mij bepaaldelijk drie vragen gesteld. In de eerste plaats Indien het fonds voor de stelling toegestaan wordt, beschouwt de Regeering dit dan al dan niet als een maximum, dat in de eerste tientallen van jaren voor de verdediging door middel van weermiddelen kan worden gegeven, be halve natuurlijk datgene, wat thans reeds als bijv. voor geschut, uit de gewone mid delen wordt behartigd 1 „(!p die vraag antwoord ik neen! De Regeering beschouwt dit niet als een maximum. „De tweede vraag luiddeZoo ja, hoe denkt de Regeering te voorzien in de zoo noodige verbetering van de kustverdedi ging „De vraag vervalt door't gegeven ant woord op de eerste vraag. „De derde vraag wasZoo neen, zijn er dan maatregelen te wachten, om, afge scheiden van en nevens de gelden, toege staan voor de stelling van Amsterdam, binnen enkele jaren tot afdoende verbete ring van de kustverdediging te geraken „Daarop antwoord ikJa, een maat regel zal worden voorgesteld op de wijze, als ik aan de vergadering heb medege deeld". Volgens dezen schrijver moet zelfs in bovenbedoeld debat het cijfer 40 miljoen gedoemd zijn. Het kan waar zijn. Doch waar of niet waar, wanneer het landsbelang het vordert, moeten in alle partijen stemmen voor verbetering onzer landsverdediging opgaan. Alle Nederlan ders zijn dit aan hun land, aan hun lands- historie en aan hun nageslacht verplicht. Of de kustverdediging zoo moet zijn en zoo duur moet zijn als wordt voorgesteld, moet natuurlijk de volksvertegenwoordi ging beoordeelen. De geschiedenis heeft echter bewezen, de Cl. van Amsterdam beroepen tot pred. bij de Herv. gemeente te Archangel, in Rusland. Na den 7 Juni d.a.v. door de zelfde classe bevestigd, en den 4 Aug. op zijne nieuwe standplaats aangekomen te zijn, deed hij er den 5 Sept. intrede met 1 Sam. 12 23a en 24ê. Na gedurende negen jaren zijn dienst voor de buitenlandsche kooplieden aldaar, met genoegen volbracht te hebben, keerde hij met zijne vrouw H. J. Nieuwenhuis en vijf kinderen, in 1788 naar het vader land terug. Op die terugreis stierf zijne jongste dochter in het Nauw der Witte zee, en werd haar lijk, met groote scheeps- plechtigheid aldaar over boord gezet. Gedurende die reis oefende hij 's Zon dags voor de schepelingen den godsdienst uit, en voorts eiken morgen en avond door gebed. AIzoo in het Vaderland teruggekomen, was hij zonder vaste bediering en werd nu J24 Aug. 1789 te Eikerzee beroepen en i Nov. d.a.v. bevestigd door ds F. van de Kasteele van Nieuwerkerk. Van hier werd hij naar St. Maarten beroepen den 14 Aug. 1794 en trad aldaar in dienst den 7 Dec. van dat jaar. Zijn dienstwerk was aldaar evenwel van kor ten duur. Tot in de ziel verkleefd aan de wettige regeering onder het huis van Oranje, stond de Revolutie van 1795 hem zeer tegen en de altijd rondborstige ds. Martinius, deed in die dagen te Petten eene predicatie over Jes. 125—27 en te Wieringerwaard over Jes. 468 tot het einde, in welke hij zich, naar het gevoe len der omwentelingsgezinden, wat te sterk over de politiek had uitgelaten, of- dat hier een terrein is, waarop gevaar dreigt bij beknibbeling. 23 Aug. 1910. Wij vernemen dat in de socialistische pers burgemeester Gerlach van St. Joos- land als een zeer achterlijk man is voor gesteld, omdat hij te Koudekerke een demonstratie van sociaal democraten op Zondag met muziek geweigerd heeft. Indien dit zoo is, plaatsen wij gaarne onze meening daartegenover, dat burge meester Gerlach door deze weigering ge toond heeft, juist het tegendeel van achterlijk te zijn. Achterlijk zijn die oud-liberale burge meesters, welke met de gevoelens van hun gemeentenaren op 't punt van Zon dagsrust geen rekening houden, en 't gevraagde verlof wèl verleenen. Een dergelijk verolf geven dateert nog uit den „goeden" ouden tijd toen nog in de kringen onzer plaatselij ke overheden het devies gold Niemand heeft er verstand van dan wij en onze vrienden. Wjj hopen dat vooral op onze dorpen minister Heemskerk de koninklijke be noeming van steeds meerdere zoodanige burgemeesters als burgemeester Gerlach te Koudekerke zal bevorderen. Trouwens wie laatstgenoemde kent, acht hem zeer omdat hij op menig ge bied, o.a. op dat van den landbouw en in de sociale quaestie staat aan de zijde van de vooruitstrevenden, zonder prijs geving zijner antirevolutionaire begin selen. Een Engelsch studie gezelschap be zoekt dez.ir dagen ons land en nu trof het ons, te lezen dat de Zaterdagavond werd ingenomen door een lezing van Henri Polakdat de Maandag was gewijd aan onze land- en tuinbouw, maar.... „de Zondag was rustdag". Een beschamend voorbeeld voor ons. Uit Engeland moeten ze hier komen, om ons een lesje te geven in Zondags rust, merkt Friesch Dagblad terecht op. De ingezetenen van het eiland Tern ate, in den Oost Indischen Archipel hebben aan den gouverneur generaal per adres gevraagd dat 't gouvernement voor de schoon er, gelijk doorgaans, niet weinig aan zijne woorden was toegevoegd. Tengevolge hiervan werd hij van zijn dienst te St. Maarten ontzet, geraakte zelfs in criminele hechtenis, welke 15 maanden duurde, en hoewel dit toen opge heven werd, bleef hij evenwel van zijn dienst te St. Maarten ontstoken en ten jare 1800 daarvan finaal ontslagen. In dezen tijd moest ds. Martinius ont zaglijk veel lijden. Uit armoede daartoe gedreven, trok hij in 1800, in zijn 60ste jaar, voor veldprediker naar Engeland, zonder geld en zonder boeken of leerrede nen (van zijne boeken,bij toeval verstoken zijnde). Met duizende zorgen te Emmerik aangekomen, vertrok hij van daar, over Hamburg, naar Engeland, en, in Bremen geen Nederd. bijbel hebbende kuDnen be komen, gelukte het hem in eerst in Yar mouth een Nieuw-Testament te ver krijgen. In Sept. 1800 hield hij eene eerste predicatie bij de Brigade op het eiland Wight, in het kamp buiten Newport. In alle plaatsen, welke hij naar Wight doorreisde, werd hij op de kantoren aan geld geholpen, en volbracht deze reis, van St. Maarten uit, in 33 dagen. Op het laatst van 1800 werd hij, als ook zijn collega ds. Nonhebei (later als pred. te Petten overleden), met de troepen naar Ierland getransporteerd en predikte hij aldaar gedurende een half jaar, op de for ten Cove, Carleil, Camden en Sjike. In den zomer van 1801 werd hij met het krijgsvolk naar het eiland Guernsey,!n het Kanaal gezonden, en op dat eiland heeft hij in St. Sanison,een rond jaar den dienst EsssssssasaBSSHK?!:- openbare scholen aldaar voortaan geen onderwijzeressen meer benoeme, maar onderwijzers. Niet omdat de onderwijzeressen geen bekwame leerkrachten zouden zijn, maar omdat men er te kort deugd van heeft. Die menschen trouwen te spoedig, en nemen dan ontslag uit gouvernements dienst. Het zal voor de scholen wel niet voor- deelig zijn, die telkens wisselende leer krachten. De regeering zal wèl doen, hiermee rekening te houden. Misschien komt zij nog wel eens aan een berekening toe, op hoeveel meerde opleiding van onderwijzeressen komt te staan dan de opleiding van onderwjjzeis. De kat met negen staarten. In Frankrijk zint men op middelen om de doodelijke kracht te breken van de Apachen die Parijs en andere grootere steden van dat gedemoraliseerde land onveilig maken. Men dringt aan op af schaffing van de wet van 1885, waarbij aanmaak en verkoop van wapenen geheel vrij verklaard wordt. De Britsche wapenwet van 1903 luidt tenminste heel anders, en daar heeft men die griezelige apachen complotten niet. Bij laatstgenoemde wet namelijk is o.a. de verkoop van vuurwapenen aan een ieder, die niet voorzien is van een bijz - dere politie-vergunning, verboden. Maar naast deze wettelijke regeling en het optreden der uitnemende Londensche politie, danken de bewoners der Britsche hoofdstad hun zeer groote veiligheid aan de invoering van het gebruik der kat met negen staarten, waarmede de daartoe veroordeelde misdadigers, onder medisch toezicht, gekastijd worden, hetgeen blijk baar een betere uirwerking op hen heeft dan gevangenisstraffen. De Temps en andere Pransche vrijzin nige bladen, bevelen nu reeds de invoe ring in Frankrijk van deze lijfstraf aan en beroepen zich daarbij op de uitspraak van den Parijschen advocaat generaal Maxwell, die eenigen tijd geleden voor zekere gevallen delichan elijke afstraffing warm aanbeval. als veldprediker vervuld. Nadat in 1802 de vrede getroffen was, werd hij, met het krijgsvolk op een En gelsch fregat naar Holland overgevoerd, en kwam hij in Aug. van dat jaar aan den Helder. Nog in datzelfde jaar 1802 predikte hij weer in onderscheidene ge meenten, overal met liefde en medelijden ontvangen wordende. In 't voorjaar van 1803, diende 1 ij, ge durende drie maanden, als hulpprediker te Schoorl, voor ds. Blom aldaar, totdat hij den 5 Mei 18^3 beroepen werd in vas ten dienst te Blankenham en werd aldaar 12 Juni d. a. v. bevestigd. Hij hertrouwde te dier plaats met mejuffr. G. van Sichem, die hem over leefde. Den 16 Jan. 1814 vierde hij zijn 50 jarigen dienst en slechts 14 dagen later den 30 Jan. overleed hij zacht en kalm, met zijne vrouw drie voor-kinderen na latende. Van hem kan gezegd worden, dat hij in velerlei opzicht een andere Barnabas en zelfs in afkomst van priesterlijk geslacht was zoowel van vaders als van moeders zjjde. Zooals wij reeds hoorden, was zijn vader predikantook zijn grootvader en overgrootvader. Ook van moederszijde was dit het geval. Zijne moeder was eène predikantsdochteralsmede een oom van deze, haar grootvader en twee broeders en een zoon van een harer broeders, waren predikant. Waarlijk, een voorname rij van Marti- niussen en Fabritimsen, in de predikan ten-wereld. (Bevolking: in 1824 390; in 1910 555 zielen.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1