VOOR ZEELAND
Donderdag 14 juli
24e Jaargang»
HiSTORISGH
S. J. DE JONGE-V'ERWEST, te
F. P. DV.ü:J, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENT1ËN
mam'
/ERSeHlJNT ZESMAAL ?EU WEEK
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
I rijs per drie maanden franco p. p. 1,2&
I nkele nummers B OtftëA
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent
jasBEsssnr: ::!MB®EsnEH^ffi*c<^.'5E3«HS5BiagnB8SB8®B®ssiaB5a
PROVINCIALE STATEN
Zitting van Dinsdag 12 Juli 1910 ten
10 uur.
Voorzitter mr H. J. Dijckmeester, com
missaris der Koningin.
Tegenwoordig 42 leden.
De notulen der vorige vergadering wor
den goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede, dat tot voor
zitters en ondervoorzitters der afdeelin-
gen zijn benoemd van de le de heeren mr
P. Dieleman en Ysebaertvan de 2e mr C.
Lucasse en Heijsevan de ?e mr A. A. de
Veer en Dekker.
De voorzitter stelt aan de orde de benoe
ming van een lid der Eerste Kamer der
Staten-Generaal, wegens de periodieke
aftreding van den heer W. Hovy, en be
noemd tot leden van het stembureau de
heeren Tichelman, Wondergem, Vorster-
man v. Oyen en Dumoleijn.
Uitgebracht worden 42 stemmen. Op
den heer W. Hovy 27, en op de heeren mr
A. J. F. Fokker, J. H. C. Heijse en W. Baron
Roëll, resp. 1,2 en 2 stemmen en 10 blan
co, zoodat gekozen is de heer W. Hovy.
(Zoodat vermoedelijk de heer v. Dalsem
den heer Hovy heeft gestemd. Red.)
Thans komen in behandeling de ver
schillende voorstellen van Ged. Staten.
Naar aanleiding van het verzoek van
den gemeenteraad van Middelburg om
den aanleg van een verbindingsweg tus-
schen Noord Brabant en Zeeland over den
Scheldedam te willen bevorderen, stellen
zij voor, daar het onderzoek nog niet is af
geloopen, het in hunne handen te stellen
ten einde in de a. s. najaarszitting een
voorstel te doen.
Conform dit voorstel wordt besloten.
Aangehouden tot de najaarsvergadering
wordt 't voorstel tot oprichting van een
waterschap tot instandhouding van den
oever vóór de polders Noord-, Ser-lippens
en Nieuw-Othene.
Ged. Staten stellen voor tot oprichting
van een waterschap over de bedijkte gron
den in het Slaak, thans genaamd Prins
Hendrikpolder, en tot vaststelling van een
reglement voor dat waterschap. Dit water
schap wordt opgericht gemeenschappelijk
met Noord-Brabant en Zeeland.
Aangenomen.
Ged. Staten stellen voor om aan de ge
meenten Nisse en Veere een subsidie te
verleenen in de kosten van hare huishou
ding voor 1910, groot f500 en f,350.
Voorts om aan de vereeniging „De
Ambachtschool te Goes" \oor een tijd
vak 1911— 1915 een subsidie te verleenen
berekend tegen f25 per leerling en per
jaar, tot een maximum van f1600 per
jaar; aan de vereeniging „Ambachts
school voor Hulst en omstreken", voor
den tijd van 5 jaar 19111915 een
subsidie te verleenen van f25 per leer
ling en per jaar tot een maximum van
f2000; en om aan de „Ambachtsschool
te Middelburg" een subsidie te verleenen
met ingang van 1 Jan. 1911 tot een
maximum van f4000 en daardoor bun
besluit van 14 Juli 1905 te wijzigen,
dat sprebkt van f3000. Voorts om hun
besluit van 18 October 1907 tot toe
kenning van een suhsidie aan de ver
eeniging tot oprichting en instandhou
ding van een ambachtsschool te Zierik-
zee voor „f1200" met ingang van 1 Jan.
1911 te lezen „f 1600". Alles aangenomen
zonder stemming.
Ged. Staten stellen voor om aan het
bestuur der Avondvakteekenschool voor
Hulst en omstreken voor een tijdvak van
5 jaren 19111915 een subsidie te verlee
nen groot f215 per jaar.
De heer Hammacher stelt voor een
amendement op het ontwerp besluit,
n.l. om te lezen in voorwaarde a. „dooi
de gemeente Hulst, en omliggende ge
meenten en particulieren ten minste f 405
per jaar wordt bijgedragen".
Door den heer Dieleman c.s. wordt
voorgesteld dat door de gemeente Hulst en
omstreken en particulieren wordt bijge
dragen f365 per jaar.
De heer Hammacher verdedigt zijn
voorstel. Er is een verschil van f 40 met
het voorstel van den heer Dieleman.
Toch is zijn amendement aannemelijker
daar deze is gegrond op de begrooting
van 1911.
De heer Dieleman licht zijn voorstel
nader toe. De omliggende gemeenten
genieten meer van de school dan Hulst
zelf. Het is onbillijk om op Buist den druk
te leggen. Van 1906/10 bedroeg het aantal
leerlingen 256 waarvan uit 127 Hulst.Wat
de heer Hammacher voorstelt is onbil
lijk. Spr. beveelt zijn amendement met
kracht aan.
De heer De Jonge verdedigt het voor
stel van Ged. Staten, hij gelooft dat er
reden te meer is voor Hulst om iets
meer te geven, daar zij er van profiteert.
Hulst komt er verbazend goed af, zij heeft
weinig voor hare school. Goes, Ylissin-
gen en Zierikzee geven van f 1600 tot
f2000. Het is veel meer van belang voor
Hulst, dat het voorstel van Ged. Staten
wordt aangenomen.
Hel voorstel-Dieleman wordt verworpen
met 35 tegen 7 stemmen, die der heeren
Dielehian, v. Oijen, Dekker, Maarleveld,
Moerdijk, IJsebaert en Hombach.
Het amendement-Hammacher wordt
aangenomen met 26 tegen 16 stemmen.
Hierna wordt het voorstel van Ged.
Staten aangenomen.
Voorstel van Ged. Staten tot het ver
leenen van een subsidie voor de vereeni
ging ,.de Ambachtschool voor Oostburg
en Omstreken", ten behoeve van de op
te richten avondvakteekenschool te Oost
burg, ingaande met den dag waarop de
school zal worden geopend en eindigende
31 Dec. i912. een subsidie te verleenen
van f150 per jaar.
Door den heer Hammacher wordt voor
gesteld om sub a te lezen door de par
ticulieren en belangstellenden en am
bachtsschool worden bijgedragen ten
minste f250 per jaar.
Gedep. staten nemen dit amendement
over waarop dit voorstel wordt aange
nomen.
Het voorstel van Gedep. Staten om aan
de vereeniging Ambachtsschool voor N.
Beveland te Kortgene een subsidie te
verleenen van f50 per jaar, van 1 Jan.
1911 tot 31 Dec. 1913, wordt aangeno
men zonder stemming.
Aan de orde komt het voorstel van
Gedep. Staten om aan het Bestuur der
Chr. Werkliedenvereeniging te Neuzen,
ten „behoeve van zijne vakteekenschool
voor 1911 een subsidie te verleenen tot
een bedrag van f100.
De heer Giljam dringt aan op samen
smelting met de vereeniging „Handwerks
lieden". Hij vraagt of hierop is aange
drongen door Gedep. Staten, en hoever
die onderhandelingen zijn gevorderd.
De heer De Jonge antwoordt dat in
de stukken reeds staat wat de heer Giljam
vraagt; B. en W. zijn hierover gehoord
maar thans kan dit nog niet, daar er-
geen plaats is voor al de leerlingen in
één lokaal. Trouwens beide vereenigingen
hebben recht van bestaan zeggen B. en
W. van Neuzenen de subsidie wordt
slechts gegeven voor een jaar.
Hierop wordt het voorstel van Gedep.
Staten aangenomen.
Gedep. Staten stellen voor af te wijzen
het verzoek van het hoofdbestuur der
Nederlandsche Vereeniging van land- en
tuinbouwonderwijzers, om eene bijdrage
uit de Provinciale foDdsen ter verhooging
van het salaris van bedoelde onderwij
zers.
De heer Vorsterman van Oyen is tegen
dit voorstel. De leeraren genieten geen
vergoeding voor tijdverlies, hiervoor mo
gen zij zeker wel iets hebben. Er zijn
geen (onderwijzers genoeg, in het 4e
district is er maar een. In het 5e district
moet een onderwijzer les geven. Er is
geen animo, zoo als het algemeen ver
slag zegt. Er zou meer prikkel zijn als
de salarissen werden verhoogd. Er zijn
zoowel arbeiderszoons als boerenzoons
die deelnemen aan de cursussenhet zal
kosten niet f1500 of f25 0 zooals het
algemeen vei slag zegt maar f1620. Spr.
dient een amendement in om aan de
landbouwosderwijzers toe te kennen een
subsidie groot f0.15 per lesuur of f30
per persoon.
De heer Tichelman acht het gevaarlijk
dien weg op te gaan, daar nog nooit
subsidie is verleend voor onderwijzers.
De heer Blum zegt, dat het voorstel
van Ged. Staten is gebaseerd op een ver
zoek gedaan in 1906, toen een gelijk
luidend verzoek is gedaan. Toen hebben
de Staten het voorstel van Ged. Staten
aangenomen zonder stemming.
Spr. acht 't verzoek niet voor inwilli
ging vatbaar. Naar de meening van Ged.
Staten zou inwilliging van het verzoek
een uitgave vorderen van bij de f2500.
En wij weten niet waar wij de gelden
aan moeten uitkeeren. Er wordt gevraagd
geef de onderwijzers f0.25 per lesuur
meer, zonder iets meer, maar dit is niet
aannemelijk. Spr. is het eens met den
heer Tichelman dat het een gevaarlijke
weg is die men opgaat. Het is nu maai
de vraag wat onbehoorlijke vergoeding
isdat wordt niet aangetoond.
In het tweede verzoek door de ver
eeniging gedaan is niet veel met de waar
heid gerekend, zoodat het verzoek op spr.
peen goeden indruk heeft gemaakt. Het
land- en tuinbouwonderwijs wordt niet
door de provincie verwaarloosd.
De heer v. d. Putte voelt wel iets voor
het amendement van Oyen, hij kan zich
echter geheel vereenigen met het voorstel
van Ged. Staten. Het landbouwonderwijs
wordt ruim betaald vooral voor volwas
senen. Die krijgen f2 50.
De heer Vorsterman van Oyen zegt niet
overtuigd te zijn door hetgeen de heer
Blum heeft gezegd. 8 ij is het eens met
hem, dat de tweede aanvrage onjuist is,
er kan echter geen bepaalde som worden
aangewezen. Spr. heeft echter er bij ge
zegd dat één persoon nie meer zou kun
nen krijgen dan f30. Spr. handhaaft zijn
amendement in dien zin.
De heer de Veer zegt dat als de pro
vincie subsidieert aan landbouwonder-
wijzers, dat er dan altijd bepaald wordt'
dat de gemeente ook dat onderwijs sub
sidieert. Geschiedt dat niet dan kan hij
niet voor het voorstel stemmen.
De heer Dieleman zegt, dat 't voorstel
van den heer Vorsterman v. Oyen alle
bezwaren wegneemt, daar er nu slechts
in beginsel wordt uitgemaakt subsidie
te geven.
Dat de onderwijzers veel krijgen ligt
hierin, dat er nog zoo weinig onderwij
zers zijn die de acte hebben. Wanneer er
nu betere salarisregeling is zullen er
meer onderwijzers komen. De kleine
landbouwers zullen er mede geholpen
worden daar mag men wel mede rekenen.
De heer Blum handhaaft namens Ged.
Staten hun voorstel ook na de wijziging
van het voorstel-v. Oyen. Dit wordt ver
worpen met 24 tegen 18 stemmen, die
van de heeren Dieleman, Hammacher,
Erasmus, Giljam, v. Dam, Wondergem,
Vogelaar, Neeteson, v. Oeveren, Vorster
man v. Oyen, Maarleveld, Sprenger, Du
moleijn, Bolle, Heijse, v. Teylingen, Hom
bach en Hocke Hoogenboom.
Ged. Staten stellen voorle met in
gang van 1 Jan. 1912 voor rekening der
Provincie den stoombootdiensc tusschen
Schouwen, Zuid- en Noord-Beveland en
Walcheren voort te zetten2e aan Ged.
Staten op te dragen in de volgende zitting
daaromtrent een uitgewerkt voorstel te
doen. Dit voorstel wordt aangenomen
zonder stemming.
Ged. Staten stellen voor de beschikking
op het verzoek van J. Staelens, oud-werk
man aan den calamiteuzen Hoofdplaat
polder, om het daarheen te leiden,dat hem
een pensioen voor den ouden dag worde
toegekend, aan Ged. Staten over te laten.
Aangenomen zonder stemming.
Ged. Staten stellen voor af te wijzen het
verzoek van het bestuur van den calam.
polder Borssele, om vrijverklaring van
dien polder.
De heer Fokker vraagt welke redenen er
zijn om het verzoek af te wijzen, daar dit
met zoo een groote meerderheid in de
polderverg. is genoroen.üe hoofdingenieur
heeft er geen enkel bezwaar tegen. Er zijn
tal van polders die vrij zijn, waarom Bors
sele dan niet Overwegingen als „zou zij
het kunnen" mogen hier niet geilen. Spr.
dient in een amendement dat deze polder
zal worden vrijverklaard, onder voorwaar
de le, dat in de eerste 10 jaren, volgende
op de vrijverklaring aflossing van oude
schulden niet zal mogen geschieden zon
der wettige verplichting en zonder mach
tiging van Ged. Staten 2e, dat de vrijver
klaarde polder verplicht is na,te komen
alle verplichtingen door den dijkraad op
zich genomen in zake de pensioneering
van den waterbouwkundigen ambtenaar
en diens weduwe en in zake de ondersteu
ning van gewezen dijkwerkers of andere
personen; en 3e, dat aan Ged. Staten wordt
overgelaten de noodige voorschriften te
geven en de vereischte maatregelen te
nemen ter uitvoering van dat besluit.
De heer Mulder is tegen het voorstel van
Ged. Staten, waar de hoofdingenieur geen
bezwaar heeft tegen vrijverklaring, be
grijpt spr niet dat Ged. Staten een voorstel
doen om dit verzoek af te wijzen.
De heer Lucasse is dit hiermede eens.
De ingelanden verlangen die vrijverkla
ring zelfs willen zij de oeververdediging
en het onderhoud der zeewering op zich te
nemen. Het voorstel van Ged, Staten heeft
spr bevreemd. Mocht de polder de vrijver
klaring niet kunnen houden, dan kan hij
toch wel calamiteus worden. Hier is niets
tegen. Spr zal daarom stemmen voor het
voorstel-Fokker.
Den heer Dieleman heeft het verwonderd
dat de heer Fokker met een voorstel tot
vrijverklaring komt. Spr. wijst er op dat
er een zeer sterke achteruitgang is aan
den polder. Er moet gerekend worden
niet met wat eene meerderheid wil, maar
met hetgeen de deskundigen,die ons voor
lichten, er van zeggen. Doet men dit niet,
dan kan daar onberekenbaar veel schade
uit voortvloeien.
De heer de Gasembroot zegt dat Ged.
Staten geheel mede gaan met de argu
menten door den heer Dieleman aange
geven. De heer Fokker verdedigt nog
nader zijn amendement. Hij gelooft, dat
de Hoofdingeneur er zelfs geen bezwaar
inziet dat die polder wordt vrijverklaard,
dat blijkt uit zijn rapport. De heer Heyse
zegt dat de Hoofdingeneur in zijn rap
port zegt „dat de vrijverklaring aller
minst gewenscht is."
De heer Louwerse is het eens met
het voorstel van Ged. Staten, hij waar
schuwt om het voorstel Fokker niet aan
te nemen. Er is veel gevaar aan ver
bonden.
Het voorstel Fokker wordt verworpen
met 32 10 die der heeren Mulder,
Lucasse, Wondergem, Vogelaar, Fokker,
v. Oeveren, v. Oyen, Dekker, Ysebaert
en Dumoïeijn.
Hierop wordt het voorstel van Ged.
Staten aangenomen.
Ged. Staten Stellen met wijziging van
het besluit van 13 Juli 1906 tot toeken
ning van ©en subsidie aan den stoom
tramweg van Brouwershaven naar Burgh,
voor dit te verlengen tot 1 October 1912.
Voorts om aan Th. Weemaes te Clinge,
voor den tijd van drie jaar ingaande 1
Jan. 1911 voor zijn Wagen dienst tus
schen Hulst en Nieuw-Namen (gem.
Clinge) een subsidie te verleenen van
f70 per jaar. Dan om aan de gemeente
's Heer-Abtskerke een renteloos voor
schot te verleenen van ten hoogste
f3.475 voor de begrooting van den
Nieuwe of Baarsdorpsche weg.
Vervolgens de beschikking op de
adressen van de Vereeniging van Neder
landsche Loodwitfabrikanten te Rotter-
dam en van bet Bestuur der Sociaal-
technische Vereeniging van Democrati
sche Ingeneurs en Architecten te Sche-
veningen in zaken het gebruik van
loodhoudende verven bij aanbesteding
of uitvoering van werken in eigen beheer,
aan hun college over te laten. En ein
delek ons genoegen te nemen met de
vervanging van de gestelde zekerheid
van het onderhoud van den weg van
Schoondijke naar Sasput door eene in
schrijving op een der Grootboeken van
de Nederlandsche werkelijke schuld tot
een nominaal bediag van f 15000.
Alles aangenomen zonder stemming.
Ged. Staten stellen voor opening van
een crediet van ten hoogste f 3550 per jaar
voor 1911 en 1912 tot bevordering en aan
moediging van de verbetering der paar
denfokkerij in dit gewest.
De heer Hombach zegt, dat dit geld
komt aan De Maatschappij van Landbouw
nu zijn er 4 districten die daarvoor in
aanmerking komen. Men heeft gefokt
met verschillende hengsten. Er moet ge
streefd worden aan te moedigen om met
ras hengsten te kruisen. In de noordelijke
gewesten dezer Provincie worden even
eens prijzen toegekend wanneer er maar
paarden in aanmerking komen*
De heer Houterman zegt, dat het hem
voorkomt dat er aan het Zwaar Belgisch
paard de voorkeur gegeven wordt. Er ko
men veel paarden voor die in aanmer
king zouden komen voor de aanmoedi-
gings bijdragen. De landbouwers op Wal
cheren komen bijna nooit meer met hun
ne paarden ter keuring.
Hij stelt voor „dat de aanhoudingsbij -
drage worde verdeeld over de verschil
lende keuringsdistricten naar het daarin
aangegeven aantal paarden."
De heer Hombach zegt, dat de heer
Bouterman niet zal verkrijgen wat hij
wenscht, daar er uit Zeeuwsch Vlaande
ren veel meer paarden komen dan uit
Walcheren. Men geeft de gelden aan de
Maatschappij van Landbouw en die heeft
eene commissie van keuring die we moe
ten vertrouwen.
De heer Vorsterman vau Oyen toont
door cijfers aan, dat 't in de districten
zoowat gelijk is; hij keurt het amende
ment Bouterman sterk af.
De heer Fruijtier handhaaft het voor
stel van Ged. Staten. Het bezwaar geop
perd, is een bezwaar tegen het reglement
dat gemaakt is door de Maatschappij van
Landbouw. Wanneer we gevolg moeten
geven aan het verlangen van den heer
Houterman, moeten we terug naar het
reglement van 1902.
De heer Van Oeveren is het met den heer
Houterman eens dat de zware paarden bij
de commissie iets voor hebben bij de lich
tere. Maar men dient er rekening mee te
houden dat niet in alle deelen van|Zeeland
het zware paard voor het werk is te ge
bruiken. Daar zijn bijna niet anders dan
kruislingen.
De heer Louwerse acht het voor de land
bouwers in Walcheren en Noord Beve-
laDd niet doenlijk prima hengsten in te
voeren, wegens de kosten. Spr. voelt wel
wat voor hetgeen de heer Houterman
heeft gezegd, hij gelooft echter dat diens
doel bereikt is en geeft hem in overwe
ging zijn amendement in te trekken -
De heer Gerlach van St. Joosland gaat
mede met het voorstel van den heer
Houterman. De kruislingen, die men in
Walcheren vindt, schijnen wel in den
geest van de vreemde kooplieden te val
len en goed te zijndaarom w_nscht
spr. die voor den landbouw te behouden.
Ged. Staten stellen voor toekenning van
subsidie ad f200 aan de vereeniging ter
bevordering der geitenfokkerij in Zeeland.
Do heer Moerdijk zegt dat de Geiten
fokkerij vooruitgaat. H et heeft hem ver
wonderd, dat Ged. Staten inplaats van de
gevraagde f 300 voorstellen f 2< >0 te geven.
Hij doet een voorstel in dien geest, het
welk wordt aangenomen met 23 tegen 19
stemmen.Voor stemden de heeren Tichel-