NÏEBWSEIAB VOOR ZEELAND No. 239. 1910, Dinschg 12 juli 24e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- /ERSGHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE Jö^GE-VERWEST. te Goes F. P. DWJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Snippers uit de oude doos. UIT DE PERS. ftiiwatitftiML SÉLl IEDEREN WERKDAG DES AVONDU I rijs per drie maanden franco p. p. 1,2& nkele nummers D Q026. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere rege! meer 10 '•ent De Unie-Collecte. Met het oog op de collecte van 3 Augs. heeft 't bestuur van de Unie, „Een School met den Bijbel", aan de correspondenten en besturen van de Locale Comité's voor het Volkspetitionnement het volgende schrijven gericht „Mannen Broeders De twee en dertig ste Augustus-Collecte is aanstaande. Weder wordt gij geroepen tot nw heerlijke taak 1 Zoo menigmaal was dit reeds het geval. Vele zijn de moeiten en bezwaren, die ge u getroost hebt voor onze scholen. Maar rijk was ook de oogst, dien ge op uw arbeid moogt aanschouwen. Duizend scholen met den Bijbel telt ons vaderland reedsWaarlijk dat kan ons aansporen tot vernieuwden ijver. Want, dat de liefde voor het Christelijk onderwijs toenam, en de moed niet verflauwde kwam mede door uw arbeid. De Unie-Collecte toch is steeds van de hoogste beteekenis. Niet in de eerste plaats om de meer dan 25 tonnen gouds, welke zij in de verloopen dertig jaren opbrachtmaar vooral, omdat zij de geestdrift verlevendigde, de liefde aan wakkerde voor de School met den Bijbel. Daarom is uw werk van zooveel gewicht En daarom rekenen wij ook op een onver flauwde toewijding van uwe zijde. Vooral daar vele mannen, die zoo lang voor onze scholen gewerkt en gestreden hebben,ons de een na den ander beginnen te ontval len. Dat stemt weemoedigMaar ook,dat is een aansporing om met kracht en met ijver uw taak op te vatten. Een kostbaar pand laten zij u naDuizend scholen met den BijbelDe taak, die zoo lang op hunne schouders rustte, wordt een jonger ge slacht opgedragen. Zij hebben gewerkt, zoolang het voor hen dag was, in den ar beid, waartoe God hen had geroepen. Thans wordt u hun taak toebetrouwd. Wanneer wij dan ook nu weder uwe toe wijding vragen voor de aanstaande Unie- Collecte, twijfelen wij niet, of gij zult met bereidwilligheid het werk aanvaarden. God de Heere, die den arbeid voor onze scholen reeds zulke heerlijke vrnchten deed dragen, sterke u ook weder dit jaar en verblijde u door een rijken zegen, op onze twee en dertigste jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel". 11 Juli 1910. Aftredende leden der Eerste Kamer die deze week wel zullen worden herkozen zijn Voor Noord-Brabant, jhr. v. d. Does de Willebois en Merckelbach. Voor Gelderland, Baron Schimmelpen- nick v. d. Oye van Hoevelaken (voorzitter) en v. Basten Batenburg. Voor Zuid Holland, dr. Vermeulen. Voor Noord Holland v. Leeuwen en jhr. Roëll. Voor Zeeland, Hovy. 38I F KUILLBTON. DOOK SCA LDIS. OvezamleDriewegen. IV. (Slot.) Wij hoorden reeds dat ds Dammann naar Ovezande kon vertrekken mits te Oud-Vosmeer zijn opvolger in dienst was In weerwil van dit voorgeschrevene, schijnt hij toch vertrokken te zijnwant hoe onbegrijpelijk ook van de eerw. classis broeders van Z.-Beveland, hij werd reeds 24 Juni door hen als collega aangenomen. Natuurlijk waren die van Tholen over deze aanneming ten zeerste gebelgd, en 't gevolg er van was, dat deze hem geen attest van ontslag wilden geven. Volgens de voor oks liggende extracten uit beide classen is er over die zaak veel moeite ontstaan tal van, soms scherpe, missives werden over en weer gewisseld Voor Utrecht, jhr. Bosch van Draken- stein. Voor Groningen, Dojes. Voor Drenthe Pelinck. Voor Limburg, jhr. v. d. Maesen de Sombreff. Vervangen zullen worden Voor Zuid Holland, Von Fisenne en misschien baron v. Beeckeren v. Keil. Voor Noord Holland, Rahusen. Voor Friesland, misschien maar mis schien ook niet, jhr. van Beyma. Voor Overijsel, Stork. Prov. Statenverkiezingen. Hieronder volgt een vergelijkend over zicht van den stand der verschillende provinciën, waar strijd gevoerd is, vóór en na de periodieke verkiezingen. Het lijstje is ontleend aan het Huisgezin Friesland. Vóór Na. Rechterzijde 20 23 Liberalen 22 17 Socialisten 8 10 Groningen. Rechterzijde 4 5 Liberalen 37 36 Socialisten 4 4 0 v e r ij s e 1. Rechterzijde 25 27 Liberalen 20 16 Socialisten 2 4 Gelderland. Rechterzijde 37 40 Linkerzijde 25 22 Utre c h t. Rechterzijde 32 32 Linkerzijde 9 9 Noord - Holland. Rechterzijde 26 26 Liberalen 42 36 Vrijz.-dem. 5 7 Socialisten 4 8 Zuid-Holland. Rechterzijde 51 55 Linkerzijde 31 27 Zeel and. Rechterzijde 24 26 Linkerzijde 18 15 1 De Borromeo-quaestie beëindigd. De Staatscourant bevat het volgende bericht De zaakgelastigde van den Heiligen Stoel te 's-Gravenhage heeft deD 6den dezer in opdracht van den kardinaal staatssecretaris uit naam van Z. H. den Paus aan den minister van buitenland- sche zaken medegedeeld, met verzoek zulks ter hooge kennis van H. M. de Koningin te brengen, dat Z. H. met ho—awHE—aa—11 iijff biwi i'i 111 ii'BMaaaaiiAc'.iiiyTTrm??-^ doch na veel gehaspel kwam men einde lijk tot wederzij dsche vereffening, en werd hem eerst 27 Maart 1597 de zoo lang be geerde eervolle attestatie uitgereikt. En hiermede was deze voor alle partijen on verkwikkelijke affaire van de baan. Maar wat gebeurt Ds Dammann werd van hier naar Ter Neuzen beroepen 6 Oct. L603 en had te dezer plaatse precies het zelfde plaats. Die van Ovezande wilden nu op hun beurt hun leeraar niet loslaten. Wel werden herhaaldelijk door de roe pende gemeente, zelfs met tusschenkomst van de Walchersche classis, pogingen aangewend, doch door de halsstarrigheid der Ovezandenaars steeds vruchteloos. De 01 van Walcheren berustte eindelijk in het vaste besluit van Dammann's paro chianen. Met beter resultaat en met onmiddellijk ontslag zelfs slaagde men om hem te Niewwerkerk in Duiveland in dienst te doen komen. Den 12 Maart 1609 werd hij aldaar beroepen, kreeg onmiddellijk te Ovezande zijn ontslag en reeds den 5 April trad hij leedwezen vernomen heeft de onjuiste - uitlegging, in Nederland van de ency cliek „editae saepe" betreffende St. Ca- rolus Borromaeus gegeven, en dat hij, smartelijk aangedaan door de gedachte, dat door deze uitlegging eenige woorden der encycliek H. M. pijnlijk zouden heb ben kunnen treffen, er prgs op stelt H. M. te verzoeken, dat Z. H. met de boven bedoelde woorden geenszins gedoeld heeft op de vorsten uit het Huis van Oranje-Nassau, noch op de voorouders der niet-katholieke onderdanen van Hare Majesteit. Laten nu zij, die in edele verontwaardi ging Rome te lijf gingen, zich eens afvra gen,of zij niet verplicht zijn deze gemoeds stemming nog een wijle te bewaren, met name tot weerspreking van de erger dan ongezonde theorieën der sociaal democra tische dominee's, die Zondag aan Zondag van den kansel de goe gemeente steenen voor brood toedienen,en de nagedachtenis onzer 16e eeuwsche Hervormers nog meer lasteren dan onbedoeld door den Paus ge schied is. Gepast geschenk. In de dagen, toen de burgemeesters nog schouten werden genoemd, huwde op zeker dorp de heer van het dorpskasteel, graaf van ouden huize. Hij noodigde veie aanzienlijke gasten ter bruiloftook den dorpssehout, 'n een voudig maar Christelijk man, die het har telijk met den dorpoheer meende Nadat de aanzienlijke heeren en dames hun kostbare geschenken, goud en zilver en edelsteenen hadden overhandigd,bracht ook de schout zijn geschenk. Het bestond slechts uit een klein doosje, hetwelk hij den jongen Graaf overhandig de met de volgende woo.den„Mijn over leden grootvader heeft eens de Hollanders gediend, en mij dit aandenken nagelaten. Dat geef ik u, geliefde heer, op uw feest dag En de barmhartige God moge u wijs heid geven Toen nu de Graaf het doosje opende, vond hij er een zilveren munt in, die de Hollanders eens hadden laten slaan ter gedachtenis aan den vrede met Enge land. Op de eene zijde stond een juk ossen afgebeeld met dit opschrift„Samen zijn wij steik" op de andere zijde een paar aarden potten, die in de zee drijven, waar omheen stond„Tegen elkander slaan wij aan scherven". Zinnebeeld van diepe beteekenis, zegt De Botter dammer. En wij mogen wel z "ggen, op ieder ge bied. Ook op staatkundig gebied. Wat vermocht vroeger 't Christelijk' volksdeel in Nederland tegen het Libera lisme? Jarenlang lag het in" zijn schande ter aarde. En r, liberalisme vertrad het, of zoog het uit. lt,'VIHIfllllllllHH aan li1' 1I1 NL. op zijne nieuwe standplaats in dienst. Vandaar vertrok hij in 1619 naar Brielle en overleed aldaar twee jaren later. En nu willen wij nog even onze aan dacht vestigen op een der dienaren van Ovezande, die, 'n man van uitgebreide kennis en jong gestorven, reeds vóór zijn komst alhier een veel bewogen leven achter zich had. Wij bedoelen JOHANNES HENRICUS CONRADI. Deze werd geboren uit een aanzienlijk geslacht te Her born, een stad in het Vor stendom Nassau-Dillenburg den 1 Febr. 1741. Hij studeerde in zijn vaderland, geduren de 5 jaren, theologie. Doordrongen van de begeerte om vreemde landen te doorreizen, waartoe hij de Fransche en Italiaansche talen had aangeleerd, verliet hij de Godg. studie, vertrok naar Keulen en werd daar secretaris van den gezant des konings van Pruisen. Doch hij vertoefde aldaar niet lang, als liever nog meer van de wereld willende zien. Hij kwam in Z. Holland, om, na De minderheden werden onderdrukt, omdat zij, naar Kappeyne's vermetel zeg gen, de zalf des apothekers deden stinken. En inmiddels wantrouwden vooral de beide Chr. Protestantsche partijen elkaar. De Chr. historischen steunden 't Libera lisme, dat den antirevolutionairen broeder vertrad. Thans, dank zij de steeds hechter ge worden coalitie, ligt het Liberalisme ver slagen. En niet in de eeiste plaats om zelf de macht te hebben, maar om te be letten, dat het Liberalisme ooit weer in de macht komt, blijft de coalitie bijeen, op haar post, waakzaam, met wederzijdsch vertrouwen, onder de leus „Samen sterk", „Verdeeld in scherven". Grappig. Onder dit opschrift heeft De Ned. een stuksken, waarin de altijdgrappige heer Boodhuyzen op grappige wijze er tusschen genomen wordt, zóó dat hij 't er voor- loopig mee kan doen. De grappige heer Roodhuyzen heeft uitgevonden dat wij den eenen dag schreven, dat de samenwerking met Rome niet voortvloeit uit een gemeen schappelijk beginsel, en een paar dagen later, „dat wij met de Roomsch- Katholieken zeer gewichtige beginselen gemeen hebben." En met dit terugvin den van 't gemeenschappelijke beginsel feliciteert hij ons, in zijn weexblad D e Vaderlander. Wij zijn den heer Roodhuyzen erken telijk voor de belangstelling. Op onze beurt zeggen wij De samen- werkring van de liberalen met de soci - aaldemocraten vloeit niet voort uit een gemeenschappelijk beginsel zoo zeg gen zij altijd zelf. O neen, de liberalen hebben een eigen beginsel, en natuur lijk de socialisten ookMaar bij de stembus gaat de heer Roodhuijzen naar Rotterdam en spreekt heel een avond vol over de beginselen die liberalen en socialisten gemeen hebben, en waarom de eeisten op de laatsten moeten stem men. Grappige coïncidentie toch, gelijk alles aan en om den heer Roodhuyzen grappig is Enka's ontslag. Het Chr. Schoolblad zegt naar aanlei ding van het vonnis der Commissie van Beroep dat dit op zuizer jurilische gron den heeft verklaard dat het ontslag van Enka geen effect kaD hebben. Daarmede heeft zij volstrekt niet'uit- gesproken, dat eene onderwijzeres van de kracht en de beginselen van mej. v. d. Vlies juist op hare plaats is in eene Christelijke school in het algemeen of aldaar eenige jaren het opzicht over jonge heeren gehad te hebben, weder naar Duitschland terug te keeren, met het doel om aldaar gouverneur van een of ander Vorst of Graaf te worden, ten einde alzoo eenig aanzienlijk ambt te bekomen. Of hem dit gelukte, blijkt ons niet, maar later ontmoeten wij hem als gou verneur van twee jonge heeren om die voor te bereiden tot de Academie. Deze betrekking verwisselde hij later met eene dergelijke te Amsterdam, doch daar vertoevende kwam de lust weer bij hem op, om zich opnieuw op de God geleerdheid toe te leggen en begaf zich mar de Academie te Utrecht, om daar, onder Prof. Gijsbertus Bennet, nog drie jaren te studeeren. Na afloop daarvan, werd hij prop. bij de Cl. van Utrecht den 8 Aug. 1769, als zoodanig Ovezande c. a. beroepen 18 Oct. d.a.v. en bevestigd 25 Maart 1770 docr ds. Kaas van Goes. Tijdens zijn dienst alhier bedankte hij voor een beroep naar St. Petersburg, St. eene Ned. Herv. Diaconieschool in liet bijzonder. Slechts heeft zij te verstaan gegeven, dat de Regenten, die de onderwijzeres meenden te kunnen ontslaan, in gebre ke zijn gebleven dat ontslag voldoende te moti veeeren, waar toch bij de aan stelling de beginselen van mej. v. d. V. door het bestuur geen bezwaar werden geacht. En wat in hel later geschre vene van mej. v d. V. een grond had kunnen opleveren, kon bij dit ontslag geenszins in rekening gebracht wor den, als zijnde van lateren datum van bekendheid dat het ontslag zelf. Het Bestuur heeft de beteekenis der Commissie van Beroep onderschat, zijne eigene bevoegdheid overschat, en bij aanstelling en ontslag beide te zeer verzuimd eene nauwkeurige omschrij ving te geven van den grondslag harer scholen alsmede van de voorwaarden, waaraan de onderwijzers ten aanzien van dien grondelag hebben te beant woorden. Natuurlijk staat het dien onderwij zers grondwettelijk vrij alle mogelijke overtuigingen en beginselen te belijden en te propageeren binnen de perken door de wetten gesteld. Maar daartegenover staat het onver korte recht der school om de belijdenis van zekere overtuigingen en beginse len door de onderwijzers onbestaanbaar te verklaren met hunne ambtelijke ver bondenheid aan die school. Het ware wat fraais, als het bestuur eener school met bepaalde confessie of van duidelijk geformuleerde richting den onderwij zer, die daarvan later openlijk afweek, niet zou kunnen ontslaan. Dat ware eene ongerijmdheid. Geen Commissie van Beroep zou dan het ontslag wra ken. Maar dan moet het anders gegaan zijn dan te Rotterdam. De openbare school is gedekt dooi de opgelegde „onthouding" en de be dreiging in art. 35 der Wet Zoo houdt zij het „strijdige" buiten haar terrein. De bijzondere school heeft zich te dekken door eene duidelijke beginsel verklaring om aldus het strijdige te kunnen afweren. Dat is te Rotterdam niet bedacht. Intusschen heeft Enka, ziende dat zij is vrijgesproken en tegelijk schuldig ver klaard, eervol ontslag gevraagd tegen 1 Sept. hetwelk haar is verleend. Zij wordt nu bezoldigd propagandiste van de Chr. Socialistische partij. Kerk en Politiek. Men schrijft van geachte zijde aan „Het Vaderland"„Toen Donderdagavond in de vergadering van den kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente een motie tot af- Anna ter Muiden en Eikerzee. Te dezer plaatse staande trouwde hij 23 Juni 1779 met Willemina Benteijn (geb. te Groede 15 Maart 1757), toen weduwe van Jannis Tack, gezworen van dé watering Baarzande, mee welke vrouw hij nog geen vijf maanden gehuwd was of hij stierf, nadat zijne echtgenoote door eene ernstige ziekte, nauwelijks het ge vaar ontkomen was, en hij te Sluis zijnde, door eene galziekte ook belet werd naar Ovezande terug te keeren, na eene krank heid van slechts 12 dagen, den '3 Nov. 1779, onverwachts, nog geen 39 jaren oud. Hij werd den 19 Nov. in de kerk te Sluis ter ruste gelegd, nalatende zijne weduwe, met hare twee voorkinderen. Als wed. van ds. Gonradi hertrouwde zij 3 April 1781 met den bekenden ds. Jan te Water van Wemeldinge, die ook twee voorkinderen medebracht. (Bevolking Ovezandein 1824 626 in 1910 975 zielen. Bevolking Driewegenin 1824 386 in 1910 659 zielen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1