No, 235. 1910,
NIEUWSBLAD
«OOR ZEELAND.
Donderdag 7 Juli
24e Jaargang
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
/ERSeHIJNT ZESMAAL ?ER WEEK
Wsd S, J. DE JONGE-VERWEST, fa Goes
F. P. DVU!J„ te Middelburg,
Snippers uit d@ oude doos.
PRIJS DER ADVERTENTSËN
IEDEREN WÊRKDAQ DES AVONDa
rijs per drie maanden franco p. p. Ï.2&,
nkele nummers a............. o0,0ÜA
UITGAVE DER FIRMA
IsM VAK
ivsaESEfSEES?.:: i&msÊBSzssEiïBrrsBar. ssassDsassEr^gg
SOUVEREINITEIT.
„Twee partijen slechts zijn er: delibe
rale of radicale en de anti-revolutionaire
met tweeërlei wortelde volkssouverei
niteit en de souvereiniteit Gods".
Uit dit woord van Groen van Prinsterer
blijkt ons duidelijk, dat wat de partijen
links en rechts doet uiteengaan, ja onver
zoenlijk tegenover elkaar doet staan,
eigenlijk is de kwestie der Souvereiniteit.
En zoo is het dan voor ons van 't grootste
belang, wel te weten, wat wy onder souve
reiniteit hebben te verstaan.
Het vreemde woord souvereiniteit is af
komstig van een woord, dat de beteekenis
bezit van boven,opperst, hoogst en wordt
door ons vertaald door oppermacht, opper
heerschappij «n hoogst gezag.
Het is alzoo mogelijk, dat wij in ons
dagelijksch leven dat woord souvereini
teit gebruiken.
Een pottenbakker is toch souverein
tegenover het leem, dat hy voornemens is
met de handen te bewerken. Hij staat er
boven, heelt er onbeperkte macht over en
kan er van maken een vat ter eere of ter
oneere, een sierlijke vaas of een onaan
zienlijke pot. Is het voorwerp gereed, dan
kan hij het zoo laten blijven, doch ook zoo
het hem niet bevalt, kan hij 't weer ineen
drukken en er iets anders van maken. Hij
kan het vergruizelen en wegwerpen, want
hij is er heer en meester van. Hij kan er
mee doen naar zijn welgevallen, want hij
is souverein.
Toch heeft deze souvereiniteit nog hare
grenzen. De pottenbakker moge opper
machtig zijn ten opzichte van den vorm
van de door hem geknede vaas, hij is dit
niet, wat de stof aangaat. Hij kan de stof
wel kneden, doch niet voortbrengen.
Heeft hij geen leem, dan is hij niet bij
machte iets temaken. Met al zijn macht
kan hij het leem niet te voorschijn roepen.
.Het moet hem gegeven worden.
Eén machtiger dan hij, God moet hem
ïhet leem geven. Dat is de grens van de
souvereiniteit van den pottenbakker en
het begin zijner onmacht.Ook is hij geheel
afhankelijk van de natuur van het leem.
Daar kan hij totaal niets aan veranderen.
Met al zijn vormen en kneden, is hij niet
378
FEUILLETON.
Doon
SCALDIS.
Ovezande—Driewegen.
I.
De heerlijkheid Ovezand, in officieele
stukken Ovezande gespeld, is ontstaan
in het laatst van de 13e eeuw.
De kern van dit ambacht bestond uit
het groote schor Avezand, 't welk be
grensd werd: oostelijk, door de rivier de
Kamer, die dit schor van West Baarland
scheidde en, noordelijk op, langs het
Heinkenszand vloeide, en westelijk door
de Mare. Met het indijken van dit schor,
staat dan ook in nauw verband, de naams-
oorsprong van dit ambacht.
Op het punt waar de Zwake en de
Loyve zich kruisten, tusschen Borsele
en Baarland, was reeds vroeg eene be
langrijke verlanding ontstaan, welke door
de Heeren van Sehenge beuijkt werd.
Gelijk 't Heinkenszand, in 1289, zoo werd
ook in 't laatst dier eeuw het z. g. n.
Avezand of Overzand dus genoemd
omdat het aan de overzijde der Zwake
lag door hen droog gemaakt.
In het jaar 1395 verkreeg genoemd
geslacht de bevestiging van deze bezit
ting en het recht om alle verdere aan
wassen te bedijken, en maakte dit daar
van, het volgende jaar reeds gebruik, om
den Nieuw-Ovezandepolder te beverschen
Dit oefende natuurlijk een grooten in
vloed uit op de hier bestaande stroomen.
De verlanding ten zuiden nam, na de
eerste indijking, zóó sterk toe, dat het
bij machte uit het gewone pottenbakkers-
leem een sierlijk porseleinen voorwerp te
voorschijn te hengen. Zoo is het ons dui
delijk, dat de souvereiniteit van den pot
tenbakker geen absolute Souvereiniteit is.
Die volstrekto Souvereiniteit bezit niet
eenig schepsel, maar is slechts bij Hem,
van wien de belijder inden Heidelberger
Catechismus betuigt, dat Hij „hemel en
aarde, met al wat er in is, uit niet gescha
pen heefc, en die ook dezelve nog door zijn
eeuwigen raad en voorzienigheid onder
houdt en regeert". Die absolute opper
heerschappij berust bij hem, van wien
de Profeet Jesaja uitroeptWie heeft de
wateren met zijn vuist gemeten en van
den hemel met een spanne de maat geno
men en heeft met een drieling het stof
der aarde begrepen P en de bergen gewo
gen in een waag en de heuvelen in eene
weegschaal? Wie heeft den Geest des
Heeren bestierd en heeft Hem als zijn
raadsman onderwezen Ziet de volken
zyn geacht als een druppel aan den
emmer en als een stofje aan de weeg
schaal ziet Hij werpt de eilanden henen
als dun stofAlle volken zijn als niet voor
Hem en zy worden by Hem geacht als
minder dan iets en ij delheid. Bij wien dan
zult gij God vergelijken of wat gelijkenis
zult gij Hem toepassen
Hij is de Souverein, de Allerhoogste,
de Bron van alle macht en van alle
bestaan. Door Hem regeeren de Koningen
en stellen de Vorsten gerechtigheid door
Hem heerschen de Heerschers en de Prin
sen, alle rechters der aarde. Van Hem
moest zelfs Babels Koning Nebukad-
nezar getuigen: »Ten einde dezer dagen
nu hief ik Nebukadnezar, mijne oogen op
ten hemel, want mijn verstand kwam
weder in mij ik loofde den Allerhoogste,
en ik prees en verheerlijkte den Eeuwig-
levende, omdat zijne heerschappij is eene
eeuwige heerschappij, en zijn koninkrijk
is van geslachte tot geslachten alle
inwoners der aarde zijn als niets geacht,
en Hij doet naar Zijnen w-il met het heir
des hemels en de inwoners der aarde, en
daar is niemand, die Zijne hand afslaan of
tot Hem zeggen kan„Wat doet Gij
(Dan. 434, 35.)
Hij is de Pottenbakker, die niet slechts
watertje de Dierik, dicht geraakte en dooi
de bedijking van het Stuivezand en Die-
riksland, Baarland aan Borsele werd vast
gehecht.
Spoedig werd de Noordpolder aange
wonnen, vervolgens, zooals we verder
hooren zulle i, Driewegen aan Coudorpe
gehecht en door de afsluiting der lange
Mare werd voorts de vereeniging met
Ovezande voltooid.
Nadat, in 1455, de dam door de Zwake
gelegd werd, ter verbinding met 's Gra
venpolder, met Oost-Baarland nu Hoe-
dekenskerke duurde het evenwel nog
tot 1554, eer de aanhechting met Hein
kenszand plaats had door de bedijking
van den Louise-polder en dus de vereeni
ging op dit punt volkomen werd.
Tegenwoordig bestaat de heerlijkheid
uit de poldersOud Ovezande-, Calange-.
Middel-BIazekop-, Verloren Kost-, Holle-
stelle-, Naaide-, Onze Lieve Vrouwe- en
Hollepoldersbenevens uit gedeelten van
de polders: Nieuw-Ovezande-, West-Blaze-
kop-, Oost-Blazekop-, St. Anthonie-, Nieuw
Borsele-, Nieuwe Kraaiert-, Louise-,
Nieuwlandeken-, en de beide Zakpolders.
Het ambacht, dat vele jaren aan de
Heeren van Sehenge toekwam, werd latei-
onder vele eigenaars verdeeld.
Alzoo in 't kort het" ontstaan van
Ovezande besproken hebbende, gaan wij
ons nu opmaken het dorp en de heer
lijkheid te bezoeken.
Vangen wij onzen tocht van uit de
stad aan, dan hebben wij voor onze wan
deling 2'/2 uur, Z.W.waarts gaande, noo-
dig. Wij nemen den ons reeds bekenden
straatweg naar 's-Gravenpolder en tieden
dan, dit dorp door zijnde, den z. g. n.
Koedyk op. Wij zullen ons op den weg
macht heeft over den vorm, over hoe het
moet zijn, maar die ook over het zijn,
over de stof beschikt. Hij is niet aan de
wetten van het leem gebonden, maar
stelt zich aan dit leem zijne wetten. Bij
heeft de stofjes der wereld, de aarde en de
velden gemaakt. Hij roept de dingen, die
niet zijn, alsof ze waren. Hij spreekt en
het is er, Hij gebiedt en het staat er.
God alleen is de Almachtige en daarom
ook alleen de volstrekt Souvereine. Hij is
van niemand afhankelijk en al wat be
staat, in de redelooze zoowel als in de rede
lijke schepping, is volstrekt var Bern af
hankelijk. Bij heeft niet van noode
van menschenhanden gediend te worden,
doch alles wat geschapen is, heeft wel
Hem noodig. Alles is door Hem en Hij
draagt het als op Zijne handen. In ont
staan en bestaan rust alles in Hem en
derhalve bezit Hij de macht alles te ma
ken en te breken naar Zijn welgevallen
en zoo iemand Zijnen wil wederstaat,
dan zal hem ten antwoord worden gege
ven „Maar toch, o mensch wie zijt Gy,
die tegen God antwoordt Zal ook het
maaksel tot dengene die het gemaakt
heeft zeggen Waarom hebt gij mij alzoo
gemaakt Of heeft de pottenbakker geen
macht over het leem, om uit denzelfden
klomp te maken het éene vat ter eere en
het andere ter oneere
Heeft een kind macht over het door hem
daargestelde kaartenhuis, en kan het
datzelve opbouwen en weer omverwer
pen, Gods macht over zijn heelal gaat
oneindig verder. Hij heeft het opgebouwd
en de zon en de maan en de sterren, de
planeten en de kometen zijn deelen van
dat gebouw. Indien het Hem behaagde,
wat zou Hem beletten, al het geschapene
in een oogenblik tijds te niet te doen
gaan.
Hij toch heeft alle dingen geschapen
en door Zij Den wil zijn zy en zijn ze ge
schapen en door Zijnen wil, zou Hij ze
ook kunnen vernietigen. Er is geen door
gronding van zijn verstand en geen grens
van zyn macht. Bij ons menschen stoo-
ten wij overal aan grenzen.
Wij worden door allerlei omstandig
heden beheerscht. Hy niet. Geen schep-
niet te lang ophouden, wyl we hier overal
weer een zelfde stukje natuurschoon van
het Goesche land ontmoeten, dat ons oog
al meermalen zoo bekoord heeft. Rijk is
ook hier het landschap, want overal om
ons heen, bewonderen wij welig boom-
en struikgewas. Menschen en dieren,
vette akkers en malsche weiden, getui
gen als om strijd van welvaart en kracht,
en overal zien wij afwisseling van nieuwe
vriendelijke tafereeltjes, waaraan deze
streek zoo rijk is.
't Doet ook ons Zeeuwsche hart goed te
zien dat op de aan onzen wegliggende
hofsteden, vaak omkranstjmet een gordel
van groen, de bewoners,veelal nog in nati
onaal kostuum, zoo n nijvere bedrijvig
heid aan den dag leggen.
En maken wij een praatje met de vrien
delijke menschen, dan moet ons uit het
hartzie „de eenvoud is toch maar het
kenmerk vaD het ware".
Zoo doorstappende houden wij den Koe
dijk door de heerlijkheid van Nisse tot aan
het poldertje't Nieuwlandeken, waar wij
de grens van het ambacht Ovezande over
gaan. Nu hébben wij weldra het dgel van
onzen tocht bereikt.
Komen wij het dorp binnen, dan zien
wij dat het maar 'n kleiD plaatsje is, waar
de opbrengst van bouw- en weiland vrij
wat welvaren aanbrengt.
Klein is trouwens de plaats altijd ge
weest, want in de eerste helft der 18e
eeuw vond men in de geheele heerlijkheid
slechts 80 woningen.
Een zonderlinger wapen is er, volgens
Nagtglas, in ons heele Vaderland niet te
vinden dan dat van deze gemeente, het
stelt nm: voorin goud de letter O van
sabel en de afbeelding van een faisant van 5
r sa5g>R^.jiEK3sraaK:'.»afc- usw>
sel kan Hem grenzen stellen. Wat Hem
dus en niet anders d iet handelen, wordt
door niets buiten Hem bepaald. Hij doet
niets om iets. Hij doet alles om zijns
zelfswil en omdat Hij de volmaakte is, is
al Zijn werk volkomen.
Zoo rust de Oppermacht in de Almacht
en is God de eenig volstrekte Souverein,
omdat Hij is do Schepper van al wat
bestaat. -
Belijden wij, dat God alleen de Sou
verein is, wij spreken echter ook var,
Souvereinen hier op aarde. Toen de zoon
van onzen Stadhouder Willem V Ko
ning Willem I in 1813 de regeering
des lands aanvaardde, werd hij uitge
roepen tot Souverein Vorst en in 1814
werd in de grondwet geschreven„De
Souvereiniteit der Vereenigde Nederlan
den is en bly ft opgedragen aan den Prins
van Oranje Nassau". En zoo ook kan
men alle regeerende vorsten in allo
landen Souvereinen noemen; alleen maar,
hunne Souvereiniteit is niet onbepaald.
Hunne Souvereiniteit is niet oorspron
kelijk, maar afgeleid. Dat geldt zoowel
van den Ozaar van Rusland in de dagen,
dat de Doema aldaar nog niet bestond,
als van onze geliefde Vorstin, met het
constitutioneele koningschap. Wel werd
de Czaar soms een absoluut alleenheer-
scher genoemdwel hebben er soms
tirannen geheerscht, door geen enkele
rijkswet gebonden, wier persoonlijke wil,
voor de hoogste wet werd gehoudenen
z jn er daartegenover, vorsten wier macht
zeer beperkt is door parlementen, en
nauwkeurig omschreven in een grondwet
die zij met een eed moeten bevestigen
en waaraan dus ook zy zijn gebonden,
doch in het wezen verandert dit heele-
maal niets aan het karakter hunner Sou
vereiniteit. Zoowel van de een als van
den ander is ze afgeleid en niet oor
spronkelijk, medegedeeld en niet van
nature eigen. (Slot volgt.)
6 Juli 1910
Enka gehandhaafd.
Naar „De Ned." verneemt, heeft de
commissie zich gesteld op het standpunt,
dat zij bloot heeft te oordeelen, of de in
keel, welke beide voorwerpen, snel uitge
sproken, ongeveer als Ovezand klinken.
Al rondwandelende, is het dorp spoedig
door ons gezien, en is er niets bijzonders
voor ons op te merken, waarom wij maar
direct onzen weg nemen naar het kerkge
bouw, ofschoon van dit bedehuis niet te
veel te zeggen is.
Bij de indijking van polders in Zeeland,
was het vaak gewoonte, dat de eigenaars
een stuk grond beschikbaar stelden,waar
op het dorp en kerk, of wel de kerk met
begraafplaats alleen, moesten gesticht
worden, waarbij allicht de bepaling werd
gemaakt, dat bedehuis en kerkhof steeds
vrij zouden zijn van alle lasten.
Ofschoon de geschiedenis ons niet zegt
hoeveel grond er afgepaald werd voor aan
leg van dorp, kerk en kerkhof, :s het zeker
dat dit ook te Ovezande plaats had. Zoodra
nm. de polder Oud-Ovezande door de Hee
ren van Sehenge was ingedijkt, lieten de
eigenaars een stuk grond opmeten, en
daarop voor hunne rekening eene kerk
stichten, in welker nabijheid de nieuwe
bewoners zich vestigden, en alzoo, hoe be
scheiden dan ook, het dorp ontstond.
Of het tegenwoordige kerkgebouw, de
oorspronkelijke oude kapel nog is, valt te
betwijfelen, wijl de polder in 't laatst der
13e eeuw reeds werd ingedijkt.
Zeker is evenwel dat het tegenwoordige
bedehuis in de eerste helft der vorige
eeuw zóózeer door den tand des tijds was
aangetast, dat er dringend herstel moest
plaats hebben. Hiertoe ging men, voor een
groot gedeelte, over in 1840 en werd dit
werk aanbesteed den 29 Mei van dat jaar.
Om de kosten dezei belangrijke restau
ratie te vinden vroeg en verkreeg men een
Rykssubsidie van 1500 gld. en de ontbre-
van 1—5 regels 40 Gent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1 —5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''cut
het ontslagbesluit aangegeven gronden
het ontslag rechtvaardigen.
Zij meent, dat klaagster is ontslagen
op grond van haar lidmaatschap en het
secretariaat van het bestuur van den
Bond van Christen-Socialisten (aangaan
de welke het bestuur der scholen van
oordeel is, dat de beginselen van dien
bond en de denkbeelden in zijn orgaan
verdedigd in strijd zijn met de beginselen,
waarvoor op grond van art. 11 van het
A. R. van de Herv. Kerk ook aan hen
de zorg is opgedragen) en omdat klaag
ster lid is van de redactie van „Opwaarts".
De comm. overweegt, dat de functie
van regent is een bestuursfunctie in den
zin van art. 11, weshalve het college van
regenten gerechtigd, ja verplicht is art.
11 toe te passen. Een bepaling, waarbij
wordt voorgeschreven, dat bij die toe
passing te rade moet worden gogaan
met de beslissingen van hoogere kerke
lijke colleges (exceptie van klaagster's
raadsman) is aan de comm. niet bekend,
en zou ook in strijd zijn met het in d-i
Ned. Herv. kerk aangenomen beginsel,
dat ieder bestuur binnen zijn bevoegd
heid en met inachteming van wettelijke
voorschriften naar zijn beste weten ge
rechtigd is de belangen der kerk te die
nen, waartoe toch wel zeker zal behoo-
ren dat gezegd artikel 11 eene behoor
lijke toepassing erlangt, weshalve het
geheel onverschillig is, wat een ander
kerkelijk bestuur in een soortgelijk ge
val gedaan heeft, doet, of doen zal.
Overwegende of het college terecht het
lidmaatschap van den Bond van Chr.
Soc. onvereenigbaar acht met het zijn
van onderwijzeres aan een door het col
lege bestuurde school, komt de commis
sie tot de conclusie, dat uit de statuten
wel blykt, dat men gekant is tegen in-
dividueelen eigendom, inderdaad een der
grondslagen der thans bestaande maat
schappij, doch dat men 't m T dien grond
slag eens kan zijn zonder in strijd te
komen met de chr. beginselen, waarvan
de bevordering in art. 11 van het Regl.
ook aan regenten is opgedragen.
dat zulks te meer klemt waar ten tijde
klaagster als onderwijzeres werd aange
steld, het aan de commissie die de on-
kende 500 gld. kwamen, zoowel uit eigen
kerkmiddelen als uit vrijwillige bijdragen
der gemeenteleden, en zelfs door giften
van R.-Kath. ingezetenen.
Dit als 't ware geheel vernieuwde ge
bouw werd opnieuw tot zijne bestemming
gewijd den 25 Oct. van't zelfde jaar door
ds Dagevos met eene feetrede naar Hand.
17 24 en 25.
Opnieuw had er, 23 jaar later, eene be
langrijke herstelling plaats, waarvan de
aanbesteding plaats had op 1 Mei 1863, tot
dekking der bouwkosten waarvan de op
brengst van den verkoop van eon aantal
iepenboomen, de kerk aankomende, heeft
kunnen dienen En ook het volgende jaar
vereischte het gebouw weder belangrijke
herstelling en nu was de vernieuwing van
het dak aan de beurt, en eindelijk werd 2-5
April 1865 aanbesteed het portlanden er
van en het bouwen van een ringmuur aan
de oostzijde van het kerkhof.
Ook de toren was in ls(-2 flink onder
handen genomen door deu aannemer O. F.
Ettinger van Goes, ten koste van 080 gld.
De kerkeraadskamer, welke wij aan de
achterzijde van het gebouw ontmoeten, is
in 1867 nieuw opgetrokken.
Het bedehuis binnengaande, zien wij,
dat het interieur eenvoudig, doch doelma
tig is ingericht en goed onderhouden
wordt. Bet mooie orgel werd in 1893 ge
bouwd door de firma L. van Dam en Zonen
te Leeuwarden en ingewijd 27 Aug. door
ds Verweij mes 'n leerrede over Ps. 147 7.
De petroleumverlichting werd in 1875
aangebracht en de kerk verwarming den
29 Febr. van het volgende jaar.
(Wordt vervolgd).