UIT DE PROVINCIE. gie worden geprikkeld om nieuwe banen te zoeken en hoogere resultaten te be reiken. Zeker, ook ten onzent zullen de quasi- uitvinders niet gaan ontbreken, die uit vinden wat al lang bestaat, zelfs reeds ondeugdelijk is gebleken, of die groote kosten maken voor verbeteringen, waar door ten slotte niets beter wordtmaar daarnaast zullen de mannen der prak tijk opstaan, die weten waarde moeilijk heden liggen en wat het waard zou we zen, ze te overwinnen. Zoo kan deze wet een keerpunt worden voor onze nijverheid, het begin voor een nieuw tijdperk van nationale verheffing op industrieel gebied. Gentrum. Voor SO cents brandstof in het jaar. Over de ongehoorde hoeveelheid ener gie die de radiumvoorraden der aarde bergen, doet „Die Umschau" belangwek kende mededeelingen, welke ontleend zijn aan een voordracht over „het radium in de natuur" van Dr. Karl Gurz. De snelheid waarmede de radiumstra- len zich in de ruimte verspreiden, wordt bij het doordringen in de materie in warmte omgezet en daarmede wordt het radium een onuitputtelijke warmtebron voor de aarde. Onderzoekingen hebben aan 't licht gebracht, dat één gram radi um in een uur genoeg warmte uitstraalt om een gelijke hoeveell eid water van nul graad tot koken te brengen. Daarbij komt dat de krachtontwikkeling van radium tientallen jaren duurt, terwijl steenkool na de verbranding uitgeput is. De aarde bevat ongeveer 25 millioen tonnen radi um, overeenkomende meteen hoeveelheid energie van 3 billioen booglampen. Een klein huishouden, dat in een jaar onge veer 100 centenaars steenkool verbruikt, zou hetzelfde effect kunnen bereiken met 12'/2 gram uranium. De uranium mijn in Cornwallis levert, alleen jaarlijks 10 tonnen uranium op. Een honderdste deel van deze productie zou voldoende zijn om een groote stad als München een geheel jaar lang te verwarmen. Een ton uranium wordt in Engeland met f24,000 betaald. Met dien prijs tot grondslag zou een huishouden, dat nu jaarlijks ongeveer f 100 aan steenkolen betaalt, 30 cents hebben te betalen als men zich gemakkelijk kon abonneeren op uranium als warmtebron. Er ontbreekt echter nog een kleinig heid aan een methode die het mogelijk maakt de rcdium-massa's die de aarde bevat practisch te ontginnen en voor de nijverheid en het bedrijf der menschen dienstbaar te maken. Wat is echter, als men maar weet dat het binnen 's men schen bereik ligt, op den duur onmo gelijk? Surinamismen. In het „Onderwijs", een Surinaamsch blad, opent de heer 0. Enuma een rubriek Surinamismen, meerendeels bijeenge biacht door leerlingen van de 3e en 4e klas der normaalschool. De „West" ontleent er o. a de volgende aan Ik ga naar komedie gaan. Ik ga tuis. Ik ga uitblijven (de dag bij familie of kennis doorbrengen). Regen schuilen. Regen spugt (het begint te stofregenen). Regen heeft me ontmoet (ik ben door den regen overvallen). Haar onderrok gaat voorbij. - Zij gaat portret wegnemen ookzij gaat trekken (zij laat zich portret- teeren). Rij heeft het afgemaakt (is overleden). Die meidens. Jongelui. Oudeluis. Timmerluis. Die dinges. Ik heb verkouwen. - Ik was vervelend (voorik heb me verveeld). Gemongen bloed. Ik ben er aan vergeten. De tafel wegnemen (afne men). Die roos is verflauwd (verdord). Die kinderen regeeren (stoeien.) Een straatje maken. Koffie bak ren. Hij slijt me Nummereeren. Gras kappen. Hjj grapt. Zij is met den dokter (onder behandeling v. d dok ter). Dat meisje verbeeldt voor dien jongen (zij meent zijn genegenheid te bezitten). Getrouwde kinderen (in den echt ver wekte kinderen). Ongetrouwde kinde ren. Hand (voor arm) en voet (voor been). Hij heeft me gedreigd of gedregen (me by m'n scheldnaam genoemd). Ik heb losse buik (diarrhee). De heer Enuma besluit de lijst met de volgende uitdrukkingen uit een ge sprek dat volgens de legende eens gevoerd moet zijn tusschen twee onderwijzers. Als 't gesprek historisch is, zegt de-heer Enuma, dan is 't zeker lang geleden ge voerd. Zoo boeketalig is stellig geen enkel onderwijzer meer. „Zijt gij gestokt of geparapluseerd „Ik doe niet aan stokage, ik ben gepara pluseerd, want het dreigt naar regen". „Wat is uw streven »Mijn streven is des tweeden rangs". „Hoe gaat het met het kuituur uws va ders? Spreek vrij uw meening uit, ver heel ze voor mij niet". Wij hebben uit de verzameling een aan tal uitdrukkingen geschrapt, die ook in ons land voorkomen, dus niets bizonder Surinaamsch hebben. Dat geldt allicht ook een enkele die wij hebben overgeno men. Houtworm in meubelen. De heer J. W. Giltay te Delft deelt in het laatste nummer van De Natuur mee, dat er, behalve het inspuiten van petroleum in de wormgaatjes, nog een afdoend mid del tegen houtworm bestaat. Als men een meubel, dat aangetast is, een paar keer daags met een hamertje beklopt (men kan er een plankje tusschen leggen), dan gaat de worm door de trillingen dood. De heer Giltay heeft van een bouwkundige eens gehoord, dat deze een huis had gezien, waarvan de trap van de eerste verdieping zonder worm was die van de 2de was tamelijk of liever een beetje door worm beschadigd, die van de 3de heel erg. Na tuurlijk werd de laatstgenoemde trap het minst gebruikt en was die daardoor het minst aan schokken onderhevig. Ook violen, die bespeeld worden, hebben nooit last van houtwormviolen, die lang onge bruikt gelegen hebben, soms wel. K<fcrk»litM« N Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Oldeberkoop, J.G. v.Loenen te Oldeholtwolde. Bedankt voor Heer Hugowaard door dr P. Proost te Nijehorne. 's-IIeer Hendrikskinder >n. In een gecombineerde vergadering van Kerk voogden en Notabelen der Herv. Kerk werd besloten het tractemenr van den predikant met, f 150 te verhoogen. Geref. Kerken. Beroepen te Baarland, A. P. Lanting te Oud-Loosdrecht. ScbooNtetr-* s. Benoemd tot onderwijzer aan de Geref. school te Vlaardingen de heer D. v. Eijk, eerste onderwijzer aan de Chr. school te Souburg. Te Utrecht slaagde voor het 2de ge deelte theoretisch artsexamen de heer A. C. Polderman, geboren te St. Annaland. Enka's ontslag. Zaterdag hield te Amsterdam de Com missie van Beroep voor de scholen, aan gesloten bij de „Vereeniging voor Chris telijk Volksonderwijs" een onderzoek in zake het ontslag van Enka (mej. Van der Vlies) als onderwijzeres aan een Rotterdamsche Diaconieschool. Deze commissie is samengesteld als volgt: jhr mr Van den Brandeler endr De Visser, Den Haag, dr Kromsigt, Am sterdam, mr Segers, Breda, de heeren Koole en Blum, Middelburg, en Van Bentveld, Rotterdam. Allereerst stelde de voorzitter aan mej. Van der Vlies eenige vragen. Mej. Van der Vlies vertelaarde, dat men bij haar aanstelling in de instruc ties niet in details was afgedaald, wat ze zou hebben te doen en te laten. Den regenten was het bekend, dat ze chris- ten-socialiste was. Dat ze niet in het openbaar zou optreden was haar toen niet gezegd. Slechts was haar lachend gevraagd „Sluit uw christen-socialiste zijn in, dat u met het schoolhoofd in conflict komt waarop ze geantwoord had, dat ze nooit met een schoolhoofd in conflict was ge komen. Mej. Van der Vlies erkent secretaresse te zijn van den Bond van Christen So cialisten en de beginselen van dien Bond voor te staan, die het kapitalistisch stel sel bestrijdtvoorts was ze redactrice van „Opwaarts". Het feit, dat mej. Van der Vlies secre taresse was van den Bond en redactrice van het orgaan, was volgens regenten de oorzaak van het ontslag. Daarentegen acht mej. Van der Vlies de zaak De Jong de aanleidende oorzaak. Mej. Van der Vlies erkent een stuk in het blad gescheven te hebben over klasse - justitie, doch ontkent dat regenten het recht hadden zich op dit stuk voor een ontslag te beroepen. Ook erkent ze in een kroniek over den dood van koning Edward eenige algemee ne opmerkingen te hebben gemaakt over het koningschap. Voorts zou ze zich „lichtvaardig" hebben uitgelaten over de christelijke gezindheid van den burge meester van Rotterdam, naar aanleiding van een rede van dezen over de Zending Mej. Van der Vlies verklaart zich op me dedeelingen van een ander in een parti culier gesprek over de christelijke gezind heid van denj burgemeester te hebben uitgelaten, welke uitlating was overge bracht aan ds. Moquette, doch ontkent over dit onderwerp te hebben geschreven. Sedert is ze met mededeelingen aan an deren voorzichtiger en wantrouwenden geworden. Nog zou mej. Van der Vlies zich in een particulier gesprek hebben uitgelaten, dat haar socialistische opvattingen haar hoofdzaak was, het onderwijs bijzaak. Dit laatste wordt door mej. Van der Vlies beslist ontkendintegendeel ze kan getuigen voor een geheel andere meening bijbrengen. Mer kan slechts de conclusie trekken dat ze niet al haar krachten aan de school gaf. De voorzitter stelt mej. Van dei Vlies de vraag, of ze niet gevoelt dat zij, die het gezag aantastte en ontevredenheid zaaide geen liefde voor het koningschap kan aankweeken. Mej. Van der Vlies antwoordt, dat ze niet hooger kwam dan het derde leerjaar en een conflict nooit heeft gevoeld. In haar plichten tegenover God kwam ze nooit door haar Christen-socialiste zijn in tegenspraak. Ze meent echter niet, dat ze geen crltiek zou mogen oefenen. De ou- di ts zelf hebben nooit over haar geklaagd. De voorzilterNeen, doch de Regenten gevoelden hun verantwoordelijkheid. Mej. Van der Vlies wijst er op, dat uit het schoolleven nooit bezwaren tegen haar zijn aangevoerd. De voorzitter herinnert er aan, dat in December reeds aan mej. Van der Vlies was gezegd, dat ze de propaganda zou laten varen. Men had haar geen salaris- verhooging toegekend, omdat men onte vreden was over haar optreden buiten de school. Mej. an der Vlies verklaart, dat ze een groote concessie gedaan heeft door zich uit de mondelinge propaganda terug te trekken. Op een vraag van den voorzitter ver klaart mej. Van der Vlies, dat elke redac teur van „Opwaarts" alleen aansprake-ijk is voor de eigen artikelen en voor de bij dragen van medewerkers. De voorzitterHoe komt dat Bestaat er geen eenheid? Mej. Van der vliesJawel, doch het be treft de wettelijke verantwoordelijkheid. Op een vraag van den voorzitter ver klaart mej. Van der Vlies, dat ze bereid is mede feest te N'ieren met Oranjefeesten. Liefde voor het koningschap aankweeken kan ze niet. In die bijzonderheid erkent ze, wijkt ze af van art. 11. Nog werd aan mej. Van der Vlies de vraag gesteld of ze de wijz r van propa ganda door „Opwaarts" gevoerd waarin vaak gesproken wordt over „slaven dienst" en met verhaaltjes gespot wordt in overeenstemming acht met het chris telijk beginsel van naastenliefde. Mej. Van der Vlies ontkent, dat „Op waarts" zich spottend uitlaat. Een tevre denheid ebhter, die dofheid en slaperig heid is en er toe leidt, dat men ellende niet gevoelt, tegen een verkeerde tevre denheid dus, meent ze krachtig te moe ten optreden, om op deze wijze de naas tenliefde juist tot een hooger peil te brengen. Daarna werd overgegaan tot het hooren der verschillende getuigen. Als eerste getuige werd gehoord ds. Van der Giesen, voorzitter van het col lege van regenten van Diaconiescholen te Rotterdam. Deze verklaart bij de aanstelling er op gewezen te hebben, dat niet mocht wor den deel genomen aan openbare actie. „Wist u, vraagt de voorzitter, dat mej. Van der Vlies Christen-socialiste was „Ik wist slechts, dat ze was voor an nexatie van de productie-middelen. Van de Christen-socialisten was toen nog wei nig bekend". Spr. deelt mede, dat mej. Van der Vlies onderwijzeres was aan een school, ook door zijn kinderen bezocht. Deze school is geliquideerd en mej. Van der Vlies was zonder betrekking. Een collega van mej. Van der Vlies vestigde de aandacht op haar. Spr. had niet gedacht, dat mej. Van der Vlies, die aan een sohool voor rijke kinderen had les gegeven, op een Diaco nieschool zou willen komen. Persoonlijk had spr, gezegd welnu deel haar mede, dat er by ons een vacature is. Mej. Van der Vlies had aan spr. een bezoek ge bracht. Die ontmoeting droeg een zeer hartelijk karakter. Spr. zat daar waarschijnlijk als parti culier en als regent tegelijk. Spr. had mej. Van der Vlies gewezen op het ver schil in stand en meende, dat ze te veel verwend was. Daarop had mej. Van der Vlies gezegd, dat dit heelemaal geen bezwaar was, dat ze juist gaarne arme kinderen wilde onderwijzen. Dit viel zoo wel bij spreker als bij ds. Moquette zeer in den smaak. Toen is spr. bekend ge worden dat mej. Van der Vlies Enka was. Haar beginselen achtte men geen bezwaar, doch nadrukkelijk was als voor waarde gesteld, dat ze niet zou deelne men aan publieke actie. De voorzitterHet treft mij, omdat mej. Van der Vlies dit ontkent. Ds. Van der Giesen herinnert er aan, dat reeds 11 April 1907 jhr De Geer over de fout van Enka heeft gesproken en haar „gezet heeft in den soc.-dem. hoek". Men heeft haar toen reeds gewaarschuwd voor haar openbaar optreden spr. erkent dat in den aanvang nog niet zoo krachtig is gewaarschuwd. Nog deelt hij mede, dat de Diaconiescholen te Rotterdam reeds 100 jaar oud zijn, en zich buiten den schoolstrijd hielden. Mej. Van der Vlies houdt vol, dat haar niet met ronde woorden gezegd was, niet in het publiek op te treden, al had men bezwaar tegen haar politiek optreden. Later had ze beloofd niet meer in open bare vergaderingen op te treden en die belofte heeft ze gehouden. IDr De Visser stelt de vraag of de Bond van Christen-Socialisten niet voor schrijft met alle wettelijke en zedelijke middelen het doel van den Bond te be vorderen. Mej. Van der Vlies geeft dit toe, doch wijst er op, dat de Bond besloot, niet aan politiek te doen. Het spijt spr., dat een bestuurslid van den Bond hier toe gang geweigerd isdeze toch had haar verklaring kunnen bevestigen. Ds. Van der Giesen erkent, dat op het onderwys'van mej. Van der viies of op haar godsdienst geen aanmerking is te maxen Met den meesten nadruk ontkent spr., dat de zaak-mr. De JoDg de oorzaak'was van het ontslag. Reeds was 20 April over het ontslag geschreven en 23 April had het gesprek plaats met mr De Jong. De feiten hadden zich reeds opgehoopt. Ds Moquette is vroeger voorzitter ge weest van het college van regenten voor het Christelijk onderwijs te Rotterdam. Volgens dezen spr. is aan mej. v. d. Vlies bij hare benoeming aangezegd dat niet geduld kon worden dat zij naar buiten zou optreden en dat zij ook van buiten af de belangen der school had te bevorderen. Als mej. v d. Vlies antwoordt spr. op een desbetreffende vraag meende dat zulks alleen politiek optreden ver bood, dan heeft zij zich vergist. Wij willen geen propaganda voor een Chris ten socialisme of voor socialisme. De voorzitterWanneer kwamen de heeren te weten dat mej. v. d. Vlies redactrice van „Opwaarts" was. i s. v. d. Giesen en ds. Moquette kunnen zich dat niet herinneren. Ds. De Visser: U trad voor politieke partijen als spreekster opwas dat in overeenstemming met de beperking bij uw aanstelling? Dat was practische politiek dienen Mej. v. d. Vlies U hebt misschien wol eens gehoord dat de S. D. A. P. is voor de S. D. A. P.-ers wat èn de kerk èn de politiek is voor de christelijke. Toen ik voor de S. D. A. 1'. sprak, was dat over de maatschap pelijke problemen, doch nimmer over de politiek. Ik heb dat op die vergaderingen ook in het licht gesteld. De heer Segers Waarom niet in Rot terdam opgetreden Er ontstaat een heftige discussie als ds. v. d. Giesen het debat Enka-De Vries ter sprake brengt. Mej. v. d. Vlies ont kent in het openbaar te hebben gedebat teerd. Ds. v. d. Giessen Daar heeft u 't woord. Op grond van een woord verdraait zij de feiten en zegt dat men haar valsch beschuldigde. Mej. v. d. VliesHet was een verga dering der Anti-rev. Partij waarop door geestverwanten vragen mochten worden gesteld. Als de voorzitter de spreekster niet laaf vooitgaan en tot ds. v. d. Giesen zegt: dus wel degelijk ten openbare vergadering,interrumpeert mej.v. d.Vlies: Laat ik van die vergadering een verslag vertellen". De voorzifter gaat daarop niet in Mej. v. d. VliesDat is ook klasse- justitie. Alsnu wordt gehoord ds. Lamers bij wien geïnformeerd wordt naar de uitla tingen van mej. v. d. Vlies over het onder wijs en haar actie. Spr. zegt„In 1909 in December kwam mej. v. d. Vlies mij vertellen dat ds. v. d. Giesen haar geen verhooging van salaris wilde toekennen. Zij wilde zich beroe pen op regenten. Ik ontraadde haar zulks want zei ikals ds. v. d. Giesen u niet ter wille is, dan ook het college zeker niet. Ik vreesde toen voor haar dat ontslag zou volgen bij eventueele behandeling. Zij heeft toen gezegd„Ja, de school is voor mij broodwinning". Ik zei toen Wees dan recht en laat u betalen door de zaak die u dient, dus door uw partij. Ik vatte haar woorden niet op als bedoelde zij te zeggen»ik verwaarloos het onderwijs. Opwaarts las ik wel eens. Vond sommige artikelen pikant en ook wel gezagondermijnend ik herinner mij het artikel klassejustitie. De voorzitter: Is dat het artikel van 13 Mei? Ds. LamersDat weet ik niet. Ds De Heer wordt vervolgens gehoord. Is sinds een paar jaar regent van het meergenoemd college. Spr. heeft in Januari 1910 met praeses en scriba van regenten een onderhoud gehad met mej. v. d. lies over de voor- loopige toezegging van salarisverhooging. Anders heeft spr. nooit een onderhoud met haar gehad. Spr. trad in Juli 1910 in de commissie van onderwijs. In die vergadering is spr. laat geko men, heeft slechts het slot van het onder houd bijgewoond. Spr. vroeg mej. v. d. Vlies toen of eigenlijk voor haar 't onder wijs niet bijzaak was. Dat stemde zij toe. „Ik wilde haar laten voelen dat haar positie een dubbelhartige w as. Zij diende èn de partij èn de school, wat ik niet wel mogelpk oordeelde", aldus spr s Couvret, scriba van het college van diaconiescholen, als volgende getuige ge hoord, zegt niet anders te weten dan dat de voorwaarde van haar aanstelling ge steld luidde: geen openbare propaganda voor socialisme of christen-socialisme. Zulks verzekerde men spreker, maar hij was bij die aanstelling niet betrokken. Spr. sprak twee malen met mej. v. d.Vlies. Een keer in gezelschap van mej. Brizet, den tweeden keer om haar de onthouding der salarisverhooging mede te deelen. Spr. gaf toen persoonlijk haar in overwe ging een andere plaats te zoeken. Zij ant woordde toen „Dus dan moet ik maar heengaan" en verliet toen de kamer. De voorzitter vraagt vervolgens aan ds. v. d. GiessenWat deed de maat over loop n, kunt u mij dat niet zeggen Ds v. d. Giesen De onderwijzers vroe gen waarom mag zij doen wat wij niet mogen - de ouders maakten zich ongerust over haar onderwijs de circulaire van B. en W., die 'n machtigen indruk maakte haar schrijven in Opwaarts" en voor mij persoonlijk het publiceeren der begin selverklaring van den Bond. Nadat de verhooren waren afgeloopen, was het woord aan mr e Gaay Fortman, den rechtskundigen raadsman van mej. Van der Vlies. Zijn conclusie was j „Het ontslag kan niet gehandhaafd worden en zal derhalve door uwe commis sie worden opgeheven. Vooreerst omdat in den ontslagbrief regenten uitgaan van de onjuiste gedachte, dat in art. 11 van het Alg. Regl. der Herv. kerk hun iets wordt opgedragen waarom zij ook ten onrechte zekere feiten en daden toetsen aan dit art., dat in noch bij hare aanstelling mej. Van der Vlies is voorgesteld, als zijnde de daarin genoemde beginselen door haar na te leven. Maar bovendien omdat het lidmaatschap en secretariaat van den Bond van Christen - socialisten en de redactie van „Opwaarts" door hen metterdaad gedurende langer tijd geen bezwaar is geaeht, althans toegela ten. Ook mag 't belijden van de Christen- socialistische beginselen door mej .van dei- Vlies geen reden tot ontslag geweest zijn, omdat dit het schoolbestuur bij de aan stelling bekend was. Daargelaten nog, dat door ontzegging van het recht van lidmaatschap van dezen bond en het belijden van zekere beginselen 4e grondwettelijke vrijheden van den Ne derlandschen staatsburger ernstig zouden zijn aangetast. En in het ontslag om andere dan in den ontslagbrief genoemde redenen is het schoolbestuur niet-ont\ankelijk, omdat de rechtspositie van den bijzonderen on derwijzer, waarom het hier gaat, dit niet duldt. Het schoolbestuur had niet de be voegdheid bij contra-memorie de motieven voor ontslag uit te breiden en te verande ren. De commissie van beroep heeft niet de taak zelfstandig de gegrondheid van een ontslag te onderzoeken. Het eenige punt waarop recht moet worden gedaan is de ontslagbrief. Ten allen overvloede is het schoolbestuur er niet in geslaagd te bewijzen de verantwoordelijkheid van mej. Van der Vlies voor wat in „Opwaarts" geschreven wordt, de strijd tusschen de beginselen van den Bond van Christen- socialisten en de denkbeelden, in zyn or gaan verdedigd, met de beginselen van art. 11 Alg. Regl. En evenmin is aangetoond, dat het lid maatschap van dien Bond, de redactie van „Opwaarts", met de daaraan verbonden beginselen en denkbeelden, alsmede het optreden buiten de school de verhouding van mejuffr. Van der Vlies tot die school, die school zelve en haar onderwijs ernstig schaadden. Uitspraak 2 Juli a.s. (Hand.) Wij kunnen niet van alle vergaderin gen ten voordeele onzer candidaturen in 't district Goes genouden verslag geven. Te Wissenkerke trad Vrijdag ds. v. d. Kamp op voor een vijftigtal kiezers, meeat Linksche. Van de gelegenheid tot debat werd geen gebruik gemaakt. Te Hein- kenszand traden Zaterdagavond in een coalitie-meeting met ongeveer honderd personen ds heeren Vienings en Buijse op, zij hadden een mooien propaganda- avond. Te Wissekerke debateerden dien avond de heeren Wolzak, uit Baarland, en ds. Smelt, met jhr. de Muralt die de.vrij zinnige oandidaten kwam aanbevelen. Deze vergadering eindigde zeer rumoerig. Jhr. de Muralt zei dat hij nog met den trein mee moest (schoon hij toch op 't ei land is gebleven) anders had de vergade- rine allicht nog langer geduurd tenmin ste wanneer de voorzitter de heer Swenne haar in bedwang had kunnen houden. Want 't geschreeuw tegen ds. Smelt was somwijlen tergend, en ging met 't ballen van vuisten gepaard. De vrijzinnigen te Wissenkerke moeten nog leeren openbare vergaderingen te hebben, en humaan zyn jegens andersdenkenden. En dat zal ook wel gaan, mits de leiders maar wat voor zichtig zyn met de keuze van sprekers. Heden Maandag treden ds. v. d. Kamp te Ellewoudsdijk en ds. v. d. Voort v. Zyp met den heer Vienings te Goes voorde kiezers op. Middelburg. Zondagavond trachtten twee mannen binnen te dringen bij een bewoner van den Oude Vlissingschen weg alhier. Een te hulp geroepen politie agent bracht een der belhamels, d5e boven zijn theewater was naar het bureau, ter wij de andere zich daar heen begaf om een klacht te doen, daar hy 't deed voorkomen door bedoelden bewoner van den Vlissing schen weg met een revolver te zyn gedreigd. Deze vrijwillige arrestant liep nog een verbaal op wegens beleediging van den agent. M ddelburg. Muziekuitvoering op Vrij dag 1 Juli 1910 des avonds ten 71/2 uur op het Molenwater. Goes. De afdeelingen Goes en Ierseke van de S. D. A. P. besloten de candidatu ren van de heeren Elenbaas en Kakebeeke te steunen. Vooral te Iersede is krachtig voor 4e vrijzinnigen gewerkt. Laten de onzen daarom toch getrouw opkomen. Wisseukerke. Van de rede van den heer de Muralt Zaterdagavond gehouden is geen verslag te gevenhet was een causerie, doorspekt met aardigheden en schunnigheden, waarin hier en daar de waarheid maar al te zeer ontbrak. De heer Wolzak weersprak den spreker op ver schillende punten, loen de spreker onder anderen vertelde van een man van Rechts met wien hü vroeger geboemeld

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 2