UIT DE PROVINCIE.
gie worden geprikkeld om nieuwe banen
te zoeken en hoogere resultaten te be
reiken.
Zeker, ook ten onzent zullen de quasi-
uitvinders niet gaan ontbreken, die uit
vinden wat al lang bestaat, zelfs reeds
ondeugdelijk is gebleken, of die groote
kosten maken voor verbeteringen, waar
door ten slotte niets beter wordtmaar
daarnaast zullen de mannen der prak
tijk opstaan, die weten waarde moeilijk
heden liggen en wat het waard zou we
zen, ze te overwinnen.
Zoo kan deze wet een keerpunt worden
voor onze nijverheid, het begin voor een
nieuw tijdperk van nationale verheffing
op industrieel gebied. Gentrum.
Voor SO cents brandstof in het jaar.
Over de ongehoorde hoeveelheid ener
gie die de radiumvoorraden der aarde
bergen, doet „Die Umschau" belangwek
kende mededeelingen, welke ontleend zijn
aan een voordracht over „het radium in
de natuur" van Dr. Karl Gurz.
De snelheid waarmede de radiumstra-
len zich in de ruimte verspreiden, wordt
bij het doordringen in de materie in
warmte omgezet en daarmede wordt het
radium een onuitputtelijke warmtebron
voor de aarde. Onderzoekingen hebben
aan 't licht gebracht, dat één gram radi
um in een uur genoeg warmte uitstraalt
om een gelijke hoeveell eid water van nul
graad tot koken te brengen. Daarbij komt
dat de krachtontwikkeling van radium
tientallen jaren duurt, terwijl steenkool
na de verbranding uitgeput is. De aarde
bevat ongeveer 25 millioen tonnen radi
um, overeenkomende meteen hoeveelheid
energie van 3 billioen booglampen. Een
klein huishouden, dat in een jaar onge
veer 100 centenaars steenkool verbruikt,
zou hetzelfde effect kunnen bereiken met
12'/2 gram uranium. De uranium mijn
in Cornwallis levert, alleen jaarlijks 10
tonnen uranium op. Een honderdste deel
van deze productie zou voldoende zijn om
een groote stad als München een geheel
jaar lang te verwarmen.
Een ton uranium wordt in Engeland
met f24,000 betaald. Met dien prijs tot
grondslag zou een huishouden, dat nu
jaarlijks ongeveer f 100 aan steenkolen
betaalt, 30 cents hebben te betalen als
men zich gemakkelijk kon abonneeren op
uranium als warmtebron.
Er ontbreekt echter nog een kleinig
heid aan een methode die het mogelijk
maakt de rcdium-massa's die de aarde
bevat practisch te ontginnen en voor de
nijverheid en het bedrijf der menschen
dienstbaar te maken. Wat is echter, als
men maar weet dat het binnen 's men
schen bereik ligt, op den duur onmo
gelijk?
Surinamismen.
In het „Onderwijs", een Surinaamsch
blad, opent de heer 0. Enuma een rubriek
Surinamismen, meerendeels bijeenge
biacht door leerlingen van de 3e en 4e klas
der normaalschool. De „West" ontleent
er o. a de volgende aan
Ik ga naar komedie gaan. Ik ga tuis.
Ik ga uitblijven (de dag bij familie of
kennis doorbrengen). Regen schuilen.
Regen spugt (het begint te stofregenen).
Regen heeft me ontmoet (ik ben door
den regen overvallen). Haar onderrok
gaat voorbij. - Zij gaat portret wegnemen
ookzij gaat trekken (zij laat zich portret-
teeren). Rij heeft het afgemaakt (is
overleden).
Die meidens. Jongelui. Oudeluis.
Timmerluis. Die dinges.
Ik heb verkouwen. - Ik was vervelend
(voorik heb me verveeld).
Gemongen bloed. Ik ben er aan
vergeten. De tafel wegnemen (afne
men). Die roos is verflauwd (verdord).
Die kinderen regeeren (stoeien.)
Een straatje maken. Koffie bak ren.
Hij slijt me Nummereeren.
Gras kappen. Hjj grapt. Zij is met
den dokter (onder behandeling v. d dok
ter).
Dat meisje verbeeldt voor dien jongen
(zij meent zijn genegenheid te bezitten).
Getrouwde kinderen (in den echt ver
wekte kinderen). Ongetrouwde kinde
ren. Hand (voor arm) en voet (voor been).
Hij heeft me gedreigd of gedregen
(me by m'n scheldnaam genoemd). Ik
heb losse buik (diarrhee).
De heer Enuma besluit de lijst met
de volgende uitdrukkingen uit een ge
sprek dat volgens de legende eens gevoerd
moet zijn tusschen twee onderwijzers.
Als 't gesprek historisch is, zegt de-heer
Enuma, dan is 't zeker lang geleden ge
voerd. Zoo boeketalig is stellig geen
enkel onderwijzer meer.
„Zijt gij gestokt of geparapluseerd
„Ik doe niet aan stokage, ik ben gepara
pluseerd, want het dreigt naar regen".
„Wat is uw streven
»Mijn streven is des tweeden rangs".
„Hoe gaat het met het kuituur uws va
ders? Spreek vrij uw meening uit, ver
heel ze voor mij niet".
Wij hebben uit de verzameling een aan
tal uitdrukkingen geschrapt, die ook in
ons land voorkomen, dus niets bizonder
Surinaamsch hebben. Dat geldt allicht
ook een enkele die wij hebben overgeno
men.
Houtworm in meubelen.
De heer J. W. Giltay te Delft deelt in het
laatste nummer van De Natuur mee, dat
er, behalve het inspuiten van petroleum
in de wormgaatjes, nog een afdoend mid
del tegen houtworm bestaat. Als men een
meubel, dat aangetast is, een paar keer
daags met een hamertje beklopt (men kan
er een plankje tusschen leggen), dan gaat
de worm door de trillingen dood. De heer
Giltay heeft van een bouwkundige eens
gehoord, dat deze een huis had gezien,
waarvan de trap van de eerste verdieping
zonder worm was die van de 2de was
tamelijk of liever een beetje door worm
beschadigd, die van de 3de heel erg. Na
tuurlijk werd de laatstgenoemde trap het
minst gebruikt en was die daardoor het
minst aan schokken onderhevig. Ook
violen, die bespeeld worden, hebben nooit
last van houtwormviolen, die lang onge
bruikt gelegen hebben, soms wel.
K<fcrk»litM« N
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Oldeberkoop, J.G. v.Loenen
te Oldeholtwolde.
Bedankt voor Heer Hugowaard door dr
P. Proost te Nijehorne.
's-IIeer Hendrikskinder >n. In een
gecombineerde vergadering van Kerk
voogden en Notabelen der Herv. Kerk
werd besloten het tractemenr van den
predikant met, f 150 te verhoogen.
Geref. Kerken.
Beroepen te Baarland, A. P. Lanting te
Oud-Loosdrecht.
ScbooNtetr-* s.
Benoemd tot onderwijzer aan de Geref.
school te Vlaardingen de heer D. v. Eijk,
eerste onderwijzer aan de Chr. school te
Souburg.
Te Utrecht slaagde voor het 2de ge
deelte theoretisch artsexamen de heer A.
C. Polderman, geboren te St. Annaland.
Enka's ontslag.
Zaterdag hield te Amsterdam de Com
missie van Beroep voor de scholen, aan
gesloten bij de „Vereeniging voor Chris
telijk Volksonderwijs" een onderzoek in
zake het ontslag van Enka (mej. Van
der Vlies) als onderwijzeres aan een
Rotterdamsche Diaconieschool.
Deze commissie is samengesteld als
volgt: jhr mr Van den Brandeler endr
De Visser, Den Haag, dr Kromsigt, Am
sterdam, mr Segers, Breda, de heeren
Koole en Blum, Middelburg, en Van
Bentveld, Rotterdam.
Allereerst stelde de voorzitter aan mej.
Van der Vlies eenige vragen.
Mej. Van der Vlies vertelaarde, dat
men bij haar aanstelling in de instruc
ties niet in details was afgedaald, wat
ze zou hebben te doen en te laten. Den
regenten was het bekend, dat ze chris-
ten-socialiste was. Dat ze niet in het
openbaar zou optreden was haar toen
niet gezegd.
Slechts was haar lachend gevraagd
„Sluit uw christen-socialiste zijn in, dat
u met het schoolhoofd in conflict komt
waarop ze geantwoord had, dat ze nooit
met een schoolhoofd in conflict was ge
komen.
Mej. Van der Vlies erkent secretaresse
te zijn van den Bond van Christen So
cialisten en de beginselen van dien Bond
voor te staan, die het kapitalistisch stel
sel bestrijdtvoorts was ze redactrice
van „Opwaarts".
Het feit, dat mej. Van der Vlies secre
taresse was van den Bond en redactrice
van het orgaan, was volgens regenten
de oorzaak van het ontslag. Daarentegen
acht mej. Van der Vlies de zaak De Jong
de aanleidende oorzaak.
Mej. Van der Vlies erkent een stuk in
het blad gescheven te hebben over klasse -
justitie, doch ontkent dat regenten het
recht hadden zich op dit stuk voor een
ontslag te beroepen.
Ook erkent ze in een kroniek over den
dood van koning Edward eenige algemee
ne opmerkingen te hebben gemaakt over
het koningschap. Voorts zou ze zich
„lichtvaardig" hebben uitgelaten over de
christelijke gezindheid van den burge
meester van Rotterdam, naar aanleiding
van een rede van dezen over de Zending
Mej. Van der Vlies verklaart zich op me
dedeelingen van een ander in een parti
culier gesprek over de christelijke gezind
heid van denj burgemeester te hebben
uitgelaten, welke uitlating was overge
bracht aan ds. Moquette, doch ontkent
over dit onderwerp te hebben geschreven.
Sedert is ze met mededeelingen aan an
deren voorzichtiger en wantrouwenden
geworden.
Nog zou mej. Van der Vlies zich in een
particulier gesprek hebben uitgelaten, dat
haar socialistische opvattingen haar
hoofdzaak was, het onderwijs bijzaak.
Dit laatste wordt door mej. Van der
Vlies beslist ontkendintegendeel ze
kan getuigen voor een geheel andere
meening bijbrengen. Mer kan slechts de
conclusie trekken dat ze niet al haar
krachten aan de school gaf.
De voorzitter stelt mej. Van dei Vlies
de vraag, of ze niet gevoelt dat zij, die
het gezag aantastte en ontevredenheid
zaaide geen liefde voor het koningschap
kan aankweeken.
Mej. Van der Vlies antwoordt, dat ze
niet hooger kwam dan het derde leerjaar
en een conflict nooit heeft gevoeld. In
haar plichten tegenover God kwam ze
nooit door haar Christen-socialiste zijn in
tegenspraak. Ze meent echter niet, dat ze
geen crltiek zou mogen oefenen. De ou-
di ts zelf hebben nooit over haar geklaagd.
De voorzilterNeen, doch de Regenten
gevoelden hun verantwoordelijkheid.
Mej. Van der Vlies wijst er op, dat uit
het schoolleven nooit bezwaren tegen
haar zijn aangevoerd.
De voorzitter herinnert er aan, dat in
December reeds aan mej. Van der Vlies
was gezegd, dat ze de propaganda zou
laten varen. Men had haar geen salaris-
verhooging toegekend, omdat men onte
vreden was over haar optreden buiten de
school.
Mej. an der Vlies verklaart, dat ze een
groote concessie gedaan heeft door zich
uit de mondelinge propaganda terug te
trekken.
Op een vraag van den voorzitter ver
klaart mej. Van der Vlies, dat elke redac
teur van „Opwaarts" alleen aansprake-ijk
is voor de eigen artikelen en voor de bij
dragen van medewerkers.
De voorzitterHoe komt dat Bestaat
er geen eenheid?
Mej. Van der vliesJawel, doch het be
treft de wettelijke verantwoordelijkheid.
Op een vraag van den voorzitter ver
klaart mej. Van der Vlies, dat ze bereid is
mede feest te N'ieren met Oranjefeesten.
Liefde voor het koningschap aankweeken
kan ze niet. In die bijzonderheid erkent
ze, wijkt ze af van art. 11.
Nog werd aan mej. Van der Vlies de
vraag gesteld of ze de wijz r van propa
ganda door „Opwaarts" gevoerd waarin
vaak gesproken wordt over „slaven
dienst" en met verhaaltjes gespot wordt
in overeenstemming acht met het chris
telijk beginsel van naastenliefde.
Mej. Van der Vlies ontkent, dat „Op
waarts" zich spottend uitlaat. Een tevre
denheid ebhter, die dofheid en slaperig
heid is en er toe leidt, dat men ellende
niet gevoelt, tegen een verkeerde tevre
denheid dus, meent ze krachtig te moe
ten optreden, om op deze wijze de naas
tenliefde juist tot een hooger peil te
brengen.
Daarna werd overgegaan tot het hooren
der verschillende getuigen.
Als eerste getuige werd gehoord ds.
Van der Giesen, voorzitter van het col
lege van regenten van Diaconiescholen te
Rotterdam.
Deze verklaart bij de aanstelling er op
gewezen te hebben, dat niet mocht wor
den deel genomen aan openbare actie.
„Wist u, vraagt de voorzitter, dat mej.
Van der Vlies Christen-socialiste was
„Ik wist slechts, dat ze was voor an
nexatie van de productie-middelen. Van
de Christen-socialisten was toen nog wei
nig bekend".
Spr. deelt mede, dat mej. Van der Vlies
onderwijzeres was aan een school, ook
door zijn kinderen bezocht. Deze school
is geliquideerd en mej. Van der Vlies was
zonder betrekking. Een collega van mej.
Van der Vlies vestigde de aandacht op
haar. Spr. had niet gedacht, dat mej. Van
der Vlies, die aan een sohool voor rijke
kinderen had les gegeven, op een Diaco
nieschool zou willen komen. Persoonlijk
had spr, gezegd welnu deel haar mede,
dat er by ons een vacature is. Mej. Van
der Vlies had aan spr. een bezoek ge
bracht. Die ontmoeting droeg een zeer
hartelijk karakter.
Spr. zat daar waarschijnlijk als parti
culier en als regent tegelijk. Spr. had
mej. Van der Vlies gewezen op het ver
schil in stand en meende, dat ze te veel
verwend was. Daarop had mej. Van der
Vlies gezegd, dat dit heelemaal geen
bezwaar was, dat ze juist gaarne arme
kinderen wilde onderwijzen. Dit viel zoo
wel bij spreker als bij ds. Moquette zeer
in den smaak. Toen is spr. bekend ge
worden dat mej. Van der Vlies Enka
was. Haar beginselen achtte men geen
bezwaar, doch nadrukkelijk was als voor
waarde gesteld, dat ze niet zou deelne
men aan publieke actie.
De voorzitterHet treft mij, omdat
mej. Van der Vlies dit ontkent.
Ds. Van der Giesen herinnert er aan,
dat reeds 11 April 1907 jhr De Geer over
de fout van Enka heeft gesproken en
haar „gezet heeft in den soc.-dem. hoek".
Men heeft haar toen reeds gewaarschuwd
voor haar openbaar optreden spr. erkent
dat in den aanvang nog niet zoo krachtig
is gewaarschuwd. Nog deelt hij mede,
dat de Diaconiescholen te Rotterdam
reeds 100 jaar oud zijn, en zich buiten
den schoolstrijd hielden.
Mej. Van der Vlies houdt vol, dat haar
niet met ronde woorden gezegd was, niet
in het publiek op te treden, al had men
bezwaar tegen haar politiek optreden.
Later had ze beloofd niet meer in open
bare vergaderingen op te treden en die
belofte heeft ze gehouden.
IDr De Visser stelt de vraag of de
Bond van Christen-Socialisten niet voor
schrijft met alle wettelijke en zedelijke
middelen het doel van den Bond te be
vorderen.
Mej. Van der Vlies geeft dit toe, doch
wijst er op, dat de Bond besloot, niet
aan politiek te doen. Het spijt spr., dat
een bestuurslid van den Bond hier toe
gang geweigerd isdeze toch had haar
verklaring kunnen bevestigen.
Ds. Van der Giesen erkent, dat op het
onderwys'van mej. Van der viies of op
haar godsdienst geen aanmerking is te
maxen
Met den meesten nadruk ontkent spr.,
dat de zaak-mr. De JoDg de oorzaak'was
van het ontslag. Reeds was 20 April
over het ontslag geschreven en 23 April
had het gesprek plaats met mr De Jong.
De feiten hadden zich reeds opgehoopt.
Ds Moquette is vroeger voorzitter ge
weest van het college van regenten voor
het Christelijk onderwijs te Rotterdam.
Volgens dezen spr. is aan mej. v. d.
Vlies bij hare benoeming aangezegd dat
niet geduld kon worden dat zij naar
buiten zou optreden en dat zij ook van
buiten af de belangen der school had te
bevorderen.
Als mej. v d. Vlies antwoordt spr.
op een desbetreffende vraag meende
dat zulks alleen politiek optreden ver
bood, dan heeft zij zich vergist. Wij
willen geen propaganda voor een Chris
ten socialisme of voor socialisme.
De voorzitterWanneer kwamen de
heeren te weten dat mej. v. d. Vlies
redactrice van „Opwaarts" was.
i s. v. d. Giesen en ds. Moquette kunnen
zich dat niet herinneren.
Ds. De Visser: U trad voor politieke
partijen als spreekster opwas dat in
overeenstemming met de beperking bij
uw aanstelling? Dat was practische
politiek dienen
Mej. v. d. Vlies U hebt misschien wol
eens gehoord dat de S. D. A. P. is voor de
S. D. A. P.-ers wat èn de kerk èn de politiek
is voor de christelijke. Toen ik voor de S.
D. A. 1'. sprak, was dat over de maatschap
pelijke problemen, doch nimmer over de
politiek. Ik heb dat op die vergaderingen
ook in het licht gesteld.
De heer Segers Waarom niet in Rot
terdam opgetreden
Er ontstaat een heftige discussie als
ds. v. d. Giesen het debat Enka-De Vries
ter sprake brengt. Mej. v. d. Vlies ont
kent in het openbaar te hebben gedebat
teerd.
Ds. v. d. Giessen Daar heeft u 't woord.
Op grond van een woord verdraait zij
de feiten en zegt dat men haar valsch
beschuldigde.
Mej. v. d. VliesHet was een verga
dering der Anti-rev. Partij waarop door
geestverwanten vragen mochten worden
gesteld.
Als de voorzitter de spreekster niet
laaf vooitgaan en tot ds. v. d. Giesen
zegt: dus wel degelijk ten openbare
vergadering,interrumpeert mej.v. d.Vlies:
Laat ik van die vergadering een verslag
vertellen".
De voorzifter gaat daarop niet in
Mej. v. d. VliesDat is ook klasse-
justitie.
Alsnu wordt gehoord ds. Lamers bij
wien geïnformeerd wordt naar de uitla
tingen van mej. v. d. Vlies over het onder
wijs en haar actie.
Spr. zegt„In 1909 in December kwam
mej. v. d. Vlies mij vertellen dat ds. v. d.
Giesen haar geen verhooging van salaris
wilde toekennen. Zij wilde zich beroe
pen op regenten. Ik ontraadde haar zulks
want zei ikals ds. v. d. Giesen u niet ter
wille is, dan ook het college zeker niet. Ik
vreesde toen voor haar dat ontslag zou
volgen bij eventueele behandeling. Zij
heeft toen gezegd„Ja, de school is
voor mij broodwinning". Ik zei toen
Wees dan recht en laat u betalen door
de zaak die u dient, dus door uw partij. Ik
vatte haar woorden niet op als bedoelde
zij te zeggen»ik verwaarloos het
onderwijs. Opwaarts las ik wel eens.
Vond sommige artikelen pikant en ook
wel gezagondermijnend ik herinner mij
het artikel klassejustitie.
De voorzitter: Is dat het artikel van
13 Mei?
Ds. LamersDat weet ik niet.
Ds De Heer wordt vervolgens gehoord.
Is sinds een paar jaar regent van het
meergenoemd college.
Spr. heeft in Januari 1910 met praeses
en scriba van regenten een onderhoud
gehad met mej. v. d. lies over de voor-
loopige toezegging van salarisverhooging.
Anders heeft spr. nooit een onderhoud
met haar gehad. Spr. trad in Juli 1910
in de commissie van onderwijs.
In die vergadering is spr. laat geko
men, heeft slechts het slot van het onder
houd bijgewoond. Spr. vroeg mej. v. d.
Vlies toen of eigenlijk voor haar 't onder
wijs niet bijzaak was.
Dat stemde zij toe.
„Ik wilde haar laten voelen dat haar
positie een dubbelhartige w as. Zij diende
èn de partij èn de school, wat ik niet wel
mogelpk oordeelde", aldus spr
s Couvret, scriba van het college van
diaconiescholen, als volgende getuige ge
hoord, zegt niet anders te weten dan dat
de voorwaarde van haar aanstelling ge
steld luidde: geen openbare propaganda
voor socialisme of christen-socialisme.
Zulks verzekerde men spreker, maar hij
was bij die aanstelling niet betrokken.
Spr. sprak twee malen met mej. v. d.Vlies.
Een keer in gezelschap van mej. Brizet,
den tweeden keer om haar de onthouding
der salarisverhooging mede te deelen.
Spr. gaf toen persoonlijk haar in overwe
ging een andere plaats te zoeken. Zij ant
woordde toen „Dus dan moet ik maar
heengaan" en verliet toen de kamer.
De voorzitter vraagt vervolgens aan ds.
v. d. GiessenWat deed de maat over
loop n, kunt u mij dat niet zeggen
Ds v. d. Giesen De onderwijzers vroe
gen waarom mag zij doen wat wij niet
mogen - de ouders maakten zich ongerust
over haar onderwijs de circulaire van
B. en W., die 'n machtigen indruk maakte
haar schrijven in Opwaarts" en voor
mij persoonlijk het publiceeren der begin
selverklaring van den Bond.
Nadat de verhooren waren afgeloopen,
was het woord aan mr e Gaay Fortman,
den rechtskundigen raadsman van mej.
Van der Vlies.
Zijn conclusie was j
„Het ontslag kan niet gehandhaafd
worden en zal derhalve door uwe commis
sie worden opgeheven. Vooreerst omdat
in den ontslagbrief regenten uitgaan van
de onjuiste gedachte, dat in art. 11 van het
Alg. Regl. der Herv. kerk hun iets wordt
opgedragen waarom zij ook ten onrechte
zekere feiten en daden toetsen aan dit art.,
dat in noch bij hare aanstelling mej. Van
der Vlies is voorgesteld, als zijnde de
daarin genoemde beginselen door haar na
te leven.
Maar bovendien omdat het lidmaatschap
en secretariaat van den Bond van Christen -
socialisten en de redactie van „Opwaarts"
door hen metterdaad gedurende langer tijd
geen bezwaar is geaeht, althans toegela
ten. Ook mag 't belijden van de Christen-
socialistische beginselen door mej .van dei-
Vlies geen reden tot ontslag geweest zijn,
omdat dit het schoolbestuur bij de aan
stelling bekend was.
Daargelaten nog, dat door ontzegging
van het recht van lidmaatschap van dezen
bond en het belijden van zekere beginselen
4e grondwettelijke vrijheden van den Ne
derlandschen staatsburger ernstig zouden
zijn aangetast.
En in het ontslag om andere dan in den
ontslagbrief genoemde redenen is het
schoolbestuur niet-ont\ankelijk, omdat
de rechtspositie van den bijzonderen on
derwijzer, waarom het hier gaat, dit niet
duldt. Het schoolbestuur had niet de be
voegdheid bij contra-memorie de motieven
voor ontslag uit te breiden en te verande
ren. De commissie van beroep heeft niet
de taak zelfstandig de gegrondheid van
een ontslag te onderzoeken. Het eenige
punt waarop recht moet worden gedaan
is de ontslagbrief. Ten allen overvloede is
het schoolbestuur er niet in geslaagd te
bewijzen de verantwoordelijkheid van
mej. Van der Vlies voor wat in „Opwaarts"
geschreven wordt, de strijd tusschen de
beginselen van den Bond van Christen-
socialisten en de denkbeelden, in zyn or
gaan verdedigd, met de beginselen van
art. 11 Alg. Regl.
En evenmin is aangetoond, dat het lid
maatschap van dien Bond, de redactie van
„Opwaarts", met de daaraan verbonden
beginselen en denkbeelden, alsmede het
optreden buiten de school de verhouding
van mejuffr. Van der Vlies tot die school,
die school zelve en haar onderwijs ernstig
schaadden.
Uitspraak 2 Juli a.s. (Hand.)
Wij kunnen niet van alle vergaderin
gen ten voordeele onzer candidaturen in
't district Goes genouden verslag geven.
Te Wissenkerke trad Vrijdag ds. v. d.
Kamp op voor een vijftigtal kiezers, meeat
Linksche. Van de gelegenheid tot debat
werd geen gebruik gemaakt. Te Hein-
kenszand traden Zaterdagavond in een
coalitie-meeting met ongeveer honderd
personen ds heeren Vienings en Buijse
op, zij hadden een mooien propaganda-
avond. Te Wissekerke debateerden dien
avond de heeren Wolzak, uit Baarland, en
ds. Smelt, met jhr. de Muralt die de.vrij
zinnige oandidaten kwam aanbevelen.
Deze vergadering eindigde zeer rumoerig.
Jhr. de Muralt zei dat hij nog met den
trein mee moest (schoon hij toch op 't ei
land is gebleven) anders had de vergade-
rine allicht nog langer geduurd tenmin
ste wanneer de voorzitter de heer Swenne
haar in bedwang had kunnen houden.
Want 't geschreeuw tegen ds. Smelt was
somwijlen tergend, en ging met 't ballen
van vuisten gepaard. De vrijzinnigen te
Wissenkerke moeten nog leeren openbare
vergaderingen te hebben, en humaan zyn
jegens andersdenkenden. En dat zal ook
wel gaan, mits de leiders maar wat voor
zichtig zyn met de keuze van sprekers.
Heden Maandag treden ds. v. d. Kamp
te Ellewoudsdijk en ds. v. d. Voort v. Zyp
met den heer Vienings te Goes voorde
kiezers op.
Middelburg. Zondagavond trachtten
twee mannen binnen te dringen bij een
bewoner van den Oude Vlissingschen
weg alhier. Een te hulp geroepen politie
agent bracht een der belhamels, d5e boven
zijn theewater was naar het bureau, ter
wij de andere zich daar heen begaf om een
klacht te doen, daar hy 't deed voorkomen
door bedoelden bewoner van den Vlissing
schen weg met een revolver te zyn
gedreigd. Deze vrijwillige arrestant liep
nog een verbaal op wegens beleediging
van den agent.
M ddelburg. Muziekuitvoering op Vrij
dag 1 Juli 1910 des avonds ten 71/2 uur op
het Molenwater.
Goes. De afdeelingen Goes en Ierseke
van de S. D. A. P. besloten de candidatu
ren van de heeren Elenbaas en Kakebeeke
te steunen. Vooral te Iersede is krachtig
voor 4e vrijzinnigen gewerkt. Laten de
onzen daarom toch getrouw opkomen.
Wisseukerke. Van de rede van den
heer de Muralt Zaterdagavond gehouden
is geen verslag te gevenhet was een
causerie, doorspekt met aardigheden en
schunnigheden, waarin hier en daar de
waarheid maar al te zeer ontbrak. De heer
Wolzak weersprak den spreker op ver
schillende punten, loen de spreker onder
anderen vertelde van een man van
Rechts met wien hü vroeger geboemeld