Ho. f>24. 1910,
N1EUWSELAB
/OOR ZEELANS
Sluijs.
Vrijdag 24 juni,
24e ia u gang
BHRiSTELUK-
HISTORISCH
Bersten Man 28 Jnai
del burg,
/ERSGHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
W- van Oeveren.
C. P. Vogelaar.
K B. Dumoleyn.
A. Moerdijk.
J. A. v. Rompu.
J, y. A. M. v. Waesberghe.
UIT DE PERS.
S. X DE JONGE-VERWEST, te
F. P. DV-U'.J, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENT1ËN
Tram
)ELBUBGh
lag:6,—6,30*
i 9,30, 10,
12,45, eni., elk
et, dan weder oa
st vertrekkende
iddag6,30*,
9,30. 10,-,
1,enz., elk
r, dan Weder om
ht vertrekkende
van Vlissingen
tend werkmans-
Dm 2,30 en 6,
en dei Zondags
Bn niet gereden.
oberen.
'Middelburg.
4.16 6.56 9.37
4.22 7.01 9.44
4.34 7.12 9.56
4.46 7.23 10.08
4.53 7.3o 10.I5
6.04 7.41 10.26
6.23 8.$10.45
te-Domburg.
5.38 8.18)11.20
6.— 8.40)II.4O
6.09 8.49)11.49
6.16 8.56)11.56
6.28 9.08 )12.O7
16.40 9.20)i2.l8
16.47 9.27)12.25
Vlissingen.
•15 6.55 9-37
.04 7.38 10.26
13 7-47 §10.35
.16 7.50 §10.38
.21 7.66 §10.43
26 8.— §10.48
i-Domburg.
5.36 8.15)11.17
5,— 8.40)11.40
6.47 9.27)12.25
:t loopen alleen
en met 15 Sept.,
-BOOSEJJD.
4,i58,— »,35
4,25.8,10 ii,4S
4,338,18 11,54
4,59 8,41 12,17
5,12 8,55 12,30
5,209,03 12,38
5,289,11 12,44
5,42 9,27 12,58
5,45 9,30 i,—
ertrekt ook een
itavenisse.
5.62 9,40
5-57 9,45
6.io
1,03
1,08
6,05 10,05
6,26 i 0,26
6,45 .10,48
6.59 11,03
7,lo 11,15
20 \3S n,3S
}2 1,46 11.48
46 9,— 12,06
37 9,22 12,33
B° 9,45 1,—
50 6,-
38 9,54 1,10
43 9,59 i,i5
10,05
o3 10,08
1810,23
fc6 10,31
134 10,39
!5o 10,54
10 11,14
■20 11,23
co 11,32
1,20
1.23
1,38
M6
I,54
2,08
2,27
2,35
2,45
rijdt alleen op
4,1° 7,3o
5,59 lo,—
6,35 d)
7,05
d)h)
vertrek van
Ben vm. 8,50
3rsselen en
15 minuten
lenzen ten
PgB.
0. r
-éjt»
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS,
1 rijs per drie maanden franco p. p. I.2S
I nkele nummers B OfiiJ1.
Z4ï, die zicli met 1 Juli a.g.
op ons lad abonneeren, ont
vangen liet tot dien datum
gratie,
(tu ->schen 8 en 5 uur).
Wij blijven dringend aanbevelen
Voor Goes
Voor Hulst
Machtspolitiek.
Onder dit opschrift schrijft de Standaard
In de pers der Vrijzinnigheid geeft pijn
lijke teleurstelling steeds scherper al op
wat men daar brandmerkt als de machts
politiek der Rechterzijde. Bedoeld wordt
hiermee, dat de mannen der rechterzijde
in naam voor beginselen den strijd aan
binden, maar feitelijk die beginselen in
den steek laten, er eeniglyk op bedacht,
om de macht in het land aan zich te trek
ken en te houden.
Nu loont 't daarom de moeite naar deze
grief te luisteren, omdat zy, die deze grief
togen ons inbrengen, op dit stuk mannen
van de ervaring zijn, en zich als medische
adviseurs opwerpen in een ziektegeval,
dat ze zelve niet alleen acuut hebben
doorgemaakt, maar waaraan ze ten slotte
zelfs chronisch leden.
Men weet hoe Thorbecke met benoe
mingen omsprong, hoe hij oordeelde over
de vervolging der afscheiding, hoe hij ons
als „stille party" in den hoek duwde, en
ten slette een Kieswet doordreef, zóó be
nepen, zóó enghartig en exclusief, dat ze
als geknipt was, om het liberale element
bij de stembus sterk te maken, en al wat
achter Groen liep tot machteloosheid te
doemen. Ja, sterker nog, de parlementaire
annalen wijzen het uit, hoe, kwam er
toch voor ons een kansje, het Liberalisme
naar de politieke schaar greep, om een
district dat gunsiig werd, te verknippen.
We noemen slechts Dordrecht en Sneek.
Een metterdaad hoogst eenzijdige en
uiterst gedreven machtspolitiek, die dan
nog, niets ontziend en niets sparend, op
het terrein van de benoemingen werd
voortgezet, vooral bij het Notariaat en
inzake' het Burgemeestersambt, en ook
de Colleges van Gedeputeerden niet te
vergeten.
Een machtspolitiek, die ten slotte een
zoo sterk chronisch karakter aannam,
dat men er zelf in 't eind niets abnor
maals meer in zag. Eén omzetting in
de publieke opinie, die hierdoor tot stand
kwam, dat men zijn tegenstanders niet
alleen op zwart zaad hield, maar hen
bovendien nog als „onbekwamen en
ongescnikten" aan de publieke minach
ting prijs gaf. Een inderdaad zeer onedele
manouvre, maar een deloyauteit, waar
van men zelf bet krenkende zoo weinig
inzag, dat men de grootere helft van
zijn landgenooten den slag in het aan
gezicht gat, onder het vroolhk en lucht
hartig neuriBn van het oude machtslied
„Nul n aura de lesprii que nous et nos
amisöf wü men het vertaald in een
Hollandsche deun „'Wij met de onzen
hebben de wijsheid in pacht".
In die alles voorzich wegmaaiende
machtspolitiek was het Liberalisme ten
onzent in den loop van een halve eeuw
der wij 3 ingegroeid, dat het denkbeeld
zelf, alsof Ooit de gekaapte macht aah
het Liberalisme weer zou kunnen ont
nomen worden, klinkklare ongerijmdheid
scheen. De oude administratieve Regen
ten-oligarchie zette zich in de machts
politiek van het Liberalisme voort. Er
was verschil in de uitvoering, maar het
was één geest. Ook bij wat toen Conser
vatief heette, maar feitelijk slechts een
schakeering bleek. Afgezien van de latere
jaren, toen de van het paard getilde
Conservatief in onze tente vluchtte, was
in aller gezamenlijk verzet tegen het
Christelijk volksdeel, het benependst ex-
cluvisn e toongevend.
Men wist wel, wat latente kracht onder
ons schuilde. Vandaar de nachtmerrie,
dat we vroeg of laat die latente kracht
eens op stoom mochten brengen. Zoo
werd vrees raadgeefster, en juist dit
brak ten slotte hun macht.
Nu kent men het looze spreekwoord
„Zoo de waard is, vertrouwt hy zijne
gasten". Geheel te goeder trouw kon
men het zich, bij ons tieren en wassen,
daarom niet anders indenken, of gelijke
phychologische machtskrankheid als
waaraan men zelf chronisch leed, moest
ook ons besmet hebben. En goedhartig
als men gestemd was, poogt men ons
daartegen thans te waarschuwen. Loopt
dan een onnoozele er onder ons in, en gaat
hy dit de liberale pers naspreken, dan
wordt hem aanstonds een eereplaats onder
de zeven wijzen van ons Abdera inge
ruimd, en geldt hij in de liberale pers als
politieke autoriteit. Doel van welke ophe
meling dan is, om de kiezers onder ons
tegen hun leiders te waarschuwen. „Gij,
antirevolutionaire kiezers, gij, dat weten
we, zijt eerlijke lieden, die wel waarlijk
alleen voor de u heilige beginselen optrext,
en dit eeren en loven we in u. Maar juist
daarom roepen we u toe Houdt een oog
in 'tzeil, want de man aan het stuurrad
stuurt u recht op de bank aan. Uw leids
lieden is 't niet om uw beginselen, maar
eenig om persoonlijke macht te doen l"
Had nu de liberale pers in het verleden
van haar oppermacht, het vertrouwen in
de oprechtheid van haar woord niet
zoo met tak en wortel bij onze kiezers
uitgeroeid, zoo kon zulk 'n waarschuwing
metterdaad gevaarlijk worden.Tnans niet
meer. Ook politiek zijn de antirevolutio
naire kiezers gerijpt. Ze verstaan het uit
nemend wel, dat er bij de Overheid macht
moet zijn, en dat in die macht óf de libe
rale óf de Christelijke gedachte de leiding
moet geven. Er moet macht zijn, en die
macht moet óf aan den éénen óf aan den
anderen kant vallen. En nu verstaan,
doorzien en begrijpen onze antirevolu
tionaire kiezers het als hun a. b. c. dat de
vriendelijke waarschuwing van liberalen
kant op niets anders gericht is, dan om
om onze mannen weer uit de macht uit te
zetten en er de liberalen weer in te bren
gen. En dan weten ze, wat hun te wach
ten staat. Ze laten daarom het lokvogeltje
fluiten, omdat ze weten dat er achter de
gier zit, die reeds klapwiekt om weer op
hen neer te strijken. En van snavel en
klauw van die gier hebben ze heugenis.
Slechts éen ding willen de antirevolu
tionaire kiezers niet. Ze zouden er zich
namelijk met hand en tand tegen verzet
ten, zoo hun eigen mannen ook de exclu
sieve practijken der liberale bewind voe
ring thans zelve in toepassing gingen
brengen. Doch dit heeft er dan ook niets
van. Onder de beide rechtsche Kabinetten
die aan het tegenwoordige voorafgingen,
zijn zelfs meer Liberalen dan mannen van
onzen eigen kant benoemd, en thans gaat
't niet anders. In de Colleges van Gedepu
teerde Staten lieten wij steeds ook man
nen anderes geesles toe. En aan een par
tijdig: Kiesstelsel wordt onder ons zoo
weinig gedaeht, dat we uitbreiding van
het Kiesrecht zelf voorstaan, en wij eer
dan andeien voor Evenredige Vertegen
woordiging in het krijt traden. Eerlijk
recht wordt voor allen beschikt. Enwy
kunnen dit doen, omdat de Christelijke
partijen weten, dat ze niet, gelijk de Libe
ralen, feitelijk minderheid zijnde, zich als
meerderheid behoeven voor te doen. Wat
UITGAVE DER FIRMA
un van
van 15 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere rege»
meer 10 '■ent.
meerderheid is, grijpt, om zich alzoote
openbaren, niet naar den valschen schijn.
Slechts op éen ding zijn we bedacht,
en dat is, we vergeten geen oogenblik, dat
de drie groepen van Rechts elk op zich
zelf te klein zijn, om den toon in te zetten,
Staande voor de keuze, om ons öf te voe
gen naar het Liberalisme, dat ons ver
drukken wil, öf naar de beide andere
Christelijke groepen, die principieel met
ons samenstemmen,schikken we ons niet
naar de Liberalen, maar naar de ver
wante groepen.
Macht moet er zijn, want zonder macht
is er geen regeering. Maar de macht
doelen we liever met wie ons het naast
staan, dan dat we ze, door te zeer op eigen
stuk te staan, weer aan het Liberalisme
in handen zouden spelen.
Is de macht bij het Liberalisme, dan
gaat het rechtdraads tegen onze primor
diale en afgeleide beginselen in. Blijft
daarentegen de waeht Recht, dan erlangen
ook onze beginselen in steeds toenemende
mate een metterdaad schoone kans.
Provinciale Statenverkiezingen.
De herstemming voor de verschillende
provinciën is bepaald voor
Groningen Maandag 27 Juni.
FrieslandMaandag 27 Juni.
OverijselDonderdag 23 Juni.
GelderlandDonderdag 30 Juni.
UtrechtDinsdag 28 Juni.
Zuid-Holland Vrydag 24 Juni.
Noord-HollandDinsdag 28 Juni.
Zeeland Dinsdag 28 Juni.
Limburg Dinsdag 28 Juni.
prövincialiTstaten.
Slot.
Op 31 December 1911 eindigt de ter
mijn, waarvoor by besluit van 17 Juli
19ül aan de Zeeuwsche Spoorboot-Maat-
scappij subsidie uit de provinciale fond
sen is verleend voor de uitoefening van
een stoombootdienst tusschen Schou
wen, Zuid en Noord Beveland en Wal
cheren.
Bij dat besluit is de voorwaarde ge
steld, dat, mocht de Maatschappij ver
lenging van het subsidie wenschen te
verkrijgen de aanvraag daartoe zou be-
booren te geschieden ten minste ander
half jaar vóór eerstgenoemden datum.
De directie der maatschappij schreef
dd. 6 April 1910dat in de dien dag
gehouden algemeene vergadering het
voorstel van commissarissen, tot niet-
verlenging van het subsidie contract, is
aangenomen en in beginsel tot liquidatie
der vennootschap wordt besloten.
Dit schrijven gaf Ged. Staten aanlei
ding om te overwegen, of en, zoo ja, wel
ke maatregelen door de provincie zouden
kunnen worden genomen, om eene gere
gelde verbinding van Zierikzee met Zuid
en Noord - Beveland en Walcheren te
verzekeren.
Zoover kan worden nagegaan, voer de
Spoorboot reeds in 1864 van Middelburg
destijds op Bergen op Zoom v.v. In dat
jaar is voor de eerste maal door de Pro
vide subsidie verleend.
In 1865 wordt voor het eerst melding
gemaakt van reizen op Zierikzeein 1866
werden deze 4 a 6 maal per maand ge
daan.
Yan toen af werd het suosidie per jaar
toegekend. Eerst in 1871 werd het ver i
leendvoor 0 jaar (tot 31 ecember 1881).
Later is het telkens voor gelijk tijdvak
verlengd. De laatste maal is het toege
staan bij besluit van 17 Juli 1901.
Dat de dienst in een dringende behoefte
voorziet, blijkt uit de verslagen der Maat
schappij. Volgens die over 1908 en 1909
W( 'lke ter procinciale griffie ter inzage lig
gen zijn in deze jaren vervoerd onder
scheidenlijk 0458 en 10018 eerste klasse
en I94715 en 1S2815 tweede klasse pas
sagiers.
Over de vraag, of de dienst op de Ooster-
Schelde moet blijven bestaan, is dan ook
naar de meening van Ged. Staten wel
geen verschil van gevoelen te verwach
ten. H. i. kan het niet meer worden ge
mist.
Nu de Maatschappij, die tot dusverre
exploiteerde, geene verlenging van het
subsidie zal vragen, achten Ged. Staten
het het meest raadzaam dat de provincie
zelf den dienst zal uitvoeren.
De ondervinding, op de Wester-Schelde
opgedaan, leert, dat bij exploitatie van
wege e provincie de bi 'langen van de
verschillende gemeenten, by den dienst
betrokken, zeker niet minder worden
behartigd, dan bij ext loitatie door parti
culieren, terwijl aan voorkomende bezwa
ren gemakkelijker kan worden tegemoet
gekomen en billijke verlangens kunnen
worden vervuld.
Een voornaam punt bij de overwegin
gen van Ged. Staten was de vraag, of de
haven van Zierikzee genoeg diepgang
heeft, om het verkeer met aan thans
gewettigde eischen voldoende stoomboo
ten onder alle omstandigheden te kun
nen doen plaats hebben. Onder dag
teekening van '29 April 1910 no. 7, le
afd. schreven zij aan Burg. en Weth.
van Zierikzee dat zij er hoogen prijs op
zouden stellen hun oordeel over bedoel
de vraag te vernemen en daarbij te
worden ingelicht, of het gemeentebe
stuur de verzekering kon geven, dat
van gemeentewege alles zou worden
gedaan om de haven op behoorlijke
diepte te houden.
Daarop werd geantwoord dat naar het
oordeel van Burg. en Weth. de raad,
die ten volle overtuigd is van het belang
om de haven op behoorlijke diepte te
houden, naar hun oordeel zeer zeker
ook te vinden zal zijn om de noodige
gelden voor het baggeren beschikbaar
te stellen.
Wanneer de stoombooten geen al te
grooten diepgang hebben, zullen zij bij
normaal laag watei dan ook geen hin
der van te geringe diepte der haven
ondervinden.
Ged. Staten stellen voorle. met in
gang van 1 Januari 1912 voor rekening
der provincie den stoombootdienst tus
schen Schouwep, Zuid- en Noord-peve-
land en Walcheren voort te zetten en
2e. aan Ged. Staten op te dragen, in de
volgende zitting daaromtrent een uitge
werkt voorstel te doen.
De gemeenteraad van 's-H. Abtskerke
vraagt een renteloos voorschot uit de pro
vinciale fondsen ten bedrage van f3475,
voor de begrinding van den Nieuwe of
Baarsdorpsche weg in die gmeente.
Door de ontworpen begrinding zal eene
rechtstreeksclie verbinding over verharde
wegen verkregen worden tusschen de tot
de gemeente 's-Heer Abtskerkeke behoo-
rende gehuchten Baarsdorp en Sinouts
kerke en tusschen de kommen van 's-H.
Arendskerke en 's Gravenpolder.
Wil men thans over verharde wegen
van 's Heer Arendskerke naar 's-Graven-
polder rijden, dan moet men de richting
nemen, hetzij over Goes, hetzij over Hein-
kenszand en Nisse, welke richtingen
ongeveer 12 K.M. lang zijn, door de ont
worpen begrindmg, zal de afstand tot
ongeveer 8 K.M. worden teruggebracht.
Er is hier dus zeker sprake van een
hoofdverbinding en Ged. staten meenen
dat er alleszins termen zijn het voorschot
tot 't volle bedrag der kosten te verleenen.
Zij stellen dit ook voor en stellen 0. a.
de voorwaarde dat op bedoelden weg geen
tol zal worden geheven.
Door Ged. Staten wordt voorgesteld aan
de Maatschappij tot bevordering van land
bouw en veeteelt in Zeeland op haar ver
zoek voor de jaren 1911 en 1912 'n crediet
te openen ter bevordering en aanmoedi
ging van de verbetering der paardenfok
kerij in dit gewest, tot een maximum van
f 3550 's jaars 0. a. onder de voorwaarde
dat door de Maatschappij voor hetzelfde
doel een jaarlijksche bijdrage van ten
minste f 400 worde verleend.
Het bestuur der Vereeniging ter bevor
dering der geitenfokkerij in Zeeland wend
de zich in November 1909 tot Ged. Staten
met het verzoek aan die vereeniging voor
1910 een provinciaal subsidie van f 309 te
verleenen.
Niettegenstaande het gunstige advies
van den provincialen veearts der e klasse
en van het dagelyksch bestuur der Zeeuw
sche Landbouwmaatschappij,konden Ged.
Staten destijds geen vrijheid vinden vooi
te stellen het gevraagde subsidie te ver-
leeuen.Zooals zij aan het bestuur der Ver
eeniging mededeelden, waren zij van oc 1 -
deel dat, hoewel een Vereeniging als deze
in Zeeland nut zou kunnen stichten, haar
bestaan nog van te korten duur was, om
over de levensvatbaarheid een oordeel te
vellen. Buitendien scheen de begrooting
voor het eerste jaar eenigszins weelderig
te zijn opgemaakt, hetgeen te meer de
aandacht trok,waar de uitgaven nagenoeg
geheel zouden worden gebracht ten laste
van het rijk en van de provincie.
Ged. Staten paven het bestuur in over
weging, om desgewenscht uiterlijk
1 April eene nieuwe subsidie-aanvrage tot
de Staten te richten, waarbij dan uit eene
gewijzigde begrooting zouden moeten
blijken dat de Vereeniging zelf voor het
doel een bedrag van nenige beteekenis
kon opbrengen.
Thans wendt het bestuur zich opnieuw
tot de Staten met verzoek uit de provin
ciale gelden over 1910 een subsidie van
f 300 te mogen ontvangen. Uit dat adres
en de toelichtingen blijkt: le. dat thans
zijn aangesloten !4 vereenigingen met
6 <4 leden, houders van 885 geiten, tegen
7, 353 en 493 in November 19 92e. dat
de eigen inkomsten thans met f 100 ge
stegen zijn.
Uit een schrijven van den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, dat uit
zicht geefc op een Rijkssubsidie van f 700,
blijkt dat de Regeering geen bezwaar heeft
deze zaak te steunen.
Daar de Vereeniging in den korten tijd
van haar bestaan inderdaad blijk heeft
gegeveD van levensvatbaarheid en groei
kracht en ook de Regeering haar met
een niet onaanzienlijk bedrag wil steu
nen, stellen Ged. Staten voor aan de
Vereeniging voor 1910 eeD subsidie te
verleenen.
Het komt aan Ged. Staten echter voor
dat het niet noodzakelijk is de gevraagde
f 300 ten volle to j te staan, maar dat het
subsidie kan beperkt worden tot 1200, in
welk bedrag blijkens de begrooting als
nog moet voorzien worden.
Ged. Staten doen een voorstel daartoe
onder voorwaarde 0. a. dat een subsidie
van ten minste f7 0 van het rijk wordt
verstrekt.
Het Bestuur der afdeeling Middelburg
van den Nederlandschen Militairen Bond
heeft zich tot de Staten gewend, met het
verzoek om het bij besluit van 15 Juli
1904 ten behoeve van het Militair Tehuis
te Middelburg toegekende subsidie ad
f 100 te willen verhoogen.
De rekening geeft een nadeelig saldo
aan van f 102.67, terwijl blijkens de be
grooting voor 19 0 een tekort wordt ge
raamd van f 177.67
Met het oog op het gebleken nut van
het Militair Tehuis en in verband met de
omstandigheid dat door de Staten bij
besluit van 11 November 1204 aan de R.-
K. Militairen Vereeniging St. Mauritius te
Vlissingen ook een jaarlijksche subsidie
va.i f 150 is verleend, stellen Ged. Staten
voor, onder intrekking van het besluit
van 15 Juli 1904, met ingang van 1910
het subsidie te bepalen op f 50.
Ged. Staten stellen vooV de rekening
der provincie over 1908 goed te keuren
in ontvang op f 769.640.74 en in uitgaaf
op f712.156.115, dus met een goed slot
van f 47.484.62s.
De begrooting voor 1911 wordt door
dat college voorgesteld op f707.696.545
in ontvang en uitgaaf.