NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No 215. 1910.
Dinsdag 14 Juni
24e Jaargang,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Waarom aiet gekozen voor
hot Socialism*
Sodaie Aangelegenheden.
VERSCHIJNT ZESMAAL ?Eïi WEEK
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IEDEREN WERKDAO DES AVOND&
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,2&
Enkele nummers - „Ofi'P,
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
1
rA\}, ilie asioh met 1 «Juli a.ss
op ons I>Ia«l abonneeren, ont
rangen tiet tot dieu dutum
gratis.
Deze vraag verdient zeker in dezen ver
kiezingsstrijd dubbel de overweging. In
een enkel artikeltje is zij niet optelossen,
maar er zijn toch kortelijks eenige redenen
aan te geven. Wij verwerpen het socialis
me niet, omdat het zoo ontzettend veel
lawaai en reclame maakt, die meer doet
denken aan een verkoopen van handels
artikelen, dan aan een geestelijken strijd.
Toch schuilt voor een groote menigte
hierin gevaar. Men laat zich zoo vaak
meesleepen door hen die het hardst
schreeuwen. Het is helaas! maar al te
waar dat zjj, die vooral op publieke plaat
sen dikwijls het woord voeren en dat met
een zekere radheid van tong doen, be
schouwd worden als lieden die „de
wijsheid bezitten". „De brutalen hebben
de halve wereld", zegt het spreekwoord.
Men vindt dat onder alle partijen. Vooral
in onzen tijd zit er zoo iets reclame-
makends in de lucht, waardoor de ernst
van den strijd en de degelijkheid van
argumentatie en daardoor ook de waar
deering van personen en partijen zoek
gaat.
Wjj verwerpen het socialisme ook niet,
omdat zij die het prediken overal twist
en verbittering en ontevredenheid zaaien
en maar in euvelen moed alies verkette
ren wat niet voor hen buigt, het niet met
hen eens is Wij betreuren het wel dat zoo
ons volksleven vergiftigd wordt en men
nimmer van eenige andere partij dan de
socialistische, ook maar veronderstelt dat
zij het goede voor land en volk zoekt.
Onrecht doen de socialisten met van allen
Jdie niet socialist zijn, te verkondigen dat
zij het volk willen uitbuiten, zichzelf
bevoordeelen en dergelijke liefelijkheden
meer.
Wij verwerpen het socialisme echter
niet om zijn aanhangers, maar omdat het
stelsel zelf niet deugt. Het gaat uit van ver
keerde grondstellingen. Redeneerende
buiten het geloof en alzoo niet rekenende
met de zonde, zoekt het de oorzaak van
alle misstanden in de verschillende maat
schappelijke verhoudingen en ordeningen.
En zeker, iddien er gee i val in zonden
ware geweest, dan zouden zij gelijk heb-
FEUïLLETÖN.
Een ontzettende gebeurtenis en een
s droeve plechtigheid.
Den 2den Juni vond de begrafenis
plaats, nadat een korte lijkdienst was
gehouden.
„Daarbij las de heer J. N. Voorhoeve
Psalm 77 voor, en sprak over de woor
den: „Gods weg is inde zee." Hij zeide
o.a.„Het eerste, wat wjj roepen, als
zulk een slag ons treft, is„Dit krenkt
inij, d.i. dit maakt mij krank." Maar als
wjj in Gods Heiligdom inzien, leeren
wij berusten en danken. De gedoode is
door de .woestijn geleid naar de heerlijk
heid. Hier is Gods weg in wolken maar
in het Heiligdom omgeven door schit
terende sterren van heerlijkheid. Hier
zien wij de keerzijde van het borduur
werk de draden loopen dooreenmaar
Hoven is het een schoone bloem, één
heerlijk mozaiek. Laat ons dan niet naar
deze aarde, maar naar omhoog zien."
„Daarna nam de heer an Zweden het
woord, en sprak over de woorden „Zon
der geloof is het onmogelijk Gode te
behagen." De gestorvene heeft geloofd
in dien God. Ook wij moeten, bij al wat
ons treft, gelooven in God.
„Evenals de heer Voorhoeve sprak hij
de familie toe, en legde getuigenis af
van het aangenaam verblijf van Gerrie
S. in zijn woning, gedurende een jaar.
ben dan zouden de maatschappelijke
instellingen alleen de schuld dragen dei-
misstanden. Uit den maatschappelijken
nood door verbetering van toestanden
weg te nemen, zou dan het kwaad zijn
geboren Dit is evenwel in strijd met het
wezen en den aard des menschen. Voor
wie eenigszins gelooft, behoeft dit geen
betoog.
Het is niet waar dat indien uw nood
ophoudt, ook uw zonde ophoudt. Dan
zouden de rijken, die volgens de socialis
ten geen nood hebben, ook geen zonden
hebben en dit neemt zelfs een socialist niet
aan. Het socialisme is voorts staathuis
houdkundig onuivoerbaar, dewijl het de
natuurlijke beweegredenen tot den arbeid
vernietigt. de zorg voor zich en de
zijnen. Op een passie tot arbeiden mag
men niet te veel steunen. Er is ook een
passie tot niets doen.
Onhoudbaar is het ook uit oogpunt des
rechts. Wij lazen eens in de redevoering
van een socialistEigendom is niet het
gevolg van eenigen titel, bijgevolg is het
onrechtmatig. Doch zoo'n bewijsvoering
is het paard optuigen bjj den staart.
De titels toch zijn niet de gronden van den
eigendom, maar de eigendom is de grond
der rechtstitels. De eigendom is een nood
zakelijke voorwaarde van het zedelijk be
staan des menschen,is een eisch der men-
schelijke natuur. Loochening van den
eigendom is het gevolg van het verkeerde
beginsel dat menschelijke arbeid tot
rechtsgrond van den eigendom meent, in
plaats van de gave Gods. Het is ook in
stryd met het recht dat een ander zou be
schikken over mjjn persoonlijk en privaat
leven, door mij geheel op te eischen voor
de gemeenschap. Het is in strijd met het
recht den mensch te doen breken met wat
naar Christelijke zede het wezen des
huwelijks uitmaakt, afstaDd te doen van
het ouderlijk gezag, waardoor Gods sou-
verein gezag in den kring des gezins zich
wil doen gelden.
De mensch is als redelijk, verantwoor
delijk wezen, een subject van persoonlijke
ieugden en ondeugden. Hij heeft dien
volgens plichten tegenover zich zeiven.
Als schepsel Gods staat hij in een bepaalde
verhouding tot God,den Vader der geesten,
den Oppersten Wetgever en heeft hij als
zoodanig godsdienstige plichten. En al
moet dan ook met beslistheid erkend wor
den, dat hij als staande met en naast
anderen op deze wereld, ook sociale plich
ten heeft, dan moet dit er niet toe leiden,
de beide anderen weg te cijferen en alzoo
Hy las ten slotte een schoon lievelings
lied van de afgestorvene voor.
„Ds Van der Voort van Zijp ging daar
na voor in een hartelijk en innig smeek-
en dankgebed.
„Toen de droeve stoet zich in beweging
zette, ontblootten de omstanders eerbie
dig 't hoofd."
„Velen volgden den rouwstoet naar de
Algemeene Begraafplaats. Daar was de
belangstelling nog grooter, en toen de
baar grafwaarts werd gedragen, klonk
luide het gesnik van velen, die zichtbaar
onder den indruk waren van deze plech
tigheid. Rond de groeve schaarden zich
de diepbedroefde moeder, gesteund door
twee harer kinderen, verdere familie
leden, de heer J. N. Voorhoeve met twee
van de kinderen, die getuigen waren
van het schrikkelijke voorval, en eenige
anderen, die de overledene van zeer nabij
kenden. De heer Voorhoeve, uit den
breeden kring naar voren tredende, las
de eerste twee verzen uit het 14de hoofd
stuk van het boek Job voor."
De heer Voorhoeve sprak aldus
De Heere heeft gegeven, de Heere hééft
genomen, de naam des Heeren zij geloofd
Dit woord van denzelfden man, uit wiens
boek ik eenige verzen heb voorgelezen,
kwam mij onmiddellijk voor de aandacht,
toen ik, uit onze tijdelijke woning in de
Luikschestraat weggeroepen, onze kin
derjuffrouw, die tien minuten te voren
het 2/3 der zedewet te breken, gelijk het
socialisme hetwelk een algeheele opoffe
ring van den mensch aan de gemeenschap
wil, feitelijk eischt.
In de ideaalsverwezenlijking van het
socialisme ligt dan ook niet alleen een
sociale maar evenzeer een moreele revo
lutie. Men bedenke.echterDe menschen
zijn er niet om de maatschappij, maar
deze is om de menschen. De maatschappij
is een gevolg van de innerlijke wezenlijke
behoeften in de door God gevormde en
geschapen kringen gelegd. In de natuur
der instellingen ligt het wezen der
rechten.
Ook van uit godsdienstig standpunt be
zien kunnen wij nimmer het socialisme
aanhangen. Godsdienst is geen privaat
zaak. Als ge gelooft in God, gelooft ge
tevens dat Hij ordinantiën en regelen ge
steld heeft voor de natuur en het leven.
Ge gelooft dan ook dat ge die hebt op te
sporen en na te leven.
De maatschappij bestaat uit menschen.
Zonder kennis van het wezen van den
mensch, verstaat gjj de maatschappij niet.
En het wezen der menschen begrijpt ge
niet zonder kennis Gods.
Het roepen van „Godsdienst is privaat-
zaak is dan ook niet dan een lokstem
van den revolutionair, opdat ge hem ge
heel en al het terrein van staat en maat
schappij zoudt laten.-Dat het socialisme
als uit atheïstische beginselen voort
gesproten vijandig genoeg is tegen den
waarachtigen godsdienst, blijkt reeds vol
doende uit geschriften en optreden zijner
aanhangers. Herhaaldelijk vindt ge in de
socialistische pers of lectuur uitdrukkin
gen als deze Het geloof aan den leven
den persoonlijken God is de hoeksteen
der geheele worm stekelige maatschappij
en zoolang de mensch nog met één vezel
aan den hemel hangt, Is er op aarde geen
heil te verkrijgen, 't welk het socialisme
juist wil geven. Keen, er is geen verlo
ren paradijs maar een heerl|jk Eden
of Walhalla in de toekomst niet? hier
boven, maar hier beneden. De Christen
leertzoekt eerst het Koninkrijk Gods en
alle andere dingen zullen u toegeworpen
worden 1 De socialist zegtzoekt eerst
voldoening van al uw aardsehe behoeften
en lusten en alle andere dingen zullen u
geworden.
Ge moogt de sociale nooden niet op
zich zelf beschouwen uit louter stoffelijk
oogpunt. „Bij brood alleen zult gij niet
leven 1" Geheel de sociale gedachte ligt in
dat snijdende woord: Wat baat het den
ons vrooljjk en welgemoed verliet, dood
op den grond zag liggen.
Vreeselijke ramp! Niet alleen ontroe
ring, maar ontzetting greep allen aan,
die er van hoorden, en vooral hen, die
van nabij met de gestorvene bekend
waren.
Arme moeder; arme zieke vader, die
niet hier kan zjjn arme broers, zusters
en verdere familiede Heere had u zoo
véél in haar gegeven. Een familielid, door
u allen zoo geliefdzoo hartelijk, vrien
delijk en bescheiden
Wat is het goed van onzen God, dat zij
een week geleden terugkwam van een
veertien-daagsch verblijf in uw midden,
zoodat gij allen nog afscheid van haar
hebt kunnen nemen. Zij was een kind van
veel gebed en veel zorg, en daarom het
moederhart te inniger aan haar verbonden.
Maar nu dit alles u ontnomenO, naar
mate ons veel in iemand gegeven wordt,
wordt ons ook veel ontnomen, als zoo
iemand van ons wordt weggerukt. Doch
het trooste u, het was de Heere, die gaf en
nam. Ja, de wereld ziet alleen den man
des bloeds, die de stad omging en op het
meisje loerde; den snoodaaid, die als een
sluipdier van achteren zijn slachtoffer
aanviel. Maar wij, geloovigen, weten, dat
alle dingen onder ods toelating geschie
den. Onze God had de hand van den
moordenaar kunnen verlammenzijn
schot kunnen doen missen. Maar Hy deed
mensch of h|j geheel de wereld gewint en
lijdt schade aan zijne ziele
Bet socialisme heeft geen behoefte
om met Thomas van Aquino te spreken
„aan de vertroostingen welke de god
delijke wet aanbiedt, in het lijden onder
de wetten der menschen".
Uitgaande] van atheïstisch materialis
tische beginselen, beoogt het alleen een
gelukkig aardsch leven te verwerven, het
geen zonder de hoogere geestelijke goede
ren toch nimmer is te bereiken.
Het let dan ook met miskenning van
persoonlijke rechten veel meer op de
levensconditiën der menschen dan op het
zedelijk karakter. In zijn streven naar
vrijheid en emancipatie, maakt het juist
den mensch tot slaaf. Slechts in het dienen
van God ligt vrijheid.
Daarom hebben de Christelijke partijen
het werk der bevrijding aan te vatten en
met kracht voort te zetten. In onderwor
penheid aan de historische wordingen en
de wetten streven wij naar verbetering
opdat elke kring zijn eigen leven kan le
ven naar de levenswet die God er in ge
legd heeft. Op deze wijze moet de klove
tusschen rijk en arm eenigszins gedempt
worden qn de nood der maatschappij wor
den gelenigd. Öns beginsel eischende
een wegruiming van stoffelijke misstan
den stelt toch het geestelijk leven
hooger en biedt de vertroostingen des
evangelies aan ieder die vermoeid en ver
drukt is.
Dit staalt in den strijd des levens, dit
geeft geluk en zielerust, omdat het 't in
nerlijk wezen van de naar verlossing en
herstelling zuchtende menschheid be
vredigt.
Hiertegenover kweekt het socialisme
ontevredenheid leert het haten, leidt het
tot nijd en boosheid.
En toch Gerechtigheid verhoogt een
volk
Zietdaarom kiezen wij niet voor het
socialisme en brengen wij bij deze verkie
zing onze stem uit op Rechtsche candi-
daten.
De heer Rudolph ontving 't volgende
schrijven n. a. v. de Land- en Tuinbouw-
onderlinge verzekering te Leiderdorp c.s.
Voor eenigen tijd hebt ge in één uwer
brieven geschreven over de Ongevallen
Verzekering in het Land-en Tuinbouw
bedrijf, en ik merkte toen wel, dat we het
het niet. Waai-omniet? Waarom liet.Hij
dezen booze begaan
Waarom dit lieve meisje ontrukken aan
familie en vrienden op zulk een wijze
Wij weten het niet. Maar dit weten wij,
dat Hij recht heeft te nemen, wat Hij gaf.
Dit weten wij, dat Hij liefde is, en dat Hij
Zijne wijze bedoelingen heeft met het niet
verijdelen van den boozen toeleg. Om één
gissins uit te spreken, lieve moeder: is het
niet heerlijker met Jozef in den kuil te
gaan, dan door Potiféra te worden
verleid Is het niet beter voor uw dochter
om hier in het graf te liggen, dan toe te
geven aan de goddelooze influistering van
een slecht man P Satan kan het lichaam
aanranden, maar de ziel nietneen, de
ziel nietOok haar ziel heeft hij niet,
Gode zij dank I Luther zegt„Des Chris
tens troost is, dat hij niet is in de hand van
een tiran of van eenig mensch, maar in de
hand van God." In Zijn hand zijnde, be
hoeven we geen dood te vreezen. En zullen
we den Heere niet loven, die uw Genie u
gaf, en nam, nam om haar bij Zich in Zijn
eeuwige vreugde te brengen
„De Heere heeft gegeven; de Heere
heeft genomen de naam des Heeren zij
geloofd." Ook ons, mijn vrouw en mij, bij
wien zij als kinderjuffrouw diende, was
veel in haar gegeven.Ook onzen kinderen.
Hoeveel hielden wij van haar. Zij was een
zon in huis. Nooit hadden wij woorden
met haarnooit had zy woorden met de
over het beginsel van Plaatselijke Vereeni-
gingen vrijwel eens waren. Er zijn sinds
dien tijd zoo hier en daar zulke vereeni-
gingen opgericht, en ge weet dat wij hiel
de oudste brieven hebben.
Nu hebben we onlangs onze eerste Jaar
vergadering gehad; we hebben onzen
proeftocht volbracht en daar ik weet, dat
ge met ons in deze zaak van zoo groot
belang voor onze landbouwers mee
leeft, schrijf ik in 't kort, hoe de zaken
geloopen zijn.
We zijn begonnen met 56 leden. Dat
kon wel wat meer zijnmaar ook hier
zijn menschen, die liever de kat eerst eens
uit den boom kijken, of wachten dat ze
tot verzekering gedwongen worden. Nu,
dat zal zoo lang niet meer duren
Wij hebben met ons 56 leden wel aardig
geboerd. We hadden samen een jaarlijk-
sche loonuitgave van f 565150 en daarvan
was lOpCt. of 561,50 gestort. Dit geld
blijft het eigendom der leden).
Aan onkosten hadden we een uitgaaf
van 52,63 gld. (daaronder was Ja der op
richtingskosten) en aan ongevallen heb-
hen we betaald f 90,98, zoodat de totale
uitgaaf was f 144.
Bij de berekening van het bedrag, door
ieder der leden te betalen, bleek, dat de
landbouwers van iedere f 100 loonuitga-
v.en betaalden f 0,29 en de tuinders
f0.14'/2. Dat liep dus best af. Maar, zegt
ge, dan hebt ge ook zeker weinig onge
vallen gehad.
Volstrekt niet. We hadden 6 ongeval
len, en wel eigenaardig 4 onder de
landbouwers en 2 onder de tuinders, dat
was precies naar de verhouding der ge
stelde gevarenklassen, 2 tot 1
Zooeven zag ik uit het verslag der Tuin-
bouw-Onderlinge, dat daar op de 2500 le
den 94 ongevallen waren voorgekomen
de leden moeten daar f 0,75 per f 100 loon
betalen. Dat zou voor onze leden-tuin
ders, niet zooals nu, f 18,50 maar f 96 ge
weest zijn.
Op de jaarvergadering merkte de voor
zitter op dat, indien onze 4 r leden-land
bouwers bij de Landbouw-Onderlinge va
ren aangesloten, hunne gezamenlijke uit
gaven niet, zooals nu, f 125, maar onge
veer f800 zouden hebben bedragen. En
dan nog zouden de getroffenen er slechter
aan toe geweest zijn, want de L. O. rekent
niet met de 10 eerste dagen en wij betaal
den f8 per week uit, gerekend van den
eersten dag af.
Zoodat ik maar zeggen wil, dat wij dit
jaar goed en goedkoop uit geweest zijn.
andere ondergeschikten. Die hier zijn,
kunnen het getuigen. Ze hielden veel van
haar. En toch was zij beslist in haar op
treden flink in de opvoeding en verzor
ging der kinderen. Ook was zij in ziekte
een trouwe hulp. Wij zijn haar dankbaar
voor al wat zij voor onze kinderen en voor
ons deed en was. En nu heeft de Eeere
dit alles opeens weggenomen 1 Zij laat een
ledige plaats in ons huis, en wij zullen
haar nog lang, lang missen. Maar was
het niet de Heere, die ook van ons nam,
wat Hij ons gaf? Zijn naam zij geloofd 1
Begrijpen doen w|j het niet, waarom de
H eere ook over ons deze smart liet komen.
Maar we weten, dat het goed isdat het
ons iets te zeggen en te leeren geeft. En
het is zoo vriendelijk van Hem, dat Bij in
dit geval in één opzicht ons nu reeds Zijn
weg hoeft opengelegd. In den hemel zullen
wij alle raadselen verstaan. Maar een
enkele maal ontvangen we reeds hier een
oplossing, of althans een gedeeltelijke
Toen w|j onze juffrouw in dienst namen,
beleed zij, wel gaarne in een ernstige om
geving te zijn, zooals zij dit ook den heer
Van Zweden was geweestmaar nog niet
te kunnen zeggen, den Heere Jezus gevon
den te hebben als haar Heiland. Haar hart
ging naar God uit, gelijk haar lievelings
lied bewijst, hetwelk ons straks is voorge
lezen, en dat ik zoo gaarne hier ook op dit
graf zou hooren voorlezen.
(Wordt vervolgd).