No. 207, 1910. Zaterdag 4 Juni Ma MEUW8BLAD OOR ZEELAND flHRISTELIJK- HISTORISCH JONATHAN MERLE. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK, S X DE JONGt-VERWEST. F. P. D'HUll, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN 77 FEUILLETON. T3W mm SPaHS. Onze kleeding. JC i IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prgs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers BG>Q26- UITGAVE DLR 1TRMA SN VAN van 1--5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ''ent. H5SL ,30 1,- 2,- 10.-- 1,30 11,— 11.— i,30 12,— i,30 12,- 1,30 12,— ;,30 1,30 2- 2,- 1,30 12,— 1,30 12,- ,80 12,— duüntii in ie getal is CEBDAM. van Mid- i. alleen van j^n 8 uur, adags vin 9,30, van 1IKZEE. eribzee. „30 3,— ,30 3,— ,30 4,30 ,30 3,— 0 3,— - 3,— 30 3 ,30 3,— ,30 3,— ,30 6,— ,30 3 „30 3,— ,30 3,— ,30 3- ,30 3,— ,30 3 ,30 5,— ,30 3 ,30 3,- ,30 3,— ,30 3,— ,30 3,— ,30 3,— ,30 6 ,30 3,— ,30 3,— ,80 3,— ,30 3- '5 h), irtrek van Tm. 8,50 Bgelsfl sa aainuters uzen tea Zij, die zich met I Juli si.«. op ons blad aboiiixrereii, out- vangivk liet tot «tion datum g r a t i s. 3 Juni 1910. Wy zouden al de secretarissen onzer Kiesvereenigingen in de gansche provin cie vriendelijk willen uitnoodigen den Zaterdagmiddag en -avond nu eens uit sluitend te wijden aan de politieke actie. Den ganschen middag en avond moeten de kiezers worden bezocht. lederr kies vereeniging behoort een college van snor ders te hebben dat er een paar weken voor de stemming op uitgaat om de zwakke broeders te bezoeken, en voornamelijk dezulken die gewoon zyn het op een her stemming te doen aankomen. De kiezerslijsten zijn natuurlijk in alle gemeenten door besturen en vrienden overgeschrevende nieuwe kiezers zijn ingedeeld de betrouwbare broeders met een groen, de twijfelaars met een blauw kruisje geteekend,en nu trekken de vrien den, liefst met hun tweeën, er op uit om deze laatsten te winnen, en zoo noodig met hun voorlichting te dienen. Dinsdagavond moeten zij er nog eens op uit om de nieuwe kiezers en enkele min der vlugleersche oude kiezers duidelijk te maken hoe zij stemmen moetenen tege lijk ook mogelijke bezwaren aan te hooren tegen een of meer onzer candidaten, en met geduld en wijsheid te trachten deze bezwaren uit den weg te ruimen. 's Zondags rusten wij dan prnten wij niet over verkiezingen, althans niet over het materieele deel er van. In dat opzicht hebben onze tegenstanders twee volle dagen meer dan wij. Maar wanneer wij nu twee Zaterdagen en één Dinsdag ons eens voor twee inspannen, dan bereiken wij allicht evenveel als zy Het is ditmaal zulk een gewichtige stemming. De partijverhouding in onze Staten ïs 23 Rechts en 19 Linksgelukte het nu den tegenstanders twee zetels te winnen b.v. een in Ylissingen en een in Tholen of in Hulst schoon wij dit niet gelooven dan kwam de verhouding 21 tegen 21 te staan. De Staten waren dan op 't doode punt gekomen. En de heer Hovy, die in September als lid der Eerste Kamer moet aftreden, beliep groote kans door een vrij zinnig democraat bij het lot te worden „Zij was nu in dienst en dat was alles goed en wel, maar nu moest iemand toch iets meer weten van hare geboorte „Weet u er iets van viel Merle haar haastig in de rede. „Ja mijnheer", zeide zei, en toen volgde een zeer omstandig verhaal waarvan wij hier den korten inhoud zullen laten vol gen. Op een morgen, was er voorjuffrouw Avis' deur een rijtuig met koffers stilge houden, waaruit een jonge dame, een allerliefst persoontje was gestapt, naar juffrouw Avis toe, en gezegd had„u houdt pension nietwaar Ik zou gaarne bij u komen." Juffrouw Avis liet de ka mers zien, maar zij keek er niet bijzonder naar, zei dadelijk dat zij ze nemen zou en toen zag juffrouw Avis ineens dat alles met haar niet in orde was en zeideneem mij niet kwalijk, mevrouw, maar van vreemdelingen moet ik eenige inlichtin gen hebban. De vreemdelinge schrok, barstte in snikken uit en het einde was dat juffrouw Avis haar uit medelijden liet blyven, op voorwaarde dat zij den advo caat Whitfold hare geheimen zou mee- deelen. Als die man (een vriend van juf frouw Avis) goed vond dat zij bleef, zou zij er ook genoegen mee nemen. Deze ad vocaat nu verzekerde juffrouw Avis dat zij wettig getrouwd was met een slechten vervangen. Om niet te spreken van de oude afgetreden gedeputeerden De Jonge en v.Rompu,die op dezelfde wijze wel eens hun werkzaam leven zouden kunnen ver liezen. Dit moet in heel Zeeland begrepen wor den. Daarom nu al aan het werk. De loop graven in. De eigenlijke slag komt later. „Uitkijker" schrijft in het Friesch Dag blad Twee berichten tegenover elkaar. In Drenthe vierde onlangs een kras oud paar de gouden bruiloft, waarbij man en vrouw het feestkleed droegen, waar mee ze vijftig jaar geleden naar 't ge meentehuis waren gestapt. 't Was natuurlijk heel weinig gedragen. Zulk een kleed wordt in den regel even weinig gebruikt als de voordeur in menige boerenwoning. Maar dat het vijftig jaar duren kan is toch een bewijs van soliditeit en dat het dun nog bij een feestelijke gele genheid gedragen wordt, toont dat de eigenaars aan de mode niet reukofferen of dat er in de mode weinig verandering komt, voor zoover 't zulke afgelegen stre ken betreft. En nu de pendant daarvan. Een rijke Amerikaansche dame, die in de voornaamste kringen van New-York den toon aangeeft, verklaarde onlangs, dat een werkelijk elegante dame een japon nooit meer dan éénmaal dragen mag, al zou ze ook duizend gulden gekost hebben. Dat was geen scherts, maar ernst. En met die uitspraak voor oogen, verbaast ons dan ook de mededeeling niet, dat er dames zijn, die 200.000 gulden aan kleedgeld noodig hebben.. Yan harte hoop ik, dat niet éene onzer vrouwen en dochteren deze dames benij den zal. De Schrift zegt zoo treffend Die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde, of eigenlijk een slaaf der zonde. Nu is die ongebreidelde pronk en praalzucht, die in het kleed louter een weelde-artikel ziet, ongetwijfeld zonde voor God. De ge moedsgesteldheid dezer weeldevrouwen kan geen andere zijn, dan die vanNebu- kadnezar, toe,n hij trotsch neerzag op het Babel, dat hij gebouwd had of ook van den man, en hem was ontvlucht. Zij bleef vijf jaren bij juörouw Avis, met haar dochtertje Frances. Toen het kind gedoopt was, kreeg het den naam Frances Avis. Zij leefden er die vijfjaren stil en heel ge lukkig. Thomas Avis en zijne vrouw kwa men in dien tijd vaak bij Maria en konden het bijzonder goed met de vreemdelinge vinden; zij noemde zich mevrouw Bird, omdat mijnheer Whitfold haar gezegd had dat dit beter was. Dat ging zoo, totdat zij in eens ziek werd en stierf, en voordat zij stierf vertrouwde zij Frances nog aan Thomas Avis toe, op voorwaarde dat hij het kind niet zou zeggen wie zij eigenlijk was, maar doen alsof zij een der zijnen was, tenzij het noodig was en nu Zoover was nu Maria gekomen, toen Merle haar ongeduldig in de rede viel „En wat nu „Wel, mijnheer," zei Maria, „mijnheer Whitfold is bij mij geweest en hij zeide dat het nu tijd werd om Frances te zeggen wie zij eigenlijk is, omdat zij nu in zulke veranderde omstandigheden is, en daar om kom ik bij u omdat u haar oom kent." Zy haalde het huwelijkscontract uit haar zak en Merle opende het en las „John Wilson. Catharina Morland Har- grove." „Hargrovezei hij. „Ja, mijnheer, Frances is een nichtje van den admiraal." Merle boog zich over het papier dat voor hem lag. Hij dacht aan een ander oogen rijken man, die schuur na schuur optrok, in zijn verbeelding, om er zijn koren in op te tassen- 't Is de rijkdom,die zich op zijn schatten verhoovaardigc. Maar die dan ook straf in zichzelf wegdraagt. Zou zulk een slavin der mode gelukkig zijn Ik las onlangs de verzuchting van zulk een dame, dat ze hetzoo ontzettend druk hadLetterlijk tijd te kort kwamEen gejaagd leven leidde vanwege de dagelij ksche zorgen voor haar toilet. Noem dat nu heusch niet overdreven Een dame uit de „groote wereld" te New-York deelde onlangs mede, dat ze aan haar stand en rijkdom verplicht is, alleen voor haar zeiltochtjes honderd volledige costuums te bezitten en even zooveel hoeden. Nu doet ze meer dan zeilen. Van een gezonde wandeling zal niet veel komen,wijl ze toch moeilijk met haar voeten het stof der aarde aanraken kan, waar iedereen al op geloopen heeft, maar ze gaat toch rijden en tuffen, ze maakt visites en ze moet toch eten En voor al deze bezigheden moet de pop weer op nieuw van boven tot beneden opgetuigd wordenmoeten tal van costuums wor den uitgezocht, gepast, gekeurd, gekocht. Men verhaalt van koning Filips II van Spanje, dat hij bij zijn dood wenschte, de armste schaapherder van zijn koninkrijk geweest te zijn, wijl dan allicht meer ge- luks zijn deel ware geweest. Maar van menige mode-dame onzer eeuw zou ik de verzuchting begrijpen kunnen, dat ze graag eens voor een poos met haar costumière zou willen ruilen en met een frisch, eenvoudig toilet, van kleedzorgen vrij, eens een paar dagen zoo echt ordi nair, te voet door bosch en struik zou willen dwalen en pret hebben, zooals de eenvoudige wereld schik heeft op een vroolijken, joligen uitgaansdag Welk een leven IJdelheid d< r ij del heden Neen dan de Drentsche boer en boerin Jawelals ik kiezen moet, geef ik aan onze landgenooten van de bruine heide de voorkeur. Maar liever nog houd ik den gulden middenweg. De vraag is, waartoe God ons de klee deren gegeven heeft. Wel, zegt iemand, dat is eenvoudig; blik toen hij ook zoo'n slag had ontvangen en er tranen van medelijden in de oogen van den admiraal waren.JNu zou niemand medelijden met hem hebben. Juffrouw Avis praatte intusschen door. Hij merkte langzamerhand, dat zij het aan hem liet te oordeelen of Frances het nu weten moest of dat mijnheer Whitfold geen gelijk had. Hij keek nog eens naar het huwelijkscontract en begon juffrouw Avis verder te ondervragen en slaagde er met behulp van zijn eigen verbeeldings kracht in de geschiedenis van de wettige vrouw van Wilson zoo ongeveer uit te vinden. Die geschiedenis kwam hierop neer Zij moest zijn geweest; moederloos van hare geboorte,terwijl haar vader twee jaar later stierf en zij werd groot gebracht bij een zeer wereldschen oom en tante, met twee broers die 9 en 10 jaar ouder waren dan zij, en eigenlijk nooit thuis waren. Haar lievelingsbroer Frank ging naar zee, haar andere broer Gerald ging naar Indië. Hare eenige hoop op eenige vrijheid was „uitgaan". Eindelijk kwam die tijd en toen zij „uitging" vond zij dat nog iets vreeselijkers dan vroeger; zij werd er wan hopend onder, haar liefde voor muziek bracht haar bij menschen, die niet hoor den tot de kennissen harer tantedaar ontmoette zij een man met prachtige oogen, wiens stem en viool haar betoover- den. Zij vluchtte met liern en liet een brief achter,waaruit niemand wijs kon worden. Al heel gauw begon de ontchoocheling, al om de naaktheid van ons lichaam te be dekken en in het gure klimaat dat li chaam te beschutten tegen de koude. Ongetwijfeld is dat de hoofdoorzaak. Maar we zouden met ongeprepareerde dierenvellen dit doel óók kunnen berei ken. Toch lezen we van den Heere Jezus, dat hij de gewone, wèl toebereide klee ding van zijn tijd droegja, dat hij het niet versmaadde, een rok zonder naad te dragen, wat eenigszins als als een weel deartikel kan worden beschouwd, waar om de krijgsknechten't dan ook jammer vonden dien te scheuren. Daaruit volgt dus, dat de kleeding tot versiering van ons lichaam niet beslist is af te keuren. Dat ligt ook in den aard der zaak. De zonde heeft ook het men- schelijk lichaam niet onaangetast gelaten en afgezien nu eens even van wat schaamte en welvoeglijkheid eischen is in negen van de tien gevallen in de wer kelijkheid, een ontbloot lichaam een lee- lijk lichaam, waarvan we de gebreken door het kleed eenigszins trachten te verbergen. Wat volkomen behoorlijk is. Voor onzen God, toonen we ons, zoo als we uit en van onszelf zijn belijden we de melaatschheid onzer zielal onze verborgen afdwalingen. Maar zoo doen we voor de menschen niet. En het is geen huichelachtig bestaan, als we ons van „grove zonden" trachten vrij te hou den en voor 't oog der menschen prijs stellen op eeu onberispelijk gedrag. Mits goed verstaan, kunnen we zeg gen dat we ons voor 't oog der men schen beter trachten voor te doen, dan we van nature in ons binnenste zijn en dat is te loven. Wie op dit punt onver schillig werd wierp alle schaamte af en is in de menschelijke samenleving on bruikbaar geworden. Dat geldt voor de ziel en voor 't lichaam. En daarom is slordigheid in de klee ding streng af te keuren. Ons lichaam, als we de heerlijkheid beërven, zal in volmaakten luister schitteren. Even als we ons nu schamen voor de natuurlijke verdorvenheid onzer ziel en die voor 't oog der menschen zoo weinig mogelijk trachten te openbaren, zoo is het ook onze roeping de onvolkomenheid en mis maaktheid, de glansloosheid van ons lichaam door een gepaste en kunnen we 't bekostigen min of meer sierlijke kleeding te verbergen. m' MTiimanwii tr t ffn-ri-imr r tnnrrii*TffTMraaMnTii tt—uttth dadelijk toen zij weigerde om geld te vragen. Hij probeerde alles, niets hielp, zij wilde zich niet zóó vernederen. Toen veranderde hij van taktiek. Zij waren in Ierland en zouden den volgenden dag naar Londen gaan. Hij werd teeder, als in de eerste dagen van hun huwelijk, maar zij doorzag zijne plannen en wist, dat hij slechts in Londen het uur van hare zwak heid zou afwachten om hare familie te roepen. Op een avond, dat hij op een con cert moest zingen, zocht zij haar huwe lijkscontract, hare brieven en juweelen, dus alle bewijzen,die hij van hun huwelijk had, bijeen, vluchtte en kwam met hare koffers enz. bij juffrouw Avis. „Juörouw Avis," zei Merle, „ik moet er eerst eens over denken. Wilt u bij mijne moeder een kopje thee drinken, dan blijf ik hier." Ellie bracht hem thee, en hij zat in zijn studeerkamer heel stil en onbewegelijk. Iedereen, die in de zaak geraadpleegd werd, zou natuurlijk zeggen, dat een goed huwelijk de beste oplossing was, maar hoe kon hij juist nu, nu zij rijk ging worden, haar vragen. Het aan haar overlaten, ging ook niet, want zij wist niet wat zij verloor door van hare familie afstand te doen bovendien zou haar geweten 'haar gebieden naar Merle toe te gaan omdat hij „zoo goed voor haar was geweest." „En dat kan ik niet verdragen En dan wie was hij dat hij een jong meisje zou bekoren een oude grijze dwaasEn al hield zij van hem, met wien had zij eigenlijk omgang Doch hóóger mag het doel niet gaan Vooreerst is de ziel van veel grooter waardij dan het lichaam en de arme, slecht gekleede plaggensteker, in Chris tus' bloed van zonden gereinigd, zal het smetteloos witte kleed van de volmaakt rechtvaardigen ontvangen, ja't is reeds voor hem weggelegd, terwijl de miliar- daire, met al haar toiletten, schitterend v; ui goud en parelen, indien ze daarop haar hart heeft gezet, in de lompen harer eigengerechtigheid niet' voor Gods aangezicht verschijnen durft. En dan De zonde ligt voor de deur Te allen tijde zijn er groepen van christenen geweest, die elk sieraad aan of in de kleeding afkeurden. Zoo deden de Mennisten in hun eerste opkomen zoo doen de Kwakers in Amerika. Wij zijn het niet met hen eens. Maar wij ontveinzen ons niet, dat de „wereld" ons o, zoo licht te pakken krijgtDat de kleedy man en vrouw, jongeling en jongedochter vaak een hin dernis en een strik wordt op den weg des levens En dan liever, véél liever om uwe eenvoud en simpele kleeding van de we reld bespot, dan om uw pxaalzucht en schitterend gewaad door Gods volk met hoofdschudden nagekeken TWEEDE KA HE li. Ook bij artikel 2 werd een ernstige strijd gestreden. Dit is namelijk het ar tikel dat de werking der subsidiever- hooging tot de bestaande Mulo-scholen beperken wilde. Er viel drieëerlei stelsel te onderscheiden. Daar was het amendement-De Geer-De Visser dat beoogde, de subsidieverhooging óók voor nog op te richten scholen in uitzicht te stellen doch niet langer dan tot 1 Januari 1913. Zulks in de verwach ting dat er dan wel genoeg van het rapport der ineenschakelings-commissie zou zijn verwezenlijkt. Tegen die wijzi ging, welke zooveel mogelijk 't stelsel van den minister in 't oog hield, ook al week 't er principieel van af, werd 't be zwaar geopperd dat de scholen dan na 1913 wel eens zonder subsidie zouden kunnen komen te geraken. Daar was ook de wyziging door dr. Bos, blijkbaar namens de geheele lin kerzijde gewild; namelijk om behalve de reeds in 't artikel genoemde beperking van de subsidieverbooging tot de bestaan- M—BBBB—BBBBBMBMW—BBBMMMBBBB—MBM gehad Arm hart arm hart HOOFDSTUK XLII. Eindelijk opende Merle de deur van zyn kamer en zeide aan juffrouw Avis, dat hij van gevoelen was, dat de admiraal het weten moest, waarop zij hem verzocht het hem mee te deelen. „Want ik moet morgenochtend weg, omdat er morgenavond eene heele familie bij mij in pension komt, die drie maanden blijft." „Dan zal ik hem morgen te spreken vragen," zeide hij. Merle koos dien avond tot tekstDen oprechten gaat het licht op in de duisternis. En wat hij te zeggen had, troostte hem zeiven. Na den dienst ging hij naar de Manor en vroeg of hij admiraal Hargrove den volgenden ochtend geen belet zou doen, daar hij hem spreken moest. Deze kwam zelve en vroeg»U wildet mij spreken „Morgenochtend gaarne, mynheer." „Doe het nu, als het niet te lang is,want ik moet morgenochtend met vrienden uit jagen." „Ik zal u wel wat lang ophouden, mijn heer. Ik denk niet dat u morgen zult jagen." Zijn eigén stem klonk hem vreemd in de ooren en de admiraal vond dat hij er juist uitzag als toen Harry gestorven was. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1