NIEUWSBLAD
ÏGOR ZEELAND
No. 201. 1910.
Zaterdag 28 (Vlei
24e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Binnenland.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST.
F. P. DV.UIJ, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. f 1,25.
Enkele nummers 0,02'.
27 Mei 3910.
De linksche pers is boos op den heer
Thomson dat hij gestemd heeft tegen
het enquête voorstel van mr. Troelstra.
Die man had zijn stem wel eens eerst
mogen motiveerenzoo luidt de alge-
meene klacht. Men schijnt .derhalve van
den beginne op een partijstemming te
hebben gerekend, zoodat wie links zat
ook links behoorde te stemmen.
En toch wordt v. Idsinga, die Rechts
zit, aangeklaagd dat hij niet links mee
stemde.
Of 't in den diepsten grond ook iets
anders is geweest dan tegen Kuyper,
tegen de coalitie, tegen het Rechtsche
kabinet, tegen den overwegenden geest
des Christendoms die bij de stembus van
1909 „misschien voor afzienbarenden" tijd
is doorgebroken onder de kiezers.
Verkiesingen Eerste Kamer.
Den tweeden Dinsdag van Juli a.s., dus
den 12en dier maand, zullen de Provin
ciale Staten in alle gewesten moeten voor
zien in de vervulling an de plaatsen der
leden van de Eerste" Kamer, der Staten-
Generaal, die met den volgenden derden
Dinsdag van September volgens rooster
moeten aftreden, zijnde dit jaar voor
Noord-BrabantW. Merkelbach (kath.),
jhr P. J. J. S. M. v. d. Does de Willebois (k.)
GelderlandJ. E. N. baron Schimmel
pen niuck van der Oye (chr. hist.), voorzit
ter, mr W. H. J. Th. van Basten Baten
burg tyath).
Zuid-Hóllandmr J. D. C. baron van
Heeckeren van Keil (antirev.), dr P. J. F.
Vermeulen (kath.), jhr P. M.G.von Fisenne
(kath.).
Noord-Hollandmr E. N. Rahusen (lib.)
jhr mr J. Roêll (lib.), mr W. F. van Leeu
wen (lib.).
ZeelandW. Hovy (antirev.).
Utrechtjhr H. B. C. Bosch van Drake-
stein (kath.).
Frieslandjhr mr P. J. v. Beyma (lib.).
OverijselD. W. Stork (lib.).
Groningen R. P. Dojes (lib.).
Br en temr E. Pelinck (lib.).
Limburg: jhr mr L. H. L. J. van der
Maesen de Sombreff (kath.).
Totaal 17, waarvan 10 anti-liberalen en
7 liberalen.
Gerehabiliteerd.
In Be Standaard lezen we het vol
gende
Niet zonder ingenomenheid zal men in
onze antirevolutionaire kringen kennis
hebben genomen van het warme pleidooi,
waarin Mr. de Jong voor de goede trouw
van Dr. Kuyper is opgekomen.
"Wel is hiermee het krenkende van wat
hij in particuliere gesprekken, waarbij
ook niet-geestverwanten tegenwoordig
waren, zich volgens zyn eigen verklaring
ontvallen liet, niet weggenomenmaar
er blykt dan toch uit, dat het zjjn bedoe
ling niet was, zich aan de eere van onze
antirevolutionaire partij en haar erkenden
leider te vergrijpen.
Tegenover den feilen aanval van de
Linkerzijde kwam hij veeleer met zeg
gingskracht voor Dr. Kuyper's goede
trouw op.
Juist daarom doet het ons te meer leed.
dat we éene aanmerking op zijn rede niet
in de pen mogen houden.
Terecht voerde hij zelf Mr. Troelstra
tegemoet, dat deze beter had gedaan, al
vorens het verhaal van Enka publiek te
maken, by hem Mr. de Jong, zeiven te on
derzoeken, of dit juist was.
Waarom nu, zoo zouden we willen vra
gen, bracht Mr. De Jong zelf dezen koste-
ïyken raad niet in toepassing waar het
den Voorzitter van zyn eigen club gold.
Hij sprak in de Kamer, gelijk in het parti-
ticuliere gesprek, herhaaldelyk en zelfs
breedvoerig, over onjuistheden en tegen-
stry digheden, die hij beweerde in Dr. Kuy
per's Kamerverklaring ontdekt te hebben.
Had 'tnu niet ook op zyn weg gelegen,
om, eer hij deze bewering bij niet-geest
verwanten in het publiek uitdroeg, bij Dr.
Kuyper te informeeren, of deze bewering
wel met de waarheid strookte
em zou dan, met de stukken erbij, ge
bleken zij n, dat in dr Kuyper's K amerver-
klaring slechts drie niets ter zake doende
verschrijvingen voorkomenlo. dat in
den aanvang voor elf maanden zal te lezen
zyn negen maanden 2o. dat een Consul-
generaal niet geacrediteerd wordt, maar
exequatuur erlangt; en ?o. dat een Consul-
generaal, die voor heel het land is aange
steld, wel met de Regeering in aanraking
komt, maar niet voortdurend. Drie ver
schrijvingen, die aan de zaak, waarom het
gaat, niets toe of afdoen. En voor hrt ove
rige zou hem gebleken zijn, dat de in de
Kamer afgelegde verklaring van az
moet gehandhaafd worden, als juist en
met de bescheiden geheel in overeenstem
ming.
Natuurlijk is dit in de Memorie, die voor
de Commissie van beoordeeling in gereed
heid is gebracht, volledig met de stuk
ken aangetoond.
Publiek daarentegen zweeg Dr. Kuyper,
on idat nooit in eenig land een .politiek
man" zyn politieke tegenstanders als zyn
rechters heeft erkend, noch ook door de
wet zich zij i „politieke tegenstanders" als
zijn rechters zag opgelegd.
Maar dit gold niet van Mr. de Jongte
minder waar hij in zijn goedbedoelde rede
duidelijk bleek, geen tegenstander, maar
medestander te zijn.
Verkiezingen Staten Noord-Holland.
In 't district Alkmaar treedt ditmaal
periodiek af jhr. mr. Gevers. Deze werd
in 1904 gekozen als liberaaldoch eeni-
ge maanden geleden schreei hij aan 't
bestuur der r.-k. kiesvereeniging dat hij
christelijk historisch was geworden. De
centrale liberale kiesvereeniging in 't di
strict hield naar aanleiding van een en
ander eergisterenavond een lange bespre
king waarvan de slotsom was dat met
algemeene stemmen de heer Gevers weer
candidaat gesteld werd en voor 't geval
hij geen candidatuur van de liberalen
kan aannemen, besloot men tegenover
hem geen candidaat te stellen.
VIT DE PROVINCIE
Goes. De Goesche Courant meldt dat de
vryzinnigen bij de a. s Statenverkiezing
met vier vrijzinnige candidaten uitkomen.
Met de aftredenden zullen dit vermoede
lijk zijn de heeren dr P. J. Fret te Wissen-
kerke en J. C. H. Hollmann te Goes.
Door de Centrale Antirevolutionaire
Kiesvereeniging op Walcheren zijn in hare
gisteren te Middelburg gehouden verga
dering candidaat geste] d voor leden dei-
Provinciale Staten in het district Middel
burg de heeren J. H. Blum^mr A. A. de
Veer, beiden aftredend, te Mid'delburg, en
S. Louwerse, te Oostkapelle. (M. C.)
(Vreemd dat wij dat uit een ander blad
moeten vernemen.)
Hoedekenskerke. In de vergadering
van Ingelanden van 't waterschap Hoede
kenskerke, Woensdagnamiddag gehouden,
waren 19 van de 21 ingelanden vertegen
woordigd. Goedgekeuid werd de rekening
over 909 in ontvang op f 14075,91, in uit
gaaf op f 10238,685, dus met een goed slot
van f38i7,225. Het dykgeschot werd be
paald op f12 per H.A., voor de vroonan
op f3 per H.A. De aangevraagde tram
subsidie werd, gelyk reeds gemeld, met 16
tegen 3 stemmen afgewezen.
De komeet van Halley is gisteren
van 10 uur tot half 11 in 't westen vrij
duidelijk met 't bloote oog zichtbaar
geweest.
De notaris D. C. van Nimwegen is
Woensdag door de A rrondissements Recht
bank te Utrecht beëedigd als notaris te
Harneveld.
De notaris W. Hioolen te Middelburg is
volgens art. 63 der notariswet aangewezen
als plaatsvervanger ter waarneming van
het vacante kantoor. M. C.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
Vlissingen. Met de nachtmailboot
„Oranje Nassau", waarop de vorstelijke
salons waren gereserveerd, kwam heden-
(Vrijdag)morgen hier aan H. M. de Konin
gin-Moeder. Met de Hollandsche mailtrein
van 5,33 zette H. M. de reis naar Soestdijk
voort.
In Zeeland kwamen in de week van
18 tot en met 24 Mei voor tien gevallen
van besmettelijke ziekten, nl. een geval
van typhus en febris typhoidea te Colijns-
plaat, drie gevallen van roodvonk, nl een
te Hoofdplaat en twee te Retranchement,
en zes gevallen van diphtheritis, rJ. een te
Boschkapelle, een te Goes, twee te Hulst,
een te Philippine en een te Zierikzee.
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 -'ent.
t
Christeljjk-Sociale Conferentie.
Uitgaande van het Nederl. Werklieden
verbond „Patrimonium", den Christ.-Nat.
Werkmansbond en het Nederl. Luthersch
Werkliedenverbond is heden te Utrecht
de aangekondigde Christelijk-Socialq
Conferentie gehouden.
De vergadering was druk bezochten
werd o.a. bijgewoond door het Tweede
Kamerlid Duymaer van Twist, het oud-
Kamerlid mr. dr. Schokking, prof. dr. H.
VisscheijVan de Utrechtsche hoogeschool,
en Kater, eere-voorz. van Patrimonium.
In zijn openingswoord wees dr. Klap op
de groote kl acht van het evangelie,dat een
wereldverwinnende kracht is gebleken.
Toch blijft er nog steeds de vraag overgij
mannen, die mijn naam draagt, waarom is
er nog zooveel terrein, waar mijn Geest
nog geen nieuw leven heeft gewekt?
Velen nog zijn er, die voor die stem doof
blijven, doch desondanks blijft de Heer
roepen en wil Bij, dat wij de hand aan de
ploeg slaan, vragende: „Heere, wat wilt
Gij, dat ik doen zal Spr. bidt, dat men
daartegen zich niet zal verzetten. Als wij
aniet verstaan, wat onze roeping is, zullen
er anderen komen; die geen rekening
houden met God, en die wij daarom vree
zen.
Spr. noemde deze sociale conferentie
een verblijdend verschijnselzij gaStuit
van drie landelijke bonden, te zamen om
vattende 25,000 arbeiders. Bier zyn man
nen by een, zeide spr., van allerlei slag,
veldarbeiders en fabriekwerkers, werk
gevers en werknemers, Friezen en Zeeu
wen, professoren en studenten, van wie
wij overtuigd mogen zijn, dat zij de knie
buigen voor Jezus Christus en zich willen
laten leiden door den Heiligen Geest. Het
komt spr. voor, dat deze conferentie mede
zal werken tot versterking van den ouder
lingen b'and. Spr. wees er ten slotte op, dat
door gemeenschappelijk werk iets goeds
gewrocht kan worden.
In de ochtend-bijeenkomst trad als
spreker op prof. mr. P. A. i iepenhorst,
hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam, met het onderwerp De ver
betering van de sociale positie van den
landarbeider.
Spr. wees er op dat het landarbeiders-
vraagstuk ten onzent andere beteekenis
heeft dan er in het buitenland aan wordt
gehecht. Daar lost het zich op in de
vraaghoe voorzien wy het best in het
gebrek aan arbeiders, dat den landbouw
bedreigt L'e verbetering van de sociale
positie van den landarbeider is daarbij
iets bykomstigs. Daarentegen wordt de
behandeling in ons land, ook op deze
sociale conferentie niet geïnspireerd dooi
de gedachtehoe vullen wij eventueel
tekort aan werkkrachten in den land
bouw aan, maar ze vindt haar leidend
beginsel in de oprechte begeerte die zich
vragend aldus uitop welke wijze kan
worden opgeheven menige misstand, die
het lot onzer landarbeiders drukt? Bij
de beantwoording dezer vraag werd af
gezien van de bespreking van detailpun
ten, doch een achttal leidende gedachten
ontwikkeld.
Ten eerste laakte spr., dat het zwaar
tepunt gelegd werd op een reeks wette-
lyke maatregelen, die financieele moei
lijkheden zoekt op te heffen. W at me
nigeen het meest drukt is niet aller
eerst economische onzekerheid, maar het
gebrek aan waardeering zijner positie,
de uitfluiting uit menigen kring, waar
alle gedachte aan den lager maatschap-
pelijken staat van den landarbeider moest
zijn gebannen. Op de zedelijke verhef
fing zijner positie moet m >t kracht wor
den aangedrongen. De versterking dei-
zedelijke factoren bij den landarbeider
zelf kan hier ook gunstig werken.
Met name vermeerdering van het ver
antwoordelijkheidsbesef bij het aangaan
van huwelijken en versterking van den
band tusschen ouders en kinderen kan
zegenend werken.
In de tweede plaats werd op zelfstan
dige behandeling bij wettelijke maatre
gelen aangedrongen, Verworpen werd
het denkbeeld van 4den heer De Boer, in
zijn Proeven van een Agrarisch Program
ontwikkeld, en ook in vrijzinnig-democra-
tischen kring aangehangen om de behan
deling vast te koppelen aan de wettelijke
regeling van het pachtcontract of de rege
ling van eènige andere rechtverhouding
tusschen eigenaar en boer.
Ten derde betoogde spr. dat hier gansch
andere maatregelen passen dan bij de in-
dustriëele arbeidswetgeving. Hij om
schreef hoe èn in den aard van den arbeid
èn in aanbod en vraag van arbeidskracht
ten met haar veel sterker wisselend
karakter èn in de personen der arbeiders
met dikwijls geheel gewijzigde verhou
dingen tegenover den patroon, met name
de geschilpunten liggen, die geheel ande
re regeling eischen.
Als uitvloeisel- dezer gedachte werd in
de vierde plaats de wenschelykheid van
streven naar een wettelijken maximalen
tien-urigen arbeidsdag in den landbouw
bestreden. Om principieele en practische
redenen moet zoodanige actie veroordeeld
worden. Uitvoerig stond inleider stil bij
de bestrijding van eeD artikel van den
heer Mansholt welke oordeelde dat by
ver doorgevoerde vruchtwisseling de
tienurige arbeidsdag verplichtend kan
worden gesteld. Een verbod van loonar
beid voor kinderen beneden 12 jaar en
maatregelen ter beteugeling van exces
sen bij den vrouwenarbeid werden als
veel sympathieker voorgesteld.
In de vijfde plaats werd een verschil
punt tegenover de Industrieele arbeiders
gezien ten opzichte van de personen, die
arbeid verrichten en vooral op den aard
hunner verhouding tegenover den pa
troon. Meermalen staan in het kleinbe
drijf patroon en arbeider in hun gansche
levenspositie niet tegenover maar naast
elkaar. Menigmaal vloeit de kwaliteit van
ondernemer en loonarbeider ineen. Twee
erlei consequentie werd daaruit getrok-
ken.Eenerzijds dat bij 't groot aantal kapi-
taalzwakke keuterboertjes verwerpelijk
is een actie, die zware finantiëele lasten
op den patroon legt. Anderzijds dat on
voldoende werkt sociale wetgeving, die
slechts voor vaste loonarbeiders werkt.
Ook in het lot der kleine boertjes en niet
minder der toenemende losse arbeiders
behoort te worden voorzien.
Dat met het oog op de patriarchale, ver
trouwelijke toestanden, in het landleven
heerschend, de sociale verzekering niet
mocht worden bestreden, was een zesde
gedachte, die ontwikkeld werd. Met ver
wijzing naar het 'ouitenlandoCh voorbeeld
en de bij ons heerschende toestanden
werd voor uitbreiding der sociale verzeke
ring het pleidooi gevoerd. 1'et vervangen
der natuurhuishouding door de geldhuis
houding vormde hiervoor een krachtig
motief.
In de zevende plaats bepleitte de inlei
der de wenschelijkheid van krachtiger
vereenigingsleven. Gewaarschuwd werd,
dat geen universeel sociaal recept, aan
het industrieele vakvereenigingsleven
ontleend, genezing kan brengen.
Eigenaardige plaatselijke toestanden
zyn voor den vorm van organisatie be
slissend. Bij overheerschend kleinbedrijf
kan gemeenschappelijke vereeniging van
boer en arbeider lieilryk werken. Vooral
werd geadviseerd het vereenigingsleven
in nauwe aansluiting te brengen met het
streven naar de vervulling van een in de
p.aktijk gevoelde behoefte.
Als zoodanig werd ten achtsteeen
krachtig vereenigingsleven tot het ver
krijgen van grond aangeprezen. Uitvoerig
werd dit punt besproken. Op het afwij
kend karakter dezer hervorming tegen
over de zgu. inlandsche kolonisatiejtegen-
over de actie om stedelingen tuintjes te
verschaffen, tegenover de poging om
werkloosheid in de steden tegen te gaan
door het ter bewerking geven van grond,
werd de aandacht gevestigd. Dat niet
mocht worden meegegaan met 't streven
van den Prov. Frieschen Bond van Patri
monium om zooveel grond te geven dat
de arbeider zelfstandig ondernemer werd
werd >p verschillende gronden aange
toond. Aanvulling van het loon moest de
hoofdzaak blijven. Ter bevordering van
de landverschaffing verwees de inleider
naar het rapport over de grondverstrek-
king van de staatscommissie, dat hij zelf
hielp opstellen. Slechts werd eenigszins
afwijkend aan onteigening minder waarde
en aan het optreden van vereenigingen
grooter beteekenis gehecht. (Worat verv.)
VERZOENING GEVONDEN.
Er was een Evangelieprediking gehou
den voor Israëlieten. Na afloop werd ver
zocht, zoo er iemand van de hoorders
Christus ,aanvaard had, daarvan een en
ander te willen mededeelen. Een bejaarde
Israëliet stond op en verhaalde het vol
gende
„Myne broeders uit IsraëlZooals gy
weet, zyn wy in de week van Paschen.
Terwijl ik hier zat, dacht ik aan de wijze,
waarop het door Israël gehouden wordt
gij doet al het zuurdeeg uit uwe huizen
weggij eet het geroosterd lam met on
gezuurde brooden gij bezoekt de syna
goge en woont er de godsdienstplechtig
heden bij naar het voorschrift van den
Talmud; maar één ding vergeet gij en
wel datgene, wat het voornaamste deel
van het Pascha is, en boven alles door
Jehovah verlangd wordt. Want Hij zegt
niet„Wanneer Ik zie, dat er geen zuur
deeg in uw huizen is, of wanneer Ik zie,
dat gij het geroosterd lam eet, of wanneer
Ik zie, dat gy naar de synagoge
gaat om er de godsdienstoefening bij te
wonen"maar Hy zegt„Wanneer Ik
het bloed zie, zal Ik u voorbijgaanEn
toch is er in uw geheele godsdienstoefe
ning geen spoor meer van het bloed te
vinden. Evenwel op het bloed komt het
aan, myne broedersNiets kan de plaats
van het bloed innemen. Jehovah wil het
bloed zien. Ja, het bloed, het bloed Het
bloed Dat eischt Hij".
Terwijl de grijsaard met steeds meer
verheffing van stem van het door God
geëischte bloed sprak, schitterde zijn oog
als vuur en zijn handen beefden, want het
klonk als de afkondiging van een oordeel
over hen in hun ooren. Na een korte pau
ze, waarin men wel een speld had kunnen
hooren vallen, ging hij voort en zeide
„Ik werd in Palestina geboren on ben nu
bijna 70 jaar oud. Als kind werd ik onder
wezen in het lezen van de Wet, de Psal
men en de Profeten. Ik bezocht getrouw
do synagoge en leerde van de rabbijnen
Hebreeuw sch. Ik luisterde mei heiligen
eerbied naar hen, en geloofde al wat zy
mij zeiden. Ik weet, dat God ons volk
heeft uitverkoren, en Zijn woorden ons
zijn toevertrouwd. Maar toen ik meer met
de Schriften bekend werd, stond ik ver
baasd, en kwam in groote verlegenheid,
ziende welk een voorname plaats het
bloed in de Wet inneemt en hoe groote
beteekenis er aan gegeven wordt. Ik las,
en herlas Exodus 12 en Leviticus 16 en
17. Vooral de twee laatste hoofdstukken
deden mij beven, toen ik stilstond bij den
Grooten Verzoendag, daar ik zag, dat het