NIEUWSBLAD
OOR ZEELANS.
No. 1y8
1910.
Woensdag 25 Mei
24e Jaargang
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
De Christen-Socialisten.
JONATHAN MERLE.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGt-VERWEST, te Goes
F. P. D'HU'.J, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
FEUILLETON.
IEDEREN V/ÊRRDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers 0,02*.
UITGAVE DLR l-'IRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent
De opgaaf van den spoordienst
komt in dit nommer voor op de ge
bruikelijke plaats.
Het Volk zegt van dezen dat een ideolo
gie (dwepers-dwaalbegrip) hen gescheiden
houdt van hunne natuurlyke bondgenoo-
ten de sociaal democraten, maar zij erken
nen den klassenstrijd en gevoelen als een
onnatuurlijk verband het gezelschap van
de kuipende, in machtgevoel zwelgende,
der mammon dienende, de arbeiders be
driegende, officieels christelijke party en.
Zjj hebben zich losgescheurd uitdekerke-
ïyke demagogie, zij zien hoe de maat-
schappeiyke werkelykheid vloekt met de
practyken der Kuypers, Lohmannen,
Talma's, en hebben zich afzonde riyk ge
organiseerd.
Zoo zyn dan de sociaal democraten de
„natuurlijke bondgenooten" van de Chris-
tan socialistenen practisch zijn deze
laatsten ook de bondgenooten van de
sociaal-democraten. In 1909 is dit reeds
gezien bp de stembus.
En Het Volk is slim genoeg om, nu 't
program der Chr. socialisten is vastgesteld
en Enka haar ontslagbrief als chr. onder-
wyzeres heeft thuis gekregen, zichzelf te
omhangen met de schapenvacht, die de
wolfsklauw verbergt,en half blatend dezen
haar ,,vrienden"(!) toe te zingen
«Praktisch, mogen wy verwachten,
zyn de christen-socialisten onze bondge
nooten. Lotgenooten zelfs, in zoover zij
reeds aan den lyve den haat van hun
kapitalistische mede-christenen onder
vinden. En de praktyk is voor ons van
grootere waarde dan welke theorie ook.
Uit die praktijk immers komt, naar onze
historisch-materialistische levensleer de
eenig-onwrikbare theorie eenmaal voor
allen tot klaarheid. Daarom is onze sym
pathie by deze afgescheidenen, hoewel wij
ze liever zagen opgenomen in onze eigen
gelederen. Wy zien het ontstaan hun
ner organisatie als een natuurlyk gevolg,
eenerzijds van de vermenging van geloof
en politiek door de groote burgerlijke
partyen, aan den anderen kant van het
ook in ons land allengs tot klaarheid
komen van de maatschappelijke verhour
dingen. Het brengen van die klaarheid
in het volksdeel dat evenals zy nog door
ideologiën bevangen is, is de groote taak
72
Zy boog zich weer over de bessenen
Andrey's moed zonk. Het ontwykende
antwoord, dat zy niet had willen geven,
zou hem hebben aangemoedigd hy be
oordeelde haar naar den gewonen maatstaf
en dacht dat zy dit nooit zoo gezegd kon
hebben, hem recht in de oogen ziende,
zonder een oogenblik te hakkelen, als zij
ook maar iets om hem gegeven had. Zijn
plannen vervielen tot stof hy had er
geen lust meer in. Hy ging ook weer aan
't plukken. Het kwam er niets meer op
aan er was niets meer te zeggen.
Ermyn had al haar moed noodig gehad;
nu was zy ook af zy moest nu tyd heb
ben om weer te bekomen voordat zij kon
spreken of zich bewegen, alleen plukken,
dat kon zy nog werktuigelyk.
Het had al dien tyd al in de verte geon-
weerd en nu kwam de regen plotseling in
groote druppels neer.
„Ellieriep Ermyn.
.„Gaat u gauw naar binnen, ik zal alles
<wel brengen!", riep Andrey, de stoeltjes
'en de grootste mand opnemend. Ermyn
ging langs hem heen en een oogenblik
bleef hij staan, den regen uiet achtend om
haar volop en ongezien te kunnen opne
men. Een bes viel uit haar mand, nog een,
nog een. Met een plotselingen omkeer
in zyne gevoelens '/ag hy dat de mand in
hare bevende handen heen en weer schud
der christen-socialisten. Het is een taak
van groote zedelijke beteekenis, het is
het aantoonen aan hun mede-christenen,
dat wat zich als officieel politiek chris
tendom voordoet, niet anders is dan
een met bijbelteksten omhangen mammo-
nisme. Het is een werk van ophelde
ring en zuivering, dat rechtstreeks in
gaat tegen de belangen der machtigen
van het politieke christendom. Een werk,
waarby de Talma's, de Kuypers en kon-
sorten niet zullen nalaten, hun het bezit
der ware religie te ontzeggen, hen voor
te stelle» als wolven in een schaapsvacht.
Een werk ook, bij welke vervulling onze
vrienden hun ideologische bagage allengs
lichter en lichter zullen voelen worden,
een werk waarvan dagnaktyk hen onge
merkt over de scheidmgslyn van geloof
en ongeloof zal heendringen. Maar ook
in dezen overgangstoestand hebben de
christen-socialisten onze sympathiewij
wenschen hun strijdkracht en volhar
ding voor onze en kunne gemeenschappe
lijke zaak
Wij waren zoo vrij eenige van deze lieve
volzinnetjes te cursiveeren.
Men heeft ons altyd geleerd, wanneer
zij die gewoon zyn ons te smaden ons aan
't hart gaan drukken en liefkoozen, dat
wij dan onszelf ernstig hebben af te vra
gen of wij wel op den goeden weg zijn.
Zouden de Chr. socialisten, waaronder
edele naturen zijn als Johanna Breevoort
en M. Koornstra, niet eens met dit zelfon
derzoek willen beginnen Want wat Het
Volk hier zegt aan hun adres, is toch al te
poeslief.
Gezwegen nog van 't feit hoe zy hiermee,
en tegelijk,de oude broederen die niet met
de Chr. socialisten mee zijn uitgegaan,
lastert en verguist.
Wanneer Het Volk zoo wèl van ons
sprak, zouden wij, rood van schaamte,
ons terugtiekken uit de politieke actie.
De "christen socialisten zien in t socia
lisme" alleen een oeconomisch verschijn
sel, niet een atheïstische, materialistische
levensbeschouwing.
Dit weet de wolf in de schapenvacht
ook wel.
Van daar zijn vriendelykheidjes.
Tusschen opzet en argeloosheid ligt
dan ook een groote klove. Maar de
argeloozen loopen in de val, en worden
verslonden.
de en de groote zwarte bessen deed vallen
als een regen van hoop achter haar aan.
Hij kon zich later nooit duidelijk herin
neren wat er verder gebeurd was. Hij had
een vage herinnering van door stroomen
den regen naar huis te zijn gegaan,en toen
in een schijnbaar pikdonkere kamer te
zijn aangeland, eene herinnering van
weerlicht en donderslagen, van Ermyn's
stem daar tusschen door, die zeer kalm
het plan opperde dat zij de bessen van de
stelen zouden gaan doen, van overal over
heen te zijn gestruikeld en gevallen toen
hij Ellie wilde helpen het daarvoor benoo-
digde te krijgen, en eindelijk van het
slaan der oude klok en juffrouw Merle die
zeide: „Ellie, het is tijd om naar bed te
gaan
„O, moet zij in dat weer alleen naar
boven vroeg Ermyn.
„Het kan mij niets schelen", zei Ellie.
En dat was de waarheid. Integendeel, zij
hield er van de majesteit van den storm
geheel te voelen en alleen te zijn. Maar
dit genoegen werd haar dezen keer niet
gegeven.
„Neen, ik zal vanavond met je meegaan
kind", zei grootma,met moeite opstaande.
„Mag ik u even helpen op de trap zei
Andrey. dienstvaardig. Hij bracht haar
boven en kwam weer beneden, zijn weg
zoekend in het half duister. Weerlichtte
het en deed hem Ermyn zien, en de zwarte
bessen, de wit porceleinen bakken, de
koperen kandelaars en de juweelen aan
haar hand. Een half uur later deed Merle
24 Mei 1910.
De 10-urige arbeidsdag..
Wanneer daar bedrijven zijn, waarin de
10-urige arbeidsdag noodzakelijk is, dan
is hier overmatige arbeidsduur, en zouden
wij beperking daarvan hartelijk toe
juichen.
Maar nu moet men niet generaliseeren,
niet alle bedrijven over éen kam scheren.
En dit doet De Beukelaar
Als eisch van zedelijke begrenzing,
dus afgezien van de voortbrenging,mag
de arbeidstijd,zoo betoogde mr Aalberse
bij de behandeling der motie-Schaper,
de tien uur niet overschrijden. En dit
uit vijfderlei hoofde. Bij arbeidstijd lan
ger dan tien uur wordt de volksontwik
keling geschaad, gaat het gezinsleven
licht kwijnen, loopt het Godsdienstig en
zedelijk leven gevaar te verslappen,
wordt alle politieke belangstelling
schier onmogelijk, kan aan de eischen
van het sociale leven vooral van de vak
organisatie wel niet worden voldaan.
Die „vijfderlei" zijn wij zoo vrij naar het
gebied der greote woorden te verwijzen.
Verbeeld uhet gezinsleven zal kwijnen
bij een werkdag van IOV2 uur, niet meer
bij een van tien.
De volksontwikkeling wordt geschaad
bij een werkdag van 11, niet bij een van
10 uur.
Het zedelijk leven zal verslappen bij
een werkdag van lD'a uur, het zal worden
gesterkt bij een van tien
In alle bedrijven
Maar zegt gij dat zegt mr Aalberse.
De Beukelaar zal diens uitspraak in haar
algemeenheid corrigeeren.
Wat corrigeeren, aandikken
Zoo heeft dus geen Christelijk man
het recht zijn arbeiders langer dan tien
uur te laten arbeiden. En zoo hij het
toch doet en bij dat al misschien voor
allerlei geestelijken arbeid, voor allerlei
Evangelisatiewerk, zijn gaven stort
wete hij wel, dat hij voortdurend zijn
eigen arbeiders door zoo langen arbeids
tijd geestelyk verstompt. Zoodanige
tweeheid van leven, men kan immers
beter weten, hebbe nu toch eindelijk
eens uit in den kring van menschen,die
Christenen willen zijn.Hiertegen klinke
steeds luider protest.
Nog eens, wij vragen beperking van
arbeidsduur in alle bedrijven waar 't noo-
de huisdeur open en schudde zijn drui
pende parapluie en regenmantel op de
stoep uit.
„Merle", riep eene volstrekt niet ver
wachte stem in de gang.
„Andrey, ben jy hier 1 Wacht even, dat
ik dit alles uitdoeIk drijf heelemaal.
Neen maar
Hij was door de gang naar de keuken
geloopen en stond daar stil, want door het
schemerlicht heen zag hij juffrouw Vaug-
han bij de tafel staan en den stoel zijner
moeder ledig.
„U had niet verwacht dat u ons hier
gevangen zoudt vinden", zei Ermyn.
Ons! Dat woord, haar stem zeide alles.
Doodverlegen zag Merle zyn druipende
kleeren aan, zeide„neem mij niet kwa
lijk, ik maak hier een morsboel", en ver
dween in de bykeuken. Daar stond hij
tusschen de pannen, zonder verontschul
diging om er langer te bly ven en zonder
troost behalve een paar droge schoenen,
teiwijl men, als hij naar boven geloopen
was, had kunne,1 veronderstellen dat hij
zich geheel verkleedde.
Beleefdheid gebood hem om zijn gasten
eene lamp te brengen en zijn gevoel ver
bood het hem. Hij had haar opgestoken
en wachtte nog aarzelend, toen de deur
werd opengedaan en gesloten en Andrey
stralend voor hem stond.
„Merle, ben je nat
„Nog al. Tenminste mijn kleeren," zei
de dominé, half schuw opkijkend, terwijl
hij zich bukte om zyn schoenen uit te
dig blykt. Maar voor dat „luide protest"
van De Beukelaar voelen wij niet veel.
Daartoe kennen wij te veel brave huis
moeders, winkeliers, predikanten, jour
nalisten en kleine patroons, die bijna da
gelijks langer dan elf uren in 't touw zyn,
en die heelemaal niet onontwikkeld, ge
demoraliseerd, politiek onverschillig, of
sociaal impotent zijn.
Wy zijn 'teens met De Nederlander
De huisvrouw zorgt, indien zij een goe
de huisvrouw is, van den morgen tot den
avondde industrieel, de studie-man, de
kleine patroon, d° winkelier, zij doen niet
anders dan bezig zyn in hun bedrijf, stu
die of nering. En onder hen vindt men
voortreffelijke Christenen, die niet alleen
eigen zedelijk en godsdienstig leven niet
verwaarloozen, maar nog tijd vinden om
de geestelijke en zedelijke belangen van
hun volk en de volksontwikkeling te die
nen politieke belangstelling te wekken
of te verlevendigen, kortom, die heel hun
leven arbeiden in allerlei zin. Zeker, voor
een deel is die arbeid vry willig, maar
voor een overgroot deel is hij dat niet
doch daarom niet minder noodzakelijk.
DQCh ook dan kan de Christen zich on
ophoudelijk oefenen in betrachting van
Christelyke deugd, en in zijnen arbeid
zijn Heer belyden. Ook dat leert de 1 rac-
tijk van het Christelijk leven.
Maar de redacteur van De Beukelaar,
in zijn bedoelen om voor de arbeiders het
goede te zoeken, ziet deze practijk een
zijdig over het hoofd. Dat zoo eene rede
neering inderdaad in het waarachtig be
lang der arbeiders zou kunnen dienen,
het valt ons moeilyk, jaonmogeiyk,
zulks te gelooven.
Te meer valle hierop de aandacht
aldus De Nederlander wijl een wette
lijke beperking van den arbeidsduur zoo
haast onuitvoerbaar is.
De practijk leert, dat de bepaling van een
tien- of achturigen werkdag volstrekt niet
waarborgt, dat er inderdaad niet langer
dan acht of tien uren gearbeid wordt. In
sommige plaatsen, waarbijv.de spoorweg
maatschappijen groote werkplaatsen heb
ben, met een betrekkelijk korten arbeids
dag, hebben de ingezetenen wel steen en
been geklaagd over de concurrentie, die
de mannen van de werkplaatsen, ververs,
timmerlieden, e. d. hun stadgenooten aan
deden door het verrichten van karweitjes
in hun vrije uren. Hoe zal ooit de wetgever
dit kunnen tegengaan. En als hy dat niet
trekken. Andrey keek dadelijk vóór zich
en kleurde.
„Wat denk je dat wij gedaan hebben
„Oude geschiedenissen opgehaald
„Juist en een nieuwe begonnen, Merle".
Zij vatten zwijgend elkanders hand.
»Hoe wist gij van oude geschiedenis
sen zei Andrey eindelijk.
Ik wist niets. Ik dacht alleen. Vertel
het my."
Andrey begon, als een beer in zijn kooi
rond stappend in het overweldigende van
zijn geluk, totdat hij op een gevallen aard
appel trapte en voorover in de waschtobbe
viel, die omgooide, waarop die weer de
mand met aardappels omwierp en de heele
inhoud over den vloer rolde. Merle schoot
te hulp en werd voor zijn goede bedoeling
gestompt.
„O, schei uit, zij zal niet weten waarom
wij zoo lachen," zei Andrey. »Gajij naar
haar toe, Merle."
»Zal zij het niet naar vinden, dat ik het
weet
„Neen, zij vroeg mij om het je te gaan
zeggen -
Met een vreemde mengeling van ge
voelens, waarin vrees wel het voornaam
ste was, nam Merle de lamp op en bracht
die naar de keuken, waar Ermyn in den
hoek van de bank zat. Toen hij het licht
neerzette, richtte zij haar hoofd op, bloos
de sterk en stak haar hand uit. Hij nam
die onbeschryfelijk eerbiedig aan, niet
wetende wat te zeggen. Tot zijn eigen
verwondering hoorde hy zichzelf daarop
kan, wat vermag hij dan eigenlijk ter
bevordering van huiselijk leven, van ont
wikkeling enz.
Deke beschouwing is gebaseerd op de
practijk van het arbeidersleven. Men leze
byv. eens wat Onze Banier, het orgaan van
den Christelyken Bond van Gemeente
werklieden onlangs schreef over den 10-
urigen arbeidsdag. Wy veroorloven ons
eenige citaten
Een vastgestelde normale arbeidsdag
gaat uit van de stelling, a dat alle arbeid
gelyk is, b dat de menschen en de voor
waarden waaronder, ook gelyk zijn.
Bovendien is het y veren voor 'n 10-
urendag, zonder verbod van overwerk,
een onoprechtheid.De dag 10 uren, maar
dan 's avonds overwerk, en dat geeft
loonsverhooging, het is dus een y veren
voor een verkapte loonsverhooging.
Ik schrijf in De Banier niet over
andere bedrijven, die opmerking kan
dus voor ons achterwege blyven. Ik
zou het hebben over de gemeente-wer
ken, en of dan een normale dag van 10
uren te verdedigen is, betwyfel ik wel.
Daar moet een grens wezen. Maar of die
grens precies voor allen op 10 uren ge
zocht moet worden, is geloof ik niet te
verdedigen.
Ik geloof dat men een dergelyk stre
ven als een vergissing zal beschouwen
en de revolutionairen willen zoo noodig
wel zeggen, dat het een vergissing is.
Ik voor my zou een normalen arbeids
dag voor alle bedrijven niet verkieselyk
achten. Een stoker in de gasfabriek, een
wagenbestuurder op de tram, zyn met
8 uren arbeid op, maar een portier in
een stichting of op een stichting kan
best 11 a 12 uren werken. Men versta
my goed, ik zeg niet dat 't moet, maar
lichamelyk zal dat kunnen. Ik wilde
slechts aantoonen het verschil van
werk. De vraag is hoeveel lijdt uw
lichaam hoeveel lyden uw zenuwen,
welk een moreelen plicht hebt ge Ons
lichaam moet het kunnen verduren.
Onze geestkracht moet niet gesloopt.
Onze gezinnen mogen niet verwaar
loosd worden.
We hebben dus te ijveren voor een
werkdag, die niet schadelijk is voor't
bedrijf, en niet in strijd met 't belang van
het lichaam. Zoo pratende voelt een
ieder, dat we wel den goeden weg op
willen, maar zouden er voor willen
zeggen
„Moge het nieuwe leven, dat voor u ligt,
honderdvoudig uwe kracht vermeerderen
tot goed doen, zooals u mij hebt goed
gedaan."
1 „U waart het, die mij goed deed," zei zy
met haren liefsten glimlach. Een pauze
volgde. Andrey merkte het en roep
„Merle, breng mij eens een licht dat ik dit
kan oprapen hier, anders breek je moeder
morgen haar nek."
„Neem deze," zei Ermyn en kwam
naderbij om te lachen over het ongeloofe
lijke geval wanorde in juffrouw Merle's
heiligdom.
„Wat hebben jullie met mijne moeder
gedaan vroeg Merle.
„Je moeder was een engel en ging.naar
bo\en."
Merle lachte en ging naar boven, het aan
de luitjes overlatend om de bykeuken
netjes te maken,hun eerste weikje samen,
waardoor zy de zalige vreugde van dit
eerste uur reeds dadelyk konden vereeni
gen met al de dingen uit het dagelyksch
leven, die er aan vooraf gingen en er op
zouden volgen.Toen Merle beneden kwam
zag hij dat reeds de eerste zaligheid van
intiem te worden over hen was gekomen,
Juffrouw Y erle wilde liever niet nog eens
de trap af, maar verzocht hare gasten alles
te nemen, wat zy wilden, waarop Andrey
zeer pathetisch verklaarde, dat hij den ge-
heelen dag niets dan wat brood met kaas
gegeten had en uitgehongerd was.
(Wordt vervolgd)