NIEUWSBLAD ÏGOR ZEELANS, iwiel lit 1910. Donderdag 5 Mei 24e jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH jonathan merle. Ho. 183 lijders. leu, ten. rg. rOES. ■ts7 VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK DE JONGt-VERWEST, te D'HIKJ, te Middelburg. Goes PRIJS DER ADVERTENTIËN Iburg je niet isen welke a 't hevig liepen der er longeh, in de keel, asthma, orden Hen Schelkun- g van het •i c makkelijk >ren. Zij >o de ont- CHÜLTE ar te Goes iddelburg by LUIT- Ovezand 'OTTIR, .PE1JL, ANDER, LLST, te 5E en DE anoy tleeden. Iftvijje rde Lrtikelen e b 1 e d. enverple- relen. 4 vlams mailleerd reuze bij Bdelft. .SEN, goed 5,65 M. CKE, jtober ien drle- tpd te I kerke. jaar, jarige Vtelande. ielburg. If Dom- A. R its l, Goes. \oden- COP- t, Goe*. n >t> .v I IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers €>02*. UITGAVE DER EIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '•ent Wegens Hemelvaartsdag verschijnt morgen ons blad niet. XL VII. Waar het over gaat. Duidelijk hebben wij ons rekenschap te geven by de a.s. verkiezing voor de Pro vinciale Staten welk doel er aan onzen strijd ten grondslag ligt. Het werd van vrijzinnige zijde voorgesteld als zou het slechts zijn een humaniteitsverkiezing. Bereids werden de antirevolutionairen reeds gegeeseld, die het wagen dorsten met 4 candidaten uit te komen. Men sprak op het bureau der Goesche Courant van vrome woorden en zalvende klachten die wij altjjd hadden over achteruitzetting. Men had zoo gaarne gewild dat men alles by het oude had gelaten. Ven wilde ver draagzaam zijn endeelenMet alle respect voor de verdraagzaamheid zouden wij toch willen dat van vrijzinnige zijde eens een voorbeeld gegeven was. In Zie- rikzee en Sluis is alles liberaal. Met alle kracht wordt ons daar de toegang belet en zelfs in Zierikzee werd onze eenige zetel in den Gemeenteraad pas afhandig gemaakt. Waar nog by komt dat met name in Goes de liberalen en de heeren van de Goesche Courant al evenmin die leer der humaniteit huldigen. In den ge meenteraad was een zetel opgekomen door 't ontslag van den heerDuvekot(ax); en toen de Rechtsche kiesvereenigingen nu aan de liberalen voorstelden om alle aftredende liberalen te herkiezen, en den zetel van dhr Duvekot aan een Room- schen candidaat te gunnen, wezen zij dit meer dan billijke, ja veel te billijke voor stel af, en stelden vijf liberale candidaten; dus ook een liberaal in de Rechtsche vaca ture. Waar deze heeren de meerderheid hebben, gunnen zij den antirevolutionair niets. Dat bij hun gratie de zetel van den heer Donner bij diens aftreding in 1909 onbestreden bleef, was ook niet do u hu maniteit, maar na de verkiezing van den v. d. Yen in 1907 door zucht tot zelfbe houd, of vrees voor een tweede teleurstel ling ingegeven. Waarlijk men moet durf bezitten om dan aan ons poeslief te vra gen, nu maar niet teprobeeren om de twee aftredende liberalen, van hun zetel te dringen. Neen Alsof men 't aan die zijde niet wist dat onze strijd niet gaat over en voor personen, 't Zijn de beginselen, in die 63 FEUILLETON. HOOFDSTUK XXX V. De kinderen kwamen Merle allen in de gang tegemoet. Hij liet Carrel met hen stoeien, en ging door naar de studeer kamer. Er lagen daar een aantal brieven voor hem, waaronder een van Ermyn die om een adres vroeg. Hij schreef een kort antwoord, adresseerde het en bracht het even naar de bus. Toen hy terug kwam vond hij tot zyne verwondering Carrel alleen in de studeerkamer. .Wacht niet op mij met eten", zei hij, de andere brieven opnemend, „ik moet dit nog even inzien". „Neem mij niet kwalijk, Merle", zei An- drey op eenigzins gedwongen toon, „maar je legt dien brief zóó vlak onder mijn neus dat ik het niet helpen kan dat ik de onder- teekeni'ng zag „Geen geheimen", zei Merle vroolijk, maar nam toch Ermyn's briefje op en stak het in zijn zak. „Ik kende eene dame van dien naam voordat ik naar Ceylon ging", zei Andrey op denzelfden gedwongen toon. Dadelijk dacht Merle aan den eenigen blos dien hij ooit op Ermyn's gelaat gezien baden zijne vlugge verbeelding; had in één seconde een heele roman bedacht. „Het is een juffrouw Yaughan van Sandhurst in Kent", antwoordde hy. „Zy is nu alleen op de wereld zy was lang bij personen belichaamd, waarvoor of waar tegen wy in het vuur gaan. En dan heb ben wij met hooge ingenomenheid kennis genomen van de nieu ve candidaten door de centrale gesteld. Niet als zouden wij voor de oude minder belangstelliug koes teren. Daarvoor hebben wij ze reeds te lange jaren aan het werk gezien. En dan mogen wij spreken van een goede en ge lukkige kenze omdat wij de nieuwe candi daten kennen als mannen van onver- valschte antirevolutionaire beginselen met wie wy dagelyks omgaan. Voorop moeten bij deze a.s. Provinciale verkiezing de beginselen worden gesteld. Dan blijven wij niet staan bij ons district Goes, maar voelen wij de beteekenis voor geheel ons Vaderland en het zittend Ministerie. Niet genoeg kan daarop de nadruk worden gelegd. Beslist moeten wij dan ook afwij zen de meening, dat het hier slechts kleine zaken zou gelden. Zeker, er komen veel eenvoudige zaken voor, maar door de eerste Kamer-ver- kiezingen vast te klinken aan de Pro vinciale belangen is de zaak geheel anders komen te staan. Meer dan een maal spraken wij onze afkeuring uit over deze vermenging die naar wij ho pen nog eens verdwijnen zal.Maar nu heb ben wij de zaken te nemen zooals ze zijn. En dan heeft ook een Provinciale verkiezing groote beteekenis, als wij letten dat de Eerste Kamer door de Provinciale Staten gekozen wordt. Dan wordt het de vraag of van uit die Eer ste Kamer tonen zullen klinken van christelijken geest, of daar de meerder heid zal zijn voor het zittend christelijk Ministerie. Wanneer wij ons de zaak zoo vooisiell.vn dan krijgen wij een zui veren blik op de a. s. Statenverkiezing en beseffen wy ook het groot gewicht er van. Dan zien wij dat groote en ge wichtige belangen op het spel staan waar ook onze belangen ten nauwste mee betrokken zijn. Dat motief, het be houd van het Ministerie, de verbreiding der christelyke beginselen moet ons dan ook aanvuren tot den strijd, tot heiligen ijver en plichtsbesef. Naar onze overtuiging is een christelijke Overheid ten zegen voor Land en Volk. En daar om voelen wij het gewicht der zaak en willen wij gaarne als instrumenten meewerken om het voorgestelde doel te bereiken. En daarom moeten wij nu admiraal Hargrove en zoo ken ik haar". „Heeft zij broers „Twee, maar beide zijn gestorven." „Gij weet niet hoe zij heetten zeker „Alfred en Guy. Zij stierven heiden on getrouwd. De bezitting hoort nu aan een neef." „Dan is het dezelfde", zei Andrey. „Juffrouw Vaughan komt Pinkster maandag zingen",zei Merle. „Zy was voor de menschen van Westbrook de goede engel en doet hetzelfde hier op grooter schaal." De. meid kwam zeggen dat het diner klaar was en er werd niet meer over juf frouw Taughan gesproken. Het was in- tusschen niet aan Carrels attentie ont snapt dat Merle alles van hare zaken en omstandigheden scheen te weten. Zij hadden beide nog een drukken avond en pas toen Merle's avonds laat thuis kwam, vond hij tijd om na te denken over den schok dien hy ontvangen had. Hij raakte altijd meer opgewonden over de zaken van anderen dan over zijn eigene. Maar dit raakte hem ook. Als Carrel verliefd ging worden, was hy voor hem verloren. En Ermyn van dien kant wilde hij de zaak niet eens beschouwen. Merle had geen gegronde reden om te vermoeden dat Ermyn iets om Andrey Carrel gaf. En het omgekeerde ook niet maar toch wist hij het. Voordat hy 18 jaar was, had hy al geweten hat voorgevoelens, die be- spottelyk gemaakt werden als men ze uitsprak, onveranderlyk uitkwamen en hij twijfelde er geen oogenblik aan dat reeds werken en onze oogen open heb ben. Nu reeds moet gepropageerd wor den voor onze mannen met onverdroten ijver en toewyding. Wy kunnen met deze candidaten in het strijdperk komen op een eervolle wijze. Laat het ons een eere zyn voor deze uitnemende man nen te arbeiden die de krachtige en heerlijke Antirevolutionaire beginselen hoog houden. Wij die mee getroffen zijn in „de smerige en dompersbende" want wij hebben onze mannen daar ge bracht laten wy in de kracht des Heeren arbeiden om onzen mannen de overwinning te bezorgen op een eer volle wijze. Dat zou de grootste eere zijn op de vernedering ons aangedaan. C. H. TOP mm timi. Boos. Onder dit opschrift schrijft het Centrum De redactie van do Middelburgse]te Cou rant toont zich niet weinig ontstemd over den uitslag der Staten-verkiezing te Hulst, waar de candidaat der Rechtsche organisaties ten slotte gekozei i werd, en schryft vol grimmigheid „Het onzedelijke coalitie-geknoei, dat nu al zooveel jaren ons politiek leven bederft en demoraliseer) en de hoogste gevoelens exploiteert en misbruikt om macht te verwerven en persoonlijke belangen te dienen, zal zyn loon wel thuis krijgen. Wy wachten rustig af". Uit dit met gal geschrevene blijkt maar al te duidelijk, waar het der Middelburg- sche eigenlijk om te doen is. De coalitie, de samenwerking der Rech- terzyde moest worden verbroken, en om dit anti-clericaal ideaal te bereikeD, be gint de Middelburgsche maar weer eens opnieuw in de heftigste bewoordingen op haar af te geven. Men is Rechts aan zulke aanvallen ge woon en laat er zich niet door van dei wijs brengen. De „waarde" ervan is bekend. En wij weten, dat men van Links hier om zoo fel op de coalitie gebeten is, wyl men, zoolang Rechts eensgezind blijft, zelf geen kans heeft, de verloren macht te herwinnen. Daarom kan het zijn nut hebben, van het bovenstaande goede nota te nemen Andrey eens Ermyn Vaughan had be mind. Misschien was hy afgewezen, mis schien had hij zich nooit verklaard, maar er was iets tusschen hen voorgevallen, waarover hy en misschien ook zy sinds dien altyd had gedaaht. Op Pinkstermaandag was er een mon- sterfeest voor arme menschen en voor eenige hospitalen, waarin juffrouw Grif fith Co. betrokken waren. Merle had be loofd tej komen helpen en des namiddags was hy midden in een hoop on-aristocra- tisch gezelschap, trachtend zich zeo aan genaam mogelijk te maken, terwyi zyn hecle ziel één bange verwachting wa?. Zóu Andrey kamen Ja, hy kwam vroeg, maar twee eindelooze uren gingen voorbij en nog was er geen juffrouw Vaughan. Het was reeds over vier toen hij juf frouw Vaughan met eene andere dame naar zich toe zou komen. Al zijn met moeite verkregen.kalmte was ineens weg. By werd aan de andere dame voorgesteld, deze werd daarop door andere aangespro ken en hy was alleen met Ermyn. Hij dacht dat deze gelegenheid niet onge bruikt mocht voorbijgaan en zei verlegen „Er is hier een nieuwe vriend van mij, dien u, geloof ik, vroeger gekend hebt - een zekere mijnheer Carrel. Mag ik hem bij u brengen Er gleed iets over Ermyn's gelaat, zoo gauw, dat hy het nauwelijks zag, de een of andere sterke gemoedsbeweging, maar zij herstelde zich dadelyk en antwoordde zonder zelfs van kleur te verwisselen „Den zoon van Sir Willem Carrel van en daarin een aansporing te meer te zien, trouw te blijven aan de organisatie De boosheid der Middelburgsche geeft onder dit opzicht wel iets te leeren. TWEEDE KA MEK. Wjjziging der Arbeidswet. Uit de Memorie van Toelichting van het gisteren verschenen ontwerp van wet tot wyziging der Arbeidswet blijkt dat be halve de wyziging noodig geworden dooi de in September 1906 te Bern gesloten conventie betreffende het verbod van nachtarboid van vrouwen in de industrie, nog op eenige andere punten wyziging of aanvulling der wet worden voorgedragen. Verbod van nachtarbeid. Het doel dooi de conventie beoogd, tracht het wetsont werp te bereiken door in aansluiting aan de thans reeds geldende wettelyke voor schriften te bepalen, dat door vrouwen in fabrieken en werkplaatsen als regel niet tusschen 's avonds 7 uur en 's morgens 6 uur mag worden gewerkt,en door voorts te bepalen, dat, ingeval voor sommige be drijven of op grond van toegestaan over werk voor sommige ondernemingen van dien regel mag worden afgeweken, toch by den arbeid van vrouwen in fabrieken en werkplaatsen zal moeten worden in acht genomen, dat tusschen elke twee achtereenvolgende werkdagen een rust- tyd van ten minste 11 achtereenvolgende uren moet liggen waarin steeds de tijd tusschen 10 uur 's avonds en 5 uur des morgens moet zyn begrepen. Een uitzon dering slechts is op die regeling toegela ten en wel voor het speten van haring. Deze arbeid toch mag, onder zekere voor waarden en in bepaalde tijden van't jaar worden toegestaan op uren, vallende tus schen 10 uur 's avonds e;; 5 uur 's mor gens, en een onafgebroken nachtrust van 11 uur behoeft niet te worden gewaar borgd. Een regeling in dezen geest, die zich volkomen by het bestaande aansluit en in de praktijk noodzakelijk bleek, is door art. 3 onder 2e. van de Berner Con ventie toegelaten. Immers, de speetarbeid kan zeker geacht worden noodig te zijn, om onvermij delyk verlies van aan spoe dige verandering onderhevige grondstof fen te voorkomen. Uit het voorgaande blykt dat het wets ontwerp aanzienlijk verder gaat dan de Conventie eiseht. Beperking van den arbeidsduur. Naast Norlingham „Ja." „Ik zou niet gedacht hebben, dat hy eene introductie noodig had," zei Ermyn koeltjes. „Hy vroeg er niet om", zei Merle by wijze van verbetering van den toestand. „Wanneer krygen zij koffie vroeg Er myn vry kortaf. „Zij zijn al begonnen, het gaat bij ge deelten."' Hij voelde dat zij nu niet in zilverpapier, maar in stevig bruin papier gehuld was,' en er aan benaderen niet te denken viel. Terwyl zij druk aan 't praten waren, zagen zij beiden ineens Andrey op hen afkomen. Merle was juist aan het praten en brak dom genoeg mid den in zyn zin af. Hij [dorst Ermyn niet aanzien. Als hy het gedaan had, zou hij niets gezien hebbenhy kon nauwelijks iets ergers gedaan hebben dan hen beiden den tijd laten hun maskers aan te doen. „Juffrouw Vaughan zei Andrey, zyn hoed afnemend. Ermyn stak hare hand uit met eene kalme opene vriendschappelijkheid, ge heel volmaakten dien zin, dat het een be groeting was van den eenen vriend aan den ander en zeide„Ik wist niet, dat u in Engeland waart." De klank van hare stem bracht hem haast buiten zichzelf, maar hare kalmte dwong hem ook kalm te zijn. Merle zag welk een geweld hij zich zelf aandeed, maar Ermyn's rol kostte haar te veel in spanning dan dat zy eenig denkvermogen over had om zijn manieren te bestudeeren. het verbod van nachtarbeid wordt de dagelljksche arbeidsduur in fabrieken en werkplaatsen van jeugdige personen en vrouwen (behoudens ingeval overwerk is toegestaan) beperkt tot 10 uren (inplaats van zooals thans,tot 11 uren). Bovendien wordt verboden (behoudens wanneer over werk is vergund) gehuwde vrouwen op Zaterdag na 's middags 4 uur fabriéksar- beid te doen verrichten. Deze laatste be perking is noodig om de gehuwde vrouw in staat te stellen, op Zaterdag eenige uren aan de zorg voor haar huishouding te besteden. Na iedere 4'l, uur moet in fabrieken en werkplaatsen aan vrouwen en jeugdige personen tenminste een halfuur rust worden gegeven, terwijl, naarmate de arbeidsdag vroeger dan 6 uur 's avonds eindigt dan wel te 6 uur of later, een onaf gebroken rusttijd van één resp. anderhalf uur moet worden toegestaan, indien de arbeidsdag langer dan 6 uur duurt. Kinderarbeid. De leeftijd van 12 jaar beneden welken kinderen geen bedrijfsar- beid mogen verrichten, wordt verhoogd tot 13 jaar, behoudens de gevallen van niet-leerplichtige 12-jarigen. Wat de huisindustrie betreft, meent de Minister dat waar een enquête naar de toestanden in de huisindustrie in gang is en weldra voltooid zal zyn, het thans niet het geschikte oogenblik kan worden ge acht om een definitieve regeling voor dien arbeid voor te dragen. Ten aanzien van de arbeidslijsten wordt een wyziging voorgesteld in dier voege, dat een arbeidslijst in het vervolg zal wor den gevorderd ook voor ondernemingen van eenigen omvang, waarin geen be schermde personen werkzaam zijn, terwyl in ieder geval, waarin een arbeidslyst moet worden gehouden, deze betrekking moet hebben op alle in de fabriek of werk plaats werkzame personen. Voorts wordt een wijziging voorgedragen in dien zin, dat de inrichting der lijst een vereenvou diging zal ondergaan. Ten slotte wordt voor de beschermde personen uitdruk kelijk de bindende kracht van de arbeids lijst in de wet vastgelegd, en wordt, be halve de lijst, het houden van een arbeidsregister voorgeschreven. Men wil hierdoor trachten te verzamelen meerdere gegevens met betrekking tot het vraag stuk van een wettelyken 10-urigen ar beidsdag. Zy begonnen van weerskanten naar oude vrienden te informeeren en Merle ging door. Hy kon niet bij hun over-beschaafde zelfbeheerschingindien iemand er op gelet had, zou men hebben gedacht, dat hij van hen drieën de „heer in quaestie" was. Andrey dacht het en die gedachte staalde hem, terwyl hij rustig doorsprak over kleinigheden, onderwijl strak starend naar het schildery voor hen een belom merd plekje in de lento, met witte made lieven aan dep slootkant. „Hij heeft dat vergeten", dacht Ermyn, het schilderij ook ziende en het staalde haar, maar niet zóó volkomen de oude bekende stem trilde door haar hersens heen zij wist niet wat hij zeide en toen hij ophield en antwoord scheen te ver wachten, was zij genoodzaakt te ant woorden. „Neemt u mij niet kwaiyk. Ik luisterde, geloof ik, niet. U weer te zien herinnerde my zoo sterk aan Alfred." De tranen waren in hare mooie oogen gekomen oogen, die altijd zoo kalm en helder waren. Hare woorden gaven hem vrijheid van haren broeder, zijnen vriend, te spreken. Zij waren midden tusschen de menschen, maar juist dat gaf hun een gevoel van alleen te zyn en de verademing van even over al het oude te spreken, maakte Ermyn weer kalmer; zij kon weer gewoon praten en zij voelde hoe hij voor haar leed bij al haar verdriet. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1