NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. Ho, 179. 1910. Zaterdag 30 April 24e laargang HISTORISCH CHRISTELIJK- VERSCHIJNT ZESMAAL ^ER WEEK Wed. S. J. DE JCN6E-VERWEST, te Goes By dit nummer behoort een Bijvoegsel. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers „0,02?. UITGAVE DER FIRMA UN VAN 29 April 1910. Prinsessedag De laatste April, de dag vóór 1 Mei is ten vorigen jare een nationale feestdag geworden en zal dit blijven, zoolang de Heere God onze geliefde Prinses Juliana in 't leven wil sparen. Het zal geen dag zijn van luidruchtig feestvieren. Nog minder een dag van bras seryen en dronkenschappen. Veeleer en veel meer zal 't zijn een dag van rustige aanbidding en stillen dank voor Oranjelievende harteneen dag van bescheiden volksvermaak, van rijk kin dergenot. Dit laatste vooral. Want juist tot het kinderhart spreekt deze eerste verjaardag van de vorstelijke Kleine, die nog geen weet heeft van de vreugd om haar heenen toch door de kinderen niet het minst met zoo blijde geestdrift gegroet wordt. Gunnen wij daarom onzen kinderen dat genot. Genot van vacantie, van zangen spel, genot van de zoo gauw gevulde kin derhand en van 't liefelijk aandenken dat edele kindervrienden er aan wenschen toe te voegen. En huis en school mogen zich vereeni gen om 't opkomend geslacht 't diep in te prenten wat Nederland aan is Oranje ver schuldigd, en wat kostelij c geschenk van God aan Negerland en Oranje onze bemin de Prinsss Juliana is. „Lang zal zy leven „In gloria 1" Nentraal, gevaarlijk. De Tblegraaf, een neutraal blad, dat wil dus zeggen dat het ieders religieuse of staatkundige gevoelens eerbiedigt, bevatte dezer dagen in een verslag van een zangavond te Amsterdam, onder meer deze verre van neutrale woorden Ik ben te verdorven voor al dat ge dweep met idealen, geloof, vaderland, deugd. Ik ben te diep gezonken, om door la Bonne Chanson geregenereerd te worden. By voorkomende gelegen heid ga ik weer naar Sven Scholan der, Speenhoff, Jacobs, en zelfs, zoo dra ik wéér in Parys ben, naar den perversen zondenpoel van Mont- martre. Gelukkig, dat niet iedereen zoo im moreel is. Er waren zeer velen in de goed bezette zaal, die zich koste lijk geamuseerd hebben. Deze verslaggever houdt [hier, [met goedvinden der redactie, een pleidooi voor 't gaan luisteren naar perverse, dat wil zeggen vieze, onzedeiyke voordrach ten, en neemt deze in bescherming. Wel een bewys, dat ook de neutrale pers niet te vertrouwen is, en ge vaar oplevert voor een deugdzaam gezin. Dergelyke bladen behoorden in onze kringen althans niet gelezen te wordeu. Zeelands eerste Christel. Kweekschool. Heden Vrijdag was 't een gewichtige dag voor 't Christelyk Onderwijs in onze provincie; dewijl te Middelburg de Chr. Kweekschool zou worden geopend. Tegenwoordig waren vole belangstel lenden met de bestuursleden, van welke de heer J. de Hoogh wegens ernstige on gesteldheid ontbrak. Moge de Heere ge nadig den rusttijd, dezen broeder vergund tot zij n herstel,kant zy n tot zij n volkomen genezing, zegenen Te half 10 opende de voorzitter mr. P. Dieleman de vergadering, met 't laten zin gen van Ps. 145:4 Daarna las hij 1 Joh. 4 16 en I Joh. 5 113waarna op zijn uitnoodiging do heer dr. Wagenaar voorging in gebed. Vervolgens sprak de voorzitter het openingswoord Geachte Vergadering Het le. decennium der 20e eeuw be hoort nog niet tot de geschiedenis. Wy kunnen dus nu zeker nog niet beoordee- len of de vrees van E. Renan bevaarheid dan wel beschaamd zal worden, toen hy in zijn „Verwelkoming van Jules Claretie" schreef „Ik vrees dat de arbeid der 20e eeuw slechts zal zijn, een menigte voortreffe- lyke denkbeelden, die de 19e lichtzin- ning overboord geworpen had, weder binnen te halen". jgDit is in elk geval zeker dat inder daad in de 19e. eeuw, die pas vervloog' uitnemende beginselen zijn vertrapt, die niettemin tot grondslag van een solied volksleven moeten strekken. In het bijzonder, wanneer wij ons be wegen op het gebied van het onder wijs en staan voor allerlei vraagstuk ken van jeugd en opvoeding, dient dit in acht genomen te worden, moet daar aan de aandacht gewijd. De school heeft toch een onbereken- baren invloed op het leven eens volks en de richting, waarin de wereld der jeugd wordt gestuurd, is beslissend voor een land en volk. En slaan wy dan de oogen om ons heen, dan bespeuren wij dat, hoe rijk ook de erfenis, door de 19e. eeuw aan ons geslacht, aan onze jeugd, den ko ning der hope, achtergelaten ook zijn moge, de grondslagen der oude maat schappij dermate zijn aangetast dat zij hun stevigheid verloren hebben, terwijl daarvoor o, zoo weinig in de plaats kwam. De erfenis is ryk. Achter ons ligt de eeuw der inductieve wetenschap. Deze was leidende macht. In de geschiede nis der menschheid heeft men verschil lende schokken waargenomen, van voor uitgang, in het eene en achteruitgang in het andere. Men heeft tijden van schepping, ont wikkeling en van vernietiging gekend. Er waren tijdvakken, gewijd aan ontleding en het nauwkeurigst onderzoek der din gen, er waren ook andere, die streefde» naar samenvatting van het geheel. Nu eens bruiste het leven als een wilde berg stroom, dan weer vervloot het kalm als een vliet. De positieve wetenschap deed ons leven sneller stroomen. Wat bracht het onderzoek niet aan het licht? Wat leerde ons niet de sterrekundeHoe werd het geheimzinnig waas, dat voedsel gaf aan bygeloof, hetwelk hing over de ver schijning van kometen bv. niet van een- gescheurd Zoo zelfs dat thans het ge wone, ongeleerde volk op populaire wyze op de hoogte gebracht wordt van de ver schijning van Halleys komeet en zonder schrik en onsteltenis de eerste Meidagen zullen worden doorleefd. Wat ontdekte de aardrijkskunde niet, geholpen door de snellere en gemakkely - ker middelen van vervoer Een nieuwe wereld werd voor ons ontsloten door de natuurwetenschappen. Wij werden inge wijd in de tallooze vormen van het leven van dier en plant. Wij blikten in de wereld van het onein dig kleine. Werktuigkunde en scheikunde werkten mede. En hoe zal nog de electri- citeit het onmogelijke mogelyk maken Daarnevens begroeven geschiedvorschers zich in catacomben en archieven om stuk voor stuk het leven van het voor geslacht te doen herleven voor onzen verbaasden blik,om te rechtvaardigen wat eeuwen miskend was, het edele en goede op den voorgrond te brengen en te geese- len wat slecht was. Wat een heerlijke erfenis ontving toch onze jeugd die daar als in den boomgaard des levens geplant is, die straks rijke en rijpe vruchten voor een volgend geslacht kan afwerpen, wanneer de gaardenier van het heden met zorg en verstand de planten kweekt. Maar ook deze medaille heeft een keer- zyde. Bij al dien vooruitgang, wist lang zamerhand een zeker realisme het geeste lijk leven af te matten en maakte een dor materialisme zich meester van letteren en kunst. Enjhet was alsof een booze geest al de voordeelen der nieuwere wetenschap in het nadeel van de maatschappij verkeeren deed. Het onderwijs werd hoe langer hoe meer gespeend aan hooger beginsel. Het werd eenzijdig verstandelijk. Het ideale ontbrak. Men kreeg dressuur onder de strengste discipline van overla ding van menschen,die hun brood moeten verdienen en zich moeten haasten in een maalstroom des levens om er te komen zonder te vragen hoe. De beschouwing, dat ook de mensch een werktuig is, een machine om te arbeiden, te genieten, te dooden desnoods, bevorderde dit streven niet weinig. Het onderwijs werd opgevoerd ten koste van karaktervorming en gezondheid. En terecht klaagde Michelet, dat te midden van zooveel vooruitgang in het stoffelijke en het verstandelijke, het zede lijk gevoel achteruitging. Alles komt verder en ontwikkelt zichéén ding neemt afdat is de ziel En angstig vragend riep hij uitWelke geest zal de wereld doordringen, als het tijdstip zal zyn aangebroken, waarop het net van electrische draden, over de ge- heele aarde uitgespreid, alle gedachten tot een zal brengen en haar geheel van zich- zelve bewust zal doen zijn Wat zou het zijn, indien het oude Europa, waarvan zij alles verwacht, haar slechts een verarmde ziel had te schenken En toch M. H.dat gevaar bestaatin dien niet een geheel andere richting aan de opvoeding der jeugd en aan ons onder wijs wordt gegeven.Dat zou ontwijfelbaar zoo zijn, indien niet een dam was opge worpen tegen den materialistischen stroom der eeuw, indien niet ook hier het Christendom reddend ter hulpe kwam. In dien dat kleine aantal menschen er niet was, waarvan Vinet spreekt, als hij zegt De zedelijke en sociale waarheid is aan een grafschrift gelijk, waarover ieder gedach- tenloos heenloopt en dat steeds meer uit slijt, totdat een godsdienstige stift de teekenen in dien ouden steen komt ver- duideiyken, zoo sterk, dat ieder ze zien en lezen moet. Die stift is in handen van een klein aantal menschen, die steeds over dat oude inschrift gebukt staan op gevaar af, van door de achtelooze voeten der voorbij gangers op het marmer geworpen en ver treden te worden. Tot dat kleine aantal behooren ook zij, die den moed hadden het Christelijk onderwijs voor te staan en jonge lieden voor te bereiden om straks de Neder- landsche jeugd in te boezemen eerbied voor God, liefde voor Christus, den Ko ning der Eeuwen, lust voor orde en regelmaat. Zij hadden den moed in eenbeginsel- loozen tijd de vaan des beginsels hoog te houden. In een tijd van beginselloosheid. Het materialisme der 19e eeuw leidde tot Godverzaking en dit voert onver- my dellij k tot beginselloosheid. Beginse len, zijn de grondslagen waarop men bouwtde waarheden, waarvan men uit gaat. Zij zyn objectief buiten den mensch en zijn rede vastgesteld. Zyzijnhoogere waarheden, die alleen vastheid geven kunnen. De regelen der wetenschap moe ten daaraan getoetst worden en zoo lei den tot God en Christus als tot het Woord, waardoor al het geschapene, het welk voorwerp van onderzoek is, bestaat en waartoe dan ook de kennis van dat geschapene leiden moet. God heeft zich geopenbaard in Zijn Woord. Dat moet derhalve onze grondslag zijn by onze wetenschap dies ook bij ins onderwys. Anders herschept men, gelijk mr Groen het ergens zoo schoon uitdrukt zeker heid in onzekerheid, beginseler in mee ningen. Zoekt men den toetssteen dei- waarheid in den mensch en zijn rede, van 1—5 regels 40 cent, Iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '■ent dan is het bederf der wetenschap daar. Zoo zonk stelsel na stelsel in de duis ternis weg en kwam na een wijze tel kens een wyzer die 't weg redeneerde. En zoo moest men eindigen vaak met terug te keeren tot dat standpunt het welk de Christenen nooit hadden verla ten, dank zij hun bouwen op de vastig heid des Woords. Wat Wetenschap vermag zonder geloof, de Faust van Göthe leert het U volledige vertwijfeling en wanhoop. Het ongeloof nivelleert alles, trekt het edele naar omlaag, doodt waar achtig idealisme, kweekt een geestdoo- dende onverschilligheid. Het sterkst is dat wellicht gebleken in Frankryk, dat arme land Maar ook daar gaan reeds lang da oogen open en een Minister der Republiek, Léon Bourgeois, zeide reeds in 1891Hebt een ideaal 1 Een ideaal, dat is niet alleen, te midden van de. benauwende atmosfeer van menschel ij ke zelfzucht, een adem van zuivere lucht, die verfrischt en levend maakt, of een licht dat boven de twijfe lingen van het dagelij ksche leven, den weg wijst en redthet is nog iets meer dan dat alles, ik zou in één woerd wil len zeggeneen ideaal bezitten is een reden om te leven En tot de onderwijzers zich richtend sprak deze Minister van onderwijs in het door het ongeloof, van geest zoo ver armde landMijne Heeren wij maken de jongelieden niet slechts gereed tot eene of andere loopbaan, maar tot het leven. Als men, door de* mensch een ideaal te geven, aan zyne geheele bestaan een richtsnoer geeft, een reden en een drijfveer voor zijn dadm, dan erkennen wy dat daarin het hoofddoel ligt der opvoeding, de hoogste plicht van den meester Wij onderschrijven dat woordmaar lezen in plaats van het ideaal „het ge loof", omdat dat alleen vrede kan aan brengen, omdat het geloof alleen richt snoer kan zyn by de stormen des levens en veilig ons leiden zal naar de haven der rust. Wij verstaan de klacht, die uit een hart hetwelk schreide over de geestelij ke nooden des volks, werd uitgestooten Waarvan zullen onze nakomelingen dan leven, zoo zij aan niets meer gelooven, niets meer hopen, voor niets meer eer bied hebben vVat zal hen steunen, troosten, wat kracht geven om te leren en in vrede te sterven Maar ons antwoord blyft onherroepe- lyk „het Christeiyk geloof". Ziedaar het eenige geneesmiddel voor onze kranke maatschappij. En daarom is het zoo'n zegen dat ook wij thans wederom gereed kunnen staan om een inrichting te openen, waarvan men zeggen kan, dat zij staat op Chris- telijken grondslag, waarin men de we tenschap wil beoefenen en op de meest j deugdeiyke wyze met onbevangen blik jongelieden wil opleiden tot de ware taak van onderwyzers der jeugd, maar waarin men gelooft dat wetenschap alleen niet genoeg is, dat zij niet zichzelve voldoet, dat het de geest is, die] de ontwikkeling der menschen bestiert en dat alleen de Christeiyke geest vrede en vernieuwing, geluk en tevredenheid voor het individu en voor het volk kan aanbrengen. Gelijk een by te voren reeds het voed sel gereed maakt voor de larve die komt, zoo wordt aan deze inrichting de stof, waarmede de nieuwe wereld, de jeugd der toekomst zich voeden zal, toebereid en bewaard voor het uur, waarop zij gebo ren zal worden. Maar in het belang van land en volk is het daarom ook van zoo'n uitnemend gewicht dat men daarbij uit gaat van het beginsel dat hy het leven heeft, die den Zoon heeft; dat al wat uit God geboren is, de wereld overwint en dat een iegeiy k, die gelooft dat Jezus is de Christus, uit God is geboren. Een zegen is het, waarvoor wij niet genoeg dankbaar kunnen zyn dat men hier de geesten wil beproeven of zij uit God zijn en dat men den Geest Gods daar herkent, waar de belijdenis wordt gevonden dat Jezus Christus in het vleesch is gekomen. Jesus- Christus heri, hodie; Ipse et in scecula Die gelukkige samenvoeging van geloof en wetenschap, heeft niet verhinderd dat men met breeden blik het leven over stroomde. Nu het getij verliep, wist men de bakens te verzetten. Bij den ontwikkelingsgang der wetenschap, het moeilijk gecompliceerde van het maat schappelijk leven, het opdoemen van al lerlei vraagstukken voor verstand en hart, te voren niet gekend, het heviger wor stelen een r sociale beweging, een ver wording der maatschappij, een onweer staanbaar henendryven van den maat- schappelijken stroom naar de andere bed ding, met al de moeiten en gevaren daar aan verbonden, kan het niet anders of de Christen, die zich aanpast aan eiken vorm des leven, maar die ook dat leven steeds door den Christelijken geest wil beheerscht zien en die waakt voor het behoud van wat werkelijk alleen deug delijke grondslag voor het gebouw van staat en maatschappij zijn kan, moet bedacht zijn op ruimer wapening, voor ziet zich van beter wapenrusting, graaft dieper op het veld der wetenschap, ver diept daardoor zijn kennis en verrijkt daardoor zijn blik. En zoo ook kreeg men hier eindelyk genoeg aan de normaal schoolopleiding voor onderwijzers. Het africhten op een examen, het klaarma ken voor een bepaald vak, maakt niet klaar nog voor het leven. En toch dit werd steeds dringende eisch. De min of meer seminaristische opleiding moet plaats maken voor een universitaire, onze jonge mannen en vrou wen, die straks geplaatst zijn in den boomgaard der jeugd, moeten toegerust met veel gaven van verstand en hart. Een kweekschoolopleiding wordt daarvoor be ter geacht. En daarom besloot de vereeni- ging, die U thans hier noodde tot oprich ting eener Chr. Kweekschool en daarom ook besloten de leeraren aan de Chr. Nor maalschool alhier, niet lettend op per soonlij K voordeel, tot omzetting hunner school in een kweekschool. Dat is een daad van beteekenis en wy huldigen die mannen voor hun ruimen blik wij prij zen het in hen dat zij de toekomst van onze jeugd hooger hebben geschat dan hun privaat belang. zy begrepen het dat het niet langer aan gaat, materialistisch te zeggenals ik er maar kom 1 Maar dat ook op de vraag Hoe komt ik ereen behooriyk antwoord dient gegeven te worden. Wij hebben geen hart, geen verstand voor niets Wij suffen niet over algebra of meetkunde, wy duizelen niet van jaartallen en cijfers, wy vermoeien ons niet met taalregels en vreemde woorden, alleen om een stuk brood te verkrijgenDat ware geen leven Er is iets hoogers, er is meer voor het leven noodig I En dat wilt gij, nu, nieuw benoemde directeur en leeraren aan onze Chr Kweek school aan onze jongelieden geven Er wordt hard en onvermoeid gewerkt veel verslechtering van het eigen initia tief, onder den druk eener zware leerstof, heeft plaat». Overprikkeling van het ze nuwgestel ten gevolge van overlading vindt men, uitdroging en verdroging van elk waarachtig gemoedsleven ondergaat onze jeugd. De overlading dringt tot vak geleerdheid, met al de eenzydigheid en bekrompenheid daaraan verbonden. Mijdt gt al die klippen bij Uw opleiding. Geeft ons mannen en vrouwen van geloof en van kracht met liefde voor God en haat tegen h»t]kwade en onedele, met een rui men, onbevangen blik, op het leven, met een rijk gesierd en een ferm karakter. Geeft ons mannen en vrouwen, om te spreken met 'n Franschen schrijver dezer dagen, die wars zyn van de ij dele tooneelen der phantasie en van het ledig geschetter van woorden, die zwygende de hand aan

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1