NIEUWSBLAD OOR ZEELAND. No. 176. 1910. Woensdag 27 April 24e Jaargang CHRISTELIJK- uiï m Pütós. JONATHAN MERLE. HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. 1 DE JONGE-VERWEST, te Goes mr P. Dieleman, F. P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25. Enkele nummers 0(02*. UITGAVE DER FIRMA EN VAN De opgaaf van den spoordienst komt In dit nommer voor op de ge bruikelijke plaats. HULST. Voor de herstemming in het district Hulst biyven wy met aandrang steunen de candidatuur van den hoer candidaat van de „Centrale A. R. en R. K. Kiesvereenigingen Indische Legertoestanden. In het Aprilnummer van het Maand blad van de „Nationale Christen-Onder officieren-Vereeniging" komt voor een ingezoaden stuk over het concubinaats- leven in de Indische kazerne. De schrij ver zegt: „Laat my eerst vragen, hoe wy het concubinaat moeten beschouwen in het licht van Gods woord? Ziedaar een vraag, die ik mezelf dik- wyis gesteld heb. Ook omreden dat hier nog Christenen zijn, die het ver- goeiyken met te zeggen: „de natuur is „eenmaal zoo, en de menschen, vooral „gewone soldaten, hebben te weinig »traktement om te trouwen, en als ze „nu een meid nemen en ze houden zich „aan pieééne, dan is dat geen zonde". Dit nu, „vind ik, is volkomen in stryd met Gods Woord. 1 Cor. 7. En evengoed als nu een soldaat met het kleine traktement kan leven met een concubine c.q. met kinderen, en zijn huis verzorgt, heeft hij ook traktement genoeg om met de moeder zyner kin deren te trouwen. Daar zyn bovendien nog voordeelen aan verbonden, want hij krijgt rechtals Onderoff., op een woning voor gehuwden, en als mindere op een afgeschoten gedeelte of kamer, en wan neer die niet beschikbaar zijn, op huis huurindemniteit verder krygt hy kazer neering, de helft v. d. soldij by opname in de ziekeninrichting, weduwenpensi- oen, en allerlei voordeeltjes meer, zooals vry van eenige appéls enz. Waarom dan niet trouwen met de moeder zyner kinderen? „Zoo'n inlandsche meid kan ik toch „niet trouwen, moet ik dan ongelukkig „worden, en altyd in de Oost blijven, 60 FEUILLETON. Hy werd gezocht door de hoogsten in stand, hij werd gevraagd door allerlei richtingen op christelijk gebied om in huDne lokalen te koman spreken en hij begreep dat het niet alleen was omdat hy in Walden's plaats kwam, maar om dat zelf iets was maar het verblind de hem nietCarrol zag hij vaak en ook de Keiths. Zyn leven was zóó nieuw, zóó anders dan iets wat hy tot dusver gewend was, maar hij bleef duidelijk voelen dat hij in al die bezige Londen- sche liefdadigheid Gods Geest moest trachten te brengen en dat hy daarvoor afhing van Gods hulp. Niemand wist wat hy voelde of dacht, het eenige uiteriyke teeken was, dieper gezonken oogen en nog vuriger taal. HOOFDSTUK XXXIV. Andrey Carrel had een eenzaam leven geleid vanaf dat hy op negen tienjarigen leeftyd naar een koffieplantage op Ceylon gegaan was, in de hoop eenmaal mede eigenaar van de bezitting te worden. Hy had Engeland in twaalf jaren niet gezien. Hy was na zyn verblijf te Ceylon, nog in Australië en in het Himalaya gebergte geweest. Op zyn laatste reis had hy eenige Móravische zendelingen ontmoet „want ik dank je om met zoo'n zwarte „in de beschaafde wereld te komenik „neem de kinderen mee naar Holland „en laat die meid hierzoo zeggen de meesten, en de moeder wordt verschopt, als de man naar Holland gaat met de kinderen zij mag haar eigen kinderen niet meer zien, de toean neemt ze mee. En als de man soms in Indië zelf zijn uitverkorene vindt, waarmede hij wel kan trouwen, dan moet de meid ook de deur uit, en als ze kinderen bij toean heeft, die afstaan. Ik vraag u, hoe moeten we het con cubinaat opvatten met onzen Bijbel Beslist als zonde! Hoe kunnen er nu nog Christenen zyn die het goedkeuren dat: tot tyden wijle men kan trouwen met een meisje naar keus, men een concubine neemt om aan eene z.g. natuurlijke behoefte te voldoen? Ik zwyg over bordeel bezoek. Ik ga uit van het standpunt alle men schen geiyk te schatten, een Europ. of Indisch meisje staat bij my niethooger als mensch dan een Javaansöh meisjeen dus is iemand, die een con cubine heeft hetzij met of zonder kinderen daarby zedelijkverplicht haar te trouwen. Het concubinaat wordt door de Leger autoriteiten aangemoedigd. De naam van zoo'n concubine is „huishoudster" nu is dat evenmin een huishoudster als myn vrouw dat is, omdat een huishoud ster onder de bedienden gerekend moest worddn, wat niet gedaan wordt. ZiehierWanneer een gehuwd onder officier overgeplaatst wordt en wil een be diende meenemen, moet hij zelf voor die bediende de spoorkosten betaleneen ongehuwd mindere soldaat evengoed als onderofficier die met een huishoud ster leeft, heeft voor zyn huishoudster vrij vervoer met 30 K.G. bagage, ook voor de niet gewettigde kinderen die hy c. q. bij haar heeft. De huishoudster wordt dus door de autoriteiten niet beschouwd als bediende, maar als vrouwtoch kan die zelfde man haar morgen ontslag geven dan teekent de Compies Comdt. even het vrouwenkaartje af en overmorgen neemt hy weer een andere meid binnen, waar voor hy dan weer een hieuw kaartjj krijgt geteekend door den Compies Comdt. De sergeant-majoor houdt een staat aan van de vrouwen, en bij wie ze verblijven, en deze ontmoeting veranderde hem voor zyn geheele leven. Toen hij weer op Ceylon terug kwam, stond hy doorzijn geloof geheel alleen, zonder eenige ge loofsverwanten, en zonder kerk. En toen hij nu na 12 jaren in Enge land terug kwam, was hy de nederigste Christen dien men zich denken' kan, zich afvragend of hy ooit zoo gezegend zijn zou een Christen tot vriend te zullen hebben. Christelf ke vriendinnen vond hij gauw genoeg, maar hij verlangde hard naar een vriend, naar iemand die het leven breeder zou opvatten dan deze vrouweiyke ijveraars. Tot vóór driejaren had hij een zorgeloos gemakkelijk leven tje geleid, heel oppervlakkig, en voorna- melyk belangstellend in, zijn dieren, zijn jacht en zyn nieuwe aanplantingen. Na de groote verandering die er met hem had plaats gegrepen, had hy dit voor namelijk getoond door zijne vriendelijk heid tegenover zyne buren en koelies. Hy kwam in Engeland met eenkinder- ïyk geloof dat door verdriet wat inniger was geworden maar een man in Londen had meer noodig dan dat. Merle's pree- ken trokken hem met magnetische kracht en tot zijne groote verrukking keerde de man, dien hij vereerde, zich tot hem, daar hy ook een vriend noodig had. jZy hielden van elkander als twee school jongens: weinige mannen kunnen dat. Merle kon het nauwelyks gelooven. Hij was er aan gewend te worden aan gebeden door zyne geestelijke kinderen. en een staat van de honden en bij wie ze mogen verbiy ven,sommigen hebben beide (een hond en een meid) maar ik heb opge merkt, dat de honden veel minder van baas veranderen dan de meideD. Die vrouwen krygen van de Compies Comdt. bij het verlaten of ontslag van haar mannen een kaartje en gaan hier mede, (als het niet wegens wangedrag is) weer over naar een anderen man. Soms treft men onder deze vrouwen al oudge dienden aan, die van Toontje Poland, Gen. v. d. Heiden, enz. spreken. Thans wil ik u iets van het leven in de kazerne zelf laten zien. "Ik begin met ons klein garnizoentje van ongeveer 20 Europeanen en 15 Inlandsche militairen en 3 onderofficieren. Van de 20 Europ. militairen leven er 14 met huis houdsters, de onderofficieren allen met huishoudsters en de inlanders allen met vrouwen of huishoudsters. Het 9e Bataljon Infanterie teTjimahi telt 675 vrouwen. Tusschen de vrouwen en huishoudsters van de Inl. militairen is geen verschil te merken, deze liggen allen door elkaar; alleen de wettig ge huwden zijn vrij van Geneeskundig on derzoek. (Het laatste geldt ook voor de Amboneesche en Menadoneesche mili tairen bij de Bataljons, welke nog wel Christenen zijn daar liggen ook de wettig gehuwden met de ongeliuw- den met huishoudsters en zonder idem op een en dezelfde kamer.) Den Europ. militairen, die hier met huishoudsters leven, is het afgeschoten gedeelte, dat oorspronkelijk bestemd was voor de Europ. korporaals, afgestaan. De beschikbare ruimte is hier niet vol doende voor hen, die met huishoud sters leven, wordt de ruimte grooter genomen, ten koste van de anderen, zoodat reeds een paar Inl. militairen in de vrouwenloods (verblijfplaats voor de vrouwen bij appéls enz.) onderkomen hebbeD gezocht. Wel mogen de mili tairen buiten gaan wonen op eigen kosten. Nu zal een militair, die zich in zoo'n omgeving niet thuis kan gevoe len, het er gaarne voor over hebben om maar op eigen kosten buiten te mo gen wonen. De Eur. korporaals liggen in een af geschoten gedeelte van de chambrée met een doorloop van de manschappen en van de inlanders, die allen vrouwen hebben, naar de cantine. door de treurenden, de leelyken en hen die gebrek hadden maar dat deze flinke opgewekte jonge man van hem zou hou den, scheen hem zoo wonderbaarlijk, dat hij het niet kon begrijpen. Slechts lang zamerhand hoorde hij hoe weinig reden Andrey Carrol had om opgewekt te zijn. Zyn vader, die voor verbazend rijk door ging, was in werkelijkheid op het oógen- blik verbazend arm, ornaat hij den moed miste zijne levenswijze te regelen naar de veranderde waarde van zijne lande igen en Andrey vond het zeer moeilijk om hem nu op zijn leeftijd lastig te moeten vallen. „Als ik geweten had hoe het hier stond", zei hij eens „zou ik in Australië gebleven zijn, ofschoon het wanhopend- ste wat een heer daar doen kan is voor uit trachten te komen zonder kapitaal. Ik zou hier nooit gekomen zijn om het arme familie-lid uit te hangen." „Je werkt hard genoeg om je geld waard te zijn." Dat maakt mij niet onaf hankelyk, het maakt mij alleen tot een onbezoldigden armenverpleger. Je kunt niet gelooven hoe moeilijk het voor een man -in mijne positie is, iets te doen te krijgen." „Was je familie niet boos toen je besloot hier werkzaam te zijn vroeg Merle. „Zij hadden my al vóór dien tijd opge geven. Juffrouw Griffith Co. zijn niet in hunne richting", zei Andrey, het zeer zachtzinnig uitdrukkend. „Zij komt aan staanden Vrijdag by ons koffiedrinken. Ik van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 Gent. De vrouwen loopen dan zoo maar over de korporaalskamer zooals ze uit hun bed komen met alleen een sarong aan, of wel een onderlijf. Op die manier worden bij pas in Indië aankomende jongelui hartstochten opge wekt, 't welk niet te verwonderen is. Zoodoende wordt de kazerne voor veel jonge mannen een plaats, waar de on tucht in de hand wordt gewerkt. Nu van het Subsistentenkader te Ba tavia, waarvan ik iets vernam van een vriend, die daar verblijf hield gedurende één jaar (1907J. Hij vertelt als volgt Dat hij geruimen tijd van dat jaar als Boedjang (vrijgezel) tusschen 2 rondo'sf*) heeft moeten slapende kribben bij tweeën tegen elkaar geschoven, en tus schen de 2 en 2 een klein straaltjedus die eene vrouw lag met haar nachtleger aangesloten met dat van onzen vriend. Ze lagen op dat subsistentenkader allen dooreen (het zijn meest doortrekkenden die over een dag of 6 weer verder trek ken). Europeanen, idem met huishoud sters, huishoudsters wier mannen afwe zig zijn, gehuwde Amboneezen, Ambo- neezen met huishoudsters, en Ambo neezen zonder dat aanhangsel, 's Nachts is zoo'n kazerne soms erger dan een bordeel Zou er met dit ministerie en dezen Gouverneur-Generaal geen verandering kunnen komen Ik geloof als in Holland zelf en in de Kamers maar stemmen tegen dit euvel opgingen, het concubi naat spoedig zou kunnen verdwijnen, tenminste onder de Eur. en Inl. Chris tenen. Zou het ook niet in onze vereenigin- gen kunnen worden besproken Ik ge loof dat het toch niet te kiesch is Als door de N. C. O. O. V. die toestanden werden besproken, geloof ik dat dan reeds een groote stap in de goede rich ting was gedaan. O. den O. Rondó beteekect weduwe, maar hier noe men ze de concubines, wier mannen op excursie zijn of in het hospitaal worden verpleegd, óók rondó, zegt prof. Bouwman in »De Bazuinc. Anarchistische practyken. In de bouwvakken te Amsterdam heerscht een zonderlinge toestand. Een 300-tal anarchisten blijken in staat te zyn de maatschappelijke ordete versto ren en het werk voor een deel stil te leg- wou, datje dan ook kwaamt. Mijn moeder zou het graag zien." Hij zeide er niet by, dat lady Carrel er haar eigene reden voor had om juffrouw Griffith aangenaam te willen zyn. Merle stribbelde wat tegen, maar gaf Andrey eindelijk zijn zakboekje om het aan te teekenen. „Wat heb jij het druk," zei Andrey, het zakboekje omslaande. »0, Merle had ik maar iets te doen 1* Merle was juist bezig om een moeilyk stuk houtsnijwerk, dat hij leerde met het oog op zyn jongensavondschool, en ant woordde niet. „Hadt gy niet iets in't zicht zei hy eindelijk. „Ik vrees dat jij het er uit gebracht hebt, Merle." "Ik „Ja, jydoor al je gesprekken. De kwes tie is, dat Lord Elburn, juffrouw Griffith's neef, en ook een kennis van ons, aan haar heeft medegedeeld, dat hij mij een staats betrekking van ongeveer f 7000 kan bezor gen en dat hij mij verder met Pinksteren in Sussex heeft gevraagd. Ik weet, dat hij mij dit om dezelfde reden wil bezorgen als waarom ik het graag hebben zou - name ly k om vrij te zijn om in North Lane te kunnen blijven werken. Het is voor mij nu zoo als ik het doe en dat geld opsteek, sta ik tegenover de menschen in North Lane niet meer zoo vry en voor mijn ge voel zoo onaf hankelyk als vroeger. Het ergste is, dat zy er thuis allen van weten," ging hy voort, „en bovendien gen. De politie is geducht in de weer, tracht de werkwilligen te beschermen te gen den overmoed der stakers, maar dit is niet voldoende om de orde te her stellen Een 300 anarchistische arbeiders sta ken. Een groote vierduizend arbeiders staan zonder werk. Ditmaal ondervinden ook de soc.democratische arbeiders, waar heen de revolutionaire theoriën, ook wel door hen zelf toegepast leiden. Het orgaan van de soc.-democratische arbeiders schreef, dat „het terrorisme, door de anarchisten uitgeoefend, reeds op de karweien aanvangt, althans wat de leden der moderne bouwvakvereeni- gingen aangaat. Voorzoover argumenten niet helpen, doen het de vuisten of de steenen, die toevallig van den steiger vallen, of de stukken hout, die toevallig daar op den steiger liggen, waar een „moderne" voor bij moet. En de onvereeDigde bouwvakarbeiders sluiten zich bij bewogingen, als thans gaande zyn, uit lafheid en vrees bij ie organisatie aan." De revolutionaire theorieën tasten blijk baar het zedelijkheidsbesef van vele ar beiders dermate aan, dat zy zelfs voor misdaad niet terugdeinzen. Men ziet, dat het voor de soc.-democra- ten nu reeds bewaarheid wordt, dat wie wind zaait, storm zal oogsten. Intusschen is hetgeen nu voorvalt een droevig beeld van den toestand op 't ge bied van den arbeid. De „Tyd" schreef Nu zijn sedert eenige dagen een 24- tal metselaars-patroons begonnen zelf te arbeiden en ze moedigen daardoor de werkwillige gezellen niet weinig aan bovendien zijn, naar ons bekend is, hier en daar personen met metselen aangevangen, wier werk het anders niet ismaar bij allen hangt het werk op het oogenblik af van persoonlijken moed, van durf, van vechivermogen. Bij wie deze kwaliteiten niet aanwezig zijn is de werkaar gebroken. Een toe stand, die doet denken aan de dagen van Esdras, toen de Joodsche werklie den moesten arbeiden met den troffel in de eene en het zwaard in de andere hand. Wie werkt moet gewapend zijn en zich gereed houden ter verdedi ging van zijn huisrecht, soms van zyn leven heeft mijn oude heer al zooveel onaange naams; heb ik wel het recht het af te oIqqtt „Hebt gij zelf niets „Niets dan de rente van wat ik gespaard heb zoo iets van f 600 per jaar." „Kom, er is 'n grooter verschil tusschen f600 per jaar en niets per jaar, dan tus schen f 600 en f 6000. Heeft je vader niets dat hij nu zou willen verkoopen,wat gy later zoudt erven en waardoor je iets had om met 't een of ander te beginnen „Ik weet niets. Alles wat hy heeft staat slecht. Er is een stuk grond by Puckle- down, zoo wat tien mijlen van onze bezit ting in Asterley, maar ofschoon hij het graag zou willen verkoopen, is het zoo bezwaard, dat hij 't niet kan." Merle verborg zijn plotselingen schrik door zijn neus te snuiten. Puckledown Het eenige eigendom dat daar onverhuurd was, behoorde aan Lord Karl, zei Avis altijd, maar dat moest dan zijn »Sir Willi am Carrel." Dus zat hij hier goedig tegen over den zoon van den man, dien hy gaarne bij de keel gegrepen had, en tot wien hij gaarne gezegd had„Betaal wat gij schuldig zijt Hij kon niet spreken en voor deze eene maal was het hem een verademing dat hij hoorde tikken en de meid hem kwam zeggen„Dominé, er is iemand om u te spreken I" (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1