U loop, NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, No. 175. 1910. Dinsdag 26 April 24e Jaargang I nockt. CHRISTELIJK- HISTORISCH JONATHAN MERLE. rkade. FIS, tbode, mr P. Dieleman, el bur a. I dster mfng te VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes Uil UK PtK,H. F» P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Y V l." een flink n en op def- ette. Zaak L, Boekh. [el 4e kalf, igstf keur J AN, lande. kniezwel. ,s/( spel- [leuw. eules", Burg Serooskerke. srername ce JR, WERK- der beste tekt ten kan- 3TRUVE te [5 jaar, en [el van zjjn Mustaards k a p e 11 e \en Melk- by M. P. jscheweg, I e 1 b u r g. 4de kalf, merika ge- pn zoon als ie hofstede. rillingen. loerenslaud, mwepolder. age Noord- |raagt tegen vens vast hkerke. «rwest, Goes, IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers 0,02*. UITGAVE DER FIRMA ÜN VAN HULST. Voor de herstemming in',het district Hulst blijven wij met aandrang steunen de candidatuur van den heer candidaat van de Centrale AR. en R. K. Kiesvereenigingen Woningwet en Woningbouw. Onder dit opschrift geeft Het Gentrum een tweetal belangrijke artikels van de hand van mr dr Henri tan Groenendael. De heer Groenendael zegt Opvallend is het, dat ook daar, waar toch luide en terecht werd geklaagd over woningnood, over gebrek aan voldoende arbeiderswoningen voldoende, zoowel in aantal als in qualiteit over het alge meen g$an voortvarendheid wordt getoond om gebruik te maken van de faciliteiten, welke de M oningwet biedt, om in ruime mate goede arbeiderswoningen te stichten. Opvallend vooral daarom, wijl verbete ring der volkshuisvesting, naar vrijwel algemeen erkend wordt, een der beste, ja wellicht het beste sociale werk is,dat men verrichten kan. Een werk, dat strekt tot bevordering van gezondheid en zedelijkheid tot verheffing van het beschavingspeil en het zelfbewustzijn der werkende klasse, dat het familieleven en het huiselijk geluk in gelijke mate in de hand werkt als het de uithuizigheid en het drankmisbruik tegengaat, een werk in éen woord, dat de volkskracht en daardoor de volkswelvaart met zekerheid moet doen stijgen. Boven dien een werk, dat nog de eigenaardige bekoorlijkheid heeft bijna een unicum dat het van alle zijden waardeering ondervindt en geen tegenkanting behoeft te duchten, waar het slechts met zuivere intenties, den geest der wet, wordt onder nomen n.l. enkel en alleen tot verbete ring der volkshuisvesting, zonder meer, dus zonder politieke of andere bijbedoe lingen. We denken hier natuurlijk op de eerste plaats aan 't positief werk der verbetering van de volkshuisvesting, aan het stichten van goede arbeiderswoningen, dat uit den aard der zaak aan het negatieve gedeelte dier taak, aan het sloopen, moet vooraf gaan en dit allicht in menige gevallen overbodig zal maken. 59 FEUILLETON. Prances lag heel stil, nog eens het heerlijke bezoek overdenkend en ook dien laatsten blik. Het licht van den hemel scheen rond haar, maar haar aardsche toekomst was donker; de eenige ster erin was het volgende bezoek van den dominé. Weinige dagen later zat Prances in haar bed op, door kussens gesteund, toen zij opkijkend plotseling juffrouw Vaughan voor zich zag met een groote bouquet in haar hand en achter haar mijnheer Merle, zijn gezicht stralend van vreugde alsof hij vond dat hij haar het beste (bracht wat er op de wereld was, en Frances dacht ook dat zij nooit zoo iets moois gezien had als het fijn be sneden gelaat dat zich over haar heen- boog met het zachte licht in de mooie oogen. Ermyn dacht hetzelfde van het kinderlijke gezichtje vóór haar met den stralenkrans van goud haar en de diepe blauwe oogen. Merle liet hen alleen en ging de zalen rond, en als Ermyn had nagedacht zou zij zich verwonderd heb ben over hare openhartigheid, met Pran ces. Zij sprak zelfs over hare eigene eenzaamheid, erger nog dan die van Fran ces, want zij kon pas na den dood op vereeniging hopen. Toen Merle terugkwam waren zij druk De Woningwet heeft dit werk, zooals men weet,bizonder gemakkelijk gemaakt; zij vordert slechts dat men zich vereenige in een vereeniging, welke geen ander doel heeft dan de verbetering der volkshuis vesting, en zij stelt het goedkoope crediet van den Staat beschikbaar voor de aldus „toegelaten" vereenigingen, terwijl zij tevens aan de gemeenten een zachten wenk geeft den benoodigden grond be schikbaar te stellen. Er behoeft dus nauwelijks iets te zijn dan een weinig toewijding om de zaak te ondernemen en te administreeren, en voorts 'n beetje eigen kapitaal, dat echter niet wordt opgeofferd, maar slechts mede in den woningbouw belegd en 4 pCt rente kan opleveren. Feitelijk kan men dus zeggen,dat dit sociale werk bij uitnemend heid niets kost (ook al weer een zeldzaam heid!) noch aan de ondernemers, noch aan het rijk, noch aan de gemeente, dan een weinig toewijding voor hen, die het beginnen en begeeren. En toch wordt het betrekkelijk nog zoo weinig onderromen Waarom Waarschijnlijk op de eerste plaats wel om de onbekendhed ten aanzien der betreffende bepalingen der Woning wet, waarin blijkbaar nog zoovelen ver- keeren. Dit euvel moet dan echter met den dag verminderen, naarmate er meer over geschreven wordt, en vooral naar mate de wet meer practische toepas sing vindt: voorbeelden plegen immers veel meer tot navolging te prikkelen dan het schoonste betoog in woorden. Een enkel bezwaar is echter ook ge legen in de wet zelve. Deze Immers eischt de terugbetaling van het genoten voorschot binnen ten hoogste 50 jaar en wel in den vorm van annuïteiten (eene vaste som per jaar, gedurende den ge- heelen termijn, voor rente en aflossing). Mu is deze termijn natuurlijk veelte kort om daarin de volle waarde der te stichten huizen, of ook maar 90 pCt. dier waarde zooals veelal van [Rijks wege'voor het bouwen wordt beschik baar gesteld af te schrijven. Toch moet de annuïteit worden betaald. Al dus zijn derhalve de bouwvereenigingen gedwongen om kapitaal te vormen, om te „potten" en in 50 jaar vrij te maken de geheele waarde, welke de huizen als dan zullen bezitten, of althans zooveel als de waarde der huizen na 50 jaar bezig de groote ruiker in heel kleine bouquetjes te maken voor al de zieken. Hun handen waren dicht bij elkander. Die van Frances waren witter en kleiner dan van Ermyn en Merle kreeg weer sterk den indruk dat zij op de een of andere wijze in betrekking moest staan tot een stand ver boven die waarin zij was groot gebracht. Hij zag dat zij er moe van werd en zeide vriendelijk„Wij moeten je niet vermoeien kind." „Het is de moeite waard," zei ze met haar zonnig lachje en voegde er, tot Er myn gewend, bij„Wilt u ze rondbren gen. Zij zullen zoo blij zijn u te zien." Een onschuldig bekennen van het ge noegen juffrouw Vaughan alleen maar te zien, dat Merle ten volle waardeerde. Toen Ermyn goedendag zeide, boog zy haar koninklijk hoofd, en kuste het lieve gezichtje. Merle's hart klopte terwille van Frances. Zy keek hem aan in stomme verrukking en hij glimlachte tot ant woord. Hij volgde haar de deur uit, zich daar even omdraaiend om Frances, zoo als altijd, nog eens toe te knikken, maar wat deze het laatst van hem zag was de blik die naar diegene toeging, die Frances niet meer zien kon. Zij was nu in de moeilijke periode van herstellen. In het huisgezin wordt het vermoeiende daarvan goedgemaakt door het pleizier der familie over elke kleine vooruitgang. Voor Frances betee- f kende herstellen niets anders dan uit de kalme rust het moeilijke leven in te gaan. meer zal bedragen dan door de ver eeniging zelve oorspronkelijk daarin is gestoken. Deze gedwongen kapitaalvor ming is daarom nog te eigenaardiger, wijl de bouwvereenigingen volgens de wet geene winst mogen maken, nl. geen geldelijk voordeel voor de leden, behalve 4 pet. rente op het door hen gestorte kapitaal, en dat hare winst moet wor den aangewend „tot verbetering dei- volkshuisvesting". Feitelijk zou dus deze te kort gestelde termijn van terugbetaling er toe moeten leiden, dat de tegenwoordige huurders (doordien nl. de huur zoo hoog wordt gesteld dat daaruit ook ie geheele an nuïteit kan worden voldaan) een toeslag betalen boven hetgeen noodig is om de rekening sluitend te maken, ten einde een kapitaal te formeeren dat, na 50 jaren, zal moeten worden aangewend „tot verbetering der volkshuisvesting". Eene gedwongen kapitaalformeering dus ten koste van hen, die waarlijk niets te missen hebben, voor een onbe paald doel in de verre toekomst, waar van het nog geheel onzeker is of als dan nog aan „verbetering der volks huisvesting" behoefte zal bestaan. (Na een vijfjarige deugdelijke toepassing onzer tegenwoordige Woningwet, zou me* zich immers eerder geneigd voelen te mogen hopen, dat er dan niets meer te verbeteren valt Op velschillende wijzen heeft men ge tracht deze moeilfkheid te ontgaan. Vooreerst heeft men, uit overweging dat men, de geheele annuïteit uit de huur moetende betalen, wanneer men deze niet boven den kostenden prijs stelt, jaar op jaar geld tekort komt, eene bijdrage gevraagd van rijk en gemeente. In meer dere gevallen is deze toegestaan. Aldus wordt de verplichte kapitalariseering in handen der bouwvereeniging, althans ten deele,Jniet ten koste van de tegenwoordige huurders, maar ten laste van het Rijk en de gemeente bewerkstelligd. Een andere oplossing en eene zeer gelukkige bestaat daarin, dat het aan deelenkapitaal der leden ntet op eene vaste som wordt bepaald, maar door de leden voortdurend meer geld opdeaan- deelen wordt ^gestort. In dit seizoen werkt de bouwvereeniging als zoodanig tevens als spaarbank. De leden (meest werklieden) krijgen spaarboekjes, waarop ze naar tijd en wijle het hun convenieert, Nadat hare vrienden vertrokken waren, was zy uitgeput, zóó uitgeput, dat zij wel had kunnen schreien. En dan was er heel diep in haar hart nog iets een knagende akelige pijn. Zij dacht aan Merle's gelukkig gelaat en voelde het contrast. Juffrouw Vaughan kon hem geven, en zij, de arme kleine Frances, kon slechts ontvangen. Hij had zooveel voor hen allen gedaan en zij konden niets terug geven. En met die gedachte kwam het verlangen naar hen, tegenover wie het in haar macht gestaan had te geven naar oogen, die vroolijk keken als zij kwam. Zuster Agnes haastte zich de kamer in en was blij dat zy Frances nog te bed vond. „Wie was die beeldschoone dame vroeg zij, naast Frances gaande zitten om een praatje te maken. „Een groote vriendin van mijnheer Merle, die vroeger in Westbrook woonde.» „Hij is getrouwd niet waar zeide de zuster. „Zijn vrouw is al lang dood." „Oho", zei de zuster,die toch wereldsch was, ondanks hare witte muts en witte schort. „O Frances, wat zal ik je toch mis sen als je beter hen* en hier vandaan gaat Die woorden deden Frances goed het was dus niet altijd ontvangen zy kon nog enkelen geven. En wat mijnheer Merle betreft? Als God hem juffrouw Vaughan gaf, zou hij ryk genoeg zijn. „Wat is zij allerliefst", waren de eerste van 1—5 regels 40 cent, Iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '-ent geld storten (en waarvan ze het natuur lijk ook weer naar bepaalde regels terug kunnen krijgen). Zoodoende wordt, naar gelang", het Ryksvoorschot wordt terug betaald, het terugbetaalde kapitaal, voor zoover het niet door afschrijving voor (waardevermindering) geamortiseerd wordt, door eigen kapitaal der vereeni ging vervangen. Op deze wijze blijft dus de onderneming meer de eigen zaak der ledende Rijkssteun, die in 't begin krachtig genoten werd, vermindert van jaar tot jaar en vervalt ten slotte geheel. In dit stelsel komt de annuïteit op de winst- en verliesrekening niet voor en wordt de boekwaarde der huizen in de balans door behoorlijke afschrijvingen zoo dicht mogelijk bij de waarheid ge houden. Met veel succes is dit systeem in toe passing gebracht door de bouwvereeni ging St. Servatius te Maastricht, een dei- eerste „toegelaten bouwvereenigingen, op initiatief van den „aalmoezenier van den arbeid" den Eerw. Heer Souren, latei- werd dit voorbeeld op meerdere plaatsen nagevolgd. Een ander bezwaar, nu niet in de wet, maar in de practijk gelegen, is de be ruchte huurclausule. ïe regeering stelt nl. als eisch dat bepaald worde, dat de huur voor de stichten woningen zoo hoog mogelijk moet zijn, n.l. zoo hoog als maar te bedingen is. Zeer terecht zijn van alle zijden pro testen tegen dezen ongemotiveerden eisch opgegaan en heeft men met klem betoogd, dat het in elk geval voldoende moet zijn, wanneer de onderneming Selfsupporting ïswanneer nl. de noodzakelijke uitga ven rente, afschrijving, onderhoud, as surantie-, belasting- en administratiekos ten, door de huur gedekt worden. Het gevolg is geweest dat thans voor de goedkeuring der statuten de eisch reeds niet meer gesteld wordt, maar by het verleenen van een voorschot wordt door het Ministerie van Financiën nog altijd de huurclausule als voorwaarde opgelegd. En al is het in werkelijkheid niet meer dan een papieren eisch, toch moet het ontmoedigend werken, en de veron derstelling schynt niet te gewaagd, dat deze bemoeielijking door de regeering tot nu toe aan de bouwvereenigingen, buiten de wet 'om, in den weg gelegd, menigeen van het stichten eener bouwvereeniging heeft teruggehouden. woorden van Ermyn, toen zy en Merle samen het hospitaal verlieten. Zy ging den volgenden dag naar andere vrienden en Merle was voor den laatsten avond te soupeeren gevraagd. Mevrouw Keith dacht dat zij intimer dan ooit schenen. Als zij nu maar ir. zagen, wat goed voor hen was en het in orde maakten. Zy was sterk onder den indruk, dat Jonathan een vrouw noodig had, en stand, verleden, heden of toekomst golden bij haar niet. Merle integendeel was hoogst conserva tief. Hij hiel i sterk vast aan: „Een iegelijk, waarin hy geroepen is, blijve in datzelve bij God". Conservatisme deden hem vasthouden aan zijne eenvoudige levenswijze Merle kon naast Ermyntrude Vaughan staan in zaken betreffende Gods Koninkrijk, maar in de (dingen van dit leven behaagde het hem haar boven zich geplaatst te weten. Als er een enkele gedachte om haar het hof te maken in zijn brein opgekomen ware, „zou hij die gedachte dadelyk ver worpen hebben als schending van haar vertrouwen, maar dat kon niet. Hy kende het hart van eene vrouw te goed dan dat. hij ooit droomen zou dat voor zich zelf in haar te vinden en hij dacht niet aan trou wen. Hij had een vrouw noodig, zeker en nooit meer dan nu maar geen bruid. Hij zelf was de bruid van zijn groote preekstoel en het honderdvoudige leven, dat deze voor hem opende, en hy kon in zijne wittebroodiweken onmogelijk aan eene liefdeshistorie voor zich persoonlijk Een andere grief wordt gemaakt tegen het stelsel der wet zelve, n.l. tegen het stelsel, dat uitsluitend bouwvereenigin gen den steun van het Rijk kunnen genie ten, en geen particulieren. „De statuten der bouwvereenigingen mogen geen be palingen inhouden (zegt art. 11 van het Kon. Besl. van 28 Juli 1902 160), waar aan leden, aandeelhouders of derden het recht ontleenen tot het verkrijgen van den eigendom van onroerende goederen der vereeniging". De wet beoogt zeer stellig, dat de vol gens haar bepalingen met rijkssteun te stichten woningen collectief eigendom blij ven van de vereenigingen, stichtingen, vennootschappen, of gemeenten, die ze bouwden niet alleen wordt aan particu lieren geen steun verleend tot het bouwen van een eigen huis, maar zelfs mogen dus de eenmaal gebouwde woningen ook niet aan de leden der vereeniging worden overgedragen, ook niet successievelijk, zooals vroeger en thans nog in zoo menige, niet volgens de woningwet „toegelaten", bouwvereeniging geschied de en geschiedt. Nu is er vroeger veel gedebatteerd over de vraag wat de voorkeur verdienthet in de wet neergelegde stelsel, dat beoogt goede /mMrwoningen voor den werkman te stichten, dan wel het steunen van den werkman om zich een eigen huis te bou wen. En vrij algemeen werd er gecon cludeerd, dat het stelsel van collectieven eigendom, nl. van huurwoningen, gesticht door bouwvereenigingen, de voorkeur ver dient. Niet alleen voor de steden, maar ook voor het platteland. Door de mijn werkers in het Ruhrgebied werd er o.a. voor een paar jaren nog met nadruk op gewezen, dat de eigen woning de „Frei- zügigkeit" van den werkman belemmerde en zoodoende een blok aan het been kon worden. Al moge dit nu in het algemeen waar zijn, al moge vooral voor de steden het systeem van huurwoningen boven dat van particulier eigendom te verkiezen zijn toch kunnen zich vele gevallen voordoen, waarin eene eigen woning voor den werk man verre te verkiezen is. Voor de boe renarbeiders ontwierp b.v. deStichtsche Boerenbond reeds voor een paar jaren het plan om woningen met 100 roeden gronds op het land te stichten, waarvan dan de bewoners langzamerhand eige naars zouden worden (welk plan echter, denken, Den heelen dag hoorde, sprak en ontving hij, en was midden in den grooten stroom, dien hij in zyne eenzaamheid zoo aandachtig gevolgd had. Om er zelf in mee te spelen was iets heel nieuws en hij ver baasde zich over de werkkracht, die hij ontwikkelde en geraakte dagelyks meer onder den indruk van de macht van zijn ambt. Overal, waar hy preekte, maakte hij op gang, overal, waar hy zyne Btem deed hooren, boeide hy. Overal werd zyne hulp gezocht. „Hoe komt het toch, dat gy de dingen tegenwoordig zoo kalm opvat?" vroeg mevrouw Keith hem eens, zich herinne rend hoe spoedig hij vroeger geërgerd was. „Dat doe ik niet, Signora, ik ben voort durend op het kookpunt." „Dan toont gy het niet." „De ketel zingt niet meer als het water kookt." „En dat is de reden van je kalmte „Ten deele en ten deele denk ik een ge voel, dat ik altyd heb als ik begin te preeken, dat is, dat ik mijn deel gedaan heb en dat God nu myn werk opneemt." Het behoeft nauwelyks gezegd te wor den, dat voor een zoo bezigen geest alles, wat anders verondersteld wordt 'n armen man te verblinden ten opzichte van stand en weelde, niets was. Al het genoegen voor harmonie in lijnen en kleuren was er bij hem af nadat hij de ellende bij de Avi- ses gezien had. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1