NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 173.
1910.
Zaterdag 23 April
24e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
JONATHAN MERLE.
Buitenlandse!! Overzicht
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST. te Goes
F. P. D'HUIj, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
BiJ dit nummer behoort een Bijvoegsel.
mr P. Dieleman,
Onze kranke eeuw.
58 FEUILLETON.
I IIE PËKS.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1»25.
Enkele nummers 0,02',
UITGAVE DER FIRMA
UN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 ''ent.
HULST.
Voor de herstemming in het district
Hulst blijven wij met aandrang steunen
de candidatuur van den heer
candidaat van de Centrale A.B. en R. E.
Kiesvereenigingen.
Reeds een halve eeuw geleden noemde
Nelson in zijn boek, door wijlen Gispen
vertaald,' „het ongeloof de grootste krank
heid der (negentiende) eeuw".
Zijn bewering heeft hij met bewezen
gestaafd, en de menschen, over welke hij
het heeft, hebben van ouds het hunne er
toe bijgedragen om die bewijzen in hun
eigen persoon te blijven leveren.
Met de twintigste eeuw is 't er niet beter
op geworden.
Een onzer Nederlandsche moderne pro
fessoren, dr Heijmans, hoogleeraar aan de
Rijks Universiteit te Groningen, heeft er
vorigjaar bij de overdracht van't rectoraat
met nadruk op gewezen. Hij sprak onder
meer
„De 19e eeuw, de eeuw van de natuur
wetenschap en van de natuurweten
schappelijke techniek, is, zonderling
genoeg, tevens geweest de eeuw van het
meest volstrekte pessimisme. De eeuw
van onrustig zoeken en hopeloos neder-
zitten, van neurasthenie (zenuw
zwakheid) en zelfmoord. Voorwaar, het
millennium (duizendjarig rijk vrede
rijk) schijnt nog niet in aantocht te zijn.
Steeds sneller en steeds vollediger
worden onze behoeften bevredigd en
steeds voelen wij ons minder voldaan
hoe overvloediger de weldaden der be
schaving ons toestroomen, des le leeger
wordt ons leven.Waar is de lekke plaats,
die al deze weldaden ongenoten doet
wegvloeien,waar de schimmelplant, die
al deze zoetigheden doet verzuren, zoo
dra wij ons gereedmaken ze naar den
mond te brengen
Deze hoogleeraar kent blijkbaar het ge
vleugelde woord niet van den Kerkvader
AugustinusOns hart is onrustig in ons,
tot het rust vindt in U o God
En daarom ook niet daarheen tracht hij
Eene vreemde uitdrukking kwam op
Ermyn's gelaat. Hare oogen waren neer
geslagen, maar hij zag hare lippen zich
plooien en toen zij opkeek en zijn opmerk
zame oogen ontmoette, bloosde zij. Hij
verwonderde zich er over welke verborgen
snaar hij aangeroerd had, maar zij ant
woordde kalm„Dat zijn allemaal macht
spreuken. Misschieu zijD ze in zooverre
juist, dat ik niet gauw word ingepakt, zoo
als anderen van mijne sexe."
Op dit oogenblik kwam mevrouw Keith
binnen en vond, dat het paar er bijzonder
„verdiept" uitzag.
„Signora", riep Merle, haar den naam
gevend, dien haar man als tusschending
had voorgesteld, daar bij haar niet wilde
aanspreken zonder eenige meerdere be
leefdheid, dan in zijn tegenwoordige posi
tie noodig was. „Nu kan ik u eens waarlijk
vergeving vragen voor mijn onhandigheid.
Hoeveel schade richtte ik aan
„Gij zult de fluweelen blouse van me
vrouw Hollingford wel bedorven hebben,
maar zij kan een nieuwe betalen. Maar
Jonathan, gij moet waarlijk leeren voor
snijden."
„Ik zal het de gouvernante van mijnheer
Walden vragen, inplaats'van altyd toe te
zien hoe zij het doet."
„Dat is best. Maar nog beter was het, als
ik je vandaag de eerste les gaf."
de zielen te leiden, maar naar de Weten
schap. Die moet en zal den mensch beter
maken.
Dr Heymans meent, dat de psychologie
(stadie der ziel) de menschheid moet op
voeren tot een hooger peil van zedelijk
heid en geluk. Zij moet de geesten beheer
schen, zooals de 'physiologie (natuurwe
tenschap) heeft geleerd te beheerschen de
natuur. Zij moet leveren het onmisbaar
complement, zonder hetwelk de gaven
dezer laatste veroordeeld zijn om ten
eeuwigon dage hun eigenlijk doel te blij
ven missen. Van geslacht tot geslacht zal
de mensch veredelen.
Maar deze hoogleeraar vergeet dat reeds
in de dagen van Augustinus de Weten
schap 't in den strijd voor het goede, in 't
oude Rome en Griekenland en Alexandrië
heeft afgelegd. Op angstig aangrijpende
wijze wordt dit verhaald in Kingsley's
boeienden roman,waarin de hoofdpersoon,
'n hoogstaande, ontwikkelde, streng zede
lijke maagd, de Philosophie propageert de
deugd als het wapen in den strijd tegen de
zonde hooghoudt, ten slotte een knieval
doet voor de Revolutie en in den strijd
omkomt, daarmee typeerend de totale
mislukking der Philosophie als leidster-
der menschheid.
Wel ontgaat hem de kracht van den
„Redelijken godsdienst" niet; doch hij
constateert ook haar aanvankelijk echec.
Het behoeft echter geen betoog dat hij
mis ziet.
Door alle eeuwen heen is het de gods
dienst, dat wil zeggen de gehoorzaamheid
aan God naar Zijn Woord, welke de enkele
personen, de geslachten, de volken heeft
in stand gehouden en gezegend.
Ook voor de twintigste eeuw geldt Jesa-
ja's woord, 26 eeuwen geleden gesproken
„Tot de Wet en de GetuigenisHet zal
zijn dat, indien zij niet spreken naar dit
woord, zij geen dageraad zullen hebben".
„Er is een toekomst voor 't geloof, een
heilsverwachting"
Frankrijk.
De verkiezingen voor de Kamer worden
met de bekende warmte voorbereid. Reeds
vielen er klappen reeds werden een paar
candidaten uitgejouwd of beschoten ook
viel er een candidaat dood neer, terwijl hij
voor zijn kiezers stond te redevoeren.
Weer anderen werden wegens te hard
Hij stemde toe en bleef er dineeren.
Na den eten bracht Merle Ermyn naar
juffrouw Avis en maakte eenige huisbe
zoeken totdat hij veronderstelde dat haar
bezoek was afgeloopendaarna bracht hij
haar naar een omnibus en ging zelf terug
naar de Avises,
Hy bevond daar, dat juffrouw Avis niet
zoo bijzonder gesteld was op het idee, dat
Frances na hun vertrek naar hare zustei
Maria gaan zou, wat eigenlijk de eenige
oplossing was, en zeide ronduit„Laten
wij het dan niet doen. Wij zullen een
anderen weg vinden. Vertrouwt u er maar
op, dat ik voor uwe meisjes zorgen zal als
hun eigen vader."
„Dank u, mijnheer", was het antwoord.
Maar zijne mededeeling over zijn vroeg
engagement had het zorgvuldig bewaard
geheim van zijn leeftijd verraden, en on
danks al haar vertrouwen op hem, voelde
zij, dat hij voor de wereld niet geschikt
was om de eenige beschermer van haar
mooie meisjes te zijn. Merle voelde dit
dadelijk, en hoewel het hem tegen de borst
stuitte over zich zelf te deiken als huw
baar jongmensch, vervolgde hij
„Ik weet, dat ik niet voor hen doen kan
wat mijne vrouw en ik te zamen zouden
hebben kunnen doen, als zij nog bij mij
was, zooals nu in mijn hart leeft, maar
waar ik te kort schiet, zullen juffrouw
Vaughan en mevrouw Keith zeker alles
doen, wat zij kunnen."
En den volgenden morgen zag hij, dat
hy waarheid gesproken had. Juffrouw
rijden uit hun auto geslingerdeen zelfs
brak beide armen.
Hoe de minster-president Briand in zijn
district ontvangen werd, hebben wij al
gemeld. Twee van zijn ambtgenooten,
zijn ook al niet meer de gevierde mannen
van voor vier jaren.
Viviani, de bekende blusscher der
hemeliichten, is al heel impopulair ge
worden. En de ander, Millerand, ook al
een socialist, gelijk de beide eerstge-
noemden, komt er al niets beter af. Hij
is candidaat voor de Kamer in het 12de
district van Parijs. Zijn candidatuur wordt
gesteund door de radicalen, maar krachtig
bestreden, zoowel door de intransigente
socialisten als door de clericalen, die niets
onbeproefd laten om den minister het
optreden in het openbaar onmogelijk te
maken. Maandagavond bijv. zou hij een
rede houden in een opénbare school in zijn
district. Toen de deuren opengingen waren
meer tegen- dan voorstanders aanwezig
en toen men eerstgenoemden den toegang
verbood, drongen zij met geweld de
zaal binnen. Millerand durfde voor dit
publiek, dat hem waarschijnlijk het spre
ken toch onmogelijk zou hebben gemaakt
zijn program niet ontwikkelen sn ging
onverrichterzake heen.
Zijn ambtgenoot Viviani, die het even
eens bij zijn vroegere kiezers verkorven
heeft, heeft het maar beter gevonden zich
niet candidaat te stellen in zijn oud Pa-
rijsch district, en een candidatuur aan
vaard in een afgelegen kiesdistrict van het
departement Creuze.
Weer anderen liepen standjes op omdat
zij gestemd hebben voor de verhooging
van 't tractement der Kamerleden tot 15
duizend francs.Onder hen werd de Kamer
voorzitter, de radicale oud-minister Bris-
son, wel het heftigst aangevallen. Hij wist
er zich echter tamelijk wel doorheen te
slaan.
België.
De Kamer houdt zich op 't oogenblik
bezig met Congo-zaken.
De Koloniale Raad heeft een voorstel
van minister Renkin behandeld, t in doel
hebbende de indeeling van de kolonie
in een aantal gewesten en afdeelingen
de inboorlingen, die deze „Chefferies"
bewonen, zullen verplicht zijn, zich van
een paspoort te voorzien, indien zij zich
langer dan dertig dagen buiten de gren
zen van hun district wenschen op te
houden.
Vaughan had iemand gevonden, die de
reis naar Melbourne maken moest en be
reid was Frances' passage over te nemen.
Het was voor Merle als predikant goed
dat het schip zóo gauw Wegging, want hij
gaf bijna al zijn vrijen tijd aan pakken,
koopen, raadgeven en opvroolijken.
Op een middag dat hij in een der Zen
dingszalen gesproken had, ontmoette hij
na afloop een mijnheer Carrel, en de twee
mannen voelden zich dadelijk als magne
tisch tot elkander aangetrokken. Voordat
Merle het wist,had hij aan Carrel alles van
de Avises verteld en deze beloofde hem
den volgenden dag met hem mede te gaan
naar het schip en te trachten de hut wat
practisch in te richten.
Twee uren met Jem en timmermans
werktuigen in de hut doorgebracht dedefl
uit de sympathie innige vriendschap ont
staan, iets heel nieuws voor Merle, want
sinds zijne schooljaren had hij eigenlijk
geen vrienden meer gehad. Jem zag het
niet zonder jaloezie en Frances bemerkte
dat hij verdriet had, toen hij voor 't laatst
bij haar kwam en redeneerde het weg.
Eindelijk kwam de laatste dag, Carrel
ging mede om te helpen met al hun pak
ken. Frances was huiten gevaar. Dat was
voor de vertrekkenden een groote troost,
maar toch
„Wel zou Tom zeggen, als hij wist dat
wij haar zoo achterlieten vroeg Jem
aan Merle.
„Misschien weet hij al waarvoor het
goed is, Jem. Voor iets zal het goed zijn,
De gewesten zullen bestuurd worden
door inlandsche hoofden, gekozen volgens
's lands gebruiken zij behooren echter
daarna in hun gezag erkend en beves
tigd te worden door de regeering. Deze
hoofden ontvangen bezoldiging, en oefe
nen gezag uit naar inlandsch gebruik,
in zooverre dit niet in strijd blijkt te
zijn met de regelen der openbare orde en
de wet.
Zoo kunnen zij o.a. als lijfstraf toepas
sen de twaalf reglementaire stokslagen.
Zij zijn verplicht de wegen te onderhou
den, scholen te bouwen enz.bij het
zware werk echter mogen noch vrouwen,
noch kinderen helpen.
In hoofdzaak bleek de Raad het met
het voorstel eens te zijn. Slechts kwa
men enkele leden op tegen de instelling
van een paspoortdeze maatregel achten
zij in strijd te zijn zijn met de persoon-
lijke vrijheid.
Bij de stemming werd het ontwerp in
zijn geheel aangenomen.
Be regeering is voornemens, ter be
strijding van de polygamie, een belasting
van 2 fr. te heffen voor iedere vrouw, die
een inboorling als zijn echtgenoote er
kent, met de bepaling echter, dat geen
belastingschuldige met meer dan 60 fr.
zal mogen belast worden.
Rusland.
Terecht wordt in de bladen geklaagd
over een gruwelijke wreedheid die de
minister Stolipyn van plan moet zijn.
Het Russische Paaschfeest zal straks
gevierd worden op 18 en 19 April, over
eenkomende met 1 en 2 Mei volgens
den Gregoriaanschen kalender. En ter
herinnering aan het lijden sterven van
den Heiland, zal dan, gelijk alle jaren,
de Czaar als geestelijk Hoofd der Griek-
sche Kerk, op Witten Donderdag ten
paleize te Petersburg de voeten was-
schen van twaalf arme leden zijner
kerk. En zoo zal ook de Metropoli taan
van Kief, in plechtstatige omgeving, de
voeten wasschen van twaalf oude man
nen, maar tegelijk zullen 1200 Joden,
met vrouwen en kinderen door soldaten
van den Tsaar worden afgeranseld en
verdreven uit de heilige stad Kief. De
minister heeft vier ambtenaren van zyn
departement aangewezen, om deze uit
drijving te leiden. De stad wordt daar
voor verdeeld in vier deelen, ieder on
der de hoede van een dezer ambtenaren
geplaatst, en een groote afdeeling bere-
zelfs hier op aarde".
Het laatste oogenblik kwam. Merle nam
van juffrouw Avis afscheid in de hut en
de jongens gingen mede naar het dek.
Merle kuste hen en kwam toen aan Jem.
Het werd hen beide te veel en zij vielen in
elkanders armen
„Zult u voor de meisjes zorgen
„Denkt ge dat je dat nog behoeft te
vragen
Het afscheid was over en Merle stond
naast Carrel tusschen de menigte. De jon
gens wuifden met hunne hoeden en het
schip gleed weg, werd kleiner en kleiner,
tot het eindelijk uit het gezicht verdween.
HOOFDSTUK |XXXIII.
Het was Zondagmiddag. Fraóces lag
doodstil, tot zich zelf zeggend dat zij nu
op Zondagmiddagen nooit meer een be
kend gflaat zien zou, toen een welbe
kende stem op de trap haar met zulk
eene vreugde vervulde dat het haast
meer was dan haar zwakheid verdragen
kon, totdat Merle naast haar stond en zij
dadelijk kalm was; zijne tegenwoordig
heid bracht volmaakte rust.
„Het is te ver voor u om op Zondag te
komen", zei zij dankbaar.
„Ik genoot van de wandeling",zei Merle
»en ik wilde weten hoe het u ging."
Het was een troost voor zijn arm hart
dat er nog een kind van Avis was dat hij
goed kon doen. Zij zag er uit als een kind,
met haar los hangend haar, en haar snel
wisselende kleur; maar toen Merle bij
Etffiii
den gendarmerie wordt ter hunner be
schikking gesteld Een waar pogrom, dat
door Stoliptyn gemotiveerd wordt met
de letter eener verouderde wet, die
slechts aan een bepaald aantal Joden te
Kief vergund aldaar te wonen.
Nu is Kief een bekende Russische
badplaats en in de hotels en bij geloofs-
genooten wonen tal van joden, die in
Kief genezing komen zoeken. Zij allen
worden bijeen gebracht in de politiesta
tions, en dan weggezonden.
Dit zijn treurige toestanden, waarte
gen geen protesten van buitenlandsche
staatslieden baten.
Finnen, Joden, Stundistende mis
handelingen van die allen schreeuwen
om wrake. Aan Rusland, dat weigert
te hioren, en niet beseft hoe zij daar
mee een oordeel verzwaart 1
Een aanslag op de ware neutraliteit der
Volksschool.
Komt vriendenluistert naar 't verhaal,
Aanschouwt 't tafreel, dat ik u maal.
Het is geschied in Leidens zaal,
Waar 't Bondshoofd gaf zijn ideaal.
„De volksschool absoluut neutraal,
„Geen schipp'ren hier, geen enk'le maal.
De Godsdienst buiten 't schoollokaal
„En Politiek blijft voor 't portaal.
„Een lied ter eer van 't Paire Royale
„Is altijd anti-nationaal.
„Voor 't Vaderland Geen materiaal,
„Dat krenkt den Internationaal 1
„Zoo'n kinderoptocht telkenmaal
„Vertoont ons een publiek schandaal.
„Een volksfeest met wat prijsbehaal
„Is anders niet dan sport-banaal.
„In naam des kinds, nog eens, 'k herhaal
„Het onderwijs zij strikt neutraal I
Zoo sprak dat Bondshoofd in die zaal
En de echo galmde naneutraal
De storm brak los, en speciaal
In linkschen hoek ontstond kabaal.
Zij stonden pal, de LiberaM
En Democraat, niet-sociaal.
„Die eischen zijn ons te brutaal
„En voor de volksschool hoogst fataal.
haar terugkwam, nadat hij een korten
dienst gehouden had op de trap, vanwaar
hy in alle zalen gehoord kon worden, wa
ren haar woorden allerminst kinderlijk.
Zij was in haar groot verdriet bijzonder
vertroost geworden. Zij waren feitelijk
alleen met elkander, want de andere pa
tiënten waren bezig met hunne familie
en door hun gezamenlijk verdriet ver
dween alle terughoudendheid en spraken
zij vrij met elkander. Toen zuster Agnes
hem eindelijk kwam zeggen dat hij weg
moest, stond hij op, zeggend„God heeft
je wonderbaarlijk geholpen, Frances."
Zij bloosde. Met een allerliefsten dank
baren blik zeide zei„U hebt mij geleerd
en Ellie".
>Hielp Ellie je?"
„O ja, mij en de kleintjes. Dat heeft hen
rein bewaard".
Voordat Merle kon antwoorden, kwam
zuster Agnes al weer en hij moest gaan.
Bij dé deur keerde hij zich nog eens om,
hij deed dat altijd, en dezen keer was zijn
heele ziel in dien blik en Frances zag het.
Hij ging heen, vol vreugde dat hij en Ellie
aandeel hadden in het hemelsche licht
dat haar omstraalde. Het was zoozeer
alsof er een tipje van den sluier werd op
gelicht, als hij met haar praatte, dat het
niet vreemd was dat hij zou denken en
handelen alsof zij al 'n verloste was, maar
o, Merle, Merle, dat is van iemand, die op
de aarde is, nooit geheel waar 1 Mogen de
goede engelen u behoeden, want gij weet
niet waar gij heengaat(Wordt vervolgd.)