NIEUWSBLAD VOOR ZEELANS. No. 166 1910. Vrijdag 15 April 24e jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH mr P. Dieleman VERSeHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST. te Goes F. P. D'HUIi, to Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN UIT 11® PERS. 1EDEREN WERKDAO DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p2,25. Enkele nummers 0,02*. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '■ent. 14 April 1910 Hulst. Dat de anti-revolutionairen in 't district Hulst als éen man zullen stemmen op den candidaat der Kiesvereenigingen, mag als vaststaand worden aangenomen. Een enkele mag eerst nog aan den ande ren candidaat gedacht hebben, nu d.e overgroote meerderheid voor mr Dieleman koos, legt de minderheid zich neer bij de keusen stemt een ieder op een geprocla meerde. Dat doet men, omdat men anti-revolu tionair is; omdat men weet en beseft waar het om gaatomdat men in 't stemhokje zich weet onder het alziend oog Gods, die in de consciëntie spreekt van rekenschap voor de stem, die men uitbrengt. Op de anti-revolutionairen zullen wij dan ook tot den laatsten man kunnen rekenen. Dat de christeiyk-historischen dezen zetel van een anti-revolutionair komen opeischen, betreuren wij. Wy hebben echter geen recht hen er van af te manen. Meenen zy dat het provinciaal belang beter gediend wordt door den heer Dees te kiezenwy hebben over hen niets te zeggenen wij zullen het hun ook niet beletten. Wij zeggen er alleen van dat het ons spijt dat hierdoor verdeeldheid wordt ge zaaid, en het toch op niets anders dan op een herstemming moet uitloopen, waarbij de heer Dees toch niet gekozen wordt. Erger evenwel is de opzet die aan Roomsche zijde is beproefd, nog wel tegen het besluit van het Centraal Bestuur in, om in plaats van den anti-revolutionair, den eenige die voor 't district nog zitting heeft, een katholiek te candideeren. Een groote onbillijkheid, en een gevaar lek spel. Uit taktisch oogpunt is het optreden van de groep van v. Dalsum of van den bekenden leider in Terneuzen zeer onvoor zichtig. Uit Terneuzen klonk in 1891 de kreet Glinderman zakt als een baksteen. En mede door dien invloed viel in 1892 Oggel, 't antirev. Statenlid voor Hulst, van zijn zetel. Gevolg was dat de beide Reehtsche par tijen van elkander vervreemdden, en in 1894 nu wijlen Walter voor nu wijlen v. Deinse moest plaats maken. Met groot beleid hebben de leiders de scheure eindelijk weer toegenaaid ge kregen In 1901 werd v. Deinse door Fruytier vervangen. Moes, de eenige anti revolutionair, behield met der Roomschen steun zijn zetel. Van weerszijden hielden de leiders zich aan de afspraakgjj uw zeven Roomsche ledenwjj onzen eenigen antirevolutionair. Zoo hielpen de anti-revolutionarien in 1907, toen verdeeldheid in het Roomsche kamp dreigde, en 't daar hard tegen hard ging, om de Roomsche zetels in Hulst te bestendigen, en de R. C. stemden trouw op Moes. Waarom moet nu deze eene zetel, wegens stergeval nog wel, opengekomen,ons wor den ontroofd Is dit billijk? Is dit ongevaarlijk Is dit recht Gelukkig, de R.C. leiders in de verschil lende gemeenten staan aan onze zijde, en doen wat zij kunnen om 't gevaar, 't on recht, 't dreigend echec af te wenden. Mr P. Dieleman is hun man. Laat ons hopen dat 't slechts een kleine minderheid is, die niet naar hen luistert. Reeds te lang bleef mr Dieleman buiten de Staten. Anti-revolutionairen en Roomschen het moge uwe eere zijn hem er weer te bren gen. Zoo er éen man in de Staten, in 't gedeputeerd college behoort, dan is hij het. Daarom al de onzen Dinsdag op. Op, voor Gelijk reeds per advertentie ir. ons blad werd meegedeeld, wordt heden Vrijdag de inschrijving geopend op 1000 aandeelen ad f 500 met 5 jaar rentegarantie ad 4 pCt in de te Amsterdam te vestigen N. V. Cul tuur-Maatschappij „Salatri Plantations". De rentegarantie en inbrengkosten worden door de inbrengers gedragen, die ter uit voering der garantie de noodige fondsen bij de „Kas-Vereeniging" te Amsterdam zullen storten. Directeur der vennootschap is de heer J. P. A. M. van Waesberghe, lid van de firma Ls v.Waesberghe Janssens te Hulst, terwijl o.a. commissarissen zjjn de heeren mr AJ. F. Fokker te Zierikzee en P. W. M. Hoegen, lid van de firma Hendrikse en Co. te Middelburg. Laatstgenoemie twee heeren zijn ook commissarissen der Cultuur-Maatschappij Tjiagra Plantations. De Cultuur Maatschappij is opgericht tot exploitatie van het erfpachtsperceel Salatri, ressorteerende onder 't district Tji- damar, Proanger-Regentschappen, eiland Java. Er is een gestadige aanwas van chr. scholen in ons vaderland. In welk land ter wereld valt een derge lijk heuglijk feit vast te stellen? Ons dunkt nergens. In 1857 telde ons land 57 vrije chr. scholen. Nu hebben wij er al 985. Wanneer de duizendste school wordt geopend, hoopt het bestuur der Unie zich daarbij te doen vertegenwoordigen. Mogen onze meer-dan-70-jarigen onze Lohman, onze Pierson, onze Schimmel- penninck, onze Derksen dit nog beleven. En nog meerdere er bij. Wij kunnen hen nog niet missen, en ook onze Chr. scholen niet. Het Algemeen Nederlandsch Werklie denverbond was veertig jaar geleden in de arbeidersbeweging oppermachtig. Het gaf den toon aan. Zjjn wil was wet in de toenmaals eveneens oppermachtige liberale partij. Deze laatste werd genood zaakt, teneinde den grooten mond van het Verbond een wjjle te stoppen, om zijn voorzitter B. H. Heldt tot Kamerlid te promoveerenen met groote belang stelling luisterden de groote heeren naar de droge redevoeringen van den oud werkman, wiens eenige fout was, dat hij al spoedig een doodgewone mijnheer werd, en daardoor het Verbond van zich vervreemdde. Later werd ook D. de Klerk uit de rijen der Verbondsleden tot het Kamerlidmaatschap geroependoch ook hij vermocht niet het Verbond bijeen te houden, dat al meer leden verloor, en wegens zijn hinken op twee gedachten ten slotte noch de mannen van de oude liberale partij, noch de vooruitstrevende fractiën van heden meer bevredigde. Als bijwagen van de liberale partij heeft dat Verbond uitgediend. Op de jongste algemeene vergadering regende het klachten over de malaise in het Verbond, over de nulliteit van het Verbondover 't gebrek aan saam wer king tusschen 't Verbond en de vrijzinnig democraten, over de onheusche behande ling van 't Verbond door dezen. Het was één gejammer, twee dagen lang, over den verloren invloed, de on gunstige tijdsomstandigheden en de don kere toekomst. Het was één diepgevoelde smartkreet Waar is gebleven, Mijn jonge leven, Die goeie tyd Die tijd komt niet weerom. De secretaris, Mussert, zei: In 1903 voelden wij reeds dat ons Ver bond in vrjjz. dem. richting moest ge stuurd worden. Pijnlijk is het te moeten constateeren dat de toenmalige voorstan ders, thans tegenstanders zijn. Het Ver bond voert weinig propaganda, en die propaganda gaat nog treurig ook omdat men tegen de andere partijen niet op kan. Wij hebben geen krachten Het is wel hard zoo iets te moeten zeggen van een verbond dat in Heldts beste dagen den toon aangaf en de wet voorschreef. Maar 't is de fout van het A. N. W. V. geweest, dat het zich heeft vastgekop peld aan eene politieke partij, en deze ook zelf toen ze ging zinken, niet wilde loslaten. Zoo maakte ook het Verbond zelf den toer mee naar beneden. Of 't zal baten dat 'tzich bij den Vrij zinnig Democratischen Bond aansluit? Deze Bond toch is niet populair, en het Verbond is inpopulair. Hoe kan nu uit een verbintenis dezer twee iets populairs voortkomen Gezwegen nog van 't gemis van een vast omlijnd princiep als grondslag. Ge bouwd op het kruiend oeverzand der vrijzinnige beginselen, kan 't Verbond niet anders doen dan zich innerlijk zwak gevoelen en wegvallen van zijn onvasten grondslag. Wat vooruit wil, treedt in de rijen der S. D. A. P., hetgeen overblijft, is nog juist goed genoeg om ongeteld te worden vergeten. Sic transit Schetsjes uit den a beid der Middernachtzending. Mijn vriend Frits. Men had het plan, aan den arbeid der Middernachtzending te E. een einde te maken. 't Bordeel, waarvóór geposteerd werd, stond in een laan, twintig minuten buiten de stad. Die laan liep aan 't eene eind uit op den grooten straatweg naarDuitsch- land, aan 't andere eind op een boschweg. Verlichting was er niet en er kwam nooit politie. De „zwarte bende" kon dus ge makkelijk een of meer Middernachtzende lingen overhoop steken, zonder dat be trapping of ontdekking van den dader te vreezen was. De bende zou zich splitsen. Eén deel zou de postearende zendelingen naderen van den boschweg, het andere deel zou van den straatweg komen. Aldus ingesloten zou de Middernachtzending onmogelijk kunnen ontsnappen, en het gevreesde, vlijmscherpe mes zou het offer met ontwijfelbare zekerheid treffen. De hoofdman zou den aanval inleiden en daarna zouden allen, twintig in getal, even eens de messen trekken. Dit was het plan door het aantikken dei- jeneverglazen bekrachtigd. Met zeven man ging de Middernacht zending dien avond op post. Niemand, die van 't duivelsche plan der beruchte „zwarte bende" iets afwist. En zonder iets kwaads te vermoeden liepen j de broeders, in troepjes van twee en drie, vóór het huis der schande op en neer. I 't Was een donkere avond. Zware wol ken doofden het vriendelijk licht der ster ren en van tijd tot tijd ontlastte zich de van water zwangere lucht in een regenbui, die de broeders dwong onder het getakte der boomen een schuilplaats te zoeken. Er naderde wat. Er werd geklots van klompen gehoord, en de vage gestalten van een troep mannen kwamen uit de duisternis te voorschijn. De zendelingen plaatsten zich vóór de deur van 't bordeel, om de aankomenden zoo noodigtekun nen waarschuwen vóór ze binnen gingen. Op ééns zagen zij een even talrijk gezel schap van den anderen kantopdagen Wat beteekende dat Ha 1 nu begrepen ze wie die mannen warenen als eene huivering liep 't door den kleinen kring„de zwarte bende Daar trad een forsch gebouwde kerel op mijn vriend Frits toe. „Je moet sterven, hond I* brulde hij, en Frits zag het flikke- rend mes op zijn borst toeschieten. Maai de aanvaller wist evenmin als zijne gezel len, dat mijn vriend Frits, een schijnbaar tengere jonge man, over groote Lchaams kracht en buitengewone behendigheid te beschikken had. De steek miste, door Frits met den arm gepareerd. Twee-, drie maal herhaalde het bendehoofd den stoot maar evenzoo vaak weerde Frits met zijn aan flarden gesneden mouw en zijn licht gekwetsten arm het wapen af. En toen hadden zijne gespierde vuisten den aan valler te pakken een handige greep, een zwaai en ,.kop-over4-tuimelend vloog de boef met geweldige kracht tegen een paal, die aan den kant van den weg stond. On- middellijkzatFritsboven op den gevallene, en drukte hem de knie op de borst, met 't doel, hem het mes te ontnemen. Tot nog toe hadden alle anderen zich van inmenging onthouden, vol spanning den uitslag van dit gevecht op leven en dood afwachtend. Maar nu de beslissing in het voordeel van Frits gevallen was, maakte groote woede zich van de bende mannen meester. En hunne messen trek kend stoven ze op de zendelingen in, die, door vrees en ontzetting aangegrepen da delijk vluchtten. Van alle kanten bedreigd moest Frits zijn eersten aanvaller wel loslaten. Als een tijger sprong deze weder over eind en van woede ziedend wierp hij zich ten tweeden male op Frits. Maar ook nu bleek Frits zijn tegenstander de baas te zijn. Zijn ijzeren greep deed den bandiet naar adem hijgen, terwijl hij hem als schild gebruikte om den aanval van een tweede af te weren. Doch eensklaps strui kelde Frits, en, zijn vijand meesleepend, stortte hij in eene sloot, waarin onge veer een meter water stond. Nu lieten de vechtenden elkaar los, en met haast uit het water krabbelend koos de bekkensnijder het hazenpad, thans van de superioriteit van Frits volkomen overtuigd. Toen hij liep, maakten allen zich uit de voeten, ook de vier kerels, die juist bezig waren een terugkeerenden Middernacht-zendeling met hunne mes sen zoo toe te takelen, dat hij bloedend inéén zeeg. Frits had den vijand alleen op de vlucht gedreven, en verhinderd, dat de moord aanslag op dezen broeder gelukte. Na een ziekbed van zes weken was de ge troffene, die aan Frits zijn leven dankte, hersteld, en de naam van Frits was ondei de bende zóó gevreesd geworden, dat aan een tweeden aanval niet meer gedacht werd. Van nu aan dreef de arbeid der Mid dernacht-Zending te E. op mijn vriend Frits. Maar ook in hoogere kringen heeft de Middernachtzending tegenstanders. Dat zou op voor Frits noodlottige wijze blijken. Frits had eene gemeentebetrekking van administratieven aard. n die betrekking werd hem ontnomen, omdat hij als leider der Middernachtzending werd beschouwd. Begrijpt ge 't, lezer? Het deelnemen aan den arbeid van getuigen en redden kostte Frits zijn be staan Verschillende betrekkingen heeft mijn vriend Frits na dien tyd gehad. Maar geen enkele die hem in staat stelde, met zijne vrouw en vier kleine kinderen be hoorlijk te leven. Op 't oogenblik heeft hij dringend hulp noodig. En nu wil ik eens zien of er nog Christen solidariteit bestaat, en kom ik vragen om eene betrekking voor mijn ouden wapenbroeder. Hij is uitstekend ontwikkeld, flink be spraakt en presenteert zich met gemak in fijn-beschaafde kringen. "Wie kan hem plaatsen als reiziger, boekhouder of iets dergelijks? Men zal een flinke kracht aan hem hebben, waarvan men meer zal gaan houden, naarmate men hem langer kent. Wie schrijft mij W. A. VROEGOP te Groningen. N. Prov. Gron. Crt. Ds Pinnen Bij wat thans aan de Finnen over komt, voegt ons ergernis. Steeds meer wordt het vaststaande beschreven recht met voeten getreden, en de kniebuiging voor het fait aecompli regel. Nog pas brak Oostenrijk het verdrag van Berlijn,eigende zich Bosnië en Herzogewina toe, en nu weer legt Rusland de hanJ op Finland. Nu zijn de Finnen nooit Zondagskin deren geweest. Er is een tij a geweest, dat ze zich van de Donau tot de Oostzee uit strekten, Bulgarije bevolkten, en een goed deel van Rusland tot bij de Ural bezet hiel den. Nu nog leven ze, behalve in Finland, in het Noorden van Zweden en Noorwe gen, en in het Noordwesten van Rusland. In Bulgarije hebben ze de Slavische taal aangenomen en hebben ze geheel hun Finsch verleden verloochend.Maar althans in het eigenlijke Finland waanden ze dan toch van hun zelfstandig bestaan verze kerd te zijn. Daar heerschten nog Finsche zeden, Finsche taal en Finsche zelfstan digheid. De Tsaar van Rusland was hun vorst, maar met Rusland als Staat hadden ze niets te maken. Ze hadden een eigen regeering, een eigen wet,een eigen Parlement. Slechts was hun ongeluk, dat ze zich steeds vijandiger tegen Rusland keerden, dat de Sociaal-democra tie hen revolutionair maakte, en dat ze bij eiken opstand in Rusland, steeds voor de partij van den opstand partij kozen. Juist dit nu heeft Rusland er toe gebracht, om de hand aan hun deugdelijke rechten te slaan, en zoo ligt dan nu bij de Doema het voorstel van wet op tafel, om geheel Finland eens voor goed bij Rusland te annexeeren. Voorshands wordt nu aan het arme volk nog zekere provinciale autonomie gelaten, maar geiyk van zelf spreekt, kan ook daarop straks al wat Rusland wil worden afgedongen, zoodat voortaan als fait accompli vast zal staan dat de Tsaar en Doema over Finland ais pro vincie van het machtige rijk beschikken. En wie zal 't dan nog voor Finland op nemen? Oostenrijk stellig niet; dat met Bosnië en Herzogewina evenzoo deed. Evenmin Duitschland, dat Oostenrijk bij zijn schending van het tractaat steunde. Ook niet Frankrijk, dat met Rusland ge allieerd is. En evenmin Engeland, dat om Duitschland straks mat te zetten, met Rusland goede vrienden werd. Alleen de juristen hebben een protest ingezonden. Doch naar hen luistert men niet meer. Ook daarom niet, omdat zoo tal van juristen principieel de vastheid van het internationale recht stelselmatig ondermijnd hebben. En waar de volksopinie in Europa nog een kreet kon doen opgaan, om tegen het onrecht in verzet te komen, daar is ook die publieke opinie derwijs ontzenuwd, dat ze voor de rechtsschennis, die Finland over komt, niet meer warm is te maken. Ja, zelfs van de toonaangevende kringen in Finland kan kwalijk anders worden ge- I zegd, dan dat ze, door het indrinken van den revolutionairen zwijmeldrank, zeiven de vastheid van hun eigen recht hebben losgewoeld. Voor eigen vrijheid roepen ze nu luide, maar het recht als zoodanig boezemt ook hun geen eerbied meer in. Toch blijft het een incident, dat ergert, maar dan eerst ergert in waren zin, zoo men er het droef bewijs in weet te zien, hoe met de verzwakking van het rechts beginsel almeer alte recht der kleine na tiën wankelen gaat. j Een les ook voor Nederland. Standaard. PARTIJ DWANG Toen ten vorigen jare het Reglement- van Orde voor de Tweede Kamer gewij zigd werd, werd onder meer bepaald, dat by de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting ieder lid slechts

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1