UWSBLAD
No. 164,
1910.
Wo rsdag 13 April
24e jaargang
CHRISTELIJK-
JONATHAN MERLE.
ld.
HISTORISCH
delburg
DP
DP
DP
kersknecht,
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed
S. J. DE JONGE-VERWEST, te
Goes
mr P. Dieleman,
F. P. D'MUiJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
ij inschrijving
egen onder de
iwege.
,rden bg CHR.
ealwaar de
rd worden tot
.2 uur
rachtiffe
en te koop.%
eb. en gekalfd,
1 VAARS,
ROELSE Wz.,
3 verplaatsbare
ln bovensten
Wanmolens.
JE, 't Z a n d.
agd
Golijnsplaat.
1 gevraagd
traat,
Neuzen.
rraagd voor
r week.
■en.
Arsenaal-
an
iescfanit en
necht.
nu De Zeeuw,
DHELDE".
1210— 10,30
1310,— 11,—
1411,30 12,30
1511,- 12,-
16 6,30 12,—
7 7,— 11,30
18 7,30 11,30
19 6,30 1,30
10 8,— 11,30
een datnm is
roede getal is
KIEKIKZEE.
ierikzee.
7,30 3,—
7,30 3,—
6,30 3,—
7,30 3, -
3,-
i Middelburg
jac Zierikzee
rtgeoe 7,30 en
ITTEEDAM.
oersdegs en
30, ven Mid-
rt)dÖ£.
16,35 d
7,05
d)h)
vertrek van
5 as? vm.8,50
Brsssba en
15 minuten
Neuzen ten
1 Augs.
s.
1EDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p1,25.
Enkele nummers „0)02'.
UITGAVE DER FIRMA
EïN VAN
De opgaaf van den spoordienst
komt ln dit nommer voor op de ge
briiikelijke plaats.
HULST.
De candidaat der Centrale Antirev. Kies-
vereeniging, vacature P. Moes (a. r.), is, en
wordtdies onzerzijds dringend aanbevolen
het hoogst bekwame oud-Lid van Gedepu
teerde Staten
12 April 1910
Van harte sluiten wij ons aan by den
Middelburgschen berichtgever in 't vorig
no. van ons blad, inzake 't overlijden van
den heer P. Keulemans.
Wij vernamen kort geleden van zijn
ongesteldheid, en leefden nog tot het
laatste oogenblik tusschen hoop en vrees,
dat 't God den Heere behagen zou de mid
delen te zegenen om 't ernstig gevaar, dat
dit werkzame leven dreigde, alsnog af te
wenden.
Het heeft zoo niet mogen zijn, en schoon
wij in 's Heeren wijzen wil berusten,
schreit ons hart bij 't heengaan van dezen
degelyken jongen man, aan wien de anti
rev. partij, Patrimonium, de handeldrij
vende middenstand in Middelburg en in
den lande, en zoovele ingezetenen zijner
vaderstad, voor wie hij 't goede zocht, zoo
veel te danken hebben.
Wat hadden vooral deze laatsten, in wier
belang hij zich aan alle werk op kerkelijk
en politiek terrein onttrokken had, nog
veel van hem mogen verwachten. Dan, de
Heere wilde 't anders. Sterke Hij de kin-
derlooze weduwe, die in eenzaamheid, met
betraand oog, den diep betreurden man
nastaarten verwekke Hij, in den strijd
tegen onrecht en voor waarheid en recht,
er onder onze jongeren meer dan een, die
met iets van de geestdrift, die Keulemans
bezielde, en met iets van zijn trouw, ook
waar miskenning of misverstand dreigt,
in het voorste gelid willen staan met't
onbevlekte vaandel van „Voor Nederland
en Oranje".
Het zal er by de a.s. Statenverkiezingen
spannen. In onze provincie, maar vooral
in Zuid-Holland.
Gelukt het den „vrijzinnigen" en de
poging daartoe is hun volle recht om
52 FEUILLETON.
HOOFDSTUK XXVIII.
De hulp was juist bijtijds gekomen.
Avis werd ziek en kon niet meer uit,
en Georgie, de jongste, kreeg een soort
van aanhoudende lage koorts, waardoor
hij wegkwijnde.
Mary, die het stilzitten in huis ook
niet verdragen kon, moest, ofschoon zij
pas twaalf jaar was, een dienst gaan
zoeken. Rose vond er een voor haar en
daar ging het haar nu beter, nu zij ge-
regelden arbeid had. In Februari werd
het merkbaar erger met Avis, en ook met
Georgie ging het slecht. Frances had niet
zooveel naaiwerk meer en was blij dat
de modiste beneden haar hulp wilde ge
bruikon, en zoo worstelden zij door. Te
gen het voorjaar begon de toekomst wat
rooskleuriger te worden. Er waren er nu
3 die verdiendenen Georgie werd wat
beter. Hun grootste zorg was nu voor
Maryzy woonde te ver van hen om
veel thuis te komen en als zij thuis
kwam, zagen zij dat zij iets voor hen
v-eru°H>i Zelfs Fed, de broer waarmee
zy het intiemst was, kon het niet raden.
Op een dag, toen Frances in de kleed-
kamei der modiste was, had haar daar
een dame borduurwerk gegeven, voor
een japon. 1 rances had het half aarzelend
aangenomen, want doen was iets anders
de Staten van Zuid-Holland „om" te krij
gen dan is binnen enkele jaren ook de
Eerste Kamer „om"; want Zuid-Holland
vaardigt tien mannen van Rechts af naar
de Eerste Kamer.
Dat wordt dan mettertijd weer tien
mannen van Links.
Maar ook in Zeeland zal de strijd heet
zijn.
De Rechtsche meerderheid is er niet
groot.
Gelukt het hun dus om in Tholen en
Goes bres te schieten, dan zijn de Staten
van Zeeland niet ver meer van het doode
punten nadert steeds dreigender het ge
vaar dat ook in Zeeland de Rechtsche
meerderheid weer „om" gaat naar Links,
en de anti-revolutionaire Statenleden die
voor Zeeland zitting hebben door „vrijzin
nige" worden vervangen.
Werkelijk er broeit wat in het vrijzin
nige kamp.
Laten onze Kiesvereenigingen derhalve
wel op hun qui vive wezen.
Tot en met a.s. Vrijdag is er nog gele
genheid om de voorloopige Kiezerslijsten
op het secretarie te gaan inzien, en te
onderzoeken of alle rechthebbenden wel
er op voorkomen.
Reeds is men aan Links in alle stilte
bezig „verzamelen" tefluisteren.
Merkbaar was dit onder anderen in een
Haagsche Correspondentie in de vrijzin
nige N. Gron. Crt., waarin dezer dagen het
volgende stond te lezen
„Het valt niet te ontkennen, dat de
verdeeldheid der vrijzinnigen een dei-
hoofdoorzaken is geweest waardoor bij
de verkiezingen van 1909 de rechtsche
sterke meerderheid ontstond. Welnu,
men is druk bezig die verdeeldheid uit
den weg te ruimen.
De leiders van de vrijzinnige groepen
zijn er van overtuigd, dat samenwer
king in 1913 de „conditio sine qua non"
is, om de linkerzijde in haar vroegere
positie te herstellen. En nu meen ik
geen indiscretie te begaan, als ik u zeg
dat er reeds nu een begin van overleg
is tusschen de voormannen van de
liberale fracties, om op een flink goed
uitgewerkt program tot herstel van de
eenheid te komen."
De pogingen in deze richting blyken
uit te gaan van de Liberale Unie, en
ieder weet wel wie in deze Unie de groote
saambindende kracht is.
dan het geld er voor krygen, maar de
dame beloofde haar dadelijk te zullen
betalen. Zy werkte die week hard, eerst
haar naaiwerk voor den winkel, toen het
borduurwerk.
Zaterdagmiddag was het klaar en zy
ging het wegbrengen, zich verheugend
op haar verren tocht door de stad een
park door te moeten. Want zy was den
laatsten tijd niet meer in staat geweest
verder te wandelen dan tot de kerk. Met
haar moeders schoenen en mantel (de
hare had Mary) ging zij op weg. Hare
ledematen beefden en zij had erge pijn
in de linkerzijde, maar zij dacht dat het
kwam van te haastig werken om het nog
Zaterdag klaar te krygen.
De eerste minuten ging het best, maar
daarna moest zij recht tegen den wind
op. Haar moeders mantel was veel te
groot voor haar en de wind blies er door
heen. De pijn werd erger en zij kon maar
langzaam vooruit komen.
Eindelijk kwam zij aan het parkhet
was een genot voor haar, het gras te zien
en de crocusjes en Jde kinderen die ir.
den zonneschyn speelden. Daarna was
het weer niets dan straten totdat zij er
eindelijk was. Een net dienstmeisje
bracht haar pakje boven en Frances
wachtte met kloppend hart op het geld.
Dames waren iets anders dan winkels,
en Fed had niet veel verdiend en haar 6
gulden waren hard noodig.
De meid kwam beneden, zeggend dat
mevrouw visite had, of zij wilde wach-
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 "ent
En lees nu 't volgende bericht:
„Nader kan nog worden gemeld dat
de commissie uit de Liberale Unie een
geheel hervormingsprogram heeft voor
bereid, dat in de eerstvolgende hoofd-
stuursvergadering der Unie zal worden
behandeld, teneinde na bespreking in
de plaatselijke afdeelingen, zoo moge
lijk op de a.s. algemeene vergadering
te worden afgedaan."
Het zou derhalve wel eens kunnen
gebeuren dat van „vrijzinnige" zijde een
heel nieuw verkiezingsprogram voor 1913
werd voorbereid, waarbij Oud-Liberaal en
Vrijzinnig Demooraat zich zouden aan
sluiten en Jwij hiervan vast een voor
proefje te zien kregen bij de Statenver
kiezingen.
Daarby zal 't dan vooral op minister
Talma los gaan.
Hy is de man van de sociale verbete-
teringendie 't den vrijzinnig democraten
niet naar den zin maakt, met zijn wach
ten in zake de Landbouw-ongevallen
verzekering, omdat hij zien wil hoever
't particulier initiatief 't stuurt met zijn
Landbouw- en Tuinbouw-ongevallenver-
zekeringenen de Oud-Liberalen niet tot
zich trekt, dewijl hy niet afkeerig is, zoo
noodig, van Overheidsingrijping by de
verschillende verzekeringen. Ook de
plaatselijke raden bij de ziekteverzekering
zijn niet naar der „vrijzinnigen" zin.
Van de critiek in de Kamer zal dan ook
straks in de verkiezingsmanifesten de
echo gehoord worden.
Een aansporing te meer voor ons om
ons dicht om dezen minister te scharen,
en tegelijk ons te houden aan zijn woord,
dat achtereenvolgens de verzekeringsont-
werpen, waarvan reeds in 1908 sprake
was, zyn departement zullen verlaten,
zoodat wij voor de Kamer-campagne van
1913 op een goed stel wetsontwerpen
mogen wijzen.
Nooit was de leus van Talma „Talm
ma", zooals de Zeeuwen zeggen, waarmee
ze dan „Talm maar" bedoelen.
Hij houdt van aanpakken en doorzetten.
Maar onryp ooft behoeft men van hem
ook niet te1 verwachten.
De Bijbel eenig.
Men herinnert zich het historische ver
haal van de N. B. G. van een onderwijzer
die onder de heilige boeken die overeen
ten, en zij wees haar eene bank. Nadat
zij zat, voelde zij de pijn scherper, zóó,
dat het langzamerhand ondragelyk werd.
Eindelijk hoorde zij weer bellen en
kwam het dienstmeisje haar de 6 gulden
brengen.
Goddankhet geld had zij. Zij wilde
opstaan om heen te gaan, maar schrok
over de pijn die dat gaf. Iloe zij de stoep
afkwam wist zij niet; maar eenmaal op
den beganen grond ging het beter, zij
vond - eene ontdekking die men pas
doet na groot lijden dat het mogelijk
was het te verdragen. Zij kroop voort,
zich aan het hek vasthoudend.
„Ik heb het geld. Als ik maar thuis
ben, zal het beter gaan," dacht zij voort
durend en toen op eens„wat mij betreft,
ik vergat 't al."
Toen zij weer bij het park kwam, waar
een omnibus voorbij ging, had Frances
ingezien dat naar huis wandelen onmo-
gelyk was. Er stonden veel menschen
op de omnibus te wachten, en toen die
er in waren, sloeg de conducteur de
deur dicht en hing er het bordje voor:
„vol".
„Over een kwartiertje, juffrouw," riep
hij nog.
Frances kon onmogelijk een kwartier
blijven staan. Zij zocht een plaatsje in het
park en daar begon haar pijn zoo ondrage
lijk te worden, dat zij zich verwonderde of
zij wel ooit weer naar die halte zou komen
en wat er wel gebeuren zou als zij het niet
kon. Zou zij hier sterven stervenEn zij
kwamen met de Veda's door een zijner
leerlingen den By bel liet noemen, en dat
antwoord goedvond.
Als tegenhanger laten wij 't onder
staand onder bovenstaand opschrift vol
gen uit de Zuider Kerkbode.
Gy weet, dat ik de voornaamste heilige
boeken der Hindoes (de Wedas) uit het
Sanskriet heb vertaald in hetEngelsch.
Ik zeg met nadruk, de voornaamste en
zedelijk zuiverste, want uit de beste boe
ken der Wedas heb ik 't niet gewaagd,
alle hoofdstukken te vertalen, want vele
zijn zoo schandelyk en vuil, dat de straf
rechter my zou vervolgd hebben „wegens
schandelijke lectuur". Zelfs de Ric-Weda,
de beste, is daarvan niet vry. De Jagoer-
Weda heb ik volkomen onvertaald moe
ten laten om zyn ongeloofiyk liederiyken
inhoud. De godsdienst van het N. T. of dïe
van Jezus Christus is de beste, de zuiver
ste, de meest ware godsdienst, die de we
reld ooit heeft aanschouwd".
In zijn redevoering voor de jaarverg.
van het Eng. Kerkeiijk Zendingsgenoot
schap, sprak Sir Monier Williams„'n
afgrond, onmetelijk breed en onpeilbaar
diep, scheidt onzen Bybel van de Wedas
der Hindoes, van de Heilige boeken der
Boeddisten en der Chineezen, van den
Koran der Mohammedanen en van de
Zend-Avesta der Perzen. Twee en veertig
jaren mijns levens heb ikgewydaande
studie van het Sanskriet en der heilige
boeken van het Oosten, vele jaren lang
was ik professor aan de hoogeschool te
Cambridge. Wat denkt ge is de zaligheid
van al die boeken 't is de zaligheid door
werken. Onze eigen Heilige Bybel is van
AZ één groot protest tegen dat leerstuk
van al die heilige boeken.
't Is zoo in den Bybel worden de goede
werken ons ten plicht gesteld in veel ster
keren en hoogeren graad, dan in eenig
ander heilig boek van het Oosten, maar
alleen en uitsluitend als vruchten van
een dankbaar hart en alleen als dankoffers
van de vruchten onzes geloofs".
MAX MÜLLER.
Hierop nu had deze openbare onder-
wyzer eigenlijk zyn leerling, die over
eenkomst vond tusschen de Veda's en
den Bybel, moeten wyzen. Maarhy zal
't zelf wel niet geweten hebben. En
bovendien had hij 't gedaan, dan was
zyn onderwys allicht niet „neutraal"
geweest. Daarom was hier zwygen de
was de kostwinner! „O, God, laat mij
leven, laat my niet ziek zyn, om hunnent
wil!" riep ^haar arm hart. En toen kwam
er een groote vrede over haar„Wat Hy
doet, is welgedaan."
Het leven was heel hard voor Frances,
maar zy was er zoo aan gewend I En alles
om haar heen scheen zoo natuurlijk zij
kon niet denken, dat zy nu die vreemde
ve.re reis naar het onbekende land moest
ondernemen.
Iets veel moeilyker moest nu gebeuren,
zy moest naar de omnibushalt. Zij trachtte
op te staan, maar viel op haar bank terug;
de pijn was te erg. Twee heeren kwamen,
in ernstig gesprek gewikkeld op haar af.
De een was nog een jonge man, lang, met
scherpe gry ze oogen en flinken stap, de
andere was korter, ouder en had reeds
grijze haren.
Frances' beweging was door den jongen
man opgemerkt: 't was niet het wankelen
van een dronkaard. Hy brak midden in
zijn zin af en voor haar staan bly vend, zei
hij plotseling„Meisje, ben je ziek
Frances had zooveel waarschuwingen
gekregen om nooit zelfs niet de kleinste
beleefdheid van onbekende mannen aan
te nemen, dat zy hem sprakeloos van
schrik aankeek. Zy trok wat terug en
die beweging deed haar kreunen van pyn.
„Beste meid", zei de vreemdeling, „je
behoeft voor mij niet te bang te zyn. Ik
ben 'n dokter en zou graag je pols voelen
Hy zag er uit alsof hy waarheid sprak,
en als het niet zoo was, kon zij er ook niets
eenige weg. Maar dat zwygen was hier
't laten passeeren van een groote on
juistheid, van een zij 't ook „onschul
dige" en onwetende verkleining en aan
randing van den Bijbel als Gods Woord,
hetwelk zich niet vergelijken laat, en
zulks allerminst met de heidensche Ve
da's en derzelver „schandelijk vuil*.
Onze gemeenteraden hebben te zorgen
dat de openbare school zoo goed moge
lijk zy.
In de eerste plaats de schoolopzieners
en 't college van burgemeester en wet
houders en dan de raadsleden, en ook
onze geestverwanten die'in deze colleges
zitting hebben.
Daar behoort ook toe dat zy waken
tegen Ossendorpsche stoutigheden op de
school.
Maar verder mogen zy ook niet gaan.
Een inquisitoriaal onderzoek naar de
godsdienstige of politieke richting van
den sollicitant komt geen overheid toe.
Wanneer de openbare onderwyzer den
leerlingen eerbied voor Wet en Gezag;
liefde voor" het Oranjehuis, en gehoor
zaamheid aan de gestelde machten in
prent, heeft hy buiten de school het
recht zich te voegen by welke partij hy
wil.
Of een sociaal-democraat in de school
aan deze vereischten kan voldoen, moet
hy met zy'n eigen geweten uitmaken.
Alleen wanneer hy tegen dezen regel
van orde en wet zondigt, en 't naar
buiten openbaar wordt is ingrijpen
plicht. Eer niet.
Wel kan men hiertegen aanvoeren dat
dan 't onkruid al gezaaid, het kwaad al
gepleegd is, en schadelijke vruchten te
wachten zyn.
Maar dat is een gevolg van 't ver
keerde stelsel, dat onder anderen mee
brengt dat de ouders hoegenaamd geen
zeggenschap hebben over de benoemin
gen aan overheidsscholen, waarop hunne
kinderen worden opgevoed.
En dat stelsel hebben niet wij uitge
dacht. Wij willen zelfs gaarne er toe
medewerken, zoo men dit van vry zin
nige zyde wil, om dat stelsel voor een
ander, een beter in te ruilen.
Onderstaande tegenspraak die wij in
De Nederlander vonden bewyst weer eens
voor de zooveelste keer dat men in de
aan doen. Zy bleef passief en keek hem
alleen zoo smeekend aan, dat 't ham door
de ziel sneed.
„Hoe komt ge er toe uit te gaan?" vroeg
hij, haar pols loslatend.
„Het werd erger", zei Frances, verwon
derd, dat het haar zooveel moeite kostte,
die drie woorden te zeggen.
„Waar woont gy
Zy zeide het hem en de oudere man
zeide: „ik weet waar dat is, dat is by na
twee myien hier vandaan."
„Er gaat een omnibus", fluisterde
Frances.
„Wie zou voor je zorgen als je ziek
waart", vroeg de eerste spreker.
„Moeder
Wat voor ruimte hebt ge thuis
„Niet veel", zei Frances, terugdeizend
voor die manier van uitvragen. Hy keek
haar nadenkend aan.
„Ik geloof niet dat u zoo ver kunt gaan,"
zeide hij.|„En er is één bed leeg op de vrou-
wenafdeeling in het Hospitaal hier vlak
hy. Zou het niet beter zijn, dat we u daar
heen brachten zy zullen er goed voor u
zorgen
De arme Frances zou liever thuis gebrek
hebben geleden, dan onder vreemden gaan,
maar zy dacht aan wat hare ziekte kosten
zou, en hare begrafenis als zy soms ging
sterven, en fluisterde„Ja, als 't u blieft."
„Maat my u dan mogen helpen," ant
woordde hy heel vriendelijk. Zy hielpen
haar beiden, maar haar beenen weigerden
den dienst. (Wordt vervolgd.)