Co., NIEUWSBLAD VOOR ZEELANS. N. HÜ ;ade. No. 154 1910. Vrijdag 1 April 24e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH JONATHAN MERLE. kade, KT 11 1910. cht cht, iht cL VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JON GE-V ERWEST, te Goes F. P. D'rïUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Binueni «mL t srfjh H'TOI 2. |n alle soor- Verfwaren, Alsmede (llend fabri eken Yerf- lerf, Rejolin, 5, Drogist, Id e 1 b u r g. ND, !3S lestuur, lirgemeester fchouder. 14 maanden ggekerke. 4e kalf, big banden, zoo p, prgs 35 pr 12 a 14 e huur, Jtrechtsche |tuigtje voor littekarren |Veerwagen T eer wagen wielen met jee nieuwe aet "Wielen, |n en Assen, che Wagen, ^en Krukas kenswagen. Goes. |6, Zaai- sver, by d e. Ian beslaan, lts. gevraagd !EB, lar.d- Itr Amerika [t gevraagd :ht, |>mgaan bij s dijk. IOUT Iz., Bi of Juni Arne- ch te ver- i., Krab- lerberg'.er, rsche weg, IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Pri.s per drie maanden franco p. p1,25. Enkele nummers 0(02*. UITGAVE DER FIRMA UN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 «-ent. 1 Tsscssszzzzsr&XBBrz^. sr rfna-.,^gaaBgoeamMwi .mrw 30 Maart 1910. De vereeniging „Vacantie Buiten" gaf haar Jaarverslag over 1909 in 't licht. De vereeniging vindt in Zeeland nog zeer weinig steun. Leden zijn alleen de heeren K. Wielemaker te Biggekerkeds. J. C. de Puy te OadzandE. Eisma te HoekA. Petermeyer te Middelburgen H. Kalk man te Sluiskil. "Wy vernamen ook niet dat in deze provincie zich vrienden hebben bereid verklaard een of meer kinderen met vacantie te logeeren te ontvangen. Dat laatste beoogt bedoelde vereeniging. „Vacantie Buiten" bedoelt heel iets anders dan de Vacantie-kolonies. Deze laatste houden zich ook bezig met de uitzending van kinderen ,in de acantie naar een ge zonde streek kinderen die wel niet ziek zijn, maar die toch behoefte hebben aan meer frissche lucht en beter voedsel en gezonder omgeving dan zy in de plaats hunner inwoning kunnen genieten. Maar deze kinderen gaan in kolonies, en dit nu trekt ons niet aan. Wij zagen de kinderen liever niet aan 't gezinsleven ontrukten daarom voelen wij meer voor het streven van „Vacantie Buiten" die zich beijvert dergelyke kinderen in Christeiyke ge zinnen „uit te besteden", waar zy dan 3 of meer weken, al naar 't hun en den ge zinnen die hen wilden huisvesten, bevalt, verbiyven. Kinderen uit Christelijke gezinnen, missen dan de Chr. opvoeding niet in dien geest,, als zij die thuis genieten zij blijven 'onder de beademing van Gods Woorden genieten opzicht en tucht net zooals zy dit bij moeder thuis ge woon waren. En zoo waren er nu in 1909 al 90 gezinnen, waar de Heere de harten had geneigd om dergelijke bleekneuzige kin deren eenigen tijd tot zich te nemen. En zoo werden 106 kinderen (32 jongens en 74 meisjes) de meeste uit Amsterdam, in de verschillende plaatsen van ons land by Chr. kindervrienden gelogeerd. In de steden van waaruit kinderen wer den uitgezonden, waren heeren doktoren zoo goed zich met 't geneeskundig onder zoek te belasten, n.l. te Amsterdam dr. Kramer, te Dordrecht dr. Stoop, enz. enz. Geen van deze kinderen heeft in de gezinnen reden tot klacht gegeven. En kele werden zelfs uitgenoodigd met de Korstvacantie terug te komen. Sommige mochten zelfs zes weken en langer blijven. De maatregel werkt uitstekend. Mocht iemand onzer lezers deze vereeniging op 47 FEUILLETON. Zy' wachtte even en ging toen voort„U waart Zyne stem, die tot mij kwam. Toen ik naar huis ging, was mijn heele leven veranderd. De wereld was mij nieuw. En 't is sinds dien tijd altijd een nieuwe wereld gebleven. U moet mij nooit voor iets be danken: het kan nooit mijne schuld aan u goedmaken I" Zy keerde zich om en gaf juffrouw Merle een hand tot afscheid. Zij en Merle gingen zwygend den tuin door. Aan den oever van het kabbelende water, waar de vergeet- my-nietjes niet mochten bloeien, stonden zy stil en keken elkander aan. „Dank u, dat u het mij gezegd hebt zeide hy. „Ik wilde, dat u het wist." „Ik zal er aan denken als ik gedrukt ben", zei Merle. „O, hoe heb ik gebeden om iets, zij het ook het kleinste ding, voor u te mogen doen na al uwe goedheid voor Ellie en my „Dat gebed was dan reeds te voren ver hoord", zei Ermyn vriendelijk, „maar be halve dat, hebt u mij verbazend geholpen dit jaar. Die woorden werden gezegd zonder een schijn van bewustheid van sexe of positie zooals een engel ze zeggen zou, als eene of andere wijze willen steunen, het adres van den secretaris is G. i^uijs. arnixkade 31 Amsterdam; na 21 Mei Hugo de Grootstraat 8 aldaar. Het Volk gewagend van de mislukte Meerkerk-vergadering in het belang der relatieve neutraliteit, zegtbehalve een dertigtal onderwijzers bondsleden, waren er zes, zegge zes man, nevens den heer Meerkerk zelf. Staande de vergadering verscheen no. 7. De mislukking was derhalve nog schrei- ender dan wij verondersteld hadden. Zoowel de heer Meerkerk als de open bare school mogen by zulk eene ervaring het bekende „Sic transit" wel op zichzelf toepassen. Immers eerstgenoemde was tot kort geleden een d«r meest welsprekende ver- kiezingsredenaars in dienst der liberale party. Laatstgenoemde werd een halve eeuw aangezien voor de school waaraan de natie gehecht is, heette zelfs in ge noemde vergadering der ze /en nog de nationale school. Doch beider roem is aan het verbleeken. En aan beider gezag tornt de sociaal democratie. Goedkoop applaus. In socialistische volksvergaderingen is 'tniet moeilyk applaus te vergaderen. Men zegt dan maar eenige onzinnig heden waardoor een humoristische ader loopt, en men is klaar. Toen Duys en Schaper dezer dagen verslag deden van hun jongste helden daden in de Tweede Kamer, zei eerst genoemde onder meer „De heer v. Vliet zeiach ja, die Duys is ook zoo schrikkelijk eenzijdig. Jawel, de heer v. Vliet is tweezydig hy kijkt met één oog naar den minister, met het andere oog naar de werkgevers, en voor de arbeiders heeft hij geen oog meer over". Natuurlijk volgde „applaus". Iets later zei hy „Als ze eens veertien lang niet op my schelden, voel ik mij niet lekker". Natuurlijk vonden de getrouwen dit ook prachtig. Voorts sprak hy „Door den heer Borgesius ben ik vaderiyk toegesproken. Die wou dat jonge Kamerleden drie maanden zwe- engelen ooit de vreugde gevoelden, die ontstaat door 't noodig hebben van elkan ders hulp. „Geef mij nu een spreuk mee!" zeide zij. Merle's oogen straalden. „Op uwe wegen zal het licht schynen. God geve u, dat de morgenster opga in uw hart en een licht zij, schijnende in een duistere plaats J" Een heerlyk schoon licht scheen uit hare heldere oogen. Voor de eerste maal gaf zij hem een hand toen hy „goedendag" zeide. Hunne oogen ontmoetten elkanderniet vol tranen maar met die vreugde erin, die weet, dat afstand noch tijd ooit den band kan verbreken, die hen aan elkaar bindt. „Goedendag, juffrouwVaughan, en nog maals, God zegene u zei Merle. „"Wil u my af en toe nog eens schryven, en mij laten weten hoe het metal myne vrienden gaat zei Ermyn. „O, gaarne!" was het blijde antwoord. Nog eenmaal zag hij een zonnestraal glijden over haar koninklyk gelaat. Het volgend oogenblik was zij tusschen het kreupelhout verdwenen en Mèrle keek op naar de hooge boomen van het bosch vóór hem, met groote vreugde in zijne ziel. Ja, de zoetste uren zijner jonge liefde waren niet wat dat was die waren aardsch en dat wil hetzelfde zeggen als dat er kiemen van verdriet in waren het genot van het bezit was getemperd door vrees. Nu ver dween al het genot van bezitten in het gen als groen Spreek ik wat veel, er zijn anderen die al twaalf jaar groen- loopen Behalve eenmaal in het jaar, dan roepen zyhiep, hiep, hoera Bovendien, wij zitten daar niet voor het pleizier van de bourgeoisie, maar voor haar verdriet!" Natuurlijk werd dit al ook met luid applaus begroet Het moet voor een andersdenkende een onbenydbaar genot zijn om zulk gezwets aan te hooren, en 't te hooren toejuichen dóór een schare die niet in de eerste plaats naar waarheid vraagt, maar naar opsnijerij. Zonderling pleidooi. Uit het pleidooi van een advocaat voor het Haagsche gerechtshof, die een jong- mensch had te verdedigen, een candidaat- Oost-Indisch ambtenaar,die, stomdronken te Leiden met zyn stok naar kinderen had geslagen, 'n dame tegen de tram geduwd, een reiziger een stokslag toegebracht en zich als een tijger verzet tegen de agenten die hem wilden arresteeren „Er was feest gevierd bij de over dracht van het rectoraat, een feest, zoo als wij dat Goddank in Leiden nog wel mogen hebben, al drinkt men tegen woordig ook daar maar al te veel thee en spuitwater". Het Volk vereeuwigend den naam van dezen advocaat mr G. C. J. "Warenkamp, zegt van hem „Deze advocaat beschouwt blijkbaar de justitie ook als klasse justitie, dat hij zulk een pleidooi houdt". En het (r.-k.) blad Het Huisgezin schryft Zeiden zal een lofrede op 't stevig drin ken en een afkeuring van het gebruik van thee en spuitwater meer van onpas zyn uitgesproken dan door den Haagschen advocaat. Indien het jongmensch in quaestie min der wyn en meer thee of spuitwater had gedronken, zou hij zijn ergerlijke balda digheid niet hebben uitgehaald en niet op de bank der beschuldigden hebben moe ten plaats nemen. "Wie onder zulke omstandigheden vrij heid vindt feestvieringen te roemen,welke waarlyk niet voor den eersten keer met kwajongenswerk eindigen, en te smalen op het gebruik van niet-alcoholische dranken,moet toch al in een heel vreemde gedachtenwereld leven. En een zonderlinge voorstelling moet „zalig is het te geven Deze zegen was de zyne geweestde groote vrede, die in Ermyn's gelaat zichtbaar was geworden sinds hy haar voor het eerst zag, was, menschelijker wijze gesproken, zijn gave. En nu kon hy haar overal heen zien trek ken. Waar zij ook gaan zou, zy zou vrede brengen en vrede zou met haar zijn en dat door hem door hem Het was nog niet genoeg. Toen hij ten laatste zyn rustig plekje verliet, vond hij zyn moeder in de bykeuken, waar zij doel loos bezig was, geheel tegenovergesteld van hare gewone resolute manier van doen. „Moeder, doet u daar niet iets, wat u beter aan mij overliet vroeg hij, ziende, dat zij iets zwaars wilde optillen. „Neen, mijn zoon", antwoordde zy, het weer neerzettend en met een zekere vast beradenheid naar hem toekomend. „Wat is het, moeder vroeg hij vrien delijk. Zy legde hare hand op zijn arm. „Jona than!" zeide zy, „die preek hoorde ik ook Er kwam een lichte beving in hare oude besliste slem. „Jonathan, ik hoorde hem herhaalde zij„ik heb myn heele leven op het bokje gewacht. Ik wandelde in duisternis en had geen licht. Maar dien avond zag ik, dat ik niet langer hoefde te wachten. En daarna kwam God - en nam het kind maar ik kon het dragen. Ik men zich ook vormen van het verant woordelijkheidsbesef Het Volk zegt klasse instinkten van rechters, als men meent met een dergelyk betoog een be roep te kunnen doen op hun clementie. Deze advocaat heeft ook nog zyn afkeu ring er over uitgesproken dat de agenten in Leiden een student by het minste en geringste arresteeren in tegenstelling met vroeger toen een student op straat een beetje spektakel mocht maken. Deze zotte klacht zal wel niemand ver wonderen, wanneer men nagaat dat het nog niet eens zoovale jaren geleden is dat de vice-president der arrondissements rechtbank te Utrecht nu wjjlen baron v. Ittersum een veel ernstiger geval moetend berechten, immers het gold een indirecte moord gepleegd door dronken studenten op een vrouwdezen beklaag den een hart onder den riem stak en hun van zijnentwege volkomen vrijheid gaf om zich buiten de wet te plaatsen. Een merkwaardige zinsnede. In een breed artikel over de school- quaestie schryft de „Marxist" R. Kuyper in Het Volk deze zinsnede neer „Waneer de meerderheid onzer partij 't voor den socialistischen klasse-stryd, d. i. voor datgene wat de menschheid thans vóór alles noodig heeft bevorder lijk zou achten, dan zou zij niet alleen het recht maar ook den moreelen plicht hebben de religieuse ouders tot neutraal onderwijs te dwingen." Wat zegt ge er van Hetgeen de heer R. Kuyper zegt is inder daad consequent „Marxistisch". De bevor dering van den „klassenstrijd" is voor den volgeling van Marx het een en het al Maar blykt ook hier weer niet duidelijk, dat er tusschen het Christendom en de hedendaagsche sociaal-democratie eene onverzoenlyke tegenstelling bestaat. (Arnh. Dagbl.) S. D. A. P. Zondag en Maandag had te Leeuwar den het 16e congres plaats der S. D. A. P. De voorzitter Vliegen sprak het ope ningswoord. Hij betreurde de niet-her- kiezing van v. Kol en juichte 't toe dat de partij den ontslagen ambtenaar Gul den in 't gemeentebestuur van Amster dam bracht en mr. v. Leeuwen nu uit had Hem, waarnaar my'ne ziel verlangde en het komt door jou, Jonathan „Moeder, moeder!" was alles wat hy zeggen kon. Hy nam haar in zyn armen en hield haar vast, zooals hy haar nog nooit had vastgehouden, zelfs niet toen zyn vader stierf en zy rustte met haar oud streng gelaat op zyn schouder. „Liefste moeder", herhaalde hij. „Mijn zoon, myn zoon „Ik had beter gedaan met het je eer der te vertellenzeide zy haar hoofd oplichtend en een traan wegvegend. „Ik heb al lang gedacht dat ge het weten moest „U hebt het my nu verteld en dat is ook goed moedér!" antwoordde hy' haar kussend Ik moet nu even naar Ellie gaan Hy vreesde zelf dat zyne moeder na deze vertrouwelyke uitbarsting weer terughoudend worden zou, maar haar gevoel ging daarvoor te diep. Haar terug houdendheid tegenover hem was het laatste geweest wat haar haren vrede ontnam. En nu die weg was, scheen haar geheele sterke natuur zachter te worden. Merle dacht aan de dagen, toen hy nooit wist welke daad zy als misdaad zou beschouwen en verwonderde zich over zulk eene verandering. Niemand voelde het meer dan de kleine Ellie. Mevrouw Silverton zei lachend tegen dit bestuur is ontslagen. Natuuriyk de clameerde hy over de „Kuyperzaak" die de „jool" van 't Christendom der cleri- cale regeering heeft „vergald". Het con gres moet voorts zyn een kiesrechtcon gres. De scheuring met de S. D. P. is voltrokken, doch heeft de S. D. A. P. geen kwaad gedaan. By de behandeling van 't jaarverslag laakt men 't dat Bergmeyer zich in Schoterland niet voor Van Kol op zij ging; dat mevrouw Roland Holst aan de S. D. P. te veel geiyk gaf. Vooral de heeren Polak en Fortuyn waren scherp in hun critiek. Laatstge noemde noemde dit congres een hoera- congres voor het Partijbestuur. De heer Leeuwenburg moest heel wat hooren over een in zijn blad verkondigde afwy kende meening n.l. om saam werking te zoeken met liberalen. De afdeeling Zwolle en 't lid van 't partybestuur v. d. Goes, namen 't nogal op voor de S. D. P. Jhr. de Jonge uit Maastricht verdedigde de houding van 't partybestuur tegen over Van Vorst, wien 't belet had in Limburg een anti-Roomsche propaganda te vóeren in zyn blad „De Kruisspin". Over de Kamerfractie was men lang niet algemeen tevree. Duys kreeg te hooren dat hij met zyn hatelijk interrompeeren zyn reputatie in de Kamer verspeelde. Hugenholtz werd berispt dat hij van de 57 malen er 17 afwezig geweest was, en over zyn uiting voor nieuw materiaal .voor de marine. Troelstra ontving blaam omdat hy in zake staatspensioneering een loongrens heeft genoemden de fractie in 't alge meen omdat zy te veel rekening houdt met de meeningen der Chr. arbeiders in zake staatspensioneering Polak achtte zelfs door Troelstra's houding de kansen voor staatspensionee ring verkeken, wyl deze er de ziel, den ruggegraat aan had ontnomen. De heer Schaper verdedigde de Kamer fractie en verklaarde zich niet te zullen laten binden door een party besluit. Toen de heer Duys zich verdedigde en uitweiden wilde over vrouwenkies recht, riep de heer Schaper hem toe: weid daarover nu niet uitwaarop Duys antwoorddeSchaper gy zyt hier geen Lohman 1 Schaper boos en Buys daarop excuus gemaakt. Nog meerdere liefelijkheden wierpen de heeren elkaar toe. Toen een afge* Merle, dat als er ooit in hun familie geschillen ontstonden, hy niets in te brengen zou hebben, daar de dames zeker te zamen zouden spannen. Lang vóór dien tyd had mevrouw Silverton al vriendschap gesloten met juffrouw Merle en hoorde hnar gaarne zuchten over het vermoeiende studeeren van alle dominé's, als zy hunne preeken 'in 't hoofd hadden; maar in stilte vergeleek zy vaak de zelf beheersching, die als van zelf sprekend van Merle verwacht werd, met het verwennen dat zy haar man deed en keek zy peinzend naar den trouwring aan den derden vinger van zyn linkerhandzyn pink was er te klein voor. Haar bezoeken by Merle en op de Manor deden haar vermoeden welk een groote vriendschap er tusschen Merle en juffrouw Vaughan bestond en zy beefde by de gedachte aan wat de arme dominé misschien in zich zelf zou ont dekken, als deze twee moesten scheiden. Vaar toen Ermyn weg was en llerle, in plaats van neerslachtig te zyn, met hel derder oog, en flinker stap dan vóór dien, rondging, was zy oprecht biy. Haarman zeide: „Hy heeft een spijze om te eten, die wij niet kennen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1