NIEUWSBLAD
VOOR ZEELANS.
No. 15! 1910
Maandag 28 Maart
24e jaargang
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
Een entslagea Z« ndeling.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUÜJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers 0(02®.
UITGAVE DER l-IRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 psn^
Zij die zich mot 1 April op
ons bin, tl ahonneeren, outvan-
gen liet tot genoemden datum
g r a t i s.
Wegens Paschen verschijnt Maan
dagavond geen courant.
Wij hebben inderdijd uit de Protes-
tantsshe Noord-Brabantcr 't relaas over
genomen omtrent 't ontslag door het
Bestuur der Nederlandsche Zendingsver-
eeniging zonder pensioen verleend aan
zendeling Tiemersma te Batavia.
De iets zeggende tegenspraak van De
Nederlander en de nietszeggende van 't
bestuur der Ned. Z.-V. zelf namen wij
ook op, gedachtig aan het „hoor ook de
andere partij".
Toch is met dit al de quaestie nog
niet in 't reine.
Het Bestuur zal zich in eene vergade
ring van de leden der Vereenigïng ver
antwoorden. Wat zeggen wil dat de
Pers 't rechte nog niet weet.
Het moet een harde zaak geweest zijn
een zendeling met een staat van dienst
van 23 lange jaren in Indië dubbel
lang zonder recht op pensioen op
straat te zettenal wil 't Bestuur den
man dan ook niet terstond deze straf
opleggen.
Maar voor den Zendeling moet het niet
minder hard zijn, dat hij zoo, zonder
eerst gehoord te zyn, uit zijn mooien
werkkring wordt gerukt.
Want de heer Tiemersma is te Bata
via werkzaam, waarvoor het Zendings
jaarboekje opgeeft2 filialen, 120 school
kinderen, 146 gemeenteleden en 4 inl.
helpers. Europeesch personeelL. Tie
mersma en mej. M. Tiemersma. Opgege
ven wordt voorts, dat deze werkkring in
1910 ingedeeld wordt onder Buitenzorg,
wat zeker met het aan zendel. Tiemersma
gegeven ontslag in verband staat.
Zien we nu, wat gebeurde.
Het wordt ons meegedeeld door Friesch
Dagblad, die haar inlichtingen ontving
van den heer T. zelf.
't Bestuur der Nederl. Zendingsvereen.
neemt het besluit, den heer Tiemersma
over te plaatsen naar Indramajoe (met
4 filialen, 201 schoolkinderen, 372 ge
meenteleden en 8 inl. helpers, plus een
ziekenhuis onder leiding van den zen
deling).
De heer Tiemersma had daartegen
ernstige bezwaren, waarvan de voornaam
ste warena) Hij had zeer weinig ver
stand van ziekenverzorging en was dus
niet geschikt om aan 't hoofd van het
ziekenhuis te staan b) Hy vond te In
dramajoe geen drukkery en kon dus
moeilpk redacteur blyven van het ma-
leisch chr. weekblad, de „BentaraHindia",
terwjjl toch het bestuur verlangde, dat
dit weekblad zou blijven bestaan.
Hy brengt de; zaak ter sprake op de
Indische Zendings-conferentie, waar al
de broeders oordeelen: Br Tiemersma moet
te Batavia blijven; dat is de aangewe
zen wegEn baron van Böetzelaar, de
bekende Zendingsconsul, geeft als zijn
meening te kennen, dat het Nederland
sche hoofdbestuur wjjs handelen zal
door het advies van de Zendings-confe
rentie in Indië op te volgen.
Cm al deze redenen vroeg de heer
Tiemersma aan zijn bestuui, op deze
zaak terug te komen en hem te Batavia
te laten.
Doch dit mocht niet zoo zijn.
Ten vorigen jare kwam te Batavia
de heer Schroder, directeur van 't Zen
dingshuis. Hjj kwam voor een inspec
tiereis en speciaal ook, om een onder
zoek in te stellen naar het werk van
br. Tiemersma, daar 't bestuur over zijn
werk te Batavia niet tevreden was.
Toen de heer Schroder te Batavia dat
werk had geinspecteerd, zeide hij o. m.
tot Tiemersma„Ik zal 't hestuur beter
inlichten, het hestuur beoordeelt je per
soon verkeerd".
Daarop maakte deze een reis naar de
andere posten en, teruggekomen, luidde
zijn oordeel geheel anders. Geen lof
meer; enkel blaam. De heer Tiemersma
bracht dit nieuwe oordeel op de Zen
dings-conferentie waar het eenparig ant
woord was: „U wordt onrecht aange
daan".
Weldra volgde nu een scherpe brief
van 't bestuur, waarhij aan T. wordt
ten laste gelegd, dat hij gegronde reden
gaf tot een ernstige berisping, wijl hij
„geen lust en geen tact had tot evan-
geliseeren". Waarby moet worden op
gemerkt, dat in al die 23 jaar het be
stuur daarover nooit had gesproken of
geschreven.
En nu schrijft de heer T. zelf:
„Na zoo'n beschuldiging kon ik niet
in dienst der Yereeniging blijven. Ik
heb dan ook eervol ontslag aangevraagd
met toekenning van pensioen wegens
na 23-jarigen arbeid gebleken onge
schiktheid voor het werk. Dit pensioen
zal mij wel niet gegeven worden. Het
bestuur heeft dit reeds vooruit geschre
ven. Ik verwacht dus over een of twee
maanden, dat wij broodeloos zullen zijn."
En naar die verwachting is 't gegaan.
Natuurlijk kiest de redactie van even
genoemd dagblad hier geen partij. Zij
vraagt alleen maar meer licht.
En hierbij ineenen wij ons te mogen
aansluiten.
Het geldt hier niet alleen een brood-
quaestie, maar ook, en meer nog, een
rechtsquaestie.
Het is te wenschen dat bij de gewen-
schte oplossing dezer beide quaestiën ook
eens de vraag opga hoe 't staat met de
rechtspositie van door Vereenigingen aan
gestelde zendelingen.
Daar hapert nog wat aan.
Vroeger, vóóor onze chr. onderwijzers
hun „Raden van Beroep" hadden, gebeur
de het een enkelen keer, dat een hunner
ontslagen werd. Terecht kwam dan ons
christelijk publiek In onrust. Het wilde
voor zichzelf tot zekerheid komen, dat
het niet anders kón en dat voor den
ontslagen broeder het mogelijke was
gedaan.
Zoo nu is 't ook hier.
Onze onderwijzers hadden destijds hun
Schoolraad nog, met de „Commission
voor de Geschillen". Maar de meeste zen
delingen hebbën niets, dat daarop gelijkt.
En dies hebben zij er recht op, dat ons
christelijk volksdeel zich met hun zaak
zóó bezighoude, dat er naast de beslissing
van hun bestuur een oordeel komt van
de christelijke „openbare meening", dat
hen óf vrijspreekt óf veroordeelt.
Middernachtzending.
Terwyl er over 't zedelyk en geestelijk
heil van onze Marine veel geschreven en
gesproken werd, deed het Hoofdbestuur
der Nederlandsche Middernachtzending-
vereeniging een daad, die de sympathie
moet hebben van alle gezindten.
Onze Janmaats zijn niet slechter dan
andere menschen. Ze zijn vaak beter, eer
lijker, minder huichelachtig. Maar ook zy
komen in verleiding, vaak meer dan
anderen.
Het is hekend, dat een groot deel van
H. M.'s schepelingen, des nachts aan wal
verblijft. Sommigen komen onder invloed
van den drank en dan vaak tegen hun wil
in slecht gezelschap. De gevolgen zyn
meestal zedelijk en lichamelijk verderfe
lijk voor geheel het leven. Dat werd te
Den Helder gevoeld. Fe middernachtzen
delingen loopen des nachts op straat. Zij
zien matrozen in slecht gezelschap, zij
trachten door een vriendelijk woord van
een slechte daad terug te houden. Janmaat
is niet ontoegankelijk voor goeden raad en
de vraag rijstWaar nu heen Naar
boord wil hij niet. Er zijn redenen waar
om dat soms niet kan. Noodig was een
Zeemanshuis, waar men hem gastvrij
logies verschaft, en waar men zorgt, dat
des morgens voor het „overal" aan boord
kan zijn.
Die daad van vriendschap zal heilzaam
op het gemoed dier zeelieden werken.
Welnu, op 31 Maart a.s. zal vanwege het
Hoofdbestuur van voornoemde vereeni-
ging des namiddags half drie, met een toe
spraak van den heer J. N. van Munster,
voor dit doel een gebouwtje, staande op de
Achtergracht te Den Helder, officieel ge
opend worden. Aan den avond van dien
dag zullen in de Ned. Herv. Kerk ter pro
pageering van de beginselen der vereeni-
ging het woord voeren, ds Onnekes, Ned.
Herv. predikant, ds Stadig, Geref. predi
kant, beiden te Den Helder, en de heeren
ds v. d. Voort van Zijp, lid der Tweede
Kamer van de Staten Generaal en J. N. v.
Munster, lid van het Hoofdbestuur der
Vereeniging.
t ii m ¥mx
Vertroeteling-.
Men leest in een Belgisch blad, Het
Handelsblad van Antwerpen
Toen over een jaar of vier een Chinee-
sche overheidspersoon in België reisde om
verschillende onzer inrichtingen te komen
bestudeeren, stond hij verbaasd over de
schoonheid en comfort onzergevange
nissen en hjj riep uit dat het geen wonder
is, zoo de dieven zich hier zoo weinig ge-
neeren-
„In mijn land", zegde hij, „werd onlangs
een-kwaaddoener veroordeeld tot 1 jaar
gevangenisstraf en een zeker aantal
zweepslagen. En de kerel viel op de
knieën en smeektegeef mij in plaats
van de zweepslagen nog liever twee jaar
gevangenis meer.
„Welnu, hadden wij zulke gevangenis
sen als die hier in België, hij zoude er wel
licht vijf of tien jaar bij gevraagd hebben".
De historie van den Chinees kwam mij
deze week voor den geest toen in mijn
buurt ik ben een burger van Deurne
eene vrouw met koorden gebonden werd
gevonden toen daags na dien 'n andere
vrouw van haren kabas werd beroofd en
ja, telkens als ik in de gazetten die lange
reeks diefstallen lees en welke misschien
nog niet de helft uitmaken van degenen,
die zouden moeten vervolgd worden.
En waarlijk dan wensch ik al onze die
ven naar China, om zeker te zijn dat dan
de rechterlijke gevolgen van hunne daden
hen misschien wel wat zouden afschrik
ken in de toekomst.
Gij zoudt er dus de zweep over leggen
hoor ik den lezer vragen. Gij zoudt die
onmenschelijke straffen uit het barbaar -
sche Oosten hier willen toepassen
Verschooning! hier niet; maar ik zou
toch wel willen dat men voor die heeren
bandieten, moordenaars, brandstichters,
brandkastbrekers, kinderprossers, vrou
wenbeulen en ander gespuis wat minder
consideratie gebruikte.
Schreeuwt het niet om wraak, dat de
burgers maar jaar in jaar uit,dag en nacht
in huis en op straat, altijd en overal bloot
gesteld staan aan de wandaden van die
verdorvene, gewetenlooze menschen, 'en
dat geleerden steeds gereed staan om die
dan te verontschuldigen en te zeggen
„dat zijn geen daden van boosaardigheid,
dat zijn de gevolgen van eene ziekte, van
een kwaal die hen beheerscht. Zij kunnen
daar niet aan doen
Aan zekere straathoeken, publieke ge
bouwen en politiebureelen staat 'n plaatje
te lezen
Behandelt de dieren met zachtheid.
Is het niet alsof het gerecht dit verkeerd
leest, en de R van dieren in een V ver
anderde
Nu zullen wetgeleerden, zielkundigen,
zenuwdokters en andere wereldhervor
mers wel de schouders optrekken voor de
kortzichtige gedachten, die ik hierin mijn
schrijven vooruitzetmaar ik ben zeker
dat ik toch de 9/10 van de eerlyke en def
tige burgers op mijn hand zal hebben,
wanneer ik al 't goedje, dat nu zoo gerust
en lekker in onze comfortabele gevange
nissen wordt geherbergd, naar China
wensch.
Niet kwaad gezegd van dezen Vlaming!
Wat hij van België getuigt, mag ook voor
Nederland weieens in herinnering worden
gebrachtzegt het Friesch Dagblad.
Mat gezet.
Onder dit opschrift schrijft het Cen
trum
In de Kamerzitting van 15 Maart,
werd door minister Talma o. m. een
„feit" belicht, dat door den afgevaar
digde voor Zaandam was te berde ge
bracht inzake de ongevallen-verzekering.
Op de fabriek „de Schelde", thans bij
de Risico-bank aangesloten zou een geval
verzwegen zijn.
De minister sprak nu o. m. het vol
gende
En nu het geval van den arbeider
te Oirschot. Die man heeft op 3 April
letsel gekregen en is tot 7 April behan
deld door den verbandmeester, dus niet
geruimen tijd, maar vier dagen, en hy
heeft altijd doorgewerkt en dus zijn volle
loon genoten, maar hij is den 22sten Mei
bij den dokter gekomen omdat de pijn
hem hinderde Toen heeft hij niet meer
gewerkt van 27 Mei20 Juni, en heeft
over dien tijd rente gehadzoodra van
die pijn bleek, is de zaak aangegeven.
De heer DuysDat weet ik wel, dat
het later wel is aangegeven.
De heer Talma, Minister van Land-
houw, Nijverheid en HandelPardon, ik
begrijp niet, dat de geachte afgevaar
digde dit zegt-; ik zal voorlezen wat hij
gezegd heeft, het staat op bladz. 1508,
le kolom, 2den regel, Handelingen II:
„Dit ongeval is nooit aangegeven".
De heer Duys interrumpeerde niet
meer,
Hjj zweeg, en met reden
26 Maart 1910.
De samenstelling der grondwetscom
missie is, wanneer wy letten op de party
ver houdingen, een alleszins billijke. Er
hebben 5 anti-revolutionairen zitting in,
met 4 katholieken en 2 Chr. historischen,
saam 11, tegen 8 mannen van links,
onder welke 2 oud-Liberalen, 4 unie-
Liberalen, 1 vrijzinnig-democraat en 1
socialist.
Bij 1883 vergeleken een heele voor
uitgang
Toen hadden in die commissie slechts
3 antirevolutionairen zitting te weten de
heeren Lohman, De Geer en Beelaerts,
en bestond de overgroote meerderheid
uit Liberalen.
Laat ons hopen dat deze commissie
van 1910, wat de oplossing der quaestie
in art. 171 genoemd, aangaat, 't verder
stuurt dan haar voorgangster van 1883.
Want deze toch liet alles by het oude.
Laat ons ook hopen dat inzake kies
recht en onderwijs alle staketselen voor
billijkheid en rechtsgelijkheid worden
weggenomen.
De kansen staan nu in ieder geval
beter dan een kwarteeuw geleden.
Toen een oppermachtige liberale
partij in de Eerste Kamer, met een
meerderheid in de Tweede een gedeelde,
ongeorganiseerde Rechterzijdeeen min
der actief meeleven van den volksgeest
tot principieele oplossing der verschil
lende quaestiënen de antirevolutionaire
party een zwakke, haast niet tellende
minderheid.
Nu een uiteengeslagen Liberale partij,
een aaneengesloten Rechterzijde, een
kabinet van Rechtseen ontwaakt volks
bewustzijn in de richting van principieele
beslechting van de in 1883 onaigedaan
gebleven quaestiën; een stel kundige
mannen als adviseurs,met name Lohman,
Kuyper en Nolens,den man van Onze Con
stitutie,van Ons Program en van de Room-
sche" Staatswetenschap, naast Liberale
geleerden als Oppenheim en Cort v. d.
Linden en Roëll.
Laat ons hopen dat uit den arbeid van
deze knapsten onder de Nederlandsche
staatslieden iets goeds voor Land en Volk
voortkome.
Een wanklank.
Reeds Maandag maakten wij melding
van de geweldige meeting door de man
nen van de absolute neutraliteitOssen-
dorpianen en S. D. A. P.'ers belegd tot 't
aannemen eener motie. Het was een ver
gadering met op velerlei toonaard ge
stemd applaus, langdurig applaus, dave
rend applaus en „oorverdoovend minuten
lang applaus"
Er was ook „gelach" en „vroolijkheid"
en nog eens „vroolykheid" en weer „ge
lach", eenmaal zelfs „daverend gelach".
Het woord voerden er de voorzitter
Ossendorp, Lamers, bondssecretaris, Van
Det hoofdbestuurder, en Gerhard, en allen
kregen zij hun aandeel in de toejuichin
gen, die maar aldoor daverend en lang
durig bleven.
Maar toen ten slotte de voorzitter een
motie wilde in stemming biengen,
eischend de bekende „neutraliteit* en
protesteerend tegen de „aanranding der
vrijheid van onderwyzers". kwam er een
leelyke dissonant in al dit gejubel.
Een lid van de S. D. P. vroeg in deze
vergadering, waar de mannen der S. D.
A. P. de leiding hadden, en hulde was
gebracht aan Het Volk
En nu moet men lezen wat het verslag
in De Courant daarover meldt:
De heer G. Mannoury (S. D. P.)Ik
vraag 5 minuten het woord
Voorzitter-. Het bestuur meent, dat
op 'n vergadering als deze niet moet
worden gedebatteerd. Er wordt alleen
gestemd.
De heer MannouryIk vraag 5 mi
nuten het woord!
(Gefluit en protesten. De heer Maw*
noury schreeuwt het recht te hebben,
het woord te voeren. De vergadering
protesteert. De heer M. schreeuwt er
tegen in, daarby ter zijde gestaan, door
zyn party genooten van de S. D. P. Het
lawaai duurt eenige minuten. De ver
gadering dreigt in dit tumult te zullen
verloopen.)
De voorzitter, na geruimen tyd te
hebben gehamerd, eindelijk in staat,
zich verstaanbaar te maken, zegt, dat
men toch zoo verstandig had moeten
geweest zyn te beseffen, wat de be-
teekenis is van dezen dag. [Sterk
applaus).
Voor de vergadering heeft de heer
Man noury hem gezegd, dat de S. D. P.
eenige amendementen op de voorge
stelde motie wilde wilde indienen. De
voorzitter heeft dat ontraden, heeft
M. aangeraden er met zyn bestuurders
over te praten en er hem op gewezen,
dat de kracht der motie is, als ze
wordt aanvaard, zonder beding.
Daarmee meent de voorzitter te heb
ben gehandeld in den geest der ver
gadering. (Applaus en eenig gefluit)
Er wordt van de zyde van S. D. P.-ers
geroepen„Net als in de Kame Jullie
smoren het vrye woord!" Het tumult
duurt zoo lang, tot de voorzitter de
motie in stemming brengt die onder
daverend applaus, dat het gefluit der
tribunisten overstemt, wordt aange
nomen.
Hier behoeft niets by. Wat hoefde ook
die mijnheer van de S. D. P. de aan
doenlijke eenheid te komen verstoren 1
Wat wonder dat die anderen van de
S. D. A. P., welke zooveel voelen voor
de vrijheid van 't woord 'voor zich
zelf, hem „er uit" schreeuwden.
Maar 't is weer een aardig stukje
toekomst-realiteit, wat daar werd afge-