NIEÜWSBLAD VOOR ZEELANS No. 149 1910. Vrijdag 25 Maart 24e Jaargang GHRISTELIJK- HISTORISCH JONATHAN MERLE. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. 1 DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUïJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN GOEDE VRIJDAG. FEUILLETON. i- 12,- 1- 1- liuuten zen ten ags. A IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prij's per drie maanden franco p. p. 1,251 Enkele nummers j5 0*02®. UITGAVE DER l-'IRMA EN VAN van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 '"ent. Zi] die zioli met 1 April op ons blad abonneeren, outvan- aren het tot irenoemden datum li ratis, Weent niet. 't Afgemarteld, 'tmoe gefolterd lichaam kan niet langer het gewicht van 't kruis hout dragen, de menschenkracht is »op«. Vrouwen, door het gezicht op dat ellende- vol wezen geroerd, schreien hun deernis uit. Maar het zijn geen tranen die Hem verkwikken, wijl ze Zijn smart verstaan neen, 't zijn tranen die Hem grieven, wijl die straks in meerdere mate zullen vloeien als de ellende komt, die de Messias' ver werping o\ er Jeruzalem brengen zal. Daarom Weent niet over Mij, gij doch ters van Jerusalem. Weent niet. Als de roerende tafereelen uit 't bitter lijden en uit de bange worste ling van den „Man van Smarte" u voor den geest treden. Weent niet. Weent als ge Adam zich ziet verbergen, omdat hij de nadering Gods bemerkt, en bevende te voorschijn treedt als God hem roept. Weent als ge Adam ziet verdreven uit het heerlijk Edenweggestooten van den boom des levens waar heen de weg is afgesloten door het vlammend zwaard, dat om en om slaat en doodt wat nadert. Weent als ge Adam ziet worstelen met den vloek Gods, die hem en heel de crea ture drukto weent dan, want er is maar een oogenblik in Gods toorn,en die toorn rust op Adam en zijn geslacht. Adam ver bindt niet meer hemel en aarde, wel drukt zijn voet de aarde, wel wijst zijn hoofd ten hemel, maar Gods toorn drukt zoo lang tot dat hij in de aarde verzinkt. Maar weent niet als ge aan het hout dei- vervloeking ziet hangen een Mensch als onzer éen, maar tevens God. Weent niet als ge dien Mensch zich gewillig ziet offe ren in priesterlijke zelf overgave. Weent niet als ge Jezus den weg ziet ontsluiten naar den boom des levensals ge ziet, dat het vlammend zwaard, het ontwaakte zwaard, Hem doodt, want het wordt gebluscht en gebroken in Zijn lichaam en bloed. Weent niet als ge Jezus ziet worstelen met den toorn, den eeuwi gen toorn, des heiligen Gods, want de tranen zouden eene bespotting zyn van dat lyden. Weent niet als ge aan 't kruis ziet hangen Jezus, de Tweede Mensch den Heere uit den hemel. 45 Hun moeder had het ook zien aankomen en was zeer verlicht toen zij zag hoe de oudste kinderen het droegen. Zoodoende bleef het een even opgewekt vriendelijk tehuis als het altijd geweest was, ofschoon het nat weer was en het hooien daardoor bijzonder moeilijk. Merle's avondschool was den geheelen zomer gesloten geweest, maar nu de avonddiensten, op de Woens dagavonddienst na, ook ophielden, kwa men zijne jongens bij hem in den tuin om hem te vragen of zij hem ook helpen kon den. Hij kon hun veel leeren, daar hij zelf een goed tuinman was. Er waren veel jongens bij, die den volgenden winter in Barbleton geen werk kunnen vinden en hun fortuin in de stad zouden moeten gaan zoeken en terwijl zij Merle hielpen om zijn vruchten te plukken of met ander werk in den tuin, vertelde hij hun verhalen uit den tijd, dat hij in Londen was, en praatte met hen over het leven, dat hen wachtte, dankbaar terwille van hen voor het beetje ervaring, dat hij gehad had. De rusttijd tusschen het hooien en de oogsttijd was kort dat jaar. Bij het begin van den oogst kwam Tom op een avond doodsbleek thuis en zeide, in antwoord op zyns moeders vragen „Wat overmoe I" „Tom, zou je vandaag wel uitgaan vroeg Frances even om den hoek van de De kruispaal staat in de aarde en wijst ten hemel naar Hem, die voor het men- scheiyk oog in de donkerheid woont,maar die thans, ter wille van dien Kruiseling, bezig is dat wolken gordijn weg te schui ven en tot Zijn schepsel weèrtekeeren met eeuwige ontfermingen. De rook van dat offer dat gansch ver teerd wordt door den brand van Gods toorn stijgt ten hoogen en bevredigt de gerechtigheid Gods. In dat kruis wor den hemel en aarde met elkaar verzoend. En uit de handen die aan de dwars balk vastgenageld, en zegenend uitge breid zijn, leekt het bloed der besprenging, het bloed der verzoening tot aan des aardrijks einden. De verticale lijn van dat kruis wijst ons op een ontmoeten van God en mensch in verzoende betrekking; en de horizon tale lijn spreekt ons van het uniever- seele, het alles omvattende van die verzoening. Eere zij God in dè hoogste hemelen en vrede op aarde, in de men- schen een welbehagen. O ween dan niet als ge op dezen dag indenkt den dood van der smarten man. Oud-Israël heeft met smachtend verlan gen die stonde begeerd,God zelf heeft hem ten offer geschonken en ook uw eigen ziele door het wicht van zondeschuld bezwaard, lispelt, bevend voor Gods heiligheid Kruisig Hem Ween niet, want God heeft onzer aller ongerechtigheden op hem doen aanloopen en door zijne striemen is ons genezing geworden. Gods toorn is van u afge keerd op hem en Hij is tot u gekomen met eeuwige ontfermingen, zoodat bergen wijken en heuvelen wankelen mogen nochtans zal de Heere van u niet wijken en het verbond Zijns vredes zal niet wankelen. De verheerlijking van den Drieeenigen God was het doel van de redding Zijner creatuur, en die redding kon niet zonder het Kruis van Golgotha, dat kruis was de openbaring van Gods eeuwig welbe hagen. O weent dan bij het gezicht op dat kruis niet, maar aanbid. Aanbid en be wonder. Zoo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn. Niemand zal ons scheiden van de liefde Gods. K. M. jongenskamer kijkend, voordat deze op waren. „O, ja, poes. Ik ben best, nu ik goed ge slapen heb I" Maar toen hij opstond, zag zij, dat het niet „best" was. En toen het middageten om 12 uur gezonden werd, kwam de kar terug met Tom, die vreeselijk leed. De oververmoeidheid kwam boven op te lang voortgezet overwerken. Er kwamen hooge koortsen, en toen die eindelijk voorbij waren, was men eenige uren vol hoop, om daarna de vreeselijke woorden te hooren „Hij gaat achteruit." Hij ging achteruit, maar 'tjonge sterke leven gaf den strijd niet gauw op, 'n week lag hij te sterven - een van die weken, die voor eeuwig gegraveerd blijven in de har ten van hen, die waken en meelijden. Als de liefde der geheele gemeente hem had kunnen redden, zou Tom niet zijn ge storven. In het geheele dal, terwijl de mannen het koren maaiden, ging er een stil gebed op, dat dit jonge, kostbare leven gespaard zou mogen blijven. Maar de strijd ging door en elke morgen vond hem zwak ker. Ieder bood zijne hulp aan, maar wie kon helpen Dominé Silverton kwam eiken dag, en Ermyn kwam ook, en Merle waakte 's nachts tot 4 uur, dan kwam Frances hem aflossen. „Hoe laat is het vroeg Tom zoo dik wijls, dat Merle het hem ten laatste onge vraagd zeide als hij op zijne horloge gekeken had. Hij dacht dat de zieke slechts een verlangen naar den morgen had, tot- 24 Maart 1910. Wat is de politiek opgevat in de be- teekenis die de sociaal democraat er in de praktijk aan hecht, toch een vies ding. Te vergeven is 't niet, doch te ver- schoonen zeer zeker, dat op 't geschreeuw van deze zoogenaamde volksminnaars uit't veld geslagen, een enkele onze ge lederen verlaat, en zich terugtrekt in zijn huisje. Maar een goed antirevolutionair denkt daaraan niet. Hij laat zich door deze schreeuwers niet uit 't veld slaan. En dat doen onze mannen in de Kamer ook niet. Kuyper in 1903, door Talma en Loh- man gesteund, heeft moedig stand ge houden en Talma door v. Vliet en de Visser bijgesprongen, deed 't ook nu. Dit weten de soc. dem. schreeuwers wel, maar zij hebben de leugen van 't tegendeel noodig om stemming te ma ken tegen Talma en tegen gansch het Kabinet. Nu vertelt Schaper op de Amsterdam- sche monstermeeting dat Talma „op zijn dood" is van de socialisten dat hij met o, zoo bange vrees hun onder de oogen komt, en o, zoo verlegen staat op hun kritiek. Om dit praatje bereids te logenstraffen, hebben wij in ons Kameroverzicht ex- presselljk wat breed verhaald wat de door de de socialisten gehate minister omtrent zijn plannen heeft meegedeeld, en op welke wijze hij de sabelhouwen van deze ongeharste aanvallers van zijn beleid heeft gepareerd. Na Kuyper is er onder de Rechtsche partijen in den lande niemand zoo ge haat als Talma. Meer nog dan Lohman heeft die 't bij deze heeren verbruid. Daarom zullen zij hem zoo lang ver volgen, tot zijn wetsontwerpen, waaraan hij bezig is, in staat van wijzen zullen zijn, en ook dan zal de „pret" nog niet uit zijn; integendeel, die zal dan pas ■gaan beginnen. Op de poging van Links om nu reeds dit kabinet, en met name Heemskerk en Talma, als conservatieve nietsdoe ners af te schilderen, dient nu reeds de volle aandacht te worden gevestigd. Het gaat naar de verkiezingen. Nog eenige maanden, en wij zitten er mid denin. dat Frances binnenkwam en Tom's blik hem zeide waarom of hij de uren geteld had. Een dwaze jaloerschheid vervulde Merle een oogenblik - want Tom was toen voor hem No. 1dat is de zieke altijd voor een goeden verpleger - en aan de diensten van een andere werd de voorkeur gegeven. Hij ging heen en liet er het horioge, dat ook bij Lucy's laatste uren had dienst ge daan en wandelde over de bebouwde vel den naar huis, zich zelf nog eens voor houdend, dat hij zijn laatste deel van wederliefde gehad had, ,toen zij elkander voor het laatst kusten. „Ik heb het gehad, ik heb mijn beurt gehad," herhaalde hij. „EnEen blijft,Wiens liefde niet toegemeten wordt,"Wiens liefde alle kennis te boven gaat Toen Tom zwakker werd en meer man nelijke hulp noodig had, had hij niet graag dat de dominé wegging, ofschoon hij even hard naar Frances verlangde, en Merle zocht redenen om langer te blijven. „Zeg het nog eens voor, Francie,"zei Tom op een morgen, toen Merle hem ge durende den nacht een van die schoone verzen van Browning, het lijden der mar telaren schilderend, voorgelezen had, eindigend met Sergius, een der broeders, schrijft dit hier, Opdat men 't altijd lezen zal, Wat mij betreft, ik vergat 't al Toen zy zweeg, stak hij haar zijne hand toe. „Ik zal het ook alles vergeten" fluisterde hij. „Denk jij er ook niet meer over, Francie". En nu is de bedoeling doorzichtig men wil de Statenverkiezingen doen plaats hebben in 't teeken van het niets- doende Rechtsche Kabinet. Een toeleg, dien men, na 't driedaagsch verzekeringsdebat, eigenlijk behoorde op te geven. Immers, wat minister Talma betreft, heeft dit debat geleerd, dat de zaak dei- verzekering bij hem in goede handen is. Rotsvast staat deze minister in zijn overtuiging dat de ziekte-verzekering be hoort voorop te gaan. Dat is reeds in 1898 den [liberalen door ons als de practische weg bij uitne mendheid voorgehouden. Maar die raad is in den wind geslagen tuk als men was op stembus-succes,'be gon men met de ongevallenwet. De gevol gen bleven niet uitADeze [wet is peper duur, gevolg hiervan dat tal van kleine ongevalletjes, die onder de ziekteverze kering [vallen op zoo omslachtig mogelij ke wijze worden behandeld, als waren 't zaken van meest..ingrijpende invali diteit. Daarom, terecht, zegt [Talma, terug naar 't begin eerst de ziekteverzekering. Hebben wy daar 't overzicht van, dan krijgt de invaliditeits-verzekering een beurten dan moet de ouderdomsverze- kering, als sluitsteen, dat deel van den socialen hervormings-arbeid komen vol tooien. Talma wil niet stembus-succes, maar gezonde sociale wetgeving. Wie een gebouw [optrekt, begint niet bij de muren of bij 't dak, maar bij 't fondament. Wie behoorlyk gekleed voor den dag wenscht te komen, begint niet eerst met zijn hoed op te zetten, en te eindigen met zijn kousen' aan te trekken. Hij be gint eerst by de kousen, omvervolgens over pantalon, en vest en jas, te komen aan zijn];hoofddeksel. Lely die de ongevallenwet voor deed gaan Veegens die alles losliet om alleen de ouderdomsverzekering voorop te schui ven de socialistische critici die van geen ziekteverzekering tvooruit iets weten wil len, zij allen];iaten den man in zijn on dergoed^ met] een hoogen hoed op rond- loopenzij slaan 't gebouw op zonder eerst de fundamenten gelegd te hebben zij maakten (of maken) van 't verzeke ringswezen een caricatuur. Ais zijne pijnen het hem toelieten, dacht hij altijd aan hen die hij verlaten moest: de werklui, zijne vrienden, zijn Zondagschool. „Was dat niet Jo vroeg hij op een' middag, toen [zij dachten dat hij sliep. „Ja, zij kwam met Suzanna hooren hoe hetlging", antwoordde zijne moeder. „Vraag hun of ze even ieder alleen willen komen goedendag zeggen." „Ik wou niet dat die arme Jo uweer zou ergeren", zei hij later tot Merle met iets van den ouden schalk in zijne oogen, „en zij heeft mij nu beloofd dat zij Arthur Piffiany het harmonium zal laten bespelen." Eindelijk kwam de laatste nacht. Merle wist het en wilde niet weggaan, toen Frances binnenkwam. Hij dacht dat Tom wel niets meer zou zeggen, maar toen hij zat te wachten, zóó dat Tom hem niet zag, schrok hij toen hij hem duidelijk hoorde fluisteren„Francie." „Ja Tom." Zij was dadelyk bij hem. „Heeft Hij je gevraagd my te geven „Ja" antwoordde zij. Merle keek naar haar bleek treurig gezichtje en zag dat het waarheid was. Nog een klein poosje een verruk king zóó groot dat zelfs de wakenden een oogenblik alle geleden pijn vergaten en toen werd de gave aangenomen. Het was Woensdagavond en Merle wan delde door de velden naar huis, slechts met ééne gedachte in zyn hoofd om te preeken over de waarde van één mensch 1 De aanvallen der socialisten op de betrek kelijke neutraliteit der openbare school zyn opgehouden. Maar óf de openbare school, daarna, nog de school voor allen kan bly ven, is een open vraag geworden. Men moet de Gerhards en Ossendorps hooren spotten met de Oranjetrouw en Julianaliefde, die zij zouden hebben aan te kweeken, of met de poging van 't Rotterdamsche gemeentebestuur om de „vryheid" te knevelen. Het staat kwaad, op zoo'n wijs met de maatschappelijke deugden. En met de Christelijke? Daar hebben jaren geleden liberale mannen al voor gevreesd. In Het Handelsblad van 25 Maart 1899 reeds schreef Boissevain in een van zijn Van-dag-Tot-dag-artïkelen „Er is een geheim dat 1899 ons, vrees ik, nog niet onthullen zal. En toch, indien dit mogelijk ware, dan zou de toekomst van ons land weinig zorg baren. „Hoe is het mogelijk om aan de jeugd van 't land de kern, het essentieele van godsdienst in te prenten en haar er dus mee te bezielen dat ze tot edel streven gedrongen wordt. Het geheim is ons helaas niet toevertrouwd geworden, hoe het mogelyk is een school in te richten voor alle gezindten, welke de be hoefte bevredigt die verschillende overtuigingen, secten en partijen hebben aan godsdienst, aan zede lijkheid, gewijd en gesterkt door geloof aan den Schepper. „Want naar rechts en links zoeken verschillende geesten verschillende bevrediging". Zoo schreef deze liberale journalist reeds in 1899. En niemand minder dan ds. v. Dyk uit Doetinchem antwoordde dezen klager „Ik kan niet inzien dat er nog in zake het onderwijs een geheim bestaat dat onthuld moet worden. De praktijk van het stichten van bijzondere scho len heeft reeds het middel aangewezen, hoe er een einde komen kan aan de ontevredenheid over de openbare school. Laat de school vrij worden. Laat elke richting voortaan de vryheid hebben voor eigen rekening een byzondere school te bouwen, welke, gesteld onder- Wat had Tom in dat ééne jaar niet gedaan En overal waren even kostbare levensNiet even begaafd maar even goed in staat om vervuld te worden van den Geest van God maar zinkende, zinkende, terwijl zy allen een tempel konden zijn van den Heiligen Geest I En dan zijn er Christenen, die kunnen leven en eten en drinken en het veel vinden als ze één uur in de week geven aan oppervlakkigen arbeid, terwijl de ondergang van het kostbaarste wat ooit geschapen is, voortgaat. Merle wandelde dien avond met Ermyn in het schemer en zij vertelde hem het een en ander van Guy's verloren leven. „En nu, wat doet het myne?" vroeg zij. Want zijn preek had haar geroerd het was er een, die geen menschelyk wezen hooren kon zonder even stil te staan en na te denken. „Heel veel, juffrouw, heel veel voor mij en de mijnen!" „Maar hoe weinig hoe weinig ver geleken bij al wat er gedaan moest worden 1" „Die getrouw is in het kleine zal in Gods koninkrijk veel zyn 1" zei Merle, „maar uw werk is niet uit te meten behalve als er een engel bestaat, die het met een maatstok bijhouden kan 1' Zij dacht by zich zelf dat als er e»n engel aangesteld was om zijn werk uit te meten, deze het druk zou hebben maar zy wilde het liever niet zeggen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1