NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
1910.
Dinsdag 8 Maart
24e Jaargang
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
uii m mm.
Ho. 134
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUïJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Onderlinge verzekering tegen
bedrijfsongevallen in den
land- en tuinbouw,
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25,
Enkele nummers 0,02s.
UITGAVE DER EIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 40 cent, Iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 '-ent.
In de laatste tijden zijn onze land- en
tuinbouwers druk in de weer om zioh
onderling te verzekeren tegen de materieele
gevolgen van ongevallen van arbeiders in
hun bedrijf.
Naar aanleiding daarvan maakte De
Standaard voor eenige weken de volgende
opmerkingen.
Op zioh zelf moet de poging, die wordt
aangewend, om de verzekering inzake on
gevallen voor den Landbouw langs particu
lieren weg tot stand te brengen, van harte
worden toegejuicht. Het slagen van die
poging zou metterdaad een sehoone triomf
zijn voor een beginsel, dat ook steeds door
ons bepleit is.
Tooh mag niet niet uit het oog worden
verloren, dat deze poging eerst aan de orde
is gekomen, toen een wettelijke regeling
aanhangig was gemaakt. Vroeger, toen
tooh lang reeds in andere landen zulk een
wettelijke regeling was ingevoerd en de
aandacht alzoo reeds op de zaak gevestigd
was, hield men zioh stil en deed men
niets.Tbans, nu wettelijke regeling dreigde,
begon men. Maar jnist dit doet het ver
moeden rijzen, dat menigeen aan het
werk toog, meer om aan erger te ont
komen, dan uit drang van het Christelijk
beginsel, om aan zijn arbeiders reoht te
doen. Immers vooral bij de ongevallen is
geen sprake van barmhartigheid, maar
wel ter dege van recht. Als een werkman
bij werk, dat hij voor my verricht, een
ODgeluk krijgt, is het eisch van reeht, dat
niet hij, maar ik er de gevolgen van zal
dragen.
Dit hooge beginsel moge thans bij de
besten meespreken,maar de aetie zelve ging
niet bij allen van dit hoogere beginsel uit.
Beoogd werd in de eerste plaats te voor
komen de meerdere lasten, die een wette
lijke regeling zon opleggen.
Dooh zij dit zoo. Slaagt men er in, zjj
't al onder drang van dit meer egoïstische
motief, om op vrijen voet een in elk op
zicht voldoende regeling tot stanl te
brengen, waarom zonden we het niet
toejuichen. Alleen maar, juist met het oog
op dit motief is het zaak, hier niet over
één nacht ijs te gaaD, maar zich wel ter
dege af te vragen, of wat men scheppen
wil, ter zake genoegzaam dienende is.
En wel met name, le of de nieuwe
Vereeniging een genoegzaam algemeen
karakter draagt, om te kunnen zeggen,
dat de landarbeiders er door geholpen
zijn2e of de schadevergoedingen, die men
uitlooft, voldoende sullen zijn3e of bij
verschil de arbeiders uitspraak van etn
onpartijdig rechter zullen kunnen uit
lokken 4e of het kapitaal verzekerd zal
zijn, waaruit de rente moet komen, ook
als de boer sterft of zijn zaak aan kant
doeten 5e of er genoegzame waarborg
bestaat, dat de Vereeniging niet straks
weer zal verdwijnen of ook haar statuten
niet in ongunstiger zin wijzigen zal.
Ons wil nog altoos voorkomen, dat
vooraf diende te gaan een wettelijke rege
ling van wat aan hen wien een ongeval
overkwam, te vergoeden was, hoe de
kapitaals-zekerheid te waarborgen zou zijn,
en op wat wijs een gesohil ware te be
slechten. Verder kon dan bepaald, dat de
verzekering zelve geheel aan de Bedrijfs-
vereeniging zou worden overgelaten, juist
zoo als dit in het groote amendement van
Dr. Kuyper in het lioht werd gesteld.
Tooh staan we hier niet op. Aoht men de
zaak geheel zelf te kunnen regelen, ons
wel, maar dan moet geheel de zaak ook
zóó in het publiek worden behandeld, dat
de overtniging vaststaatOnze landarbei
der- worden op afdoende wijze geholpen.
Dooh voor alles dient vast te staan, dat
de landbouwers, en niet enkele landbou
wers, de zaak op dezon voet ondernemen
willen. Hoe staat 't nn hiermeê Hoeveel
landbouwers zijn toegetreden, en hoeveel
nog niet?
Tot zoover De Standaard.
Het komt ons voor, dit 't allerminst in
de bedoeling onzer land- en tuinbouwers
ligt een eventueels wettelijke landbouw-
ongevallen-verzekeriug te ontgaan.
Za weten over 't gemeen zeer goed, dat
deze toch komt. De weidenkenden onder
hen hebben er ook allerminst bezwaar
tegen.
Maar wat willen zij traobten te ontgaan
De dure centralisatie.
Zij willen decentralisatie.
Zij willen precies, wat Dr Kuyper met
z jn groot Amendement wilde.
Daarom organiseeren zij zioh nn al vast.
Zullen zij evenwel hun doel bereiken,
dan moet deze organisatie zoo algemeen
mogelijk wordeD. Zijn onse informatiën
juist, dan mogen we oonstateeren, dat de
zaak der onderlinge vereeniging in de
laatste dagen vooruit gaat.
Wij verwijzen voorts naar ons Persover
zicht waarin wij 't oordeel van De Neder
lander opnemen.
Verzekering Landbouw-Ongeva'len.
Ook ons wil het voorkomen, dat het tyd
wordt, de verplichte verzekering tegen de
gevolgen van landbouwongevallen in te
voeren.
Eerst wanneer die verplichting aan allen
wordt opgelegd is zij rechtmstig.En dat het
billijk is, het bedrijf en niet de arbeiders in
het bedrgf, te belasten met de schade uit
ongelukken in het bedrijf ontstaan, behoeft
wel geen betoog meer-
Zoolang die verplichting niet wettelijk
vaststaat, kan men den patroon er geen
verwijt van maken, dat hjj zich houdt aan
het gemeene,bet voor alls burgers geldende
recht. Volgens het gewone raeht, dat
eeuwenlang gegolden heeft, is een mensch
slechts aansprakelijk voor schade door
onrechtmatige daad of door onvoorzichtig
heid veroorzaakt.
De voorstelling,die wij onlangs ook weer
in de anti-revolutionaire pers ontmoetten,
dat de patroon zedelijk verplicht is de
schade op zich te nemen, die zijnen werk
man overkomt, achten we onjuist. Party en
kunnen de zaak zoo regelen als ze zelve
willende arbeider kon evengoed zich zelf
verzekeren, en om dit te kunnen doen
hooger loon bedingen. Dit is het gewone
recht.
Men heeft echter ingezien en erkend, dat
feitelijk zoo een regeling niet mogelijk is
vooral niet in bedry ren, waar voor overvloed
van arbeiders is, zoodat het loongedrnkt
wordt. Ook heeft men ingezien, dat, by de
gewone burgerlijke rechtsverhouding tus-
sehen patroon en werkman, feitelijk den
werkman zelfs datgene onthouden wordt,
wat naar gewoon recht hem toekwam.
Telkens een proces te voeren, om de schnld
van den patroon te bewijzen, was voor den
werkman onmogelyk. En zonder dat bewys
had hij geen recht op vergoeding.
Men heeft daarom een voor de arbeiders
exceptioneelen, bijzonder gncstigen toe
stand geschapen door de wet. Deze dwingt
den arbeider relfs die schade te vergoeden,
welke een gevolg is van 's werkmans eigen
onvoorzichtigheid. Zy zorgt dat hjj die ver
goeding zoo spoedig mogelijk krijgtdat er
niet over geprocedeerd behoeft te worden
dat des werkmans recht op vergoeding niet
afhankelijk is van de gegoedheid van den
patroon dat ook 't bedrag der vergoeding
zooveel mogelijk vooraf geregeld wordt.
Is dat nn eenmaal alzoo vastgesteld bjj
de wet, dan kan de patroon daarmee reke
ning houden, en behoeft hij niet te veel
schade te lyden, omdat de verplichting op
allen rust, zoodat voor hem de mogelijkheid
van verhaal op anderen ontstaat.
Men keert echter de zaak om, als men
eenigszins smalend zegt, dat indien de
landbouwers nn de hand aan den ploeg
slaan om zeiven de verzekering te regelen,
dit »niet voortkomt uit drang van 't christe
lijk beginsel*, en dat het »een eisch van
recht is, dat, als een werkman by werk dat
hij voor m\i verricht een ongeluk krygt,niet
hij maar ik de gevolgen daarvan draag*.
Ware dit zoo, dan zon de Ongevallenwet
terugwerkende kracht moeten hebben, want
dan is „onrecht" gepleegd jegens allen die
vóór de invoering dier wet een ongeluk
hebben gekregen. Dan zon ook thans dit
beginsel moeten gelden voor alle arbeiders,
die niet vallen onder deOngevallenwet.Maar
geen rechter zou dien eisch geldig verklaren 1
Indien iemand aan een arbeider, die
niet onder de Ongevallenwet valt, de schade
vergoedt voor een ongeluk, dat hem op
geenerlei wijze kan worden verweten, dan
doet hij wel degelijk een daad van barm
hartigheid.
Maar het is billjjk, dat de zaak anders
geregeld wordtin indien de wet dit doet,dan
schept zij een nieuw recht, ten behoeve der
arbeiders.
Is dat zoo, laat ons dat dan dankbaar
erkennen, en niet telkens het doen voor
komen, alsof toch eigenlijk de patroons
égoïsten zijn,die hun plicht verwaarloosden,
en daarom nu gedwongen worden, terwjj' de
arbeiders tot dusver „onrecht» leden.
En laat ons dan ook bedenken, dat die
nieuwe regeling, hoe wensehelijk ook, aan
de patroons zwaarder lasten oplegt, dan
eigenlijk mag. Immers trachten vaak arbei
ders uit de gunstige bepalingen der Onge
vallenwet voordeelen te trekken, die hun
niet loskomen. Aan dat misbruik is weinig
te doen, doch het komt ten nadeele van de
patroons.
Het is verstandig ingezien door de land
bouwers, dat zij beproeven zeiven de ver
zekering te regelen, en alzoo te ontkomen
aan de omslachtige en dure regeling, door
een publiek lichaam als de Rijksverzeke
ringsbank. Zij doen dat natuurlijk nit wel
begrepen eigenbelang*, maar tevenB uit e6n
zeer gerechtvaardigd eigenbelang. Wy
moeten hst prijzen, dat deze mannen zelf de
handen uit de monw steken, en niet alles
overlaten aan de staatszorg. Maar, al willen
wjj ook nauwkeurig toezien, dat de arbeider
ontvangt wat de wet hem toekent, toch willen
wjj niet met wantrouwen staan tegenover
den landbouwer, alsof deze trachten zon aan
zyn verplichtingen te ontkomen,en wy zullen
goed doen, met tevens toe te zien, dat de
arbeider niet meer ontvangt dan hem „rech
tens" toekomt.
Wij willen reeht voor allen, en het komt
ons voor, dat, ook met medewerking van
sommige groepen van rechts, bjj de vaststel
ling der Ongevallenwet de zaak zeer eenzjj-
dig is behandeld, en dat geenszins voldoende
gelet is op aller belang en aller recht.
Laat ons hopen, dat bjj de Land- en
tuin; ouw-Onge vallen verzekering dit quasi-
democratisch vertoon niet zal worden
herhaald. Nederlander.
lillAIiÖllliiÜCL
Tot wethouder van Rotterdam is ge
kozen de heer C. v. Dorp (lib.) met 22
tegen 19 st. op ar. A. de Jong (antir.).
De 8 socialisten stemden bij de herstem
ming op v. Dorp. Afwezig waren v. Ros-
sem (ohr. his'.) de Jong (antir.) en Muller
(lib.); 1 stem was blanco.
Niettegenstaande de gezamenlijke Reeht-
aohe partijen maar 2 stemmen minder
uitbrengen dan de gezamenlijke Linksohe
partijen, brachten tooh deze laatsten ver-
eenigd hun stem uit op den vrijzinnig
democraat, daardoor nog eens weer, voor
de zooveelste maal, bewijzende, hoe, tus-
sohen vrijzinnig en sociaal democraat het
bloed kruipt waar'tniet gaan kan.Wel komt
de N. Rott. Crt. nu achteraf vertellen dat
de linkerzijde gaarne een man van Rechts
zou hebben gesteund, maar dat het dan
een ander had moeten wezendooh dit
zal wel een smoesje zijn. Waar de par-
tjjen ongeveer gelijk staan had de Rech
terzijde op één zetel zeker wel reoht ge
had, en dan verbleef haar ook 't reoht
om zelf uit haar midden den meest ge
schikte en meest gewensohte aan te wijzen.
Deze passeering van mr. de Jong is een
domheid. De N. R. C. zegt zelf dat hij is
een verpolitiekt raadslid en een drijver.
Gesteld dat dit zoo is, dan was hier een
mooie gelegenheid geweest om dien „drij
ver" orso iadelijk te maken. Bovendien
is hij de meest gedachte tegenstander in
»zijn« blad en bij de verkiezingen. A's
hoofdredacteur zou hij blijkens de
berichten hebben moeten aftreden,
en als organisator bij elke verkie
zing zon hij, in zijn nienwe betrek
king ook niet veel meer gepresteerd
hebben. Hij heeft den liberalen al heel
wat zetels geroofd, en hoopt dat stellig
voorloopig nog wat te blijven doen.
Bovendien is mrde Jong bij al deze en
mi8sehien nog andere gebreken een eerlijk
tegenstander. Alles te zamen genomen
wij heihalen het is deze wethouders-
benoeming of liever -passeering een
domheid. Voor de a.r. partij te Rotterdam
en voor de Rechterzijde is zij een niette
onderschatten voordeeltje.
Met 1 Juli heeft de wethouder v.
Citters te Rotterdam zjjn betrekking als
zoodanig opgezegd.
L X OOU W
CHILI BIJ GROENTEN.
I
Het is van eene algemeens bekendheid,
dat het cbilisalpeter eene uitmuntende
meststof is op het bouw- en weiland.
Menigeen weet, dat ook in den tuinbouw
deze meststof met groot sueoes kan aan
gewend worden. Daar vele tuiniers even
wel nog niet van het groote nut van het
chili overtuigd zijn, achten wij het zeer
gewensoht hen door cijfers aan tetoonen,
hoe groot het voordeel is, dat zij moeten
missen, als zij geen ohilisalpeter gebrui
ken. Het is wel wat vervalend veel cijfers
te moeten lezen, maar waar het gaat om
de dubbeltjes zullen onze lezers wys ge
noeg zijn, om niet af te schrikken van
een beetje inspanning. Terzake dan Wjj
ontleenen onze gege< ens aan het „Beknopt
Verslag der Land- en Tuinbouwproefvel-
den over 19041905 en 1906,* uitgegeven
vanwege ons Ministerie van Landbouw.
Wij weten dus zeker, dat wjj hier te doen
hebben met vertrouwbare ojjfers. In 1906
werd te Veur eene bemestingsproef met
chilisalpeter genomen op spinazie. Een
perceel groot ruim 21 s Aren, werd ver
deeld in twee gelijke stukken. Beide stuk
ken werden op de gewone wjjze met stal
mest bemest, doch een der stukken kreeg
daarenboven nog 4 K. G. chilisalpeter en
wel 2 K. G. den 20 Maart en 2 K« G.
eene week later. Van het laatste stnk
werd den 18 April 765 K. G. spiDazie ge
sneden, die k f 0,10 per K. G. f7,65 op
bracht Den 29en April werd van dit
stnk nog 198 K. G. gesneden, die voor
f 17,60 verkocht werd; detotaalopbrengit
was dus f25,25. Het uitsluitend metstal-
mest bemeste stuk leverde zjjn eerste op
brengst eerst den 24 April.
Er werd 171 K. G. van
waarvan f9,50 werd bedongen; de lagere
prys was natnurlyk het gevolg van de
latere opbrengst. Het met chilisalpeter
overeenkomende stnk bracht dus f 15,75
meer op dan het andere. De kosten van
het overbemesten beliepen f 0,60 zoodat
dus per ruim 1,25 Are een winst bebaald
werd van f 15,15 of per H. A. de kapitale
som van plm. f 1200 Mij. duukt, dat deze
ojjfers niet dor meer zjjn, maar een gestalte
aannemen, die gansch begeerljjk is. Een
paar jaren geleden sprak ik eens een ge
zeten landbouwer, die mij verzekerde, dat
hy zjjn rjjkdom voor een deel te danken
had aan het chilisalpeter. Ik vond dat wel
wat sterk gesproken, maar met deze ejjfers
voor de oogen, twijfel ik niet langer meer.
In 1905 werd te Charlois ook eene be
mestingsproef genomen op sp nazie en wel
als volgt:
Een proefveld groot 31a Are, werd be
mest met 600 K. G- stalmest per Are en
daarna verdeeld in 7 peroeelen, elk groot
Are, welke perceelen op de volgende
wjjze werden overbemest:
Perceel I: geen overbemesting.
II3 K. G. patentkali m. 5 K. G.
superphosphaat m. 3 K. G.
chili.
III3 K. G. patentkali m. 5 K- G.
superphosphaat.
IV 3 K. G. patentkali.
V 5 K. G. superphosphaat.
VI: 3 K. G. chilisalpeter.
VII: 5 K. G. kalk.
De stalmest werd begin Maart onderge
spit, waarna de hulpmeststoffen werden
uitgestrooid, uitgezonderd het ohilisalpeter,
dat in drie keer werd uitgestrooid, nl. 16
Maart, 23 Maart en 23 Mei' Op 20 Mei werd
het geheele proefveld met krotenzaad be
zaaid, zoodat van het chilisalpeter, alleen de
eerste 2 giiten de spinazie ten goede kwa
men. Reeds spoedig viel op de verschillende
perceelen een verschil in ontwikkeling waar
te nemen. Het best en het snelst was de
groei op de perceelen II en VI, dus op de
perceelen, welke chilisalpeter ontvangen
hadden. Op deze twee perceelen kon de
spinazie gtsneden worden den 13en Mei, op
de andere perceelen den 15en en den
17en Mei.
bracht op: 105 KG.
Perceel I
II
III
•- 1,
V
VI
VII
141
99
93
105
182
105
Door het Chilisalpeter alleen werd dus
per halve Are een meerderopbrengst ver
kregen van 27 K.G., dat is per HA. 5400
KG. Onze tuinders kunnen dus zelf uit
maken of een bemesting der Spinazie met
chilisalpeter ook winstgevend is I
Landbouwtelling.
Blijkens mededeeling van den minister
van landbouw, nijverheid en handel aan de
commissarissen der Koningin, zal de telling
betreffende het grondgebied en den vee
stapel plaats hebben tnssohen 29 Mei en 20
Juni 1910.
De leiding der telling berust nit den aard
der zaak in iedere gemeente bij den burge
meester. Deze is vry, de werkzaamheden
op te dragen aan de personen, die hjj daar
voor het meest geschikt aoht. Met get oog
op den omvang der opneming en de daarbij
verlangde nanwkenrigheid, zullen de bur
gemeesters van Rijkswege in staat worden
gesteld aan de tellers een vergoeding nit
te keeren.
Deze vergoeding heeft intnssohen meer
het karakter van een gratificatie dan van een
belooning,omdat wordt verondersteld, dat de
lelling hoofdzakeljjk zal worden verricht
door gemeenteveldwachters, te geljjk met
hun politiedienst, of althans door gemeente
ambtenaren. In de wjjze, waarop de vergoe
ding zal worden besteed, worden de burge
meesters geheel vrijgelaten.
UIT DE PROVINCIE.
Middelburg. Zaterdagazond had de
40jarige werkman P. de Fagter alhier het
ongelHk om bij het lossen van de Rotter-
damsohe boot van de loopplank in het
water te vallen tussohen kaai en sohip.
Gelukkig wisten de omstanders hem spoedig
op het droge te brengen en kwam de P.
met den schrik er af.
Pensioen is verleend aan A. Wende',
weduwe R. Broere, directeur der Rijks
kweekschool voor onderwijters te Mid
delburg, f828-
Aan het postkantoor Krabbendjjke
en de, daaronder ressorteerende, hulppod-
kantoren werd gedurende de maand Febr.
1910 ingelegd f 3954.27. Terugbetaald
f 4284 91. Het laatste door dat kantoor uit
gegeven boekje draagt het nummer 1049.
Voorts bedroeg het aantal verzonden tele
grammen 114, ontvangen 221, totaal 335.
Uitgaande telefoongesprekken 86, inko
mende 65, totaal 151.
Hoedekenskerke. In de Raadsverga
dering van Vijjdag, onder voorzitterschap
van den Burgemeester, was met kennis
geving afwezig het lid Walraven. Eene