NIEUWSBLAD VOOR ZEELANS. JONATHAN MËBLE. No. 132 CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes Fo P. D'HUU, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Bij dit nummer behoort een By voegsel. FEUILLETON. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p. p. ip25. Enkele nummers 0i026. UITGAVE DER FIRMA EN VAlj van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ''ent. 4- Maart 1910- Wij maakten dezer doge» melding van het misselijk bedrjjf van Enk» om uit een vertrouwelijk gesprek tusschen eenige Rotterdamsche dames en hoeren een en ander aan de groote klok te hangen, door publiceering van esn door mrDe Jong gebe zigde uitdrukking in het Volk W ij drukten ook af het protest van een zestal hearea die aan bedoeld gesprek heb ben deelgenomen tegen zoo schandelijk bedrijf en de gepleegde onjuistheden. Thsns schrijft de gastheer zalf, de heer Brants, hoofd eener school te Rotterdam, aan Het Handelsblad De gezellige avond bij mij aan huis werd bijgewoond door een tiental sedert jaren met ons bevriende personen, waar onder ook Enka behoorde, en de gasten mr De Jong ends Wagensar. De dames waren in druk gesprek met mej. v. d. Vlies en de heeren spraken over de politiek. Nu zegt juffrouw v. d. VI. 't volgende „Het was mij niet mogelijk verder aan zulk een gesprek deel te nemen". De waarheid is, dat ze er in het geheel geen deel aan genomen heeft, dan alleen bij enkele interruptie. Verder»Trouwer.s het geheele gezel schap zat verslagen perplexs. De waar heid is, dat niemand verslagen, perplex zat. Df.ar was ook voor ons, die opzet, bedoeling, en ontwikkeling van 't gesprek begrepen, geen enkele reden voor. Meer malen wcs de zaak dan ook door enkelen onzer reeds in denzelfden geest be sproken. Dan»Vcor een der anderen heb ik toen 't gezelschap verlatens. De waarheid is, dat nasj. v. d. V. met mej. K. eenigen tyd daarna, op haar gewonen tijd, dat wil zeggen eau weinig vroeger dan de andere leden van het gezelschap, is vertrokken, daar zij nog al ver weg wonen na liever niet laat thuis komen. »De heer De Jong wist wie ik was en van eenige vriendschap is geen sprakes, We wisten wie mej. v. d. VI, was, d. w. z. een sedert jaren vertrouwde vriendin,met wie alty'd open en eerlijk de zaken werden besproken,ook na haar politieke» omkeer. Nooit is ze een seconde anders behan- 38 «Als gij de armen wilt redden, moet gjj de rijken leeren," viel de admiraal hem in da rede. „Onze kerk is de arme kerk, de kerk, die hen dominé's geeft zonder dat zjj er iets voor behoeven te betalen. Door toe te treden zoudt gij de armen niet verlaten en zoudt gij gelegenheid hebben om te spreken tot sommigen die het evenzeer noodig heb ben evenzeer,» voegde hij er nog eens bevend bij. »Denk er over wat gjj zoudt kunnen, Merle. Denk er eens over Eu Merle dacht. Hij hoefde niet 4e kiezen. Er waren diensten in de Engelsohe kerk, die hjj nooit met een eerlijk hart sou kunnen leidenhij kon het geld niet hebben aangenomen of de positie die men hem san- bood zonder ontrouw te worden aan zijn eigen overtuiging, maar in zijn ziel vond hij het hard af te zien van eene plaats in de wereld, die onder alle naties de banier van het Kruis draagt, wiens liturgien door alle eeuwen heen tot God zijn opgezonden. En die kerk wilde hem geéne plaats inrui men, zij zond gebeden voor hesa op, als mensob, als hij reisde, ziek was, dwaalde, in "evaar was of in noodals dienaar van het Woord negeerde zij hem, tenzij dat hij behoorde tot de Turken, ontrouwen of ketters. Hij berekende niet wat het alles inhield, hij voelde het slechts, toen hij begon »Het spijt mij heel erg, mjjnheer »Wat!« riep de admiraal uit, »je wilt toch niet zeggen, dat je zoo'n aanbod deid geworden. En nu, ns haar gewonen vriendelijken afscheidsgroet, ook aan den heer De Jong, is zij als altijd heenge gaan, en niets, absoluut niets deed ons vermoeden, wat zij later met enkele opgevangen woorden zou gaan doen. Ik had ook nooit kunnen den ken, d at zjj tot zulk een daad zou komen. Ook kou zjj in druk gesprek aan de andere zjjde dar kamer gezeten, het gesprek niet zoo hebben gevolgd om er een objectief waar verbaal van te kunnen geven. Zeker, «tot eigen voordeel (heeft zij) deze diensten bewezen". Waarom dan wel P Zij zegt het zelf in Opwaarts van Vrijdag 25 Februari, waar zjj schrjjft »De christelijke arbeiders, de jonge arbeiders vooral, moeten leeren, deze sjacherende menschen te wantrouwen. Dan alleen kan het vertrouwen in het socialisme tot hen doordringen". In ditzelfde stukje zegt ze»Wij, christen-socialisten, worden behandeld als het afachrapsel, het uitgeworpen deel der christeljjke kringen, dat, waartegen iedereen waarschuwt". De waarheid is, dat hoewel mej. v. d. Vlies ons nu „gemeenschappelijke kennissen" noemt, zij in onzen kring altjjd als vriendin is behandeld, en nooit hebben wjj tegen haar gewaarschuwd. En dien kring be handelt zij zóó. Deze diDgen te moeten schrijven, doet mij ontzaglijk leed. Oaa veel hebben wjj haar lief gehad, hoewel we vaak haar theorieën moesten bestrjjden. En nu haar dit schandelijk bedrijf te zien doen, cynisch, omdat dit „niet anders (kan) dsn ten goede komen aan het christen-Eocialisme", zooals ze zelf schrjjft dat doet schrijnend pjjn. Natuurljjk bljjf ik er bjj om mij door niets te laten verlokken, de juiste toedracht der zaak mede te deelen. Ik twjjfel er geen oogeablik aan, of u, mjjnheer de Redac teur, zou d9ze daad eveneens als „schan delijk'!: kwalifieeeren, indien u den gan- schon loop van het gesprek had bijge woond Herinnerd zjj hierbij dat de redactie van Het Handelsblad in de oorblazerjj van Enka, en dus ook in de exploitatie er van, geen kwaad ziet. Dat kan wel aan haar Kuyper-haat liggen. afwijst? Je zult nooit meer zoo'n kans hebban, Merle U „Neen, mijnheer, dat geloof ik ook niet, maar ik kan het niet helpen," zei Merle en trachtte zijn redenen duidelijk te maken. De meest duidelijke redeneering zou weinig gegeven hebben, maar de dominé was bij zonder nauwgezet en gaf zooveel reden en ophelderingen, dat admiraal Hargrove er niets meer van begreep. Hij luisterde er een poos naar en riep toen uit„Ik kan er hecsch geen touwen aan vast knoopen wat u segt, mjjcheer Merlemaar het keest mij voor dat als u eens spraakt eeet een verstandig aiensch, die kennis heeft van kerkelijke zaken, hij u op den goeden weg zeu kunnen helpen. Het is zoo dood zonde, dat een man zooals u zoudt blij ven waar u zijt en wat u zijt elk dienst meisje, dat iu de kerk komt, meent het recht te hebben alles te beoordeelen wat u doet 1" „Dienstmeisjes zijn altijd voor den dominé, mijnheer 1" zei Merle kalm«en ook de jonge lidmaten, en die twee samen geven he® vaak meer dan genoeg macht over' diegenen, die meer weten dan zij of hij 1" «U behoeft niet van de gevoelens van de heele menigte af te hangen," zei de admiraal. «Het is een verkeerd systeem verkeerd in hart en nieren dat eea man voor zijn levensonderhoud afhankelijk is van de genen, die hij moest leiden. Het brengt hem in groote "verzoeking „Dat kan ten minste, mijnheer. Ik heb dikwijls getracht om mij in te denken hoe het toch zijn moet om zich een heer te weten met zooveel behoeften, en geen Mr. de Joag zelf schrijft in De Rotter dammer Op zekeren dag iu de maand Januari van het jaar 1910 seide de heer Brants tot mr. de Jong ais het kan, houd dan een na den aanstaanden Zondag volgenden Zondagavond vrij, en kom dan bij ons 1 't Antwoord van den heer Do Jong was als ik kan, zal ik komen. En op den avond van 28 Januari ging hij naar den heer en mevrouw Brants. Daar vond hij een betrekkelijk grooten kring dames en heeren.C') Het was dus een „geëleveerd gezelschap". Ook bevonden zich daar on derscheidene dames, meest eohtgenooten van de aanwezige heeren, en ook Mejuf frouw van der Vlies, bekend door haren naam »Enka". De heer des huizes genoot bij den aanblik ven de bijeengekomen „schare", en de vriendelijke gastvrouw verzorgde hare gasten, laat ons het maar matig zeggen, alleszins naar behooren. De dames hadden het overeerlijk gezegd, we weten het niet best. Zij zaten aan de andere zijde van de hamer, Mejuffrouw Vau der Vlies in haar midden. Allen in drukke conversatie. En de zeven heeren „boomden" met elkander over alles en nog wat. Natuurlijk ook over de politiek. En uiteraard ook over de »lintjesquae»tie<, gelijk in de laatste maanden in eik Neder- isndsch gezelschap is geschied. Wij weten nog goed, dat in verband met de „duister heden", die in de bekende verklaring van Dr. Kuyper in de bladen waren opgemerkt, tnssohea Ds. Wagenaar en Mr. de Jong het gesprek eerst ging over den practisohen invloed van het supralapsarisohe ofinfra- lapsarisehe theologische standpunt. Hoe dit zij, terwijl Mejuffrouw van der Vlies, zittende aan de andere zijde der ka mer, het drnkke gesprek der zeven hoeren voor de helft niet had gehoord, en dus de ontwikkeling absoluut niet begreep, woorden opving die luidden „liegt", „verdraait», „onbewust" enz., kwam zjj plotseling van de overzyde het gesprek der heeren «binnen vallen" en meende te moeten opmerken, dat Dr. Kuyper »heelema®l verleugead" was. Eene" interruptie, eene opmerking, die dade lijk toonde, dat de juffrouw inderdaad niets van het gesprek zelf gehoord en begrepen had, maar tevens ook blijk gaf van de mee- Namen bekend. Red Zeeuw. ambacht te kennen en zelfs geen stukje grond te bezitten, en het schijnt mij dat de verzoeking dan vreeselijk moet zijn. Ik hoop, dat ik nooit hard zal oordeelen over iemand, die daarin vervalt voor het brood zijner kinderen De admiraal zuchtte, De stapel brieven op zijn schrijftafel hadden hem bewezan dat Merle gelijk had. Hjj wist niet hoe en wat. Hij twijfelde of Merle wel de juiste man was en toch weeihij was trouw Merle onderbrak zijn gepeins. „Ik weet dat er voorrechten zijn ver bonden aan het zijn van dominé der En- gelsche kerk, die nooit de mijne zijn kun nen. Om het recht te hebben het recht dat ieder erkent om uit hoofde van zijn ambt naar elk huis, 'tzij arm of rijk te mogen gaan en daar te spreken van onzen Heer het is een zeldzaam voor recht 1* «Merle, dat voorrecht kan ja hier heb ben", zei admiraal Hargrove, terwijl zjjn stem trilde van ernst. »Ja hier (ziende hoe verwonderd hg was) waar gij de har ten der armen reeds gewonnen hebt. Ik zou van je leeren en samen met je wer ken. En je zoudt nooit eenig verschil voelen omdat je vroeger een armen man onder ons geweest waart. Mjjnheer Cla rice heeft je het aanbod gedaan en als de nieuwe kerk te Westbrook er is vóór jou, zou ik de plaats voor je open houden. Zeg nu niets,* zei do admiraal, «denk er een week over. Neen, zeg niets 1" »Ik moet mijnheer ik mag u niet laten wachten als Merle hield op en wenschte dat hjj niets gezegd had, want admiraal Hargrove's oogen fonkelden. ning die haar bezielde. Intusschen ging de avond gansch gezellig voort, totdat de juf frouw, die naar wij nu vernamen steeds de gewoonte heeft iets vroeger dan anderen hee- te gaan, wanneer het „haar tjjd» wordt, zeer vriendelijk afscheid nam, ook van Mr. de Jong, niets latende bemerken, dat ook maar eenigszins eenige boosheid, eenig in- nerljjk protest of eenige verontwaardiging haar vervulde. Prettig waren de andere gas ten nog een poosje bjj oen, totdat het uur van scheiden was aangebroken, en zjj, met een betuiging van hartelijken dank aan de gast vrouw voor de «vriendelijke ontvangst" huiswaarts keerde. "Wie had nu toch kunnen denken, wat aan dezen kring boven het hoofd zou hangen Wij zullen nu maar niet gaan phjlosop- heeren over de vraag van J. v. E. in het Handelsblad van 25 Febr., of de juffrouw bovengenoemd, soms ook in „Judas-gestal- te" in het gezelschap zou tegenwoordig zijn geweest". Integendeel, al was hare houding, gelijk nu bljjkt, dien avond door en door valsch, toch gelooyen wjj, dat zjj nu meent wat zij schrijft, ook al dwaalt zij grooteljjks. Maar kort en goed, zie wat er gebeurt. Deze juffrouw schrijft in een weekblad, getiteld Opwaarts, orgaan van den Bond van Chris ten-socialisten. Daar neemt zjj de vrijheid te zeggen «Dr. Kuyper heeft geschacherd". Over die uitdrukking aangevallen.meent zij zich te moeten verdedigen en grjjpt... naar woorden, die zij op den geielligon avond bjj den heer Brants uit het gesprek der heeren heeft opgevangen, schrijvendege hadt dan eens moeten hooren, „hoe een antirevolutio nair Kamerlid zieh dezer dagen over den leider van de „partij van den levenden God" uitlietDaar stormt natuurlijk een depu- taat van het socialistische hoofdorgaan Het Volk, die in opdracht heeft permanent te zorgen voor een goed-gevulden vuilnisbak op los, en zegt tegen de juffrouwKunt u mij niet eens wat meer daarover vertellen En de juffrouw maakt geen bezwaar.... En dan volgt 't bekende verhaal van Enka, waarvan mr. de Jong zegt dat 't fantastisch is, en moet zjjn, wjjl zjj van 't gesprek al heel weinig heeft kunnen hooren. Se Hamburg, Antwerpen en Nieuwe Waterweg. In de maand Februari zjjn in de haven van Hamburg aangekomen 1112 schepen metende 827,559 ton, tegen 992 schepen »Vind mij niet ondankbaar, mijnheer smeekte hjj. «Ondankbaar l" riep de admiraal, «ik vraag je mjj den grootsten dienst te doen, die de eene man den ander Tragen k&n en je wilt er niet eens even over naden ken, geen half uur zelfs, geen vijf minu ten. 't Zjjn 't zjjn die malle ideeën van u, die u ten gronde, richten, mijnheer Merle. Ik had het niet van u gedacht. Ik kan u alleen zeggen dat als dit de ma nier is, waarop u het opneemt, n niet de man zjjt waarvoor ik u hield, noch mijn man 1" en hjj keerde zich om, om te gaan. «Wacht even mjjnheer l« riep Merle. Hargrove hoorde het smeekende in zjjne item en keerde zich half om. „Ik zeide het, omdat ik weet, dat ik niet de man ben, die u noodig heeft mijnheer dat wist ik. U dacht te goed over mij, door mij dat voor te stellen." »Ja, dat deed ik" «Maar u zoudt veel te min over mjj denken, als u dacht dat ik ooit, zoolang als ik leef, zou kunnen vergeten wat voor mij in uw hart was,* zei Merle met be vende stem. «Als ik u van dienst kón zjjn hoe gaarne zou ik het willen Maar ik zou geen grooter misbruik van uw goedheid kunnen maken dan mij beter voor te doen en te weten dat ik u zou teleurstellen. Zelfs als mjjn geweten het toe zou staan en dat wil het niet." «Met u is toch niets te beginnen," zei admiraal Hargrove boos. „Ik had gedacht dat met een diepen zucht «Ik raad u toch om er eens een weekje over te denken, voordat u mijnheer Clarice's aan bod afslaat". metende 807,938 ton in Februari 1909. Er is dus een vermeerdering met 220 sche pen en met 19,536 ton. De ojjfers van de havenbeweging over de twee eerste maanden van 1910 ea 1909 zjjn (met herleiding van de Antwerpsche cijfers, om ze met de andere vergelijkbaar te maken) Hamburg. Antwerpen. Schepen. Ton. Schepen. Ton. 1910 2213 1,746,262 1045 1,646,423 1909 1803 1,613,751 988 1,539,773 Verschil: 350 132,511 57 106,650 Nieuwe Waterweg. Schepen. Ton. 1910 1322 1,411,533 1909 1176 1,250,596 Verschil 146 160,937 De soheepvaartbeweging van Antwer pen hoeft dus ia de twee eerste maanden die van den Nieuwen Waterweg met 234,890 tOD overtroffen, ter wjjl het ver schil ten gunste van Antwerpen over <le eerste maand 115,296 ton bedroeg. Voor Antwerpen is gewoonlijk de eerste helft van het jaar het gunstigst, maar in den loop van de tweede helft pleegt de soheep- vsartbewegicg van den Waterweg die van Antwerpen te overvleugelen. (N. R. C.) VIT DE FBO VINCIE. Onze Bruinisser oorresp. schrijft: De achtbare vertegenwoordigers der burgerij die ter afwisseling voor ditmaal weer eens een avondvergadering hielden, mochten zich in een buitengewoon groote belangstelling van de zijde der burgerjj verheugen. De mooi gestelde notulen worden door den secretaris gelezen en zonder op- ot aanmerkirg goedgekeurd. Naar aanleiding vau de notulen deelt de voorzitter mee dat het hem is gebleken, na een bespreking met den Ingenieur van den pror. waterstaat, dat tot een diepte van ongeveer 15 meter zal moeten geboord worden. De boring die ongeveer 3 maal 40 gulden zal kosten wordt opgedragen aan de firma wed. A. Anker en Zonen, Zierikzee. Naar aanleiding van de verlegging van «Is dat dan buiten het uwe om f* »Ja, mijn idee kwam er later bjj, en het was een groote foutl" Merle glimlachte alsof hij zeggen wilde „ddt was het"maar ietB in zjjne oogen roerde den admiraal. Hjj stak zijne hand uit en Merle vatte haar en zij scheidden zonder iets meer te zeggen. De admiraal ging zeer bezwaar! huiswaarts; hij was bitter teleurgesteld in Merle en ook door Merle; zjjn tegenstand had hem in de oogen van den admiraal veranderd van een heilige in een stijfkop, zonder verstand. Merle ging naar zijn vruchtboomen terug, ook al met een bezwaard gemoed, en met een gevoel alsof hjj ver boven alles ver heven was. Het was niet pure verwaandheid, die hem van tijd tot tjjd overviel em hem zeide dat hjj niet was als andere menschen. Als dat zoo was, zou hjj eens hooger komen als het tjjd was voor hem. De gedachte kon hem niet bjjzonder bewegen, want hjj had zjjn tegenwoordig werk onuitsprekelijk lief zoo zeer, dat er zeifs geen persoon- ljjke opoffering noodig was voor zijne wei gering om het te verwisselen voor de pos:ti9 van een parvenu-dominé der Engel sohe kerk, door welwillende rijkelui zoover gekomen en aan banden gelegd door zijne dankbaarheid, Wat Merle bezwaarde was dat admiraal Hargrove ooit had gedacht hulp van hem te ontvangen en die niet ontvangen had. Terwijl zjjne handen zich repten, zond zjjne ziel een stil gebed op dat een andere, waardiger dan hjj, gezonden mocht worden tot hen, die hjj niet bereiken kon. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1910 | | pagina 1