NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
1910.
Vrijdag 4 Maart
24e Jaargang
HISTORISCH
Ho. 131
GHRISTEUJK-
Tegen het Bakkerswetje.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. DWÜ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Uit de Tweede Earner.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p. p. 1,25.
Enkele nummers (^026.
UITGAVE DER FIRMA
W VAN
van 1—5 regels 40 cent, iedere regel meer 8 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 '•ent.
Tegen het Bakkerswetje zjjn in de afdee-
lingen der Tweede Kamer zóó reel stemmen
opgegaan,dat men nu reeds durft profeteeren
dat de aanneming er van straks bij de open
bare behandeling groot gevaar loopt.
Na is 't meer gebeurd, dat tegen een
wetsontwerp in de afdeelingen door «vele"
en //een groot aantal" leden „onoverko sae-
lijke bezwaren werden geopperd en dat
ten laatste toch de groote meerderheid er
voor stemde.
Die «vele* leden bleken dan tot «ette
lijke* weggesmolten.
Geen minister laat sioh dan ook ooit
door dergelijk opdringend gepraat van de
wijs brengen.
En een minister, die weet wat hij wil,
zijn volkje kent en daarvan te juister
oogenblik weet te profiteereD, haalt erin
den regel zijn ontwerp dan ook wel door.
Of dit nu ook zal kunnen
De memorie van antwoord zal er bin
nenkort wel antwoord op gBV6neen
antwoord, dat den minister best is toe
vertrouwd.
Van socialistische zijde mag men nu
voorspelien, dat het ontwerp vallen zal,
mede door ■partijpolitiek van vrijzinnigen,
die aan een Raohteoh kabinet geen
sociaal triomfje, van hoe bescheiden om
vang ook, zal gunneD en door Talma-haat,
die uit persoonlijke antipathie jegens den
minister zijn ontwerpen zal afstemmen
wij voor ons kannen niet gelooven, dat
er in de Tweede Kamer dergelijke kleine
mensohen zitting hebben, of dat er ook
maar één ander motief dan 't wèl begrepen
landsbelang bij 't bepalen van hnn stam
den doorslag geven zon.
Intussehen, het ontwerp, dat afschaffing
van den nachtarbeid in bakkerijen bedoelt,
vindt bezwaren. Er zijn er, gelijk de
socialisten, voor wie 't te weinig geelt,
doordat het de mogelijkheid openhoudt,
dat alleen werkende of sleohts «met eigen
vo!k« werkende bakkers een gedeelte van
den naoht arbeid verrichten in hnn bak
kerij. Er zijn er, gelijk de bakkers uit 't
groot bedrijf, die allicht bij Links en bij
Reohts hnnno tolken zullen vinden, welke
van oordeel zijn, dat het ontwerp te veel
geeft.Het brengt toeh afsohsffing van nacht
arbeid zonder rekening te houden met
praotisohe bezwaren en oaet de nadeelen,
welke deze afschaffing onafwijsbaar na
sioh sleepen zal.
Tegen de eersigenoemden, die blijkbaar
van de gedachte «alles oi niets* uitgaan,
valt niet te redeneeren. Maar de bezwaren
van laatstgenoemden zullen gedacht onder
de oogen gezien moeten worden.
Het zijn de bezwaren van het «Bakkers-
Comité*, hetwelk zijne bedenkingen in
een groot boekdeel ter kennis van het
Publiek en van de Volksvertegenwoordi
ging gebraeht heeft.
Tot dit comité behooren lang niet alle
bakkers.
In 't algemeen is het kleinbedrijf er niet
bp aangesloten en zyn het vooral de
z/groote* bakkers en directies van brood
fabrieken, die de actie tegen deze Wet
gaande honden.
Een zeer te prjjzen strijdmiddel. Immers
door velen wordt maar al te weinig bedacht
dat verzet tegen een wetsontwerp nog tot
verbetering er van kan strekken, en verzet
tegen een ontwerp, nadat 't door de
koninklijke bekrachtiging wet geworden
is, in den regel vruchteloos is.
Terecht wordt door het Bakkers-Comité
betoogd dat de bewering ffde dag is er om
te werken, de nacht om te rusten* geen
afdoend argnment is voor het ontwerp. Im
mers er zijn tal van bedryven waarin
nachtarbeid niet kan gemist worden.
Wij noemen slechts: gasfabricage, poli
tiedienst, krankenverzorging, nachtwaken
in magazijnen, aanhouden van varen in
fabrieken, werkzaamheden noodig om 't
product niet te laten bederven (bjjv. het
speeten); en voorts allerlei nachtwerk,
noodig opdat de maatschoppjj geen schade
ljjde.
Het Bakkers-comité is van oerdeel dat
't bakkersbedrijf tot deze bedrijven met
noodzakelijken nachtarbeid niet mag gere
kend worden.
Een andere vraag evenwel is deze: zal
niet de afschaffing van nachtarbeid zulke
nadeelen medebrengen, dat daar de winst
der afschaffing niet tegenop weegt.
En deze vraag beantwoordt het Comité
bevestigend.
Het feit dat J't Grootbedrijf by deze af
schaffing schade zal lijden, wordt ook door
ons als vaststaand erkend. Een bedrijf dat
acht nren per etmaal stil staat, waar het
vroeger dag en nacht aan één stuk door
werkte, lijdt schade. Het brood zal der
halve in de groote steden eenigazins duur
der worden.
Zelfs zullen wellicht de „kleine" bakkers
nu iets voor krijgen op de groote fabrieken,
doordat ze wat vroeger met het veelgeroem
de en veelgevraagde «versche brood" bjj
de klanten kunnen zyn.
Ook zullen er in de groote steden nog
wel enkele kleine patroons bij komen.
Maar is dit nu een reden om dezen
overigens goeden maatregel als de afschaf
fing van den nachtarbeid te keeren
Te meer klemt dit wijl in dezelfde
groote steden de concurrentie der brood
fabrieken tegen de kleine bakkerijen zoo
doodend is. Tal van kleine bakkers zjjn
nit hun bestaan gedrongen geworden of
moeten zich in 't vervolg met een beschei
den betrekking als knecht of brooddrager
vergenoegen. Anderen kunnen zich in den
moeilijken strijd om 't bestaan slechts ter
nauwernood staande houden.
Dit merkt men in onze provincie zoo niet.
Maar in dorpen, die aan spoor of tram gele
gen zijn, is 'twel degelijk voelbaar dat de
ingezetenen door de broodkerretjesder stads
fabrieken worden bediend.
De grief door het Bakkers-Comité geuit
dat nu de broodfabrieken in de steden niet
meer kunnen concurreeren met de bakkers
op de dorpen, maakt dan ook geen indruk.
Wordt het bestaan van het groot bedrijf
door dit wetje onmogelijk gemaakt, ziedaar
de vraag die ernstig moetoverwogen worden.
En kan het antwoord luiden, dat dit groot
bedrijf, zjj 't ook met minder winst, 't beet
zal kunnen uithouden, dan bestaat er voor
ons geen enkele reden, waarom wij 't wetje
dav het nacht werken zooveel mogelijk af
schaft, niet zouden toejuichen.
Het is nn eenmaal een goddelijke ordi
nantie, waarop de maatschappij berust, dat
de nacht er is om te rusten, gelyk de dag om
te werken.
Wat de instelling der bakkersraden aan
gaat, ook dit is een verbetering die door de
mannen van het vak met beide handen be
hoort te worden aangegrepen. In de eerste
plaats om 't mooie beginsel dat aan 't bedrijf
zelf zeggenschap over 't bedrijf wordt ver
leend en oen eerste stap wordt gezet in de
richting der bedrijfsorganisatie. En in de
tweede plaats dewijl hierdoor de gelegenheid
geopend wordt, dat in plaats van de harde
hand der wet alleen, de samenwerking van
overheid en bedrijf de mogelijke nadeelen
voor sommigen zal kunnen wegen.
Vooral op een belangrijk punt: de in
grijping in de geziosorganieatie, by v. bij 't
verbieden van nachtarbeid van alleen wer
kende of enkel door hun kinderen geholpen
patroons, kan de bakkersraad allicht te juis
ter tijd zoodanig ingrijpen dat 't nadeel voor
dezulken niet te groot zjj en geen onmoge
lijke of ongeoorloofde concurrentie de colle
ga's van dergelijke patroons drukt.
3 Maart 1910.
Onder schoolnieuws vindt de lezer eenige
verblijdende médedeelingen omtrent den
voortgang van ons Chr. Onderwijs. De be
kwame hand van den beer R. Derksen, sec
retaris der Unie, zorgde er voor, en wie er
meer van wil weten bestelle bij hem het
Jaarverslagvoor een kwartje is hjj volle
dig van alles en van veleilei meer dat met
ons Chr. Schoolonderwijs vei band houdt, op
de hoogte.
Men leze 't Unie-bericht in ons School
nieuws ditmaal eens met meer dan bijzon
dere aandacht. Men zal er dan uit zien
dat wij met onze Chr. Scholen bijna aan de
duizendste to zijn.
Er bestaan 985 scholen, en 15 zijn in aan
bouw zoodat er kans is dat de duizendste
school binnen korten tijd, misschien nog wel
dit jaar geopend wordt.
Nomen sit omen. De naam is of zjj een
voorteekenWjj vragen de aandacht ook
voor 't bericht uit Strijen, mede onder ons
Schoolnieuws. Men leze ook dat, en trekke
er de juiste conolusie nit, dat de bouw en de
bevorder ing van Chr. Scholen een werk is
wsarby ook //Strijen" te pas komt.
Een schoolopziener, voorstander der open
bare sehookin Noord-Brabant, later vrijzin
nig eandidaat in Amsterdam, gewaagde er
eenige jaren geledeD, bij de verdediging zij
ner candidatunr,vao, dat hjj voor 't openbaar
onderwijs zooveel //geleden en gestreden"
had. Zyn zorg voor dat onderwijs was een
»ljjen en strjjen* geweest. Inhoeverdeze
mededeeling juist kan zyn, laten wij in 't
middenaan zjjn beurs zal 't wel niet
merkbaar zyn geweest, en toekomstzorg zal
hjj ook wel niet gevoeld hebben, want de
Staat zorgde voor alles.
Doch aangenomen dat de herinnering juist
was, dan mag er aan toegevoegd dat ook de
zorg voor Chr. OnderwijB een zaak is van
strjjd, van //Stryen*. Te Strijen, waar ds
Kroon staat,is men daar wel achter. Maar
Schrift en ervaring leeren 't zonder
^Strijen" geen „Kroon".
En wy hopen zeer dat de strijd daar in
Strijen zoodanig gekroond worde dat nog dit
jaar te Strjjen een Chr. School verrijst, en
dat zjj de duizendste zy.
Dat zou tevens een mooie kroon na het
strtfen en op het werk van de Unie Een
School met den Bijbel zjjn.
Dezer dagen heeft er in de Staatscourant
een koninklijk beslnit gestaan, waarbij aan
de natie werd kond gedaan, dat in zeker
sinds 54 jaren bestaand koninkljjk besluit
een kommapunt door een punt werd ver
vangen de Koningin had de gelegenheid
hierdoor, een kolossale vergissing door
wijlen haar vader gemaakt te herstellen 1
Bljjkbaar is die font toevalliger wjj e
door een ambtenaar-dienstdoener aan een
departement ontdekt. Dat er nogal veel
geschrijf over is geweest aan de ministri-
eele bureaux bljjkt wel hieruit dat er een
tijdsruimte van drie weken verkopen is
tusschen de ontdekking der »fout« en het
corrigendum in de Staatscourant.
Ofschoon onze plaatsruimte 't bijna niet
gedoogt, nemen wjj, enkel voor de aardig
heid, uit de Staatscourant, onder het hoofd
«Wetten, Besluiten, Benoemingen, enz.*
het bedoelde besluit over
(Staatsblad no. 63.) BESLUIT van den 12-
den Februari 1910,tot
wijziging van het Ko
ninklijk beslnit van 6
October 1856 (.Staats
blad no. 92), hondende
vaststelling van een
onderscheidingstee-
ken voor de Commis
sarissen van Politie.
Wij WILHELMINA, bjj de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje Nassau, enz., enzenz.
Op de voordracht van Onzen Minister van
JuBtitie van den löden Februari 1910,2de
afdeeling G no. 565
Gezien het Koninkljjk beslnit van 6
October 1856 (Staatsblad no. 92), houdende
vaststelling van een onderscheidingstee-
ken voor de Commissarissen van Politie
Hebben goedgevonden en verstaan
gemeld Koninklijk beslnit te wijzigen als
volgt
aan het einde van het lid sub. 2 wordt in
plaats van het teeken «kommapunt*,
het »p u n 11 e e k e n« gesteld.
Onze Minister van Justitie is belast met
de uitvoering van dit besluit, hetwelk in
het „Staatsblad" zal worden geplaatst en
waarvan afschrift zal worden gezonden aan
Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken,
's Gravenhage, den 12den Febrnari 1910
(get.) WILHELMINA.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
tijdelijk belast met het beheer van
het Departement van Justitie,
(get.) HEEMSKERK.
Uitgegeven den vier en twintigstenFeb.l 910
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
tjjdeljjk belast met het beheer van
het Departement van Justitie,
(get.) HEEMSKERK.
Het is te begr jjpen dat in menig dagblad
een loopje genomen wordt met dat staaltje
van bureaucratische nauwkeurigheid.
Een staaltje:
Groote oonsternatie dezer
dagen op het departement van Jnstitie.
Een klerk die juist zijn ochtendblad uit
had en „Niok Carter onder de Parijsohe
apachen", 68e aflevering, wilde opslaan,
ontdekte eensklaps, dat 't Koninklijk be
slnit van 6 October 1856 (Staatsblad no.
92) houdende vaststelling van een onder-
soheidingsteeken voor de commissarissen
van politie ergens een kommapunt stond
in plaats van een puntteeken. Ontdaan
stond-ie op en schreed naar zijn hoofd
commies, die juist bezig was zijn nagels
te feilen. Deelde hem zijn ontdekking
mede. De hoofdcommies werd bleek om
zijn neus, zette zijn lorgnet op en, waarlijk,
hij zag de kommapunt. Bevend en met
waardigheid, die een regeeringsambtenaar
zelfs in het meest haohelijke oogenblik
niet verlaat, bewoog hij zioh naar zyn
referendaris, die juist bezig was in zjjn
hemdsmouwen met een Sandow's physical
exerciser zjjn biceps te ontwikkelen.Deelde
hem de ontzettende tijding mede. De re
ferendaris wankelde, werd zijn aandoening
meester, trok zijn gekleede jas aan en
trippelde naar den secretaris-generaal, die
juist druk bezig was nit te rasten van
een genoeglijken fuif van den vorigen
avond. Bracht hem op de hoogte. Spra
keloos staarden beide ambtenaren elkaar
aan
En in dien trant gaat het voort
Wel voor varkens, niet voor menschen.
De afd. Groningen van de Middernaeht-
zendingvereeniging geeft een kwartaal
blaadje uit, waarin wy 'n aardigftn brief
vonden van //Jan Burgerman over het
Nieuw-Malthusianisme" van de hand
van den heer Vroegop.De brief handelt over
het argument, waarmee het Nieuw-Malthu
sianisme wel wordt aanbevolen, dat beper
king van het kindertal voor ouders en kin
deren zoo goed is, omdat immers «vele
varkens de spoeling dun maken", wat betee-
kent :hoe meer kinderen in een onbemiddeld
of arm gezin, hoe meer ontbering.
De briefschrijver zegt, dat deze redenee
ring wel voor varkens, niet oor kinderen
opgaat.
Is gemak, genot, en alles wat tot ver
weeking van het karakter leidt, een
zegen
Varkens kunnen het zonder karakter
stellen. Als die maar «dikke spoeling*
hebben. De «spoelingkwestie* is voor
krulstaarten de eenige kwestie. Flink
eten en slobberen en voorts dommelen
en maffen, zie daar de «roeping* van
een zwijn. Zoodat het hebben van vele
mede-slobberaars, die de spoeling dan
doen worden, inderdaad een ramp is
voor een rechtgeaard varken.
Maar laat iemand dit nu eens gaan toe
passen bp een kind De vurigste Nieuw -
Malthusiaan durft het niet 1 Wat blief
Hy durft nietWant anders zon hij de
waarde van een mensch niet langer moe
ten bepalen naar zjjne bekwaamheden en
deugden, maar naar zyn gewicht, per kilo,
op slagersmanier. Dat volgt er immers
logisch uit I
Ik kom, zoo redeneerende,tot deze stel
ling aangezien de menBch naar aard en
bestemming veel verschilt van 'n varken,is
datgene wat voor een varken een zegen is,
nog geen zegen voor den menscb, en
gaat het gebruiken van het spreekwoord
„vele varkens maken de spoeling dun",
ten bate van het óén- of twee-kinderstelsel
niet op. Lekker eten en drinken en een
verpleging als een plantje in een broeikas,
is voor kinderen geen zegen, maar veeleer
een nadeel.
De moderne wjjsheid is vaak groote
dwaasheid.
De ervaring leert het, dat nit groote ge
zinnen krachtige karakters, flinke mannen
en vrouwen voortkomen, die in hun jeugd
reeds hebben geleerd tegen de moeiljjkhe-
den des levens te stryden en ze te overwin
nen, en die daar heel hnn leven de vruchten
van plukken.
Een maatschappjj, waarin de „varkens-
wijsheid* dat is de moraal van het
Nieuw-Malthusianisme geldt, verzwakt
hopeloos, gaat ten gronde. En tooh, hoe ver
drong die leer ook in ons land reeds door 1
N. Brov. Qron.)
Het scheepje, genaamd officiersoplei
dingswetsontwerp is gisteren, dank zy 't
beleid van den minister van oorlog, eenige
gevaarljjke klippen ontzeild, en, zoo nog
niet in veilige haven, dan toch op veilige
ree aangekomen.
Gevaar voor stranden bestond er toen 't
ging om de vrije toelating van de gym
nasiasten met einddiploma A tot de Kon.
Mil. Academie. Oorspronkelijk zouden al
leen de einddiploma's van de H. B. S.
vrijstelling van toelatingsexamen geven.
Later kwamen, als concessie, de einddi
ploma's B van het gymnasium (die van de
wis- en natuurkundige richting) er bjj.
En nu wilde de Commissie van Rappor
teurs althans voor de infanterie en de
cavallerie de litteratoren, de bezitters van
het einddiploma A, in dezelfde gunstige
positie brengen. Het beginselverminde
ring van den wisknnde-ballast en over
gang naar een grondslag van meer alge-
meene ontwikkeling zou bij toelating van
deze „A's" tot zyn reoht komen.
De Minister eehter meende dat, zooals
het leerplan van de K. M. A. nn was, dit
door de A's van het gymnasium niet be-
hoorljjk zon te volgen zijn. En wijziging
van het leerplan zou niet passen in het
kader van deze zeer beperkte en niet
principieele herziening.
Dr. de Visser onderving 's ministers
bezwaar door voor te stellen dat de „A's"
zouden kunnen volstaan met een aanvul
lingsexamen in de wiskundige vakken
wijl het toeh in elk geval onbilljjk. moet
geacht worden dat de A's" indien ze dan
een toelatingsexamen moesten afleggen, ook
in die vakken zonden worden geöxami-
neerd waarin ze niet met de B's verschilden.
De minister nam dit denkbeeld over,
waardoor bet amendement van de Com
missie van Rapporteurs (geheele vrijstel
ling der „A's" van het toelatingsexamen)
met 38 tegen 31 stemmen werd verworpen
8 leden van Rechts stemden vóór3 van
Links tegen het amendement.
Nog enkele andere beslissingen volgden,
daarna een verklaring van den heer
Duymaar v. Twist, namens de antirevo
lutionairen, dat men aan die zijde voor 't
ontwerp sou stemmen indien de minister
voorloopig den hoofdcursus te Kampen
ongemoeid liet.
De minister had geen bezwaar, en de
eindstemming volgt later.
Daarna is men begonnen aan hat ontwerp
betreffende „Teolasseering" (het weer op de
been helpen) van ontslagen gevangenen.
Men is nog maar aan de algemeene
besohouwingen dus kunnen wij er nog
niet veel van zeggen.
Het ontwerp beoogt, door het uittrekken
van eeni™e bedragen op de begrooting,
aan particuliere vereenigingen en zoo
noodig ook rechtstreeks van overheidswege,
wat ruimer hand te geven by pogingen